DE ROOFRIDDER. Kiezerslijsten. No. 8. Zes en Negentigste Jaargang. 1894. V R IJ 1) A G 19 J A N U A R I. Onbestelbare Brieven, FEUILLETON. Hechts uithalen. Amsterdamsche Brieven. ?2) ir. ILkMAARSCHE OOIRAM. Dezo Courant wordt Dlnftd&g-, Donderdag, en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,§0; franco door het geheele rijk J 1, Do 3 nummers f 0,06. Prys der gewone Ad ver tent lën: Per regel J ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. verzonden gedurende de 2o helft van December 1893 J. C. van Boijen en H. Dik Amsterdam J. Hoppo, Apeldoorn C. Blom Delfshaven K. Kok, Heldor; Wed. Bijvoet. Obdam. Van Rustenburg A. Beek den Haag. Briefkaart: N. Mooij Amsterdam. Do VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te ALKMAAR noodigt bij deze naar aanleiding van art. 7 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37), gewij zigd bij art. VII der wet van 6 November 1887 (Staats blad No. 193), de mannelijke inwoners der gemeente uit, om, zoo zij in eene andore gemeente in de Rijks personeels belasting, dienst 1892/93, ter zake van hunne woning naar eene hoogere huurwaarde dan diewelke volgens art. 1, letter a en b van de wet van 24 April 1843 (Staats blad No. 15), aanspraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten dor belasting naar de drie eerste grondslagen of in de grondbelasting, dienst 1893, in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen tot een bedrag van ten minste 10 zijn aangeslagen daarvan door overlegging der voor voldaan geteekendo aanslagbiljetten vóór 15 Februari a.s. te doen blijken. Evonzoo worden uitgeuoodigd de mannelijke inwoners der gemeente hoofden van gezinnen of alleen wonende personendie van den inwonenden eigenaar of eer eten huurder van een woonhuis of afgezondord gedeelte van het woonhuiswaarvan de huurwaarde voor de Rijks personoelo belasting ten minste op het dubbele ge steld is van het laagste in deze gemeente voor den vollen aanslag vereischte bedragzijnde 38,gedurende 9 maanden voorafgaande aan den 15 Februari a.s., eeu ieelte iu huur hebben gehad en bewoond waarvoor ;een afzonderlijke aanslag in de personeele belasting geschiedt maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde jngestoffeerd iu verhouding tot de belastbare huur waarde van het woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat het voormelde bedrag van f 38 hereikt daarvan onder overlegging van de gevorderde bescheiden vóór 15 Februari a.s. aangifte te doen. Ten slotte wordt herinnerd, dat de man geacht wordt ,e betalen den aanslag zijner vrouw in de grondbelas ting, de vader dien zijner minderjarige kinderen, wegens goederen, waarvan hij het vruchtgenot beeften dat Aanslagen in de grondbelasting wegens onverdeelde on roerende goederen óók gelden voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in het kohier is vermeld, mits zijn aandeel iu dien aanslag ten minste f 10 bedraagt. De modellen voor de aangiften bedoeld bij art. 1, letter c en het 4e lid van art. 7 tn verband met art. 1, letter b der wet, zijn kosteloofter secretarie dezer gemeente verkrijgbaar. Alkmaar, De Voorzitter voornoemd 16 Jan. 1894. A. MACLAINE PONT. ROMAN VAN JULIUS WOLFF. Naar het hoogdnitsch. o Bij de oudere en jongero vrouwen van het kapittel op het slot bracht het ongeluk van hnuuou bescherm heer eene zeer ongelijke deelneming te weeg. De proostin gravin Kunigunde van Woldeuberg en de jonkvrouw deken Geertrhida van Meinersen, die menigmaal den hitteraten spot uit zijnen eigen mond en om zijnentwil menige krenking uit dien der abdis hadden moeten slikken, {tuiden hom deze vernedering uit den grond van haar rade vrijsterhart en. om hare gevreesde gebiedster te kgeren, maakten zij ook volstrekt geen geheim van het leedvermaak, dat zij in rnime mate ondervonden. De overigen daarentegen koesterden allen zonder onderscheid len oprecht en diep gevoeld medelijden met het treurig Jot van den eens zoo machtigen en ridderlijken edelman^ Geene barer ging zoo geheel en al op in innige droefheid m hovigeu angst, als de jonge gravin van Falkenstein, «iettegenstaando zij uit hetgeen de abdis, in zulke zaken 'an practisch levenmeer en beter op de hoogte dan lot jonge meisje, en wier haat tegen de Quedlinbargers [rooter was dan hare zorgen voor het lot van den ge- fangene, haar nu en dan verhaald had, de stellige hoop Potte, dat het leven van den geliefden man niet of hechts schijnbaar bedreigd werd. En toch, het denkbeeld tleen. dat hij verslagen was, vernederd gevangen, dat hij op genade of ongenade zich had moeten overgeven aan Bne verbitterde vijanden, hij, de ridder zonder vrees of laam do dappere krijgsman, alleen aan overwinningen toejuichingen gewend, de veldheer, die tot dusver loverwinnelijk was gebleken dat reeds maakte haar De BURGEMEESTER dor gemeente Alkmaah vestigt bij vernieuwing de aandacht der iDgozetenon op den in houd van artikel 31 van het onlangs vastgestolde regle ment op de wegen in Noordholland, uidende .Ruiters en bestuurders van rij- of voertuigen, elkander »in tegengestelde richting voorbijrijdende, zijn verplicht .rechts (van de hand) uit te halen. .Wanneer zij in dezelfde richting at iter elkander rijden »is de achterste zoo die den voorste wenscht voorbij te .rijden, verplicht dezen daarvan te verwittigen waarna .dezorechts (van de hand) de voorbijrijdende links (bij »de hand) moet uithalen. «Deze bepalingen zijn niet toepasscijk bij het voorbij - .rijden vau tramwagens, in welk gevai de ruiter of voer- »mau verplicht is uit te halen naar die zijde van den weg, .die door de trambaan wordt vrijgelaten." en verzoekt dringend den belanghebbenden mede te werken tot het opvolgen vau dit voorschriltop de na leving waarvan streng zal worden toegezien. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 16 Januari 1894. A. MACLAINE PONT. De jongste gemeenteraadszittingen hebben het duidelijke bewijs geleverd, dat ook de vroede mannen der hoofdstad zich niet aan dan geest des tijds willen onttrekken. De vorige week werden eeuige dag- en avondzittingen gewijd aan de bepaling van loon en arbeidsduur voor werklieden in dienst der gemeente De voorstellen, door de desbetreffende commissie gedaan zijn iu hoofdzaak goedgekeurd in den vorm waarin wij ze voor eenigen tijd meedeelden. Bij wijze vau proef zaJ nn bij aanbe stedingen de voorwaarde wordon gemaaktdat de aan nemers geen lager loon mogen betalen dan 23 cent per unr aati een ambachtsmau eu 18 cent per uur aan eeu handlanger, opperman of sjouwor. Haar bovendien den aannemer de verplichting word' opg egd, zijn werkvolk niet langer te doen arbeiden dan 11 uren per etmaal zal derhalve het stadsloou niet weinig vermeerderen Een timmerman, die tot hiertoe in 1'2 nren 2.40 ver diende, zal één uur minder behoeven te werken eu niet temin nog 13 ets. meer verdienen. Hoe zulleu die nieuwe bepalingen op de gemeentekas werken? Om daaromtrent na verloop van tijd mot ze kerheid te kunnen oordeelen, zijn B. en W. gemachtigd, insgelijks in de voorwaarden van aanbesteding op te nemen de be; alingdat de inschrijvingsbiljetton moeten inhouden 1°. de som waarvoor de inschrijver zich tot de uit voering van het werk verbindt met inachtneming der door den gemeenteraad goedgekeurde bepalingen omtrent minimum-loon eu maximum-arbeidstijd, en 2". de som, waarvoor hij zich verbindt, als al die bepalingen niet behoeven te worden nagekomen. Ook staat het den inschrijver vrij, daarbij een tweede troosteloos en wanhopig en dreigde haar tot algehëele vertwijfeling te brengen in de oogenblikken waarin zij zich zijnen tegenwoordigen ellendigen toestand voor oogen stelde. Toch deed zij haar uiterste bestom zich tegen over de overigen en vooral tegenover de abdis zooveel mogelijk te beheerschen, teneinde te voorkomen dat zij hare liefde voor Albrecht verried op gelijke wijze als zij het eens gedaan had tegenover Siegfried, op den mor gen toen eerstgenoemde de ons bekende rots afdaalde. Den volgenden morgen kwam graaf Bernhard van Regenstein de abdis een bezoek brengen, die hij in ge zelschap vond van de kannnnikes gravin Adelheid van Hallermund en Oda. Hij ètelde bij hetgeen hij aan de vorstin te zeggen had, volkomen bekendheid met hetgeen geschied was, op den voorgrond, en kwam ten slotte voor den dag met zijn verzoek, dat zij het bescherm heerschap over het sticht, tot dusver door zijn gevangen broeder bekleed, als erfelijke waardigheid in zijne familie, op hem te doen overgaan. Onder veelvuldige dankbetui ging voor de door zijn geslacht aan haar bewezen ge wichtige diensten, stemde de abdis gereedelijk hierin toe; echter ontging hot hem niet, dat zij geene groote waarde hechtte aan zijn verzoek, terwijl zij niet onduidelijk liet blijken, overtuigd te zijn, dat die zoo gevreesde gevan genschap van Albrecht niet van langen duur moer zou wezen. Dit bleek Bernhard echter niet met haar eens te zijn en hij kon niet nalaten haar aangaande deze dwaling, zooals hij het noemde, nader in te lichten. Hij vertelde verder dat hij dezen ochtend vroeg reeds den burgemeester om een onderhoud en een gewapend geleide voor zjjn persoon had laten verzoeken eu terzelfder tijd vergunning gevraagd hadom zijnen broeder in de gevangenis te mogen bezoeken. Zoowel hot een als het ander, deelde hij verder mede, was hem geweigerd, met de uitdrukke lijke verklaring, dat men zich met. geene onderhandeliug, hoe ook genaamd, kon inlaten, aangezien de raad nog geene eind-beslissing genomen had, hoe met den gevan gene te handelen. .Ik geloof", aldus besloot Bernhard zijne mededeelingen »dat uit de algemeene stemming welke onder de buigers heerscht, niet anders valt op te inschrijvingsbiljet te voegen en hierin de voorwaarden te stellendat van eene of andere der bepalingen zal worden afgeweken Na raadpleging der iuschrijvingsbiljetten stollen B. en W. dan vast welke bepalingen in de bestekken en de voorwaarden van aanbesteding van het betrokken werk zullen worden opgenomen. Jaarlijks doen zij dan verslag aan den raad van hunne bevindingen. Minimum-loon en maximum-arbeidstijd hebben zich reeds eeu te vaste plaats op het sociale program ver worven dan dat men het niet zou toejuichen dat de eerste gemeente des lands daarmee eon proef neemt. Men kan daaraan zijne sympathio schenken en tegelijker tijd 't betreuren, als zulk eeu proef tot duurzame invoe ring zou leiden. Wat zou het eerste gevolg zijn van zulk een maat regel De toch reeds hooge loonstandaard te Amsterdam zou nog slechts stijgen en de werkgevers noodzaken, zooveel mogelijk hun werk bniteu de hoofdstad te laten verrichten. Ook particulieren zouden nog meer dan nu reeds het geval is er tegen opzien het werkvolk bezig heid te verschaffen en zich slechts tot het allernoodza kelijkste bepalen. Vermindering van werk alzoo en daartegenover nog sterkere toestrooming van arbeids krachten gelokt door de hooge loonen. Want bepalingen als dat aannemers slechts werklieden in dienst mogen hebben, die minstens een jaar in de gemeente hebben gewoond, vinden velen hier om verschillende redenen afkeurenswaardig. De aannemers zelveomdat zij van buitenaf meestal veel beter bediend worden en gemeen teraadsleden als de heer van Nierop, omdat zij van belom moring van de vrije circulatie van den arbeid het kweokei* van armoede vreezon. Wij hebben 't reeds te dikwijls mot onze lezers over dat punt gehad dan dat wij nn nog uitvoerig zouden moeten aantoonen, hoe wij over die zaak denken. Ia onze oogen zou 't er op het oogenblik vrij wat beter in Amsterdam uitzien, wanuoer men reeds jaren geledon er op bedacht geweest was, de arbeidskrachten van het platteland eer af te schrikken dan aan te lokken. Men heeft dat niet gedaan en daarmee de gegoeden op de vlucht gedreven. Ook de zitting op woensdag j.l. heeft bewezen, dat de wereld, zooals de heer Vening Meinesz in een der avond zittingen schamper opmerkte, vooruitgaat. Wel scheen 't alsof er nog geen meerderheid zou zijn voor het voorstel om het subsidie voor het Hurgerlijk Armbestuur, op de gemeonte-begrooting voor 1894 met f 50.000 te vermeer deren, maar er werd toch over dit denkbeeld ernstig be raadslaagd en 't werd niet op het eerste gezicht verworpen, zooals eenige jaren vroeger waarschijnlijk zon zijn geschied. Dat is het nieuwe bloed in den raad. Tot^ goed begrip van dit vraagstnk diene dat in de raadszitting van 20 Dec. 1893 oen commissie werd be noemd om na te gaan, wat binnen de greuzon der tegen woordige armenwet tot verbetering der armenzorg van gemeentewege kon worden verricht en of het wensiThehjk zou zijn aan de regeering een wijziging der armenwet te verzoeken. maken dan dat Albrochts vrijheid en leven op dit oogen blik in liet grootste gevaar verkeert on daarom, mevrouw, ben ik tot u gekomen, om dringend uwe tusscheukomst en voorspraak voor mijnen armen, dapperen broeder in te roepen." .Alles, alles wat in mijne macht staat, zal ik aan wenden, waarde graaf!" gaf hem de abdis in de hevigste opgewondenheid over dit treurig verhaal ten antwoord, hetgeen Oda iu den grootsten angst deed verkeeren. Na otnig nadenken echter wierp de dappere abdis fier het schoone hoofd ia den nek en vroeg: .Maar waar zijn dan toch uwe bondgenooten, mijnheer de graaf? Indien gij uwe strijdkrachten weder verzamelt en ze met die van de gra ven van Mansfeld, Stolberg en Hohnstein voroenigt »Do oorlog met Qnedlinburg is uit", viel Bernhard haar snel in de rode. .Ik heb den vrienden doen weten, dat zij naar hunne burchten zouden terugkeeren, want bij de eerste de beste daad van vijandelijkheid der onzen zouden wij het schouwspel genieten van het hoofd van mijnen geliefden broeder aan eene paal gespij kerd te zien boven de muren van de stad." De vrouwen verbleekten Oda moest zicb vasthouden om niet te vallen. .Laat mij maar eerst met burgemeester en raad onder handelen," zeide de abdis met overtniging .zij moeten en zij zullen naar rede luisteren. Daarna zult gij nader van mij hooreu, heer graaf. Zijn owe drie broeders, die zoo dappor mede gestreden hebben, onverlet gebleven?" .Mijn drie broeders herhaalde Bernhard in de uiterste verbazing. «Maar weet gij dan niet, mevrouw......?" .Hoe?Wat Dat er nog slechts twee meer leven. Siegfried is gevallen Hij sprak de laatste woorden op doffen toon en misschien was 't zonder 't te willen, dat daarbij zijn blik met eene uitdrukking van bitter verwijt de oogen van Oda zochtdieals van den donder getroffenop eenon uabijstaanden zetel nederviel. Heftig en onverbiddelijk greep in dit oogenblik de herinnering aan het afscheid van Siegfried haar aan: .Wij zien elkander niet weder," had hij immers gezegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1