DE ROOFRIDDER.
Vijf en UTegentigste J aar gang,
1808.
V RIJ D A G
24 NOVEMBER.
Hollands Noorderkwartier.
FEUILLETON.
ÊL**' irli
i
NO. 140. Eerste blad.
AI.MIAVIISCIIU (JOURAAT.
Deze Courant wordt IMnsdng-, Uonderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar ©,8@franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f O,O®.
Telefoonnummer3.
PrJ(s der gewone Advertentlën:
Per regel O,IA. Gfroote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
In de den 22 te Eaandasu, op de koude bovenzaal
van het -O a f Suisse, gehouden najaarsvergadering,
waren 54 leden en 7 gasten tegenwoordig.
De voorzitter, de heer J. L. T. Groneman opende
haar met een kort woord waarin hij hulde bracht aan
•de nagedachtenis van het overledene eerelid der Vereeni
ging den heer graaf van Bylandtden nederlandschen
gezant te Londen de aanwezige welkom heette en den
secretaris, den heerW. Teengs verzocht de notulen
der vorige vergadering voor te lezen waarvoor deze
den toejuichenden dank der vergadering verwierf.
Van de mededoelingen, door den Voorzitter
gedaan, stippen wij aan: 1°. dat het ledental be
draagt 192 en 2 zoons van leden 2°. dat het adres
in zake het kanaalplan SchagenStolpen
aan Ged. Staten en aan de Tweede Kamer verzonden
werd; 3°. dat het adres betreffende de oprichting
eener Staats hypotheekbank werd ontworpen
-doch nog niet verzonden was; het tijdstip daarvan wenschte
het bestuur te bepalen in overleg met zijn raadsman in
deze; 4°. dat de uitslag, met de aangelegde p r o e f-
v e l de n verkregen, nog niet ziju mede te deelen daar
vele rapporten desbetreffend tot heden niet inkwamen
verzwegen mocht echter niet worden dat de droogte aan
den goeden afloop der proeven afbreuk had .gedaan
■5°. dat in zake de ma r k t v e r o r d e n i n g-en, na nauw
gezette overweging het bestuur als zijne meening te ken
nen gaf, dat deze zaak moest worden overgelaten aan de
afdeelingen der H. M. v. Landbouw, terwijl de quaestie
van den zoogenaamden tarra z. i. eeue zaak was tusscken
kooper en verkoopor, in wier macht het stond er dadelijk
-een einde aan te maken.
Onder de ingekomen stukken waren o. a.
brieven van gedeputeerde staten betreffende den cursus
in bet hoefbeslag en de aanstelling van een zuivelconsn-
lent voor de provincie Noor-lholland.
Het v e r s 1 a g van het di+ jaar te Winschoten ge
houden da ndhuishondkundig e ongres werd uit
gebracht door den heer J. Breebaart Kz,, die op verzoek
van den benoemden doch in de bijwoning verhinderden
afgevaardigde J. Zijp Kz., en in overleg .met het be
stuur, de Vereeniging op het congres vertegenwoordigde.
Vele gewichtige daar behandelde zaken ging de verslag
gever uitvoerig in zijn rapport na.
Als gewoonlijk zou de heer W. Teengs namens Noor
derkwartier de algemeene vergadering van het Neder-
landsch Paardenstamboek bijwonen en zijne
indrukken in een rapport mededeelendoch ditmaal
wordt die vergadering na die van deze Vereeniging ge-
honden.
Den heer H. J. Waller was toevertrouwd een over
zicht te geven van de te Anna Panlowna gehouden
proeven met verschillende werktuigen. De hoofd
conclusie van zijn verslag was, dat de Vereeniging met
deze proeven een goed werk had gedaan, hetgeen de on
tegenzeggelijke waarde van den petrolenmmotor voor den
HO M A A
VAN
JULIUS WOLFP.
Naar het hoogduitsch.
50) -o—
De .arme jongeling gaf eene geheel verkeerde uitleg
ging aan de woorden van het meisje. Van louter geluk
en zaligheid was hij zich zelveu niet. Nog nooit had hij
zulke woordenop zulk eenen vroolijken, vriendelijken
toon uitgesproken, uit haren mond vernomen. Haar
hevig schrikken, de zenuwachtige haast, waarmede zij
zijne verdere vragen afsneed en de in 't oogvallende
zwaarmoedigheid., waarin zij onmiddelijk daarna verviel,
beschouwde hij als een strijd, dien zij in haar hart voerde
met de steeds sterker daarin opwellende liefde voor hem,
en stellig nam hij zich voor, haar, in hare maagdelijke
verlegenheidniet verder met praten lastig te vallen
maar haar met rnst te laten, tot zij zich met het ge
voel, door hem bemind te worden, vertrouwd had ge
maakt, en zij in staat zou zijn om de openlijke bekentenis
zijner oprechte en vurige liefde voor haar aan te hooren
en hem een antwoord te geven, dat hem van vrengde
en geluk zou doen duizelen.
Zoozeer was hij den geheelen dag met Oda bezig, dat
Albrecht hem meer dan eens herinneren moest om de
gewone wapenoefeningen niet te veronachtzamen en Sieg
fried volgde deze waarschuwing gaarne op, want daarmee
zon hij zijne geliefde zijne groote bedrevenheid in het
rijden en het hanteeren der wapenen kannen toonen.
In den tuin tusschen de Bovenburcht en de Voor
burcht was een groote open ruimte gelaten, waar ridders
en knechten, onder de leiding van Albrecht zelf of van
Bock von Schlanstedt, gedrild werden in het rijden en
vechten.
landbouw en vau de rechtstroodorschmachine van Bertin
opnieuw aan het licht heeft gesteld.
Over hetgeen de heer A. Eriks te Petten, onder toe
zicht des bestuurs had verricht in zake bestrijding van
kaa sgebreken bracht de heer K. A. Kaan een verslag
uit. dat niets dan lof had voor de door genoemden heer
verkregen uitkomsten. Van 18 leveranciers, die voor hun
product slechts f 17 a 18 dooreen konden verkrijgen,
verwerkte de heer E. de melk tot kaas waarvoor 27
-a 28 werd bedongen.
Naar aanleiding van dit rapport deed de heer dr. ten
Bosch eenige vingerwijzingen omtrent hetgeen op zooveel
boerderijen wordt verwaarloosd ten opzichte van de zoo
dringend noodige reinheid, bij de bewerking van zuivel
in acht te nemen.
De heer dr. K. H. M. van der Zande, directeur van
's rijks proefstation te Hoorn, die gedurende den bet-rek
kelijk korten tijddat hij dat ambt bekleedtge
toond hoeft een practischen ijver te bezitten, die hem iu
onze oogen de recht-e man op de rechte plaats doet zijn,
bad zich de taak gesteldder vergadering mededeeling
te doen over den stand: 1° van het onderzoek naar de
mogelijkheid om bij da suikerbietenteelt de
waarde naar het gehalte bepalen; 2° van bet strem-
s e 1 o n d e-r z o e k; 3° van melkaaukoop op volle
dig gehalte.
Wat punt 1 betreft, kon door den rapporteur worden
medegedeelddat de uit de proeven opgedane ervaring
bewijst, hoezeer de beantwoording der vraag, of beta
ling van de bieten uaar suikergehalte wenschelijk was,
geheel eu al samenhangt met den aard van den grond,
waarop zij worden gebonwd. In Waard en Groet bleek
het gemiddeld suikergehalte te zijn 119/1;(, °/0in den
IJpolder 127/10
en te Wieringerwaard en te Anna
Paulowna 14'4/t0 °/0- Tevens viel op te merken, dat veelal
niet als regel echter de grootste opbrengst gepaard
giug met het grootste suikergehalte.
Omtrent het meer of minder aanbevelenswaardige van de
verschillende zaadsoorten vond de verslaggever geen vrij
heid zi.ch uit te laten.
Voor het tweede punt had de heer van der Zande de
noodige gegevens nog niet kunnen bijeenverzamelen om
reeds een eindoordeel te kunnen uitspreken.
Ook van het melkonderzoekdat op de kaasfabriek
te Hoogcarspel, onder leiding van den rapporteur, plaats
heeftkan eerst volledig verslag worden gedaan, wanneer
het onderzoekjaar dat 8 Februari 1893 aanving, geheel
is verloopen. Niettemin kon hij als zijn voorloopige
meening uitspreken dat z. i. blijken zalhoe het vet
gehalte der melk aan groote schommelingen onderhevig
is daarentegen het gehalte van droge stoffen vrij wel
gelijk blijft en dienovereenkomstig het wellicht wensche
lijk zal zijn, één vasten prijs voor de melk aan te nemen,
in overeenstemming met het percentage der droge stof
fen en dien prijs te vermeerderen met een cijferin
verhouding tot het meerdere of mindere vetgehalte.
Door de voorlezing van het adres, door de Hollandgche
Maatschappij van landbouwin vereeniging mot deze
Vereenigingaan gedeputeerde staten dezer provincie
Op zekeren dag stegen Siegfried en Bock hier te paard.
Hunne borst was beschnt met eene dunne stalen borst
plaat en aan den arm droegen ze het driehoekige rui-
terschild en een lederen, van voren met blik beslagen,
stukhelm op het hoofd. Hunne speren hadden, iu plaats
van de vlijmscherpe punten, kleine met werk omwonden
platte schijfjes aan het uiteinde, welke het mogelijk
maakten den tegenstander uit den zadel te stooten, zon
der hem te wonden. Albrecht, Oda en Eilika, alsmede
eenigen van het burchtpersoneel zonden de toeschouwers
zijn bij het spel. Bock, die thans niet zijnen eigen knol,
maar een fraai en vurig ros uit de stoeterij van zijnen
heer bereedwas Siegfried in het hanteeren der lans
verreweg den baas, doch de trouwe dienaar was beleefd
genoeg om zijnen jongen meester en leerling niet te zeer
te doen merken, dat hij hem spaarde in den strijd. Bei
den deden hun best, om met hunne bedrevenheid en be
hendigheid in de oogen hunner beminden te schitteren,
die van haren kant, met belangstelling het steigeren en
rennen der kloeke paarden, de goed gemikte stooten en
het behendig ontwijken van den stoot met groote be
langstelling volgdenen met eene zekere afgunstige
vreugde ieder klein voordeel, door den een op den ander
behaald, met luide teekeneu van bijval begroetten. Nu
en dan deed Albrecht een woord vau aanmoediging hoo
ren, nu eens verbeterende of onderrichtende, dan weer
berispende, doch steeds uitsluitend tot Siegfried het woord
richtende en liet de ruiters bepaalde wendingen maken
of zekere vechtwijzen naar zijne bevelen uitvoeren. In-
tusschen had hij eenen knecht last gegeven een paard
voor hem te zadelen en hem de noodige wapenen voor
het steekspel te brengen. Toen een en ander gebracht
was, wapende hij zich en daagde Siegfried uit, iets, wat
dezen uiet bijster welkom was, daar hij wel wist, dat hij
tegen zijnen oudsten broeder niet opgewassen was en niet
gaarne tegenover Oda het gekke figuur van overwonnene
wilde maken. Hij moest echter, weigeren zon lafheid
geweest zijn.
Eene zekere spanning, deels nit vreugde, deels uit angst,
maakte zich van Oda meester, als de beide broeders tegen.
gezonden bracht de Voorzitter de vergadering op de
hoogte van hetgeen was verricht in zake de verkrij
ging van een zuivelconsulent voor de provin
cie Noordholland. Men maakte daardoor kennis met
de eischen die zulk een deskundige zonden moeten ge
steld worden en de wijzewaarop men zijne jaarwedde
en de kosten van het door hem benoodigde materieel
zou wenschen geregeld te zien. Van de provinciale
staten was reeds bericht ontvangen van hun besluit om
jaarlijks 1000 bij te dragen gedurende 3 jaren voor-
loopig, ter tegemoetkoming in de kosten der jaarwedde,
mits het rijk bereid werd bevondendaarvoor f 2000
beschikbaar te stellen. De H. M. v. L. en Noorderkwar
tier zouden dan ieder f 500 bijdragen ter bestrijding
van de jaariijksche bijkomende kosten.
Omtrent de gedane inëntingen tegen vlek
ziekte bij varkens verstrekte de heer M. J. Hengkveld
G.Jz. een aantal belangwekkende gegevens. Er werden
90 varkens, van 8 eigenaren uit 5 gemeenten, ingeënt.
Slechts 4 °/0 bleken achterlijk te blijven na de inënting
doch of het een gevolg daarvan was, werd niet bewezen.
Na sterke controleproeven mocht worden geconstateerd,
dat ook na weder de waarde van inënting was aangetoond,
al zal haar resultaat niet altijd vaststaan en van tal van
bijkomende omstandigheden afhankelijk zijn. Eene uit
voerige gedachtenwisseling volgdenaar aanleiding van
het door den heer Hengeveld medegedeeldedie zeker
zeer belangwekkend was maar niet altijd strikt zich tot
het aan de orde zijnde onderwerp bepaalde. Zeer juist
mag echter zeker de opmerking van den heer Boeke
worden geachtdat reinheid ook bij varkensfokkerij een
dringend vereischte was.
Alvorens do pauze aanving maakte de hoer Van der
Zande nog opmerkzaam op eeu gemakkelijk en voor
ieder bereikbaar middeln.l. de toevoeging van 1 gram
dnbbel chroomzure kali op 1 flesch om melk minstens
voor een maand goed te honden. Ook in verband met
hetgeen onderzocht wordt betreffende de wenschelijkkeid
van aankoop van melk uaar gehalte zal misschien, naar
inleider's meeuing, dit eenvoudige middel waarde blijken
te bezitten. De heer V. d. Zande legde er den nadruk
op, dat hij de toepassing van dit middel alleen aanbeval
voor conserveering van melk voor onderzoek bestemd
niet voor die voor bet gebruik.
Op voorstel van den heer Th. J. Waller werd de
commissie voor nazien van rekening e n b e-
grooting, waarvoor het bestnnr aanbeval de
heeren J. P. Groot, C. de Geus en P. Smit Cz., bij accla
matie gekozen.
De in de pauze gehouden stemming had tot gevolg,,
dat als plaats voor de volgende vergadering de door het.
bestuur voorgestelde gemeente Abbekerk werd aange
nomen
Algemeene instemming vond, na heropening der ver
gadering, het bestuursvoorstel, om den heer dr. K. H.
M. van der Zande te benoemen tot adviseerend lid
van bet bestuurwelk punt werd ingeleid door den heer
C. WijdenesGz., die niet veel moeite had, om de verga
dering van de wenschelijkheid daarvan te overtuigen
over elkander in het strijdperk traden met glinsterende
oogen volgde zij iedere beweging der vechtenden eu bij
iederen speerstoot kon zij bijna een kreet van schrik niet
weerhouden. In haar hart wenschte zij den oudsten de
zege toe; toch zou ze, als ze 't had kunnen doen, den
jongsten gaarne eeue nederlaag hebben bespaard. In den
beginne scheen Albrecht slechts den leermeester te spelen
en volstrekt geen plan te hebben om te overwinnen, want
schijnbaar spelende, doch blijkbaar met groote behendig
heid ontweek hij Siegfrieds stooten zonder ze met al
zijne kracht te beantwoorden, of wel bij doorstond ze met
bewonderenswaardige krachtzoodat Siegfried menige
lans brak. Toen echter Siegfried door de onverwachte
verschoonende houding van zijnen broeder geprikkeld
steeds heftiger en met grooter geweld op Albrecht in
rende, liet ook deze, om het jeugdig vuur van Siegfried,
die blijkbaar zijne kalmte verloor niet tot toorn aan te
wakkeren, ook zijne spelende houding varen, legde de lans
vaster aan de zijde, reed krachtiger dau te voren op zijnen
tegenstander los en wierp Siegfried met eenen flinken
en juist gemikten stoot midden op diens schild, uit den
zadel en in hot zand.
Een uitroep van schrik eu ontzetting vlood van Oda's
lippen Zonder zich te bedenken, wilde zij den gevallene
ter hulp snellendoch Eilika hield haar terug, juist op
het oogenblik dat Siegfried met eeneu vluggen sprong
weer op de been kwam.
Don verwijtenden blikdien Oda op hem wierp, zag
Albrecht even goed als hij haren kreet van schrik gehoord
had en nu speet het hem bijna, dat hij zijnen broeder
zoo ruw van zijn paard had geworpen. Alles goed afge-
loopen, Siegfried vroeg hij luid.
Volkomen antwoordde deze, zonder een spoor van
geraaktheid te vertoonen »maar rijden kan ik vandaag
wezenlijk niet meer.
I)e plotselinge val moest toch nog al flink zijn aange
komen want hij hinkte een weinig. Oda zag hem met
hartelijke belangstelling na.
Was het om zijnen spijt over den ruw toegebrachten
stoot in eenen nienwen kamp to verzetten of om Siegfried