i" rl Buitenland. Uit Breda. 11 na in nol i>LL di 10 ,ai r i a E h n i fÉ Deze commissie begaf zich dadelijk aan het werk en trad daarom in overleg met het Burgerlijk Armbestuur voor de Huiszittende Armen en het Weduwenhof, Daar vernam zij dat dit bestuur onmogelijk gelegenheid had om met zijne beperkte krachten een grooter aantal aan vragen om onderstand behoorlijk te onderzoeken en te behandelen. Over een voldoend aantal armbezoekers beschikte daaren tegen wèl het genootschap Liefdadigheid naar Ver mogen. Als tijdelijke maatregel samenwerking te ver krijgen cusschen het Burgerl. armbestuur en dit genootschap lachte de commissie zeer toe. In dien zin was zij dan ook workzaam en in grondbeginsel wist zij zich de belofte tot zulk een samenwerking te verwerven. Hoe nu de functies geregeld zouden worden was een zaak van later zorg. De commissie stelde zich in hoofd zaak voordat elke aanvrage om onderstand welke niet door het Burg. Armbestuur kon worden behandeld en waarvoor L. n. V. geen gelden beschikbaar had op de gewone wijze door den huisbezoeker van dat genoot schap zou worden onderzocht en het advies zou worden gezonden aan het Burg. Armbestuur. Dit zou dan oen beslissing moeten nemen, terwijl de verdere behandeling van het te ondersteunen gezin aan L n. V. bleef op gedragen. Bij dien maatregel zou dan tevens gebroken moeten worden met het denkbeeld der zoogenaamde «dubbele bedeeling", alsof iemand die door kerkelijke of parti culiere genootschappen zij het ook in nog zoo geringe mate wordt onders(ennd geenerlei onderstand van het armbestuur zou mogen ontvangen Voor de uitbreiding van armbezoek en het verlaten van het zooeven genoemde stelsel vroeg de commissie 50000. Het moet gezegd worden dat dit voorstel van groote schranderheid blijk geeft. Immers in 1892 werd door verschillende juristen uitgemaakt, dat de armenwet niet toeliet, aan Liefdadigheid naar Vermogen een ge meente-subsidie te verleenen. Dat bezwaar zou door de oplossing der commissie handig vermeden worden. In naam toch zou het armbestuur blijven betalen en L. n. V. niets anders zijn dan oen genootschap tot onderzoekeu en adviseeren. Maar hoe kwam men aan dat cijfer van 5000Ö Dat was de zwakke zijde van het voorstel. De commissie had slechts een greep in de lucht gedaan daarbij voor bijziende dat voor eenigszins afdoende armenzorg ook die halve ton aan een peulschilletjo gelijk is. Doch al kon men zich met f 50.000 redden, dan nog blijft de vraag waar deze vandaan te halen zijn. Men weethoe de raad bij de begrooting bezuinigd en be knibbeld heeft en zou diezelfde raad nu op zijn ver antwoording willen nemenhet resultaat daarvan met ééne stemming prijs te geven? De burgemeester gaf dan ook te kennendat bij aanneming van het voorstel dor commissie een nieuwe financieele regeling noodig zou zijn en van den heer van Nierop vernamen wij, dat deze zou bestaan in eene verhooging van het personeel met 3 p< 't. Zoo verkeerde de raad in een moeilijk geval. Tot afstemmen had hij niet dadelijk den moed en van goed keuren durfde hij de gevolgen niet wel trotseeren. Zoo kwam het voorstel van den voorzitter om de bohandeliug te verdagen als een reddende engel en met groote meer derheid werd dit dan ook aangenomen. Nu kunnen de heeren zich nog eens bedenken en in middels nota nemen van de publieke opinie. BELGIE. De beslissing om het ministerie volkomen vrij te laten ten opzichte van de evenredige vertegen woordiging is door de rechterzijde genomen met 84 tegen 25 stemmen en elf onthoudingen. DUITSCIILAND. Bij een te Berlijn gehouden schaatsenwedstrijd hebben twee jeugdige nederlanders dea derden prijs behaald de heer A. Beltman op de baan van 500 el en de heer Karei Schorer op de baan van 1000 el. Kijksdag. Na vier dagen beraadslaging is het wets ontwerp betreffende de tabaksbelasting naar eene com missie verzonden. De beide vrijzinnige partijen de Zuid-Duitsche Volkspartij en de sociaal-democraten stem den daartegenmeenende dat het beter was het wets ontwerp zonder commissoriaal onderzoek te verwerpen Pruisen. De Landdag is den 16 met de gebruikelijke troonrede geopend. Hierin wordt de aandacht, gevestigd op de steeds grooter wordende tekorten op de begrooting, alsmede op het feitdat door de steeds hooger opgedre ven eischen des Rijks moeielijkheden ontstaan voor de Bondsstaten. Alleen door eene behoorlijke herziening der financieele toestanden van het Rijk en vermeerdering van eigen inkomsten zouden deze moeielijkheden te boven te komen zijn. Hot ligt op den weg der regeering den landbouw te steunen en door eene doelmatige hervorming van de rechten der grondbezitters meö te werken dat de land bouw den druk dezor slechte tijden te boven kome. Hiertoe moeten de landbouwvereenigingen meöwerken die de regeering moeten voorlichten bij het voorstellen van wetten die het kredietwezen moeten verbeteren en de wanverhoudingen wegnemen. Tot dat doel zal er een wetsontworp tot het oprichten van landbouwkamers wor den ingediend. FRAlükRlJK. Ongeveer 80 afgevaardigden hebben het verzoekschrift aan den president der Republiek ge- teekend om aan Vaillant kwijtschelding van de doodstraf te verleenen. Do Senaat heeft de conversie met algemeene stemmen goedgekeurd. Hamer. Den 16 werd beraadslaagd over de artikelen van het wetsvoorstel tot convorteering der rente. Al de artikelen werden aangenomen. De socialist Jaurès stelde een aanhangsel voor bepa lende dat de winstuit deze conversie voortvloeiende, (68 millioen francs per jaar) zon besteed worden tot verlichting van de belasting op ongebouwde eigendommen. De verslaggever der commissie, de oud-minister Poin- caré, verklaardo zich daar sterk tegen. Niettemin werd het artikel aangenomen. Het tweede lid van het artikelbepalende dat de winst der conversie gereserveerd moest worden voor de landei genaars en de landbouwers die zelf hun eigendommen bebouwen, word met 403 tegen 70 stemmen aangenomen. De minister van financiën stelde de kabinets-kwestie. De minister-president verlangde dat de Kamer al deze voorstellen zou afwijzen en waarschuwde datals de Kamer anders handelde de regeering de verantwoorde lijkheid niet kon aanvaarden. Jaurès kwam togen deze verklaring der regeering op. Aan do ministeriëele tafel verdrong men elkaar; de Kamer was zeer opgewonden. Het voorstel-Jaurèsin zijn geheel in stemming g bracht, werd met 306 tegen 206 stemmen verworpen. Een nieuw aanhangsel door den socialist Groussier voorgesteld, werd met 495 tegen 1 stem verworpen. Vervolgens werd het conversie-ontwerp in zijn geheel aangenomen. ITALIË. Bij Terano in de buurt van Carrara is gevochten daarbij werden 8 gedood en vele gewond. OOSTEN StIJH-HBNGAttI JE. Den 15 is te Praag met gesloten deuren begonnen de behandeling vau het rechtsgeding tegen de leden der Omladine. De akte van beschuldiging telde 326 bladzijden: het aantal beschul digden bedraagt 76, meerendeels studenten, arbeiders, dagbladschrijvers van 17 tot 23 jarenoud. Honderd getui gen waren gedagvaard. Uit de akte van beschuldiging blijkt o. a., dat Mrva werkelijk een spion geweest is en alles aan de politie verraden heeft. Hij heeft aan haar medegedeeld het ontstaan het doel en de inrichting der Veroeniging. Bij deze Vereeniging speelt het cijfer 5 de hoofdrol. AEBEENIUUE STATEN. Op den Delaware Lac- kawana Western-Spoorweg is den 15 des morgens nabij Jersey-City een sneltrein van Dover met een sneltrein van Orange in botsing gekomen, ten gevolge waarvan ongeveer tien personen gedood en 44 gewond werden. V. Telkenjare tegen H. Sylvesterdagverschijnt de Ca detten-Almanak die in dit jaar den zeventienden jaar gang beleeft. Men moet zich dezen Almanak niet voorstellen als een productdat in vorm of inhoud eenige verwantschap vertoont met den vermaarden Enkhuizer. Integendeel, het is een flink boekdeel in 8° van pl. m. 300 bladzijden waarvan de helft gewijd is aan hetgeen noodzakelijkerwijze in een almanak moot voorkomen en aan allerlei bijzonderheden, de Koninklijko Militaire Aca demie en hare bevolking betreffende. De andere helft be vat letterkundig mengelwerk in proza en poëzie, waarin toekomstige volgelingen van Brunings, Dommers, Lode wijk MulderChappuis e. a. reeds thans blijken geven van litterair talent. Tegenover het titelblad vindt men meestal het keurig portret vau een officier of leeraarin de pas verschenen almanak echter prijkt een piachtig portret onzer jeugdige Koningin. Het geheel is gevat in een sierlijken prachtband. Ziedaar dan den Cadetten-Almanak, die door en voor rekening van eene uit do cadetten gekozen commissie van redactie wordt uitgegeven. Het spreekt van zelf, dat in den loop van een jaar der commissie van redactie een groot aantal stukken groen en rijp, ter opname in den almanak wordt aange boden, en ook, dat de censuur, (in casu eene uit officieren en burgerleerareu gevormde commissie) wel eens genood zaakt is in bedenking te geven om een of ander stuk niet op te nemen. De bijdragen, welke plaatsing vinden, voldoen door deze regeling aan vrij hooge eiscben en die plaatsing zelve is voor den jeugdigen auteur niet zelden een spoorslag om zijne vrije uren meer en meer te besteden aan letterkundige studiën. Als zoodanig sticht de almanak veel nut, want litterair ontwikkelde officieren kunnen in vele momenten van het krijgsmansleven van grooten en gunstigen invloed zijn op hunne militaire omgeving. Zij zijn het', die door woord en schrift kunnen mede werken aan het voortleven van den echten krijgsmansgeest Door voordrachten, op huishoudelijke scholen of in uit spanningszalen te houden voor de militairen, kunnen zij het kazerneleven veraangenamen en tevens opwekken tot het navolgen der voorbeelden van moed en zelfopoffering van kameraadschap en trouw, waaraan de krijgsgeschie denis zoo rijk is. De eentonigheid van het leven in kamp of bivak wordt gebroken, wanneer onder de officieren elemen ten worden gevonden, die gezellige soirees litteraires et scien tifiques knnuen in 't leven roepen,welke avondjes, doorge bracht in de ruw-houten cantines van 't Rijensche of Milligensche kamp, nog jaren later het glanspunt vormen in de herinnering aan het kampleven, dat overigens zoo vol ontberingen is. Rijker dan anderen ook is de letterkundig ontwikkelde aan geestige anecdotes en aardige vertellin gen, net zont der maaltijden, de verdrijver der verveling bij wacht- of bivakvuur. Trouwens, wie maar eenigszins bekend is met den eigenaardigen werkkring van den officier, die zijne taak met lust en toewijding vervult, zal met ons overtuigd zijn van het groote gewicht eener voldoende letterkundige ontwikkeling. Boreikt de officier daarin eene hoogte, die hem rang geeft van erkend auteur, dan dreigt hem echter groot evaar, niet hot minst in den tijd, dien wij beleven, want dan zal hij zich moeielijk kunnen ontworstelen aan den invloed van den tijdgeest, die sociale (niet te verwarren met «socialistische") romans vraagt, en novellen, welke zich bewogen op maatschappelijk terrein. Spoedig volgt in zulk geval eene botsing met hooger ge plaatste chefs met den minister soms, en uit dien „choc des opinions" wordt meeBtal voor den betrokken auteur niet heel veel goeds geboren. Wee b.v. den offi cier, die in den trant der bekende «Stokvischorders het wagen zou sommige militaire voorschriften te kri- tiseeron. En of wijlen de heer Brunings wel veel genoe gen heeft beleefd van zijne geestige notulen der Lummel- oordsche schutterij indertijd in den Tijdspiegel opgeno men, meenen wij met grond te mogen betwijfelen. Zou hij een voorgevoel hebben gehad, dat het een afscheid voor altijd was, ofzou hij 't misschien zelf zoo gewild hebben?!O, indien dat zoo ware! Dat zou al te verschrikkelijk zijn! Zoo goweldig deed haar deze laatste gedachte ontstellendat zij opeensbuiten zich zeiven van droefheid, en zonder er aan te denken, dat zij niet alleen was, beide handen voor het gelaat sloeg on in eenen stroom van bittere tranen uitbrak. Ook de beide anderen waren innig diep bewogen en sloegen met hartelijke belangstelling eenen deelneraenden blik op het diep bedroefde jonge meisje. «Siegfried dood zei de abdis nauw hoorbaar en als tot zich zelf sprekende. «Die fiere jongeling, in den frisschen bloei van kracht en jeugd en gezondheid!" En luider vroeg zij: «Vertel ons iets naders omtrent hemhoe en waar is de arme jongen gevallen?" «Zijn broeder Albrecht", verhaalde Bernhard, «had hem den hollen weg ingezonden, de vijandelijke ruiterij tegemoet, met het streng bevel, daar desnoods tot op den laatsten man stand te houden en geenon enkelen vijand door te laten. En woordelijk heeft Siegfried die order ten uitvoer gelegd't was trouwens eene opdracht, die de dappere jonge man volvoerdewaarvan iedereen van te voren wel voorspellen kon, dat geen enkel der ruiters zou terugkeeren." «En zulk een bevel kou Albrecht aan den jongste der broedersaan zijnen lieveling Siegfried geven riep de abdis in de hoogste verbazing uit. «Helaas, ik was niet tegenwoordig, toen het gebeurde, anders, bij God, het ware niet geschied 1" gaf Bernhard, met tranen in de oogen ten antwoord. De abdis wierp eenen langen nitvorschenden blik op den spreker en toen blijkbaar door eenen snellen ge dachtegang geleid, rustte haar oog gedurende eenige oogen- blikken met eene strenge uitdrukking op de wcenende -Oda. «Wanneer wilt gij hem ter ruste brengen?' vroeg zij eindelijk. «Overmorgen zullen wij hem begraven in het klooster Michaelstein," antwoordde Bernhard. «Wij drieën zullen er bij tegenwoordig zijn, niet waar sprak de abdis, zich tot de beide jonkvrouwen wendend. «Zeker," bevestigde Adelheid. Oda vergenoegde zich met een stom, toestemmend ge baar. Daarna dankte Bernhard de vrouwen voor hare deel neming en nam afscheid. Toen do graaf vertrokken was, zond Jutta hare twee medgezellen de kamer uitzij gaf voor alleen te willen zijn, om zich te bedenken over hetgeen haar thans tegen over den stedelijkeu raad te doen stond. Jutta was alleen. De treurige tijding, haar door Bern hard gebrachthad bij haar eene verwarring van denk beelden doen ontstaan, waaruit zich allengs een vreeselijk vermoeden ontspon, dat zij, hoe graag zij 't ook zou ge wild hebben niet van zich zetten kon. Plotseling had zich dat noodlottig denkbeeld in hare hersenen vastge zet met ware wanhoop had zij getracht het zoo ver mogelijk weg te worpen, want immers, het belaadde den eenigen man, dien zij ooit, en hartstochtelijk, bemind had, met eene vreeselijke schuld. Hoe gaarne zij ook geneigd was om veel toe te schrijven aan de onweerstaanbare macht van het noodlothoezeer zij ook overtuigd was dat soms het toeval zijn onverbiddelijk en vreeselijk spel met de menscben wist te spelen, ondanks alle wilskracht en oprecht gemeende neiging tot bet goede altijd too- verde de ijselijke, wreede werkelijkheid haar de verplet terende daadzaak voor oogen door don dood van Sieg fried had Oda de vrije beschikking over hare hand her kregen. Zon dan werkelijkom de hand voor zich zeiven te verkrijgendo eene broeder den anderen Neen, neen, neen,weg, weg, met zulk eene vreese lijke veronderstelling Maar als er nu toch eens iets waars was geweest in hetgeen zij in vroeger dagen gegist en gevreesd had als er tusschen Albrecht en Oda toch werkelijk eens eene wederkeerige noiging bestond, wat verhinderde die twee dan nu nog, om zich deze schikking van het noodlot of dit spel van een treurig toeval ten nutte te maken en met elkander den band te vlechten voor geheel hun vol gend leven? En als het haar nu gelukte, om Albrecht uit zijnen kerker te verlossen deed zij dat dan voor zich zelf of voor Oda? Door geene enkele belofte was hij aan haar gebonden dat wist zij zelf te goed zij kon onmogelijk weten ofin de gegeven omstandigheden zijne liefde voor haar sterk genoeg zou zijn, dat hij, ook zonder iets van dien aard zich aan haar zou houden en evenmin kon zij met eenige zekerheid zeggen, of Oda hem lief had en er op uit was om in plaats vau den jongste, den oudste der graven van Regenstein aan hare zegekar te binden. Zij nam zich stellig voor, hoe eer hoe beter te trachten het hart vau het jonge meisje te be proeven en zoo mogelijkte doorgronden en tot dat doel vormde zij een plan dathoe liefdeloos en wreed het ook ware, toch uitnemend geschikt zon wezen, om haar de zoo vurig verlangde zekerheid te versch'ffen. Om Albrechts invrijheidstelling te verkrijgen wiide zij alle geoorloofde en ongeoorloofde middelen en iedet offer van "welken aard ook, uitgezonderd hare eigen aan spraken op zijn persoon, in het werk stellen en zij nam zich stellig voor, om een en ander zóó in te richten, dat hij, bij ziju ontslag uit de gevangenis, do vaste overtuiging kreeg, dat hij zijn geluk aan haar en aan niemand anders had te danken. Met ongeduld verbeidde zij het bezoek van den burge meester, dien zij op dit uur bij zich ontboden had. Dezt liet zich echter lang wachten en eerst den derden dag verscheen hijin gezelsehap van den raadsheer Wernei Scheerenschmid. Op de vraag der abdis, onder welke voor waarden de raad geneigd zou bevonden worden zijnel gevangene de vrijheid te hergevengaf haar de dappen burgemeester ferm en ronduit ten antwoord: «Ondei geene enkele voorwaarde, mevrouw de abdis! De meer derheid der burgerij en ook verscheidene der leden val don raad eischen den dood des graven. En de overigen die des noods genegen zouden zijn, om hem het level te laten, verlangden minstens, dat hij tot levenslang gevangenschap zou worden veroordeeld, opdat de^stad ii het vervolg geen last meer van hem hebben zou." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 2