N ederland.
de opperheerschappij voor zich zelf uitsluitend opvor
derde en zich ook van het geheele bestaan der volken
heeft weten meester te maken, daarin gesteund door het
Eerste Keizerrijk en door die europeesche regeeringen,
die bevreesd geworden door de fransche revolutietoch
iets ter bevrediging moesten doen en dit dan maar het
liefst deden ten bate van die klasse, die het dichtst bij
stond.
Ongetwijfeld had ook die er recht op, maar zij had
niet alles moeten opvorderen.
Want hare heerschappij wist zij niet alleen te doen
gelden op staatkundig, maar ook voornamelijk op eco
nomisch gebied. Het beginsel van laissez faire, laissez
passer vond daarbij volledige toepassing.
Ziedaar de groote fout.
Niet ongestraft kan verwaarloosd blijven de waarheid,
dat twee groote beginselen moeten worden geëerbiedigd
dat der vrije persoonlijkheid en dat der gemeenschap.
Krachtsuiting van zedelijken, geestelijken, lichamelijken
aard op ieder gebied in den volsten en rijksten zin
wie zal het misprijzen maar zij ontaarde niet in ty-
rannie niet in een strijd om het bestaanniet in ont
kenning van de gemeenschap. Eén wet gelde bovenal
wat gij niet wilt dat u gesehiedtdoe dat ook aan een
ander nieteerbiedig de zwakken en bescherm ze niet
uit liefde alleen, maar ook uit plicht van recht.
De erkentenis van het recht der zwakken is in de
eerste plaats noodigom er toe te komen het beginsel
van laissez faire laissez passer over boord te gooien.
De zwakken beschouwe men niet langer als waardeloos,
en dientengevolge ook zelfs als gevaarlijkals lieden,
die eene voortdurende bedreiging zijn, een blok aan het
been, van wie men niets weten wil en met wie, daar men
ze voor krachtsontwikkeling niet behoeft, men ook geen
rekening te houden heeft.
Want wat was het gevolg van die miskenning, die
loochening van het recht der zwakken Dat langzamer
hand het geheele begrip van gemeenschap verdween, want
naar mate de krachtigen sterker en minder in getal
werden, in die mate nam het aantal der zwakken toe.
En zoo is een toestand geboren waarin voor de meer
derheid dienen plicht werd van dagelijksche nooddruft
en de minderheid de heerschappij voert, in het hijzonder
op stoffelijk gebied, waar die het dringendst en het druk
kendst wordt gevoeld.
Naast deze oorzaken van algemeenen aard komt eene
andere, die inderdaad aan de omwenteling op maatschap
pelijk gebied den grooten stoot heeft gegeven, voorna
melijk ten opzichte van de nijverheid van machtige be-
teekenis werd het stoomtuig.
Wij zijn er reeds zoo aan gewend, dat wij ons schier
niet kunnen voorstellen, dat het eenmaal als een wonder
werd aangestaard. Wij vinden er bijna iets belachelijks
in, dat Napoleon I, van af zijne rots de eerste stoomboot
ziendemet de weemoed van een wereldbedwinger
uitriep als ik dat gehad had. Het komt ons als een
sprookje voor, dat er profetische liederen werden ge
zongen naar aanleiding der nieuwe ontdekkingdat
de toepassing er van op de nijverheid aanleiding gaf tot
omwentelingenwaarvan de engelsche geschiedenis met.
tranen en bloed beschreven bladzijden heeft aan te wijzen.
Toch heeft in waarheid het stoomtuig op maatschappe
lijk gebied eene omwenteling bevorderd, maar die helaas
geleid werd door het egoïsme dat .alleen aan winnen
niet aan geven denkt. En wat was er al niet van be
loofd Wat eene vermeerdering van 's menschen kracht
en heil zou er niet het gevolg van zijn
Van spreker verwachte men geen vloek over de
grootste en machtigste vinding der menschheid. Inte
gendeel. Hij erkent al het grootsche, huldigt wat daar
door is verrichtvooral de krachtdie zooveel zweet
spaardemaar hij huldigt niet het gebruik van die
krachtwaardoor de mensch tot slaaf wordtin dienst
van de zelfzucht, alleen op eigen heil bedacht, vergetend,
dat de anderen naast hem ook recht hebben op een
menschwaardig bestaan.
De eenzijdigheid werd zoover gedrevendat bij de
nieuwe orde van zaken, na de uitvinding ontstaande,
niet gedacht werd aan den mensch.
Zoo is uit die groote groep van oorzaken de tegen
woordige toestand geboren, waarin de hoofdrol speelt de
ontkenning van de hooge, heilige, onaantastbare waarheid
van de afhankelijkheid van God.
Wat is verder het beginseldat geschonden wordt
door de maatschappelijke verhoudingen van den dag
Het is het recht van den mensch, onafhankelijk
van persoonlijke macht, van persoonlijk vermogen, dat
voor een ieder geldt, op een ordelijk, menschwaardig
bestaan. Armoede en nood zullen er blijven, evenals
zonde en misdaad, maar op de maatschappij rust de
plicht alle leed, waar zij die ontmoette lenigen.
Nu wordt dat recht van den mensch in onze samen
leving wel niet met grove woorden ontkend, maar zeer
zeker nog wel door de daad. En dat is een aanslag
tegon de maatschappij, die tengevolge moet hebben, dat
zij aan eigen zonden te gronde gaat.
In welke mate wordt het recht van den mensch op
een menschwaardig bestaan in de groote wereld der
nijverheid erkend? Het is in enkele woorden te zeggen
in die mate slechts als er overblijft na aftrek van de
winst, die de hooldbedrijver voor zich zei ven bepaalt.
Ziedaar de font. Het loon wordt niet geregeld naar
de behoefte naar den arbeidmaar naar de winstdie
de werkgever wenscht te behouden.
Niet overalmaar toch veelal als regel beslist het
aanbod van arbeidskracht over het loon. Deze ijzeren
wet van vraag en aanbod waarbij het loon van den
arbeider eene eenvoudige marktvraag wordt heeft alle
verhoudingen vervalschtontwricht en verkracht. Zij
heeft aan deze maatschappij een geweldigen schok gege
ven die op dit oogenblik overal verwarring vrees en
ontzetting veroorzaakt.
Inderdaadde groote klove tusschen arbeiders en
werkgevers te dempen, ziedaar de groote vraag van den
dag. Het verlagen van den arbeider tot eene gewone
arbeidskracht te herstellen, niet in gelijkheid van perso
nen en van stand, maar in het bewustzijn van gelijkheid
tegenover God, is het eerste en voornaamste wat geschie
den moet.
Wat nu de middelen aangaat, om daartoe te geraken,
dan behoort men zich niet te beperken tot eene prediking
van beginselen, maar ook de dingen van den dag onder
■do oogen te zien.
Wel is het verdienstelijk en lofwaardig al mag bet
dan ook eigenlijk slechts plicht heeten het lot der
arbeiders te willen verbeteren en hun nood te willen
lenigen. Nuttig en noodzakelijk moge het zijn dat de
staat aan wanverhoudingen op maatschappelijk gebied
een einde make één punt echter houde men in het oog,
dat ook bij de edelsten de besten onzer het bewustzijn
nog zoo weinig is ontwikkelddat men bij het maat
schappelijk vraagstuk niet alleen te doen heeft met lots
verbetering maar met eene vraag van recht.
Wat de zoo even vermelde Staatstusschenkomst betreft,
spreker is daarvan geen vriend hij ziet er geen gezond
verschijnsel in en acht het geen ideale staatsorde. Slechts
bij groote noodzakelijkheid kome de Staat tusschenbeide,om
den zwakke tegen den sterke te beschermen. Hooger stelt
spreker het wanneer de maatschappij in zich zelve de
kracht vindt, om aan de kwaal een einde te maken.
De maatschappij echter is schuldig aan veel verzuim,
aan veel zonde op dit gebied. Dat valt niet te ontvein
zen. Egoïsme heerscht nog onbeperkt, met het gevolg
o. a., dat een der, naar sprekers meening, nuttigste her
vormingen niet tot stand komtde zondagsrust. En als
zij bevolen wordt, dan zal men de tegenstanders zich
zien weren met de kleinste middelen!
En wordt er nu niet genoeg voor den arbeider gedaan?
Is men niet bereid hem bij te staan waar dat noodig
is Welzeker maar één ding vergeet men daarbij,
dat men te doen heeft met iemand begaafd met het
zelfde hart en hoofd, met hetzelfde gevoel van waardig
heid, die in zijn stand aanspraak heeft op volledige
eerbiediging zijner persoonlijkheid, die rechten bezit,
welke gij moet erkennen en eerbiedigen.
De fout is, dat men de gave als liefde geeft en niet
als recht.
Ook de arbeider kan evenmin als gij, leven van brood
alleen hij beweegt zich op zijne wijze in zijne wereld
van idealen. Ook hij heeft een geweten, waarin vaak
stormen woeden, voortkomend uit hot besef van recht,
dat niet altijd door u geëerbiedigd wordt.
Als ge dat alles eenmaal erkent, zult ge b.v. ook des
arbeiders huisrecht erkennen en zult gij zijne vrouw en
kinderen niet meer in uwe fabrieken willen zien, ook al
verschaffen u die goedkoope arbeidskrachten.
In dit bewustzijn van recht ligt de groote beslissing
van het vraagstuk. Thans hebben wij haar nog in de
hand. Het oogenblik kan komen dat zij aan onze hand
ontsnapt.
De majesteit van het recht moet geëerbiedigd, het is de
grondslag van alle orde. Dan zal de liefde optreden, niet
om te doen vergeten, maar om te verheffen, niet als
helpend medelijden, maar als recht, verzachtend, lenigend
en de wond helend, die het erflot der zonde geslagen heeft.
Na eene herinnering, dat hij slechts in het kort de
zaak had besproken, in geenen deele alle vragen had aan
geraakt, zich onthouden had van alles wat den schijn
van „woorden" kon hebben, maar getracht kort en klaar
te zeggen, waarin het vraagstuk bestond en wat de be
ginselen waren, die het beheerschen en die ieder, op zijne
wijze, in praetijk kan brengen, eindigde de heer Schaap
man zijne voortreffelijke rede met een warm woord
van Vondel
Een aantal berichten en o.a. het nienwe schaak-
plobieem moeten wij tot een volgend nummer uitstellen.
Wieringerwaard. Den 25 's avonds had in
tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden,
in het lokaal-Tromp alhier eene verloting plaats ten
voordeele der Vereeniging «Vrije Liefdadigheid". Dank
zij de ijverige bemoeiingen der Commissie, bedroeg het
aantal verkochte loten ruim 800, terwijl ongeveer '225
prijzen waren ingekomen. Het is te begrijpen, dat de op
brengst aan bovengenoemde Vereeniging die, en waarom
toch niet, dien steun ondervindt, welken zij verdient zeer
te stade zal komen, vooral, omdat het te vreezen is dat
het met de werkzaamheden in den aanstaanden winter
niet ruim zal staan.
Aan het herhalingsonderwijs in deze gemeente wordt
deelgenomen door 16 jongens en 5 meisjes.
Den 26 's avonds, was de zaal van den heer J. Boon,
alhier, ruim gevuld en geen wonder het gunstig bekende
zanggezelschap sEuphonia", van Schagerbrug, onder lei
ding van don heer P. Stadt en met medewerking van
den heer J. C. Tuin, van 't Zand (violist), leerling van
den heer Hofmeester, gaf eene openbare uitvoering. De
verschillende nummers van het uitvoerige programma
werden zeer ten genoegen van het aandachtige publiek
ten gehoore gebracht, de luide bijvalsbetuigingen en het
verzoek tot herhaling van enkele nummers waren hiervan
wel het beste bewijs. In den heer Tuin zien wij een
violist, die, bij ernstige studie, voor de toekomst iets belooft.
Barsingerhorn. De gemeenteraad heeft den 21
afwijzend beschikt op het adres der veldwachters om
verhooging van jaarwedde en aan den gemeente-bode
C. Bol, wegens zijne 25jarige ambtsvervulling, eene zeer
fraaie schrijfcassette aangeboden, als blijk van waardee
ring zijner trouwe plichtsvervulling.
Beemster. De boerenplaats Landlust alhier
groot 16 97.10 bunders, is in de vorige week in het
openbaar verkocht voor ƒ45100 aan den heer P. Eijssen Jz.
Beverwijk. De inzending van de fabriek van
verduurzaamde levensmiddelen is op de tentoonstelling
te Batavia bekroond met de gouden medalje.
De gemeenteb6grooting, dienst 1894, is vastgesteld in
ontvangsten en uitgaven op f 56.400.355; de hoofdelijke
omslag bedraagt 7000. Er zullen 9 brandkranen ge
plaatst en een tweede slangenwagen aangeschaft worden.
Helder. Te 's-Gravenhage is geslaagd voor M.
O. Boekh. K XII de heer D. A. G. Yastenou.
Oudorp. Den 27 is tot tweeden onderwijzer aan
de openbare lagere school benoemd do heer L. A. Slot,
te Zwartsluis.
Seliagcn. Het concert van hot mannenkoor
«Euterpe", den 26 alhier gegeven, werd door een vrij
talrijk publiek aangehoord. Die goede opkomst was
zeker voor een groot deel te danken aan de modewer
king van mejuffrouw Lenamio Denijssolo-violiste te
Amsterdam, die een viertal schoone nummers op hoogst
verdienstelijke wijze ten gehoore bracht. Op uitstekende
wijze werd haar spel door den heer J. Winkel op de
piano begeleid. Van de zangnummers, door de vereeniging
gegeven, vielen zeer in den smaak «Salamis" van Fr.
Gernsheim", Zeemanslied" van R. Hol en «Zondag op 't
meer" van G. A. Heinzede eerste twee met baryton-
solo s welke door den heer C. Roggeveon werden ge
zongen. Meermaleu en ook op dezen avond behaalde
deze flinke zanger een welverdiend succes. «Euterpe"
kan op dit eerste winterconcert in waarheid trotsch zijn.
Den 27 vergaderde in het lokaal van den heer W.
Roggeveen de hier gevestigde afdeeling van de Hollandsche
maatschappij van landbouw. Van de 75 leden, die de
afdeeling teltwaren slechts 9 belangstellenden opge
komen. Onder de ingekomen stukken waren de twee
belangrijkstede brief van den raad dezer gemeente
waarin kennis werd gegeven, dat de gewone jaarlijksehe
subsidie van f 50 aan de afdeeling was toegestaan en die
van de vereeniging tot hot houden van jaarlijksehe
Paaschtentoonstellingen van vee te Schagen houdende
het verzoek om als donateur der Vereeniging toe te treden.
Besloten werd jaarlijks f 10 te geven. Over de punten
van behandeling van den beschrijvingsbrief voor de aan
staande algemeene vergadering was weinig bespreking.
Alleen lokte de afschaffing van den vleeschaccijns eenige
gedachtewisseling uit over de vraag of daardoor wel de
vleeschprijzen werkelijk zouden dalen. De wenschelijkheid
der afschaffing werd algemeen erkend. Wegens den min
der gunstigen toestand van de afdeelingskas werd besloten
geen afgevaardigde naar de algemeene vergadering te
zenden. De voorzitter merkte op, dat het zenden van een
afgevaardigde niet verplichtend was. Schagen werd overi
gens zelden op de algemeene vergadering gemist.
De heer G. Muijs, rijksveearts te Schagen, hield eene
lezing over den uitslag van de proefnemingen der inen
tingen tegen varkensziekte. Speker ging na hoe deze
proefnemingen in Friesland en Groningen over de jaren
1891 en 1892 waren uitgevallen en kwam tot de slotsom
dat zij alleszins aanbevelenswaardig moeten genoemd
worden. Mèt den rijksveearts Bilroth, van Hoorn, had
hij op kosten der regeering en gesteund door Noorder
kwartier inëntingen verricht te Nieuwe-Niedorp, Berk
hout, Hoogwoud en Wijdenes. Ook deze hadden het ge-
wenschte gevolg. Slechts één van de 90 varkens was
gestorven en die nog niet eens aan varkensziekte. Drie
bleven ten achter in groei, de overige herstelden van de
kortstondige ongesteldheid, die er op de twee inëntingen
altijd volgt. Als contröle proef waren aan een elftal
ingeënte varkens verschillende besmette deelen van een
aan varkensziekte gestorven beest tot voedsel gegeven
zonder dat de dieren er aan stierven. De voorzitter der
afdeeling, de heer P. Buis, bracht den heer Muijs den
dank der vergadering voor zijne mededeelingen. Hij drukte
zijn spijt uitdat slechts zoo weinigen den heer Muijs
waren komen hooien. De wenschelijkheid omtrent verla
ging van het quotum aan het hoofdbestuur werd alge
meen uitgesproken en erkend. Het bestuur werd
opgedragen eens te onderzoeken in hoeverre aan die
wenschelijkheid zou voldaan kunnen worden. De uitrei
king der pi ijzen en getuigschriften kon slechts aan een
enkele geschieden den heer K. v. d. Oord. De overige
prijswinners waren afwezig. Nadat nog de secretaris
der afdeeling, de heer Bijpost, den aftredenden voorzitter
dank had betuigd voor zijn ijver en toewijding jegens de
afdeeling, werd de vergadering gesloten.
Den 27 vergaderden in het lokaal van den heer W.
Roggeveen een 40 tal dames en heeren ter bespreking
van het oprichten van een gemengde zangvereeniging.
Door het meerendeel werd beslotenals leden toe te
treden tot de bestaande zangvereeniging Euterpe", welke
vereeniging dientengevolge voortaan uit een mannenkoor
en een gemengd koor zal bestaan.
St. Maarten. De gemeenteraad heeft den 20
besloten, aan de verschillende huurders der parken van
den West-Frieschen Zeedijk (welker pachtsom ongeveer
j 2000 bedraagt) eene vermindering te verleenen van
20 pet.
Zandvoort. De lading hout van het hier gestrande
schoenerschip Skulda is in het openbaar voor 3331.35
verkocht.
Zaandam. Do onderwijzer 0. W. Deenik is be
noemd tot hoofd der school te Nijkerk.
Tot onderwijzeressen alhier werden benoemd de dames
J. Bergmans te Haarlem en G. Mul te Winkel.
De gemeenteraad heeft den 23 besloten, naar aanleiding
van een verzoek tot het opnemen van bepalingen om
trent minimumloon en maximum-arbeidstijd in de ge
meente-bestekken en tot het nemen van maatregelen ter
voorziening in het gebrek aan werk, te antwoorden, dat
naar des Raads oordeel werkverschaffing in beginsel niet
ligt op den weg der gemeente dat de aanbestedingen
der gemeente zooveel doenlijk zullen worden gehouden
op tijden, dat voor den ambachtsman behoefte aan werk
bestaat dat de gemeente voorshands ongenegen is in de
bestekken voor openbare aanbestedingen bepalingen op
te nemen, waardoor den werklieden een minimum-loon
en een maximum-werktijd verzekerd worden.
Sehoorl. Den 3 is het 50 jarendat de heer
dr. W. Jelgersma in deze gemeente werkzaam is als
predikant bij de ned. kerv. gemeente. Reeds den 26
werd dit feit in de beide kerken te Sehoorl en Groet
herdacht.
Hoogwoud. De voordracht ter benoeming van
een commissaris der Nutsspaarbank bestaat uit de heeren
K. Broertjes, W. Groot en H. van Ree, allen te Aards-
woud. De voordracht voor een lid van de Commissie van
toezicht op de commissarissen bestaat uit de heeren
C. Habermann, W. C. de Boer en M. H. Wontman.
Opmeer. In deze gemeente wordt aan het her
halingsonderwijs deelgenomen door 12 leerlingen.
Schermerhorn. Al spoedig na het oprichten
van »Burgernut'' geeft hot blijken van leven. Don 25
s avonds toch trad de heer Brands hoofd eener school
in de Haarlemmermeer, als spreker op. Met eenige boeiend
voorgedragen stukjes, als o. m. Boem! Boem!, Een oude
jaarsavond, Een zondagmorgen in Amsterdam, behaalde
de spreker veel succes.
Spanbroefc. Bij den biljartwedstrijd, den 26 bij
den kastelein D. Koelemeij gehouden, werden de prijzen
behaald door de heeren C. Zilver, Spanbroek A. Bood,
Hoogwoud, J. Lnngedijk, Spierdijk, Jb. Boon Benning-
broek, J. Waal, Spanbroek, en G. Schermer Hoogwoud.