N ATION ale militie. DE ROOFRIDDER. broederdienst Vijf en rtfegentigste Jaargang. 181KL ZONDAG senig© wettige zoon Dinsdag* 21 November a.s., des voormiddags ÏO uren, Amsterdamsclie Brieven. FEUILLETON. Nederland. Zijdie vermeenen vrijstelling te kun nen erlangenop grond van te zijn of wegens worden herinnerddat zij op op liet Raadhuis moeten verschijnen, ver gezeld van twee hij den Burgemeester te goeder naam en faam bekend staande meer derjarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Z nmS<*4. 22 Nr,TÏU"f E, Zi n 5 $0. 138. Eerste blad 1LKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt öiasdag-, Monderdag- en aaterdagavond uitgegeven. Abormemontsprgs per .3 maanden voor Alkmaar/ 0,8®franco door e geheele rijk 1,— De 3 nummers f O,O®. l>rp Qer gewone Advertentlënj Per regel ®,1»- Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer8 Zij die in aanmerking wenschen te komen voor HEIPITB® in de vrouwelijke handwerken aan de openbare le tusschen- school aan den Koningsweg, op t AO jaarwedde worden uitgenoodigd, zich bij eigenhandig op zegel goBohre- tot het Gemeentebestuur van ALKMAAR. Lr zijn plaatsen te begeven. XXV. Nu de winter weder in aantocht is, het jaargetijde van bittere koude en groote werkloosheid, vraagt menigeen z£ af, wat de naaste maanden aan Amsterdam zullen Wgem Zullen de werkelozen zich vereemgen om optochten langs de straten te bondenzullen zij komen tegen de openbare macht en zullen zij tot geweld hun toevlucht nemen, als zij zien, dat dreigementen niet leiden tot het doel, dat zij zich voorstellen Er bestaat alle reden om die vragen te doen. Hot getal dergenon, die geen brood voor zich en hun gezin kunnen vinden, is in de hoofdstad vermeerderd en de mannen dor revolutie spreken zulk een weg^pende taah dat de ontbreidelde verbittering zoo licht tot daden Ernstige volksmannen in den goeden zin des wooids zien den°toestand dreigend in. Zij vreezen, dat deginter niet zonder wanordelijkheden zal voorbggaan, want steeds gretiger vindt het besef ingang, dat het een^recfeijsj^ mëtTgeweld te eïschou, wat niet goedschiks kan worden verkregen. Wanneer ik honger had en ik kon goenbroo krijgen - zoo verzekerde mij dezer dagen een dei volks leiders, die te Amsterdam grooten invloed heeft dan zou ik niet aarzelen, dat te nemen. 't Zijn de sociaal-democraten, die geen gelegenheid laten voorbijgaan om daar, waar het plantje van verzet be gonnen is te ontkiemen, den groei en bloei zooveel mogelijk te bevorderen. Te redeneoren valt er met hen niet; hun eenig drijven is een omverwerping van het bestaande en misschien zien zij zei ts nog wel hun grootste vijanden in hen. die de zieke plekken onzer samenleving willen verzachten in plaats van uit te snijden. Welke geest de meeste werklieden bezielt is duidelij gebleken op de meetingdie Dinsdagavond j.l. in "liaison Sti oueken" is gehouden. Zij was belegd met het doel om een adres aan den gemeenteraad te richten, waarin middelen zouden worden aangegeven tot bfistriidincr van de werkloosheid. De commissie uit de 35 vakverenigingen, die deze bij eenkomst op het touw had gezet, had geen moerte ge spaard om een groote opkomst te verzekeren. Niet minde dan 25.000 strooibiljetten waren den vongen dag ver spreid en verscheidene aanplakbiljetten noodigden drin gend uit, naar do meeting op te gaan. Ruim duizend personen bloken daaraan gevolg gegeven te hebben, een kleiner getal dan doof de commissie gehoopt was. Oorspronkelijk was aangekondigd, dat Uerhard, Ko Tak en van Emmenes zouden spreken. In den aanvang der meeting deelde de voorzitter evenwel mede, dat een dier heeren bezwaar had gemaakt met vaiiEmmenesop te treden, zoodat de commissie dezen spieker, omdat toch een stadszaak was, had laten vallen. Voor de sociaal-democraten was dat natuurlg ge nieuws, want van Emmenes bevond zich onder ben. Tevens werd 't al spoedig duidelijk, dat de partijgangeis van dien beruchten sociaal-democraat met gevoelens van wraaklust waren opgekomen. Den heer Gerhard lieten zij tamelijk rustig spreken. Maar toen de heer Tak aan het woord kwam - de als spcllebreker verdachte toer kiona dadelijk, naast hot gejuich van sommigen, het gesis van velen, die dezen spreker volkomen échec wilden laten lijden. Toch bracht Tak zijn rede ten einde. Na hem kreeg evenwel van Emmenes dadelijk het woord, wiens woedende uitvallen en sarrend schelden met donderend applaus werden be loond Nog deed Tak een poging tot weerlegging der bittere verwijten, doch de zaak was voor hem hopeloos verloren. Onder een geweldige herrie werd ten slotte be sloten om zich niet tot den gemeenteraad te wonden Ergerlijk was het in deze vergadering om te zien hoe die mannen, zelf altijd den mond vol hebbende van schen ding hunner rechten, zoo weinig eerbied toonden voor het" recht van spreken van een ander. Maar meer nog dan ergerlijk was het bedroevend om aan te_ zien die ingekankerde baat tegen menschen, die zich m betere kringen bewegen, geen armoede lijden, maar daarom toch de volkszaak willen bepleiten en verdedigen, t Is waar, dat het niet juist gezien is geweest om een man als Tak wiens uiterlijk do sporen van een goed leven dnide- Ujk verraadt, voor zulk oen meeting uit te noodigen maar even waar is het, dat een beweging, door Tak ge steund en ingeleid, veel meer indruk maakt dan wanneer alleen arbeiders, en daaronder zooveel kwaad gezinde, aan bet hoofd 'daarvan staan. Dat had de vergadering beter moeten begrijpen en 't is een treurig verschijnsel, dat de betere elementon niet krachtig protest aanteekenden tegen de onhebbelijkheden van oen van Emmenes en zijn °'doOpruier heeft 't dien avond gezegd Vertoont u in de straten in grooten getale, laat uw e lende^zrenen dwingt verbetering af! Die stem vond blijkbaar weer klank en de door het »Nieuws «P™0^0,0,1^^ worden zwarte vlek op witgevroren straten zal waai schijnlijk niet lang meer op zich laten waclmen. Wat zal het einde van dat alles zgn Heemstee. hier verkocht eene boeren plaats mot 26 morgen =21.84.- bunder land voor den prijs van f 46045. Bij vroegere jaren is de opbrengst aan meGceHjs«inmdm. bestuur van Noordholland is den 16 bij enkele inschrijving aanbe^ed het leveren van steen en het bestorten der Heldersche zeewering geraamd op f 7000. Laagste^ inschrijvers Gebs. Jansen te Nieuwediep voor boiö, De arr. rechtbank deed den 16 uitspraak in de zaak van J E H. Wilterdink, firma Erve Olaes Boes, zout- ziedor to Edam, die den 2 dezer terechtstond wegens het voor teruggave van accijns aangeven van eengrooteie hoeveelheid zout, dan in zijne fabriek en Pa^iz0naan- wezig was. Zijne schuld werd wettig en overtuigend bewe zen Geacht, wat betreft do hoeveelheid ruw zout, waarvan beklaagde 10390 P. minder voorhanden had, dan was opgegeven. Ten aanzien van de hoeveelheid geraffineerd zout werd zijne schuld nite wettig en overtuigend beweze geacht, door de onzekerheid m de daaromtrent opg D cijfers Met het oog op een ander weru hij veioordeeld tot betaling eener boeie van j 2198,18, te vervangenblj wanbetaling door 3 maanden hechtenis en wat aangaat het tweede gedeelte der aanklacht betreffende het geraffineerde zont, en veroordeeld ia /3 der kosten, O, te dragen door den Staat. De examens voor de vrije- en orde-oefeningen dei gymnastiek zijn afgeloopen. Van de 17 mannelgke can- didaton slaagden 59 en van de 91 vrouwelijke mede 59. - De arr. rechtbank beeft uitgemaakt, dat bijeenkomsten van het Leger des Heils niet behooren erkend te worden tot de godsdienstige te behooren en dat storing van zulke bijeenkomsten dus niet straf baar is volgens art. 146 van hot Wetboek van Strafrechtmaar volgens art. 144 Helder. De gemeente-begrooting voor 1394 is den 15 vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op f 205 355 445. Tot onderwijzeres aan school 7a werden benoemd S. Reitsma te Eist en A. Swart te Westervoort, aan school 4 J. K Moller te Sloten. 11 O .VI V VAN JULIUS WOLFF. 48) Naar het boogduitsch. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Met eenen schetterenden toon op zijnen horen kon digde de torenwachter van Regenstein de komst van Siegfried op den burcht aan, en de lieveling van alle kas teelbewoners wenkte den hoogverheven hoornblazer op den toren met de band eenen vriendelijken welkomst- gr°God°zij dankDaar is hij nu zal alles nog wel goed afloopen," mompelde Albrecbt bij zich zeiven, toen het bekende hoornsignaal zijne ooren trof. Oda was op het slot zeker wel de eenige, die bg dat uelnid van angst en schrik opsprong, want de schelle tonen der trompet vonden eenen droevigen weerklank in haar eigen hart, dat zich met geweld van den eenen broeder naar den anderen zou moeten keer en en van nu af aan alleen aan hem toebehooren, wien allen hier har telijker en welgemeender welkom heetten in zijn voor vaderlijk slot dan juist zij. Toen echter Siegfried, tot wiens ontvangst zij met Albrecht naar het slotplein was gesneld, in volle wapen rusting on met eenen hartelijken groet haar tegemoet kwam, eene wereld vol hoop en liefde op het bloeiend en blozend jeugdig gelaat, rustte toch haar oog met innig welgevallen op zijne krachtig ontwikkelde, riddeihjke gestalte, en beantwoordde zij zijnen blik en zijnen liaud- druk met eene warmte, die hem eene rilling van louter zaligheid door de leden deed gaan. Zelfs was zij de eerste, die het woord nam. Welnu? vroeg zij lachend, »ik had gedacht, dat gij bij uwen terug keerde bloem van den Lauenburcht op uw pantsernemd zoudt, hebben gedragen hebt gij haar dan niet gevon- den 6 De bloem van den Lauenburcht heb ik zelfs geen oogenblik gezocht," gaf hij, met eenen innigen blik op de lieve spreekster, ten antwoord, »en k zou dat ook onmogelijk hebben kunnen doen, want mijne gedachten waren voortdurend en onafgebroken bezig met de slanke lelie van Regenstein." Zij sloeg de oogen neder, doch sloeg ze hartelijk en vol dankbaarheid weer tot Albrecht op, toen deze zeido »Lk heb haar verpleegd en gekoesterd, zooveel ik kon, toch liet zij, wel dikwijls genoeg naar mijnen zin, hot hoofdje hangen." j Zeer verklaarbaar leidde Siegfried uit deze woorden een reikhalzend verlangen naar het uur zijner terug komst, door het meisje gekoesterd, at en daarom zei hg met merkbare ontroering in zijne stem Dat moet ge vooral nooit meer doen, lieve gravin Oda! We zullen nu weer gaan rijden, visschen en jagen, zooveel ge maar wilt en allerlei pret maken naar hartelust, iets waarvoor mijn goede broeder, wiens hoofd en hart steeds zoo zeer vervuld is met de zorg over ons allen, meestal geenen tijd over heeft." Albrecht, knikte hen beiden liefdevol toe en zei »Ge kwaamt zeker nog al graag terug, hé, Siegfried Wel, dat kunt gij mij toch wel aanzien, dunkt mg, riep de ander met van blijdschap stralende oogen uit. »Ik kan immers ook hier op Regenstein de rol van slotvoogd vervullen, wanneer gij uit zijt voor zaken of uwe twisten met den bisschop of de abdis beslecht en uitvecht. Doch voor ik het vergeetzij laat u hartelijk groeten, Albrecht »Wie De abdis Mij vroeg Albrecbt ten hoogste verwonderd T1 Zekergaf Siegfried ten antwoord. »Ik kwam haar tegen niet ver van Quedlinburg, in gozelschap van den tichtshoofdman en begeleid door zes stadsknechtenzij s kwam van Halberstadt en was allerbeminnelijkst tegen mij, dat moet ik zeggen!" »Van Halberstadt Wat zou zij daar hebben uitge voerd Weet ik 'tZij heeft bet mg met gezegd en evenmin wilde zij gelooven dat gijalleen op baar verlangen mij van den Lauenburcht teruggeroepen hebt; ik heb haar voor hare voorspraak hartelijk bedankt.' „Zoo O ja, zoo is 't, dat bad ik nog vergeten ie te zeggen," sprak Albrecbt verstrooid. Terwijl hij dit zeide, wierp hij eenen blik op Oda, die oplettend luisterend dicht naast hom stond, doch geen plan scheen te hebben om zich vooreerst in het gesprek te mengen. „Dus had Eilika toch gelijk, toen zij beweerde, dat graaf Albrecht in alles zich schikte naar den zin en den wil der abdis," dacht zij bij zich zeiven. Onophoudelijk speelde die onverklaarbare rit der abdis naar Halberstadt den graaf door het hoofd, doch de op lossing tot dit raadsel vond Albrecht niet, hoezeer hij zich de hersens ook pijnigde. Jutta's vriendelijke groet aan hom was iets, dat hij zich des te beter kon ver klaren. „Zeg eens, broeder, beeft Ursula geweten, dat ik van daag komen zou?" vroeg Siegfried na eene lange pauze. Albrecht scheen de vraag niet eens te hooren, daarom beantwoordde Oda die in zijne plaats. Alles is gereed tot uwe ontvangst," zei zij, »leg uw harnas maar al, graaf Siegfried. Ursula heeft een maal voor u toebereid, als ware op den Lauenburcht voortdurend schraalhans uw keukenmeester geweest." »'t Is ook inderdaad niet veel beter geweest, verze kerde hij met komischen ernst. »Als wij 't een of ander gebraad wilden hebben, moesten wij 't eerst m t_ bosch zelf' zien te vangen en Loutholds nalatenschap, in den kelder, was ook niét veel bijzonders, daar geef ik mijn woord op." Als dat zoo is, moet ik toch nog een extra woordje met Ursula wisselen," zei ze glimlachend en ging vooruit het huis in. Met glinsterende oogen keek biegfned het haastig wegijlende meisje na. Wordt vervolge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1