het voor de Kamer van belang is te weten, of de gestelde
feiten juist zijn. Bij de behandeling der begrooting voor
Suriname voor 1894 werd van verschillende zijden in
stemming betuigd met de verhooging van subsidie voor
het onderwijs aan de R. K. gemeente van f 6000, doch
tevens aangedrongen op het toestaan van een verhoogd
subsidie aan de Moravische Broeders voor het onderwijs,
dat ten vorigen jare door het bestuur van Suriname op
de begrooting gebrachtmaar door den minister ge
schorst werd.
Den 23 was aan de orde de beraadslaging over de
beide wetsontwerpen van de regeering en den heer Hiutzen
over de lijst der hoogst aangeslagenen.
Bij de algemeene beraadslaging schreef de heer Har-
togh deze ontwerpen toe aan het z. i, bij de behandeling
der vermogensbelasting ten onrechte genomen besluit om
de kohieren geheim te houden. Hij zou willen, dat de
ambtenaren ten aanzien van de Rijksbelastingen aan de
gemeente-ambtenaren ook mededeelingen zonden mogen
en moeten verstrekken. De heer de Meijier is voor
de geheimhouding. De heer Hartogh zeide, een publieke
zaak moet publiek behandeld worden. Maar is hetgeen
iemand bezit of hetgeen hij verdient een publieke zaak?
Hij vertrouwt, dat ook de minister geheimhouding zal
waarborgen. Do kwestie der opcenten kan hier buiten
beschouwing gelaten worden, want daarvan is voorloopig
geen sprake.
De minister van binnen 1. zaken achtte het
onnoodig om terug te keeren in de beraadslaging over
de geheimhouding. Het geldt thans eenvoudig do uit
voering van bestaande wetten te verzekeren.
Na sluiting der algemeene beraadslaging was aan de
orde het regeeringsvoorstel tot wijziging van de artikelen
73 en 76 der Kieswet. Art. 1 wijzigt art. 73 in dien
zin, dat het opmaken der lijst geschiedt naar den aanslag
der jaarlijks voor 1 April aan Ged. Staten door de ont
vangers in te zenden opgaven, waar elke belastingschul
dige wordt aangewezen, voorkomende op hunne kohieren
en het bedrag van den aanslag in elke belasting.
De minister van financiën antwoordde op
eene vraag van den heer Hintzen, dat door deze wet,
art. 48 der vermogensbelasting vervalt. Art. 1 werd
aangenomen. Art. 2 bepaalde, dat art. 76 der Kieswet zoo j
zou worden gelezen, dat de lijst der hoogst aangeslagenen
in alphabetische orde zullen vermelden hunne namen met
voornamengeboorte en zoo noodig hunne naturalisatie
met het gezamenlijk bedrag, waarvoor zij zijn aangeslagen.
Vorm en inrichting dezer lijsten worden vastgesteld bij
algemeene maatregelen van bestuur.
De heer Levy stelde een amendement voor, strekkende
om aan rechtmatige reclamanten inzage te doen verstrek
ken van de aanslagen van den belastingschuldige, tegen
wien wordt gereclameerd. Hij achtte dit noodig om een
goed en geregeld reclamerecht te verzekeren. Onderschrij
vende het oordeel van den heer Hartogh omtrent open
baarheid, wijkt hij in dit geval van hem af, omdat er
hier geweest is een convenant.
De voorzitter maakte bezwaar dat gedeelte van bet
voorstel van den heer Levy, dat een geheel nieuw lid
zou toevoegen aan art. 79 der kieswetwaarvan de regee-
riug geene wijziging had voorgesteld, als een amendement
te beschouwen. Met 46 tegen 20 stemmen werd des
voorzitters meening door de Kamer gedeeld.
De heer H i n t z e n stelde voor, in art. 2 de woorden
>en het gezamenlijk bedrag waarvoor zij zijn aangeslagen"
te vervangen door de woorden»en het laagste geza
menlijk bedrag van aanslagen, dat tot plaatsing op de
lijst heeft geleid". Hij wil alleen de namen alphabetisch
vermelden en onder aan die lijst den laagsten aanslag
van hem, die op de lijst voorkomt. De heer de Beau
fort (Wijk bij Duurstede) ondersteunde het amendement
van den heer Hintzen, dat door den heer Borgesius en
den minister van binnenl. zaken ernstig bestreden werd.
Door aanneming van dat voorstel zou volgens den mi
nister elke controle onmogelijk worden. De heer van
Houten deed uitkomen, dat de zaak hierop neerkwam,
dat het reclamerecht theoretisch zou bestaan, maar prac-
tisch onuitvoerbaar is in beide voorstellenterwijl de
geheimhouding bij aanneming van het amendement Hint
zen beter verzekerd is. Daarom gaf de minderheid dei-
commissie van rapporteurs de voorkeur aan dat amende
ment. Nadat de beraadslaging op voorstel van den heer
Schaepman gesloten was, werd het amendement
Hiutzen aangenomen met 43 tegen 25 stemmen. Het
amendement Levy werd daarna verworpen met 59 tegen
9 stemmen en het wetsvoorstel zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen. Het wetsvoorste Hiutzen wordt vervol
gens door den voorsteller teruggenomen.
De heer Beelaerts v. Blokland vroeg, of er
mogelijkheid bestaat om het tijdstip vau wederbijeen-
roeping der Kamer mede te deelen en of de voorzitter
tjjdig eventueele door de regeering aan te brengen wij
zigingen in de kieswet zal mededeelen, zoomede of er 14
dagen zullen verloopen tusschen indiening van het laatste
schriftelijke stuk en de openbare behandeling.
De Voorzitter antwoordtdat hem nog geen
regeeringswijzigingen bekend zijn over de tusschenruimto
voor behandeling moet de Kamer beslissenmaar hij
verwacht, dat de Kamer niet vóór Februari weder bijeen
zal komen.
Daarna ging de Kamer uiteen.
Bjj kon. besluit van den 7 (Staatsblad No. 191)
is vernietigd het besluit van den raad der gemeente
Mijdrecht van 5 Sept. 1893, voor zoover daarbij bepaald
is, dat aan alle ouders van kinderen boven de zes en
beneden de twaalf jaren, woonachtig in een gedeelte van
de buitenbuurt Blokland, eene jaarlijksche toelage uit de
gemeentekas zal worden vorstrekt voor ieder kind, dat
gedurende één jaar geregeld eene school buiten de ge
meente Mijdrecht zal blijken te hebben bezocht, op grond
dat de gomeente zich bij dat besluit ten opzichte van
een deel haror bevolking onttrekt aan de verplichting
om op eene der door de wet in art, 16 aangegeven
wijzen voldoend lager onderwijs te verstrekken en boven
dien do mogelijkheid bestaat, dat de uit de gemeentekas
verstrekte toelage gebezigd wordt ter betaling, geheel
of gedeeltelijk van het schoolgeld aan eene bijzondere
lagere school, in welk geval de toelage zou aan te mer
ken zijn als onmiddelijke ondersteuning van wege de ge
meente aan eene bijzondere lagere school, in strijd met
de bij art. 3 lid 3 der wet gestelde gevallen en voor
waarden.
Bij kon. besluit van den 20 (Staatsblad n». 215)
is bepaald, dat voor de bijzondere scholen, die over 1893
in aaumerking komen voor de Rijksbijdrage, bedoeld in
art. 54 bis der wet, op bet lager onderwijs en die op
1 Januari 1894 niet voldoen aan de voorschriften van
art. 2 van het kon. besluit van 18 April 1890 (Staatsblad
n°. 64) de naleving dier voorschriften gedurende 1894,
voor zoover zij ook over dat jaar aanspraak maken op
eene Rijksbijdrage niet verplichteud is mits het aantal
onderwijzers, op het tijdstip van het in werking treden
van het tegenwoordig besluit aan die scholen verbonden,
niet worde verminderd.
Bij kon. besluit van den 21 n". 7 is het bedrag
der Rijksbijdragen, die aan gemeentelijke en aan bijzon
dere normaallessen en aan hoofden van scholen zullen
worden verleendvoor elk der door hen in den loop
van 1894 ter opleiding tot onderwijzer aangenomen per
sonen, nadat deze in 1896 of later'de akte, bedoeld bij
art. 56, onder a, der wet op het lager onderwijs, zullen
hebben verkregen, vastgesteld als volgt 1°. voor hen,
die bjj gemeentelijke en bijzondere normaallessen zijn
opgeleid a. gedurende ten minste 2 jaren f 30Ü b. ge
durende ten minste 3 jaren f 400en c gedurende ten
minste 4 jaren f 500 2°. voor hen, die door hoofden
van scholen zijn opgeleid: a. gedurende ten minste 2
jaren f 200b. gedurende ten minste 3 jaren f 250 en
c. gedurende ten minste 4 jaren f 300.
Bij kon. besluit van den 21, n°. 5, is bij de rus
tende schutterij in de prov. Noordholland, 3 bataljon
benoemd tot majoor-commandant de heer jhr. J. J. Sand-
berg, gepeus. majoor van het o.i. leger; bij het 6 bataljon
tot majoor-commandant de heer H. Kroon Dzn., vroeger
kapitein bij de dienstdoende schutterij te Hoorn.
Bij kon. besluit van den 22 is de heer W. van
Middel veld Viersen, thans directeur der middelbare scho
len te Enschedé, benoemd tot schoolopziener in het
district Middelburg.
De gemeenteraad van Hilversum heeft besloten, op
een adres van den commissaris van politie om verhoo
ging zijner jaarwedde, gunstig le ad viseeren en te verzoe
ken haar met 1 Januari van f 1200 tot 1600 te verhoog n.
De gemeenteraad van Schoterland heeft den 22
besloten, zich nogmaals tot de regeering te wenden, met
het verzoek spoedig antwoord te mogen vornemen op
's Raads aanvraag om een renteloos voorschot van f4000
uit 's Rijks kas voor werkverschaffing door ontginning
van woeste gronden.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau
de heer A. Zonnevijlle, ontvanger der directe belastingen
te Delft.
Door het bestuur der Nederlandsche Juristenver-
oeniging zijn als onderwerpen ter behandeling op de al-
gemeeue vergadering van Augustus 1894 te 's Gravenhage
gekozen
I. »Moet de vrijheid van overeenkomst bij huur van
arbeid onbeperkt zijn zoo neen, welke bepa'liugen van
dwingend recht behooren daaromtrent te worden ge
maakt en met welke sanctie?" Prseadviseurs mrs A.
Kerdijk te 's-Gravenhage en A. J. Cohen Stuart te
Amsterdam.
II. «Voldoen de bepalingen van ons Wetboek van
Strafrecht betreffende de bedelarij en de landlooperij
zoo neen, welke regeling behoort daarvoor in de plaats
te treden prseadviseursmrs. A. A. de Pinto en
F. W. J. G. Snijder van Wissekerke, beiden te 's-Gra
venhage.
Bij kon. besluit van den 23 is de heer mr. O. D.
van der Staal van Piershil, minister resident, chef van
het kabinet van den minister van buitenl. zaken, be
noemd tot, minister-resident, met den persoonlijken titel
van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van
de Koningin te Konstantinopel, en de heer mr. L.
H. Ruyssenaers, minister-resident in disponibiliteit, laat
stelijk zaakgelastigde met den persoonlijken titel van mi
nister-resident te Lissabon, benoemd tot minister-resident
chef van het kabinet vau den minister van buitenl. zaken.
Ter gedachtenis van de plechtige viering van het
50jarig priesterschap (1896) van mgr. Bottemannebis-
I schop van Haarlem, zal hier aan de Leidsche vaart,
zuidoostelijk van het Kenaupark, een kathedraal gesticht
worden uit vrijwillige bijdragen der onderhoorigen van
den bisschop. Het ontwerpen van dat gebouw is opge
dragen aan den bouwmeester Jozef Cuijpers.
Den 26 is even voorbij het station Bokstel een
goederentrein bestemd voor Venloo ontspoordwaarbij
drie waggons deerlijk gehavend werden Voor het ver
keer ontstond hieruit vertraging, daar de reizigers moes
ten overstappen.
Den 24 25 en 26 werd te Groningen in het ge
bouw de Toekomstbehoorende aan de afdeeling Gro
ningen van den sociaal democratischen boud het congres
der socialisten gehouden ter behandeling van de 91 op
den beschrijvingsbrief vermelde punten onder leiding
van den heer A. Rotdie o. a. mededeeldedat het
aantal afdeelingen dat 5 jaar geleden 5 bedroegthans
tot 130 was geklommen en dat vóór den aanvang van
het congres een inspecteur van politie toegang tot de
vergadering gevraagd haddoch deze geweigerd was
wegens welke weigering tegen den secretarisden heer
Sam W. Colthoff, proces-verbaal opgemaakt was. Door
de afdeeling Maastricht was op den geloofsbrief vau den
afgevaardigde aangeteekenddat van Koldie in het
buitenland woontover alles zou mogen spreken doch
buiten stemming blijven. Over de vraag of eon buiten
lander op oeu uederlandsch congres zou mogen spreken
ontstond verschil van gevoelen. Met het opsteken der handen
werd ten slotte beslisthem een onbeperkt mandaat te
geven. Het door den secretaris uitgebrachte verslag
waarin gewezen werd op het feit, dat in geen jaar zoo
vele vervolgingen door de rechterlijke macht tegen par
tijgenooten ingesteld warendikwijls om onbeduidende
redenen als dit jaar het geval was waarvoor de reden
gezocht moest worden in de Zwolsche motie, en melding
gemaakt werd van do tusschen de partij organen ontstane
kwosties, gaf tot eene uitvoerige bespreking aanleiding
waarin van Kol en Troelstra door den secretarisdie
van partijdigheid beschuldigd wasaangewezen werden
als de personen die gekomen waren om te twisten. Van
verschillende zijden werd opgemerktdat het eene ver
gadering van arbeiders, niet van heeren was, en dat de
arbeiders onder die twisten maar leden. Ten slotte werd
het verslag voor kennisgeving aangenomen verklaard
dat de Centrale Raad geen recht had een mandaat in te
trekken van iemandtot afgevaardigde gekozen en dat
«het Panama in de partij" in openbare zitting zou wor
den behandeld.
Bij de bespreking van het orgaan Recht voor Allen
werden ook hardo woorden gewisseld vooral tegen den
heer Domela Nieuwenhuis die o. a. gezegd had dat
Toelstra geen waar sociaal-democraat was slechts een
vijftal afgevaardigden verklaarden zich voor de benoe
ming eener door den heer Troelstra voorgestelde com
missie van 5 leden, om te onderzoeken op welke gronden
de beschuldigingen van den heer Nieuwenhuis berustten.
De benoeming van een redacteur zou plaats hebben in
huishoudelijke vergadering na af handeling van alle punten
der agenda. In de avondzitting van den 24 geschiedde
mededeeling van het verzenden van een telegram van
sympathie aan 16 gevangen zittende partijgenooten en
werd besloteu tot geheimo zitting ter behandeling
van «het Panama in de partij", waarvan echter de uit
komst in de openbare vergadering medegedeeld zou
worden
Den 25 kwam een schrijven van A. S. de Levita in
waarbij hij verzocht het Congres mee te deelen dat hij
der partij zijne excuses aanbood en de beschuldiging van
Panama terugtrok, evenals de justitiëele kwestie. (Hij
had den vorigen dag op behandeling in huishoudelijke zitting
aangedrongenomdat hij zaken zou moeten zeggen, waarin
zelfs de justitie betrokken zou kunnen worden.) Hij eindigde
aldus: «Moge echter ook mijn mededeeling er toe hebben
«bijgedragen tot eene betere regeling der partij-aangele
genheden, die zulks behoeven."
Verder was in de huishoudelijke vergadering eene
motie Bredaaangevuld door Arnhemaangenomen
waarbij als het gevoelen uitgesproken werd, dat de be
schuldigingen van het drijven van Panama-zaken onge
grond waren; dat de houding van raad en redactie van
Recht van Alleen goedgekeurd was, met protest tegen
do bewering dat er dingen zouden gebeurd zijn, waar
voor eene huishoudelijke zitting noodig was en met
het uitspreken van af keuring over de onverantwoordelijke
handelwijze der beschuldigers Een voorstelom den
wensch uit te spreken, dat niet langer één afdeeling den
Oentralen Raad zou kiezen, werd volgens het bestuur ver
worpen met 52 tegen 51 stemmen en èén in blanco. De
daarop geuite beschuldigingdat het bestuur knoeide
en dat. men overstemming verlangde, gaf den secre
taris aanleiding de zaal te verlaten. Hij wilde aan
de bestuurstafel niet langer plaats nemen. De heer
Cornelissen nam zijne plaats iu. Een voorstel-Middelburg,
dat voortaan minstens twee vrouwelijke leden der partij
zitting zouden hebben in den Centralen Raad, werd met
groote meerderheid verworpen. Daarin moesten bekwame
personen zitting hebben of het mannen of vrouwen
waren, kwam er niet op aan. Een voorstel om te bepalen,
dat men beneden de 18 jaar geen lid der partij kon zijn,
werd verworpen. De zaak der democratie, zeide Fortujju,
was te ernstig, om daarin nog meer jongens te brengen.
Met 64 tegen 44 stemmen werd besloten voortaan alleen
partijgenooten toe te laten en de bourgeois-pers alzoo te
weren. Na de pauze kwam de secretaris met goedvinden
der vergadering terug. Mej. Uildriks die overstemming
verlangd had was na de pauze tot hem gekomen met
de verzekering dat zij niet de bedoeling had gehad
verdachtmaking te kweeken. Met 56 tegen 44 stemmen
werd beslist, dat het congres niet de plaats voor het
volgend congres zal aanwijzen. Het voorstel Hoogezand-
Sappemeer dat de partij voortaan niet aan de verkie
zingen zal deelnemen werd aangenomen met 47 tegen
40 stemmen; 14 stemmen waren in blanco. Deze uitslag
werd met daverende teejuichingen begroet. Een voorstel
Harlingen dat de militie-plichtige leden bij oproeping
onder de wapens zich als tijdelijk protest uit hunne
woningen zullen doen lichten werd van de agenda af
gevoerd.
Den 26 werd in de huishoudelijke vergadering de re
dacteur van Recht voor allen herkozen, Utrecht, Breda
en Haarlem aangewezen voor het nazien der bescheiden
van den penningmeester en Amsterdam aangewezen als
plaats, waar de Centrale Raad in 1894 zal zetelen. Ten
aanzien van een telegram van A. H. Geel werd overge
gaan tot de orde van den dag; voor de propaganda in
Noordbrabant 100 beschikbaar gesteld. Een voorstel
Hengeloo om den redacteur van de Roode Duivel, L M.
Hermans (Max), lid van den Centralen Raad, te schrappen
om den inhoud van dat blad, werd na eene warme be
raadslaging van de agenda afgevoerd. Hermans had zich
steeds doen kennen als een flink partijgenoot en mitsdien
werd Hengeloo's optreden afgekeurd. Na langdurige bespre
king werd op voorstel van Amsterdam besloten Het congres
verklare zich tegen eenig s'rijdprogram. Na eenige onder
linge kibbelarijen wordt nog eene bespreking gehouden
over de Meibeweging, welke daarmede oindigde, dat aan
genomen werd het voorstel Amsterdam om van 1 Mei
een algeraeenen rustdag te maken, door zich in verbin
derij te stellen mei; de verschillende vak- en arbeiders-
vereenigingen. Onder het zingen van het Vrijheidslied
gingen de afgevaardigden uiteen.
Scliagen. Den 23 hield het vrijwillige brandweer
korps «Lycurgus" hare jaarlijksche vergadering. Het
bleekdat de voreeniging thans 29 leden telt en dus
haar oude getalsterkte ongeveer heeft behouden. Herkozen
werden tot commandant D. Roggeveen Lz., tot plaats
vervangend commandant Jb. Roggeveen en de Vries,
tot secretaris-penningmeester J. Koster. Tot commandant
in plaats van F. Koet, die daarvoor bedankt had werd
gekozen IJb. Molenaar Jzn.
Den 26 waren de beide lokalen «Cérés" en «Noord
Hollandsch koffiehuis" alhier, waar buitengewone tooneel-
voorsfellingen plaats hadden, flink bezet. In »Cérès" trad
Holder's dilettanten-club op met «De koopman in oud
heden" en Het kind vau den huize" welke beide tooneel-
stukken verdienstelijk werden gespeeld. De tot afwisseling
gegeven voordrachten voldeden niet alle aan de billijke
eischen van smaak en zedelijke strekking. In het «Noord-
hollandsch koffiehuis" werd eene buitengewone voorstel
ling gegeven door het amsterdamsch tooneelgezelschap
onder directie van W. Rentmeester, Fedi en Bigot.
Opgevoerd werden ten genoegen van het publiek «Jonge
harten" en «Het scheepje". In beide lokalen werd door
leden vau de Marine-kapel te den Helder muziek gegeven.
Een gezellig bal hield velen tot laat in den avond bezig.
Assendelft. Voor het bouwen eener kerk met
toren ten behoeve van de herv. gemeente en het maken
van het meubilair, waren laagste inschrijvers de heeren