4. Brief van de Nederlandsche Maatschappij van zeker heidsstelling voor ambtenaren en bedienden, waarbij zij mededeelt, dat zij zich als borg gesteld heeft tote en be drag van 23,500 voor den heer D. Poll, als ontvanger der gemeente Alkmaar. Tot zekerheid van dien borgtocht werd een kapitaal op het Grootboek der 2'/2 °/o w- Schuld verbonden nadat zekerheid verkregen was dat volgens bestaande voorschriften de borgtocht veranderd zon kunnen worden in eerste hypothecair verband op vast goed, met eene verkoopwaarde van ten minste een derde boven het bedrag van den borgtocht. Op grond daar van betaalde de heer Poll premie naar verband in vast goed dus minder dan bij verband van inschrijving op het Grootboek het geval is, wijl bij dit laatste met renteverlies rekening moet gehouden worden. Thans biedt zij hypothecair verband aan op een huis en erve in de Doelenstraat (ook wel genaamd Nieuwe Doelenstraat) te Amsterdam, welk perceel door haar is aangekocht en verzoekt zij bepaling van den dagwaarop ingevolge aangehaald besluit de formaliteiten ter verwisseling van den borgtocht zullen kunnen plaats hebben. Gesteld in handen van de vaste commissie van finan ciën om bericht en raad. 5. Brief van den heer mr. W. P. A. Verhoeff, houdende berichtdat hij aanneemt de benoeming tot lid der plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs. Voor kennisgeving aangenomen. 6. Adres van K. Kuiper, schilder, waarbij hij kennis geeft van zijn voornemen om het stuk tuingrond aan het Baanpad dat hem toebehoort, als bouwgrond te ver- koopen of om daarop arbeiderswoningen te bouwen, volgens overgelegde teekening en vergunning verzoekt le. om onder voorwaarden behoorlijk een riool aan te leggen en den weg te bestraten2e. of de gemeente bereid is die straat na voltooiing over te nemen en te verlichten met één gaslantaarn in het middengedeelte op de teekening aangegeven. De huurprijs der woningen zal den prijs van 1.50 niet te boven gaan. Gesteld in handen van burg. en weth de commissie van bijstand voor de gemeentewerken en eigendommen gehoord. 7. Adres van de bestuursleden der Timmerlieden-Ver- eeniging Verbetering door Ueiniracht, waarbij zij te kennen geven dat zij ter verkrijging van verbetering in den toestand der werklieden bij het bouwen, inzonderheid die der timmerlieden, noodig oordeelen a. een maximum werktijd met eene daarmede gepaard gaande minimum loonsbepaling b. de in de gemeente te maken werken te laten verrich ten door Alkmaarsche ingezetenen; c. het doen verzekeren der werklieden bij het bouwvak tegen ongelukken en invaliditeit d. er doeltreffende middelen getroffen worden om de werkeloosheid in het bouwvak in den naderenden win ter tegen te gaan dat tot verkrijging van bovengenoemde vorbetering noodig zijn de steun en medewerking van allo werkgevers dat zij echter onmisbaar de medewerking noodig hebben van de gemeente als eerste werkgeefster dat zij daarom den Baad namens bovengenoemde Vereeniging verzoeken het dagelijksch bestnur te mach tigen van nu af in do bestekken der voor de gemeente te maken werken als verplichtend voor te schrijven onder bijvoeging van strafbepaling voor overtreding, 1°. dat niet langer zal gewerkt mogen worden, wat een timmerman betreft, dan 11 uren per dag, tegen een aan de werklieden uit te betalen loon van f 0,20 per uur voor een vakman 2°. dat aannemers van gemeente-werken moeten zijn alkmaarsche ingezetenen voor het uitvoeren dier werken wat het timmervak betreft, zooveel mogelijk die timmerlieden moeten nemen, welke minstens één jaar binnen de gemeente gewoond hebben en verplicht zijn de onderdéelen dier te maken werken zooveel doenlijk in de gemeente te doen vervaardigen 8°. dat de aannemers van gemeentewerken verplicht zijn hunne werklieden te doen verzekeren tegen ongelukken en invaliditeit. Gesteld in handen van burg. en weth na de com missie van bijstand voor de gemeente-werken en de com missie van financiën te hebben gehoord. 8. Adres van den heer J. van Leeuwen notaris daarbij intrekking vragende der hem indertijd verleende vergunning, tot hot hebben een spreekbuis in de straat van de Brillensteeg. Gesteld in handen van burg. en weth. ter beschikking 9. Brief van deD heer dr. M. N. J. Moltzer, hoofd der Inrichting voor hooger onderwijs alhier, houdende mededeeling dat het aantal leerlingen voor den cursus 1893/4 thans 18 bedraagt. Daarvan zijn er 5, wier ouders niet te Alkmaar wonen maar die hier bij families of op kamers wonen terwijl één leerling uit de plaats .zijner inwoning telkens overkomt om de lessen in de oude talen te volgen. Van de 18 leerlingen zijn er 13 leerlingen der Rijks hoogere burgerschool. Voor kennisgeving aangenomen. 10. Verzoek van mej. J. W van Kleefom eervol ontslag als helpster bij het onderwijs iu nuttige hand werken aan de openbare eerste tusschenschool tegen 1 Januari 1894. Eervol verleend. 11 Voorste] van Burg. en Weth., geheel in overleg met de raadscommissie voor de zaak der wik- en weeg- loonen, om hen te machtigen aan Gedeputeerde Staten van Noordholland, in antwoord op hun schrijven van 28 Juni 1893 No. 15, waarbij verzocht werd intrekking der bestaande verordeningen op de heffing van wik- en weeg- loonen en vaststelling van nieuwe verordening m, waarbij die heffing verminderd wordt tot f 0,60 per 100 kilogr., medetedeelen nu op antwoord vóór 9 November 1893 aangedrongen wordt, dat vooralsnog niet kan worden overgegaan tot de intrekking dier verordening doch dat wel het voornemen bestaat om de wik- en weegloonen ■op 0,60 terug te brengen. Op voorstel van don Voorzitter dadelijk behan deld en met alg-meene stemmen het voorstel aangenomen, nadat de Voorzitter den heer K o o r n op eene vraag geantwoord had dat geen brief ontvangen was, waarbij gevraagd was, zooals in de dagbladen vermeld stond, dat onverwijld tot de belfing van 0,50 per 100 P. moest worden overgegaan en op eene vraag van den heer Janssen, dat hem niets bekend was van de motieven, op grond waarvan Purmerend besloten had zestig centen te gaan heffen. De heer Kraak man zette aan den heer Boelmans ter Spill, die wel gewenscht had dat dit voorstel ter lezing voor de leden had gelegen uiteen dat dit voorstel niets anders was dan handhaving van het reeds in de raadsvergadering van 14 September 1892 na uitvoerige bespreking met groote meerderheid geno men besluit. Het voorstel had niet vroeger ingediend kunnen worden daar eerst den 7 des avonds eene be slissing was gevallen. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. Van de vaste commissie van financiën. 12. Rapport omtrent het voorstel van regenten van het mannen- en vrouwen-gasthuis, als beheerders der stads apotheek, om de jaarwedde van de wed. Lobach, die in de stads-apotheek reeds sedert eenige jaren belast is met de werkzaamheden, verbondon aan de betrekking van knecht, mot f 100 te verhoogden, met ingang van het jaar 1893. De commissie kan dit voorstel ondersteunen. Indertijd is de jaarwedde van den knecht bij de stads-apotheek be paald op f 208, welk bedrag later met f 25 verhoogd is uit de Rijkstoelage, welke betaald wordt voor het ge reed maken der recepten ten behoeve van het Rijksop voedingsgesticht, enz. in de stads-apotheek, en terwijl hem verdor de bediening van hot bad in het mannen- en vrouwen-gasthuis werd opgedragen. Leverde die be diening in vroegere jaren een niet onaanzienlijke bate aan dien knecht, in 1875 bij voorbeeld 191, in de laatste jaren was dat cijfer reeds aanmerkelijk verminderdover 1891 bedroeg die bate 126,40, over 1892 nog 106 en over 1893 aanzienlijk minder. Daar die vermindering van inkomsten een gevolg is van veranderde toestanden, buiten toedoen van de titularis ontstaan, zoo brengt naar de meening der commissie de billijkheid mede, haar daar voor schadeloos te stellen. De commissie stelt dus voor, het voorstel van Regenten aan te nemen. Aangenomen met algemeene stemmen. 13. Rapport op het verzoek van den heer 3. van Praag, om teruggave van f 1.07, door hem over 1893 betaald voor 2/12 gedeelten van zijnen aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen. De heer van Praag, den 8 Februari 1893 naar Oude water vertrokkenheeft- van April 1888 tot aan dat tijdstip zijn hoofdverblijf te Alkmaar gehad. Als zoodanig werd hij overeenkomstig het eerste lid van art. 245 der gemeentewet aangeslagen in genoemde belasting. Nu moet hij volgens het tweede lid van dat artikel over het dienstjaar 1893 omdat hij niet dat geheele jaar alhier zijn hoofdverblijf hield in die belastiug bijdragen voor zooveel twaalfden als zijn hoofdverblijf maanden heeft geduurd, dat wil zeggen voor 2/12. Er bestaat dus geen aanleiding om aan zijn verzoek te voldoen. Het door hem aangehaalde derde lid van dat artikel is alleen toepasselijk op hen, die geene drie maanden in eene ge meente verblijven dat zijn zijdie in het eerste lid in de tweede plaats genoemd worden. De commissie stelt alzo o voor, afwijzend op het onder- werpelijke verzoek te beschikken en aan den verzoeker van die beschikking kennis te geven onder opgave van de daartoe geleid hebbende reden. Met algemeene stemmen aangenomen. 14. 3e Suppletoire gemeente-begrooting voor 1893 in ontvang en uitgaaf slnitende op f 3793.24 en besluit tot het afschrijven van f 1950 van den post rente der kasleeningen van f 1725 van don post voor onvoorz iene uitgaven en overschrijving van ƒ3675 op den post renten van geldleeniugen. Ge durende 1893 is tot heden geen gebruik gemaakt van het tijdelijk opnemen van geld en zal waarschijnlijk daarvan in het geheel geen gebruik gemaakt worden zoodat zonder eenig' bezwaar van eerstgenoemden post f 1950 afgeschreven en in do eerste plaats bestemd kan worden tot voldoening van de rentebetaling op de ge sloten leening. De commissie van financiën heeft geen enkel bezwaar en stelt onveranderde vaststelling voor Zonder baraadslaging zoowel de 3 suppl begrooting als het besluit tot af- en overschrijving onveranderd vastgesteld. Van burg. en weth. 15. Brief, waarbij medegedeeld wordt, dat de Prinsen zaal in het stadshuis, waar laatstelijk de griffie der arr. recht bank gevestigd is geweest, in zulk eenen toestand verkeert, dat zij onmogelijk gebruikt kan worden voor trouwkamer eerste klasse, waar f 30 betaald wordt. In den afgeloopen zomer is het reeds eenige malen voorgekomen, dat de be langhebbenden hun leedwezen betuigden, dat de trouw kamer eerste klasse niet gebruikt kon worden en dat de huwelijksvoltrekking plaats moest vinden in de raadszaal boven, waarvoor f 20 betaald wordt. Daar de herstol ling dier zaal volstrekt in geen verband staat met de verder in het stadshuis uit te voeren veranderingen, wenschen burg. en weth haar zoo spoedig moge lij k in orde te laten brengen, dat voor do gemeente bij voorkomende gelegenheid dan ook nog voordeel kan op leveren. Uit oen overgelegd rapport van den ge meente-architect. blijktop welke wijze zij die zaal in orde zouden willen brengen. Kan naar hunne meening met eene uitgave van ƒ1005.85 volstaan worden, zij zouden die uitgaaf willen voldoen uit hetgeen nog beschikbaar is van den post herstel van brandschade van het stadshuis, daar deze herstelling toch een onmid dellijk gevolg van den brand is. Zij stellen voor, in dien geest te besluiten en deeleu mode, dat ten stadshuize voor de leden ter kennisneming ligt een staal van het door hen uitgezochte behangsel, alsmede vau het vloerkleed. Aangenomen met- algemeene stemmen. 16. Rapport op het adres van eenige schippers betrek kelijk het nemen van maatregelen tot verbetering van den lagen waterstand in de vaart van af de Bes Wielen tot aan Kolliorn in den afgeloopen zomer als gevolg van de langdurige droogte. Dat adres gedag- teekend 10 Juliwerd eerst ingediend 16 Augustus toen door de vele gevallen regens de waterstand weder op de normale hoogte was gekomen. Daardoor had dit verzoek reeds alle waarde verloren en stellen zij thans voor, dat adres voor kennisgeving aan te nemen. Alleen wenschen zij nog eene mededeeling te doen en eene opmerking te maken. De mededeeling is deze dat zij naar aanleiding van een verzoek van Dijkgraaf en Heem raden van de N. K. strijkmolens te Winkel den 28 Juni den pachter der sluis aan de Zes Wielen machtigden de rinketten open te zetten, na zich verzekerd te hebben, dat hiertegen geene bedenking bestond bij het Hoogheemraad schap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland, daar zij bezwaar maakten tegen het ver zoek om de sluis geheel open te zetten, met het oog op de moeilijkheden, welke daaruit voor de scheepvaart zouden kunnen voortvloeien, en de opmerking, dat het gemeen tebestuur van Alkmaar onbevoegd is, het schut te Rus tenburg open te zetten. Het is goed, dat belanghebbenden dit weten mocht ooit door langdurige droogte weder zulk een lage waterstand ontstaan. Zij stellen voor, hen te machtigen, daarvan aan de verzoekers mededeeling te doen. Aangenomenna eene korte besprekingwaarbij de Voorzitter en de heer Kraak man toelichtten, waarom de gemeente Alkmaar geen invloed kan uitoe- nen op den toestand te Rustenburg, naar aanleiding van een door den heer Stoel uitgesproken wensch dat burg. en weth. bij voorkomende gelegenheid aan het verlangen dezer verzoekers ten aanzien van het schut te Rustenburg zouden voldoen. 17. Rapport op het den 1 Maart 1893 in handen van burg. en weth. om bericht en raad gestelde verzoek van den heer Jan Pot om vergunning tot het maken van twee stei gers aan de Kanaalkade, volgens overgelegde schets, van gebruikte gocreosoteerde spoorliggersvoor het ge bruik van welke steigers hij alleen de voorkeur wensehte te hebben ten behoeve van goederen aan of onder zijn adres aankomende of vertrekkende. Op dat adres is de heer Pot bij zijn adres van 12 October nader terugge komen. Hij blijft op het verleenen dier vergunning aan- dringon met deze verduidelijking dat de steigers zullen zijn ten algemeenen gebruike dat wil zeggen dat hem alleen voor lading of lossing van of aan zijn adres de voorkeur zal worden gegeven voor zooveel mo ge 1 ij k. Ook dat adres word iu hunne handen om be richt en raad gesteld en gaarne voldoen burg. en weth. aan het den 18 October in den Raad uitgedrukte ver langen om eene spoedige beslissing op die verzoeken te willen bevorderen. Vooraf herinneren zij dat zij reeds in de raadsvergadering van 5 April 1893 mededeelden dat zij het gevoelen der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen ingewonnen hadden omtrent een door den gemeente-architect ontworpen plan voor het maken eener houten walbeschoeiing aan de Kanaal kade naar aanleiding van hot raadsbesluit van 26 Oc tober 1892 no. 19. Naar hunne meening moet de ge meente geene vergunning verleenen aan particulieren tot het maken van steigers aan de Kauaalkade doch zelve aldaar meesteres blijven. Uit het maken van steigers aldaar zouden op den duur zeker moeielijkheden ontstaan: uit eene bepaling, als door den heer Pot- bij zijn tweede adres duidelijker aangegeven wordt, kuunen niet anders dan vroeg of laat bezwaren voortvloeien, vooral wanneer men bedenktdat de gemeente krachtens art. 3 en 5 der met het Rijk bestaande overeenkomst niet meer dan 6 Meter van het kanaalboord af in beheer en gebruik heeft. Doch bovendien bestaat er voor de ge meente eene overwegendo reden om het beheer aan zich te houden. Voor het oogenblik mag niet gedacht wor den aan kaai-, haven- en diepgeld, maar de omstandigheden kunnen veranderen en met het oog daarop zou het niet aanbevelenswaardig zijn aan particulieren eenigo ver gunning te verleenen al zou die verguuning welke na tuurlijk tot wederopzegging toe verleend zon worden ingetrokken kunnen worden. Stellen zij alzoo voor afwijzend op de adressen van den heer J. Pot te be schikken zij gelooven weldat verbetering van den toestand aan de Kanaalkade in het belang vau den handel noodzakelijk is en niet langer uitgesteld moet worden En nu het mogelijk isdie verbetering te verkrijgen op een min kostbare wijze stemmen zij geheel in met het gevoelen van de commissie van bijstand wier rapport zij overleggen en naar den inhoud waarvan zij verwijzen. Draagt dat plan dier commissie des Raads goedkeuring weg en wordt tot de uitvoering daarvan besloten dan zal gelijktijdig beslist moeten worden hoe die uitgaaf vereffend zal moeten worden, waarvoor het oogenblik geene middelen beschik baar zijn. Bij de behandeling der begroot-ing voor 1894 zal met het te nemen besluit bepaald rekeniug moeten worden gehouden. Genoemde commissio van bijstand deelt omt-rent de in hare haudm gestelde plannen betrekkelijk het maken van een houten schoeiing langs de Kanaalkade méde dat zij die plannen veel te kostbaar en voor de gemeente geldmiddelen te bezwarend acht. Volkomen het gevoolen doelende dat de tegenwoordige toestand onhoudbaar is en dringend verbetering vordert, droeg zij den gemeente- architect op een zeer eenvoudig en niet kostbaar plan te ontwerpen. En dit was naar hare opvatting mogelijk, wanneer de houten schoeiing geheel van amorikaansch greenen hout gemaakt werd op de wijze als op eoue ovorgelegde teekening aangegeven iszonder bestrating van den aau to vullen grond maar met beharding met sintels zooals hier op verschillende plaatsen in de ge meente geschiedt. Daarbij wensehte zij in acht genomen te zien dat met de schoeiiug aangevangen werd bij den vleugel van de brug in de Kanaalkade en dat het voor- loopig voldoende zou zijn die schoeiing te maken over eene lengte van 150 meter. Van dat gedeelte der Ka naalkade wordt voor lossen en laden het meest gebruik gemaakt. De kosten eener dergelijke schoeiing worden volgens de overgelegde bogrooting door den gemeeute- architeet geraamd op 5050. Met dat min kostbare plan zal jaren lang in de behoeften voorzien zijn ter wijl aan het nageslacht kan woiden overgelaten zoo hor, wil kostbaarder plannen uit te voeren. Na uitvoerige bespreking, waarop nader terug gekomen wordt, werd met 9 tegen 7 stewmon van de hoeren Stoel, Koorn, Janssen. H. J. Bruinvis, Boelmans ter Spill, do Son- navillo en Conijn aangenomen een voorstel van do heeren Canters en Kraakman, waarbij burg. en weth. uitge- noodigd worden iu de eerstvolgende vergadering alsnog iu te dienen oen uitgewerkt plan, met begrootiug van kosten, van een eenvoudigen steiger, in verband met den wensch van verscheidene leden, om naar gelang der kosten 3, 4 of 5 dergelijke steigers aan de Kanaalkade te maken. 18. Voorstel der vaste commissie voor de gasfabriek om haar te machtigen tot den bouw van een gashouder van 5000 knb. el voor 46000 en tot opdjacht aan de firma A. Klönne te Dortmund van het leveren en stellen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 2