veranderde omstandigheden zeer gemakkelijk in korten tijd kan verminderen. Voortdurend dient te worden nagegaan, of dit ook het geval is en dit bezwaar zou naar de meening der commissie zelfs een voorschrift rechtvaardigen, dat naar de waarde van een dergelijk perceel minstens ééns per jaar een onderzoek moest wor den ingesteldwaarvan de kosten door de Maatschappij gedragen zonden moeten worden. Ook zou uitdrukkelijk moeten vaststaan, dat het te verbinden perceel niet van aard en bestemming veranderd zou mogen worden, eene bepaling, welke in de ontwerp-akte geheel gemist wordt, doch daarin zeker niet gemist mag worden. De commissie heeft gemeend deze opmerkingen niet achterwege te mogen laten, het aan burg. en weth. overlatende, daarvan zoo veel nota te nemen, als zij vermeenen te behooren. De heer Kraakma n, die de motieven van bnrg. en weth. en de commissie geheel deelt en niet gelooft, dat één lid van den raad de verantwoordelijkheid op zich zou willen nemen van deze gevraagde verandering, acht den raad wel bevoegd, een besluit te nemen en stelt voor afwijzend op het verzoek te beschikken, welk voorstel met algemeene stemmen aangenomen wordt. 18. Verzoek van Ged. Staten, om oenige wijzigingen in de gemeente-begrooting voor 1894 aan te brengen. De bijdrage in de kosten van het lager onderwijsge raamd op 11892, moet o. a. ingevolge de overgangsbepa lingen der wet terug gebracht worden tot 11869.03, het over 1889 genoten bedrag. Het gevolg van de verschillende wijzigingen is, dat de post voor onvoorziene uitgaven vastgesteld wordt op 3162.55. Aangenomen. Van Burgemeester en Wethouders. 19. Brief, waarbij de gevraagde inlichtingen worden gegeven omtrent den te Neerbosch verpleegden J. Wie- derholdt. Daaruit blijktdat hij niet in het burger weeshuis alhier ter verpleging opgenomen had kunnen worden. Voor kennisgeving aangenomen nadat de Voorzitter zich namens burg. en weth. bereid verklaard had, op verzoek van den heer Kraakman, zich nader met het burgerlijk armbestuur te verstaan over het thans gebleken feit, dat deze jongen sedert 1885 ten onrechte als ver laten kind beschouwd was. li o ome ii langs Scharloo. 20. Rapport op het verzoek van eigenaars en be woners van perceelen aan Scharloo, om weg te nemen de aldaar staande boomen. Dit verzoek kunnen burg. en weth. thans evenmin ondersteunen als in 1891. Burg. en weth. blijven deze boomen niet gevaarlijk achten en gelooven, dat het aanzien der gemeente niet verbeteren zou, wan neer deze boomen daar weggenomen werden. De aldaar staande perceelen zijn niet zoo fraaidat het wenschelijk is, ze meer in het oog te doen loopen. Ook uit het oog punt der openbare veiligheid behoeven de boomen niet verwijderd te worden. Zij beschermen eer do voetgangers tegen de rijtuigendan dat zij belemmering veroorzaken. Bovendien worden deze boomen met het oog op de openbare veiligheid weggenomen dan zouden alle boomen langs den Stationsweg wel weggenomen kunnen worden, dat toch zeer zeker een ieder zou betreuren. Sedert 1892 is het verkeer langs dien weg ook niet zoo sterk toegenomen. Het openen van den tramomnibusdienst van het Station naar de Steenenbrug moge tengevolge gehad hebben dat het verkeer toegenomen isdaar tegenover staat dat het aantal vigelantes en andere rijtuigen verminderd is. Burg. en Weth. blijven dus van gevoelen, dat deze boomen niet weggenomen moeten worden en dat afwijzend moet worden beschikt op dit verzoekin overeenstemming met het raadsbesluit van 24 Februari 1892 n°. 25. Na eene korte bespreking, waarbij de heer G a n t e r s in overweging (geeft, de boomen weg te nemen, daar deze bewoners dit zoo gaarne wenschen de Voorzitter wijst op het gevaarlijke van het volgen van dat advies, daar dan telkens om die reden boomen weggenomen zul len moeten wordende heer J. de Lange, die de boomen wel hinderlijk voor het verkeer acht, als tusschen- weg aangeeft, de boomen weg te nemen en jonge boo men te planten, meer naar het rijpad, en de heer Kraak man, dit denkbeeld ondersteunende, aangeeft er dan lei- boomen te planten, zooals het geval is langs den Ber- gerweg tusschen Scharloo en de brug, daaraan toevoe gende, dat deze zaak geheel op zich zelf staat en dat hieruit niet volgt, dat boomen op andere plaatsen ook weggenomen zullen moeten worden, wordt met 8 tegen 6 stemmen van de heeren Stoel, J. de Lange, de Wit, Boel mans ter Spill, Canters en Kraakman afwijzend op het verzoek beschikt. De Voorzitter zegt den heer Kraakman een onderzoek door burg. en weth. toe naar de door hem ter sprake gebrachte handelingen van bewoners van perceelen langs den stationsweg, die naar zijne opvatting zonder vergun ning in gemeentegrond aldaar stoepjes leggen enz. 21. Brief ten geleide van een ontwerp-besluit tot het tijdelijk in 1894, naar gelang der behoeften, opnemen van geld ter voorziening in het gebrek aan kasgeld, tot een bedrag van ten hoogste f 40000, Vastgesteld. 22. Suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1893, opgemaakt tot een be lastbaar inkomen van f 78720 en een invorderbaar bedrag van f 871.96. De commissie van financiën heeft geen bezwaar. Onveranderd vastgesteld. 23. Brief, waarbij burg. en weth. mededeelendat krachtens het in de Tweede Kamer bij de behandeling van art. 124 der gemeentewet voorgevallene, dat uitvoerig medegodeeld wordten in verband met, de beslissing vervat in het kon. besluit van 11 Maart 1872 (Staats blad No. 14), burg. en weth. en niet de Raad bevoegd zijn tot het verleenen van goedkeuring tot toepassing van provoost-arrest. Voor kennisgeving aangenomen. Tram AlkmaarFarmerend. 24. Voorstel om te voldoen aan het verzoek van de Noordhollandsche Tramweg-Maatschappij, om de aanhaar bij besluit van 5 April 1893 No. 26 verleende vergun ning voor den aauleg en de exploitatie van een stoom tram van Purmerend door de Beemster, Eilandspolder en Schermeer langs de Rijp en Schermerhorn naar Alk maar over te dragen aan de Tweede Noordhollandsche Tramweg-maatschappij, te dien aanzien volgende het door de Provinciale Skaten van Noordholland in hare on langs gehouden najaarszitting gegeven voorbeeld. Aangenomen. 25. Voorstel van burg. en weth., geamendeerd door de commissie van financiën om het volgende besluit te nemen Er wordt met ingang van 1 Januari 1894 eene be lasting geheven voor het gebruik van gemeentegrond door het bezetten met tentenkramen en andere uit stallingen gedurende de kermis of de jaarmarkten, over eenkomstig het volgende tarief Voor iedere tent, spel, loods of kraam, epen russische glijdbaan of dergelijke inrichting wordt betaald twintig centen en voor elke draai-inrichting, met stoom, vijftig centen per centiare of gedeelte eener centiare in gebruik genomen grond. Er wordt betaald voor eiken gewonen draaimolen f 25voor eiken schommel 10; voor elke slagmachine 2,50; voor elke overdekte stal of uitstalling f I; voor elk koekhakblok ƒ0,50; voor eiken open handwagen of elke onoverdekte uit stalling f 0,50. De verordening op de heffing is ver gezeld van eene verordening op de invordering en me morie van toelichting. Na eene kleine toelichting met algemeene stemmen aangenomen. 26. Rapport op een verzoek van A. Balder Dz., touwslager alhier, om hem in eigendom af te staaa 4 a 5 centiaren gemeentegrond, tot den openbaren dienst be stemd voor zijn pakhuis staande op den hoek van het Kennemerpark en de Baanstraat No. 7 behoorende tot de ongenummerde wegen in seetie Aten einde dat pakhuis tot een woonhuis te kunnen verbouwen. Het voorstel luidtdien grond aan den openbaren dienst te onttrekken en af te staan tegen betaling van 30 behalve de kosten vallende op de overdracht en levering. Aangenomen. 27. Rapport op het adres van K. Kuiper, schilder alhier, waarbij hij verzoekt bij de gemeente in eigendom en beheer over te nemen een door hem ontworpen straat in een terrein nabij het Zeglis, dat hij tot bouwterrein wil bestemmen zoodra die straat door hem gerioleerd en gedeeltelijk bestraat zal zijn, welk verzoek in handen van burg. en weth. werd gesteld onder verplichting de vaste commissie van bijstand in betrekking tot het be heer en onderhond der plaatselijke werken en eigendommen te hooren. Burg. en weth. zijn met die commissie van. oordeel, dat nu bedoeld bouwterrein, zooals uit de over gelegde teekening blijkt, vrij goed ter bebouwing ver deeld is, het gemeente-belang medebrengt, in de hand te werken, dat dit terrein op die wijze bebouwd wordt. Werd eene andere wijze van bebouwing gevolgd, dan zou dit in vele opzichten minder verkieselijk zijn. Be stond dus eenstemmigheid omtrent het beginsel van dit verzoek, ook omtrent de aan de overneming te verbinden voorwaarden waren zij hetzelfde gevoelen toegedaan. Was de voorgestelde rioleering in alle opzichten goed, de rechte straat moest over de geheel® breedte bestraat worden, terwijl de ontworpen dwarsstraat, welke op het Zeglis uitkomt, mede eigendom van de gemeente moest worden. K. Kuiper, met die eischen bekend gemaakt, heeft zich bereid verklaard, do straat over de gehoele breedte te bestraten en bedoelde dwarsstraat, ook bestraat en gerio leerd, aan de gemeente in eigendom en onderhoud over te dragon. In verband met die bereidverklaring bieden zij een ontwerp-besluit te* vaststelling aan. Verder stellen zij voor de gevraagde straatlantaarn te plaatsen en aan die straat den naam vau Kunstraat te geven, ter herin nering aan de tijdens het beleg aldaar gestaan hebbende runmolens. Met algemeene stemmen aangenomen na eene korte bespreking tusschen de hoeren Kraakman, Stoel en O o n ij u over do wenschelijkheid, dat de naar het Zeglis leidende steeg breeder wasdoch waaraan voor het oogenblik niets te veranderen valt. Tel efoonaanslultlngen. 28. Brief, ten geleide van de met den heer J. Pot gevoerde briefwisseling over de aansluiting van de ge meente-gasfabriek en het politie-burean aan de telefoon leiding met het voorstelom die aansluiting op de gewone voorwaarden te doen plaats hobben tegen betaling van den door den heer Pot gevraagden prijs van 30 per jaar voor iedere aansluiting daar aanschaffing en onderhoud van eigen toestelleu enz. eene veel te hooge uitgaaf zouden vordereD. Op voorstel van den heer Kraakman de behan deling aangehouden, in afwachting van een in te stellen onderzoek naar de vraagof deze eisch van den heer J. Pot in overeenstemming is met de indertijd in de concessie gestelde voorwaarden. 29. Brief van regenten van het burger weeshuis, betreffende het ten aanzien van den vader in dat ge sticht genomen besluit, waarover tusschen hen en burg. en weth. verschil van gevoelen is ontstaan. De daar over gevoerde briefwisseling wordt geheel overgelegd en door burg. en weth., wat hun gevoelen betreft, nog kort toegelicht. De Voorzitter stelde voor te besluiten, dat de gemeenteraad zich met het gevoelen van burg. en weth. zou vereenigen, met uitnoodiging aan regenten in het vervolg dienovereenkomstig te handelen, daar voor het oogenblik aan het gebeurde niets te veranderen valt. De heer Kraakman vond in dit laatste aanleiding tot het voorsteldeze zaak alsnog aan te houdenom nader overwogen te kunnen wordenwelk voorstel met algemeene stemmen aangenomen werd. Op voorstel van den heer J. de Lange zal inmid dels het gevoelen der vaste commissie van financiën gevraagd worden, daar het hier eene financiëele kwestie gnldt. 30. Motie van orde, voorgesteld door den heer C. W. Bruinvis, om alvorens de herstemming plaats hebbe over het al of niet aanstellen eener 7e onderwijzeres aan de meisjesschoolte beslissen over het al of niet op den tegenwoordigen voet handhaven van den om vang van het daaraan gegeven onderwijs. Na uitvoerige bespreking over de vraag, of deze mo tie wel in behandeling kan komennu art. 50 der ge meentewet gebiedend voorschrijftdat in de zitting volgende op die', waarin de stemmen staakten, herstemd moet worden, wordt die motie door den voorsteller in getrokken, daartoe aanleiding vindende in de uitdrukke lijke verklaring van de heeren Kraakman en Conijn, dat er geen sprake bij hen van wasom den omvang van het onderwijs aan deze school te veranderen of in te krimpen. Bij de daarop' gevolgde herstemming over het voorstel tot benoeming eener 7e onderwijzeres wordt dat voorstel aangenomen met 8 tegen 6 stemmen van de heeren de Sonnaville, Rentmeester, Kraakman, Jans sen, Goede en Conijn. In de volgende vergadering zal beslist worden welke bijakten deze onderwijzeres zal moeten hebbendaar hierover verschil van gevoelen bestaat: burg. en weth zullen te dien aanzien nader bet hoofd raadplegen. Steigers Hanaalfeade. 31. Brief ten geleide van de verlangde begrooting van kosten van het maken van steigers aan de Kanaal kade, met nader rapport der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaat selijke werken en eigendommen. Die commissie hand haaft haar gevoelen om eene schoeiing te maken, doch wijzigt ter tegemoetkoming aan de bezwaren, haar voorstel in dezen geest, dat die schoeiing voorloopig beperkt zal worden tot de helft of 75 meters en dan met den aanleg te beginnen aan de uiterste zijde der Gedempte Nieuwesloot, ter hoogte van het door den heer Wempe bewoonde huis naar de Kaarsenmakers gracht eene uitgave van f 2525, - zullende vorderen. Na bespreking, waarbij de heeren de Wit en Can ters zich blijven verklaren voor steigers de heer Goede zich doet kennen als voorstander van het maken van 5 steigers volgens plan B van den gemeen tearchitect op nader aan te wijzen plaatsen, de heer Kraakman verdedigt het plaatsen van den steiger voor de gemeentelijke gasfabriekde heeren Stoel en C o n ij n het gevoelen der commissie aanbevalen en de Yoorzitter de door de commissie aangegeven plaats verdedigtwordt besloten de zaak niet langer aan te houden en eene beslissing, te nemen, door het voorstel der commissie in stemming te brengen. Bij die stem ming wordt dat voorstel aangenomen met 8 tegen 6 stemmen van de heeren Yonk Canters Kraakman Goede, J. de Lange en de Wit. 32. Is overgegaan tot het benoemen van a. eene helpster bij het onderwijs in de nuttige vrouwe lijke handwerken aan de openbare eerste tusschenschool, in plaats van mej. J. W. van Kleeff. Burg., en weth. dragen voor die betrekking voor mej. A C. Boot, be zittende akte van bekwaamheid. Met 14 stemmen benoemd. b. één lid en één plaatsvervangend lid der commissie, bedoeld bij art. 19 1, letter b der wet tot heffing eener bedrijfsbelasting. Nadat de heer Kraakman betoogd had het wensche- lijke om een lid van het tegenwoordige college van zetters te benoemen, met het oog op het gewicht der aan deze betrekking verbondene werkzaamheden, be komt bij de eerste stemming de heer B. Preijer 4, de heer M. Preijer 3, de heer J. O. Vonk en mr. J. P. Kraakman ieder 2 en ieder der heeren A. Goede Dz., C. J. Canters en P. Kool 1 stem. Bij de tweede vrije stemming bekomt do heer B. Preijer 4, de heer M, Preijer 4, de heer J. G. Vonk 3, do heeren mr. J. P. Kraakman 2 stemmen en de heer A. Goede Dz. 1 stem. Bij de daarop gevolgde herstemming tusschen de heeren B. Preijer en M. Preijer wordt eerstgenoemde met 10 stemmen benoemd; laatstgenoemde bekwam 4 stommen. Tot plaatsvervangend lid wordt benoemd de heer M. Preijer met 9 stemmende heer N. A. Conijn be kwam 3 stemmen en ieder der heeren C. Keg en P. Kool 1 stem. c. Vier leden der vaste oommissie voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, voor 1894. Voorzitter de Burgemeester, krachtens art. 166 der ge- - meeutewet. Benoemd de heeren: J. C. Vonk met 13, Mr. J. P. Kraakman met 12, B. Preijer met 11 en C. W. Bruinvis met 12 stemmen. De heer Boelmans ter Spill bekwam 3, de heer A. P. de Lange 2 stem men en de heer Canters 1 stem. d. Vijf leden der vaste commissie van financiën, voor 1894. De heeren B. Preijer, A. Goede Dz., J. M. de Sonna ville, J. de Lange C.Jz. en C. W. Bruinvis worden herbenoemd met 12 13 11 13 en 12 stemmen. De heeren Conijn, Vonk en Boelmans ter Spill bekwa men ieder 2 stemmende heer de Wit 1 stem. Daarna wordt tot Voorzitter der commissie benoemd de heer C. W. Broinvis met 13 stemmen de heer Preijer bekwam 1 stem. e. Drie leden der vaste commissie van bijstand voor de gemeentewerken, voor 1894. Voorzitter de heer H. J. Bruinvis, Wethouder, door Burgemeester en Wethouders uit hun midden aangewezen. Benoemd de heerenJ. M. de Sonnaville, C. Janssen Cz. en W. P. Stoel, met 13, 11 en 12 stemmen. De heer Boelmaus ter Spill bekwam 2 stemmen en ieder der heeren Conijn, de Wit, A. P. de Lange en Preijer 1 stem. Drie leden der vaste commissie van bijstand in het beheer en onderhoud der plantsoenen, voor 1894. Voorzitter de heer C. W. Bruinvis, Wethouder, door Burgemeester en Wethouders uit hun midden aangewezen. Benoemd de heeren A. Goede Dz., B. Preijer en P. Rentmeester met 13, 12 en 11 stemmen. De heer de Wit bekwam 2 stemmen en ieder der heeren J. de Lange en Boelmans ter Spill 1 stem. g. Twee leden der vaste commissie voor de gasfabriek voor 1894. Voorzitter de heer C. W. Bruinvis, Wet houder, door Burgemeester en Wethouders uit hun mid den aangewezen. Benoemd de heeren Mr. A. P. de Lange en J. de Lange C.Jz. met 13 en 12 stemmen. De heer Canters bekwam 2 stemmen de heer Boel mans ter Spill 1 stem. h. Een lid der gezondheidscommissie, in plaats van den heer A. E. Kempees, aftredende, herkiesbaar. Aan bevolen worden de heeren A. E. Kempees en G. J. Bosman. Benoemd de beer Kempees met 14 stemmen. i. Een lid der commissie van toezicht op het stedelijk museum, in plaats van den heer A. Klasener aftre dende herkiesbaar. Aanbevolen worden de heeren A. Klasener en Mr. A. P. H. de Lange. Benoemd do heer Klasener met 13 stemmen de heer mr. A. P. H. de Lange bekwam 1 stem. j. Een lid van het burgerlijk armbestuur, in plaats van den heer Th. van Spall, aftredende, herkiesbaar. Aan bevolen worden de heeren Th. van Spall en J. P. Kool Pz. Benoemd de heer Th. van Spall met 13 stemmen; de heer J. P. Kool Pz. bekwam 1 stem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 2