ic
I
Stadsberichten.
[te
b
r.
F
n
I
ia
er
fi
ei
F
h
p
(I
k
Q
j
Den 19 is te Schiedam overleden de predikant der
ned. herv. gemeente, ds. F. Haverschmidt, in vroegere
jaren predikant te Fondgnm en Helder, algemeen als
dichter bekend onder den naam van Piet Paaltjes.
Bovencarspel. 't Fanfarecorps »Crescendo" alhier,
gaf den 18 een welgeslaagd concert in het lokaal van den
heer C. Best.
Kgmoiid aan Zee. Met ingang van 1 Februari
is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkan
toor de heer M. W. van Bommelthans in gelijke
betrekking te Hattem.
Heiloo. Met de betrekking van adjunct-controleur
te 's-Gravenhage, is de heer jhr. W. C. de Jonge, ODt-
vanger alhier, tjjdelijk belast.
Helder. Tot kantonrechter-plaatsvervanger in het
kanton Helder is bij kon. besluit van den 18 benoemd, de heer
J. B. Coops, ontvanger der registratie en domeinen alhier.
Moordsclicrmer. Door de rederijkerskamer «Au-
rora" werd Donderdagden 18de tweede openbare
uitvoering gegeven. »De oude kassier' tooneelspel in 4
bedrijven van Rosier Faassen viel zeer in den smaak
van het flink opgekomen publiek. Zondag den 21, geeft
Aurora", in vereeniging met de zangvereeniging Vriend
schap", eene voorstelling met vrijen toegang voor de ge
huwden nit den werkenden stand en voor de dienstboden
der kunstlievende leden.
Schermerhor»Het grasgewas der dijkjes van
den polder «Mijzen den 17 alhier in het openbaar voor
één jaar verhunrd in het geheel f 2 minder opgebracht
dan het vorige jaar.
Schoorl. Evenals in vele andere plaatsen, wordt
ook te Groet van gemeentewege de werkeloosheid tegen
gegaan. Een zestiental arbeiders toch houdt zich da
lijks bezig met het verwerken van grond, waarvoor een
dagloon van 60 ets. wordt uitbetaald.
Ingekuild gras.
Allerwege hoort men de boeren roemen over de hoeda
nigheid en de hoeveelheid van het in den verloopen herfst
ingekuilde gras. Velen bevalt deze wijze van gras bewaren
voor den winter buitengewoon goed. Neemt men
aanmerkingdat het ingekuilde gras niet die kracht en
sterkte had als het Meigras, dan trekt het de aandacht,
dat het zoo strekzaam en gezond is. Kuilde men in het
vervolg Meigras in plaats van later gewas, dan zouden
de uitkomsten des te gunstiger zijn. Voor dezen winter
heeft men meer gras ingekuild in de omstreken van
Alkmaar dan in het Noorderkwartierwaar sommige
boeren hun vee wegens gebrek aan hooi des daags het land
insturen om het 's avonds weer op stal te halen.
Uolliorn. De Zuiderzee ligt thans weder geheel
open. De kustlichten worden echter nog niet ontstoken
omdat de haven nog geheel dicht ligt.
Op het Kolhornsche diep was dit jaar iets nieuws (ei
genlijk iets ouds) te zien, en wel eene ijsschuit. Bijna
een eeuw geleden toen de waterafvoer in Noordholland
zeer slecht was en do landerijen 's winters meestal onder
water stonden, werd met deze ijsschuit over de bevroren
vlakte gezeild, over een groot gedeelte van Noordholland
Bij gemis later van groote ijsvlakten geraakte de ijsschuit
in onbruik. Dit jaar echter werd de schuit uit zijn schuil
hoek gebaald en bleek nog hecht en sterk te zijn eene
nieuwe mast en zeilen werden er opgezet, en dagelijks ging
men zeilen wat zeer goed voldeed. Vooral den 16 was
de snelheid verbazend bestuurders waren bevaren schip
pers, maar noemden de snelheid toch dien dag duizeling
wekkend.
Wterlngerwaard. Aan de Nieuwe .Sluis werd
den 13 een geziu gerechtelijk uit een huis gezet. Tot op
heden den 20 staat de inboedel nog onder den blooten
hemel, terwijl de menscheu nu eens bij den een, dan bij
den ander onder dak zijn.
Warnenhuizen. De heeren gebr. Wilson, van
Hoornbekend door hunne goede voordracht, die o. a.
ook medewerkten bij de opvoering door de Hoornsche
Rederijkerskamertoen deze in Bilderdijk s wedstrijd te
Alkmaarden eersten prijs verwierf, zullen donderdag,
den 23, in het lokaal van den heer C. de Geus optreden
Een druk bezoek mag ongetwijfeld worden verwacht.
Oude Miedorp. Benoemd tot onderwijzeres mej
G. Billenkamp, Oldehorne.
Zijdewind. Benoemd tot onderwijzeres mej
A. de VriesGorredijk.
Spanbroek. Na eenige jaren wachtens heeft het
hie gevestigde departement der Maatschappij tot nut
van het algemeen weder eene volksvoordracht gegeven.
Het publiek dat vrij goed was opgekomenluisterde
blijkbaar met welgevallen naar de lezing van den heer
Scbolte, de opvoering van »de Werkstaking" en die van
«een Koffiepraatje."
Wadwaij. Op klaarlichten dag is uit de schuur
van den barbier H. eene aanzienlijke hoeveelheid kaas
schraapsel ontvreemd. Naar wij vernemen is de politie
de daders op het spoor.
Een talrijk publiek woonde donderdag, den 18, in
het lokaal Harmonie, de tweede abonnementsvoor
stelling bij, waarin het gezelschap van het Mederlandsch
Toonecl met buitengewoon succes opvoerde »Hot Tes
tament van Cesar Girodot". De hoofdpersoon in dit
grappige, oorspronkelijk fransche blijspel, werd weergegeven
door den heer Jacques de Boer, die metzeldzaam talent zich
van die moeielijke taak kweet. Een der erfgenamen van
een ouden zonderlingvan kindsbeen af zich achteruit
gezet achtende, steeds afhankelijk gebleven van beter
bedeelde bloedverwantenieder blijk van vrijgevigheid
van hunnen kant echter slechts mokkend aanvaardend
egoïst in merg en been, leverde hij eeu meesterlijk type.
Onverbeterlijk was hij vooralwaar hij in zijne ver
bijstering 'dat hem de erfenis was ontgaan zijne lang
verkropte woede over zijne geestelijke en maatschappelijke
minderheid aan zijne bloedverwanten koelt. Na dit
tooneel verwierf de heer de Boer zich dan ook eene
uitbarsting van toejuichingen als wij in lang niet hier
ter stede een tooneelkunstenaar hoorden ten deel vallen.
Als zijne echtgenoote stond hem ter zijde mevrouw
Chr. Stoetz een rolals voor haar geknipt. Haar ko
misch talent, gelukte het ook nu weder van deze figuur
een meesterstukje te maken. Zij was de waardige vrouw
van haren burgerlijken, kleinzieligen echtgenoot.
De zoon van dit merkwaardige echtpaar was een jong
advocaat, die op de parijsche boulevards geleerd had de
luston van het loven boven alles te stellen. Dat luchtige
personaadje gaf de heer Brondgeest zeer goed wéér. Hij
wist den komischen toon uitnemend te treffen.
Om dit drietal beweegt zich de handelingoveral
treedt het op den voorgrond.
De andere medespelenden kweten zich overigens evenzeer
good van hunne taak de heeren van Schoonhoven en
van Dommeleu, de Jong en van Zuijlen, zoowel als me
juffrouw de Vries en mevrouw Frenkel-Bouwmeest.er
Deze laatste had ditmaal geen veelbeteekende rol. Voor
hare groote kracht, het vertolken van vrouwelijk leven,
lijden en strijden, bood dit blijspel geen stof Wat wij echter
ook nu weder van haar zagen, deed ons verlangen, haar
wéér eens te zien optreden in haar volle element.
Het alleraardigste nastnkje »Met twee woorden werd
vlot gespeeld. Mejuffrouw Sophie de Vries was eene
lieve ingenue, die «met twee woorden" voortreffelijk de
kunst verstond hare gevoelens te openbaren tegenover
den knappen luitenantdie in den heer Brondgeest een
kranige vertolker vond.
Wij vestigen er do aandacht van belanghebbenden
opdat voor do voorstelling van het geestige blijspel
Buttiuger en Zoon," dat de rederijkerskamer Bflder
dijk op uitnoodiging van de commissie voor de volks
voordrachten woensdag den 24, in het lokaal Har
monie zal opvoeren ad 10 cents toegangskaarten zijn
te verkrijgen uitsluitend echter voor den wer
kenden stand van 12-2 uur, aan genoemd lokaal.
In »de Vergalde Valk" alhier zal vrijdag
den 26 te 11 uur de aanbesteding plaats hebben
van het maken onder leiding van den heer H. J. de
Vries van eene boerenplaats en verdere werken te
Koedijk, ten hehoeve van den heer S. Kramer, aldaar
Dinsdag, den 23, zal, des avonds te 12.15 (am
sterdamsche tijd) van Amsterdam een extra trein
rijden naar Alkmaar. Wij maken belangstellenden daarop
opmerkzaam.
Den 19 's avonds trad voor de leden van de af-
deeling Alkmaar van den Mederiandschen Prote
stantenbond op de heer C. de Hol van Oostwoud
Spreker schetste in aangenamen vorm en met boeiende
van Herrkestorf met Florencius zich daarbij aansloten.
De stoet werd besloten door ruiters en voetknechten in
volle wapenrusting.
Aldus droegen en geleidden zij den dooden jongen held
naar zijne laatste rustplaats, in den helderen zonneschijn,
door het in bont herfstkleed getooide woud, dat de te
vroeg gevallen jongelinggewapend met kruisboog en
jachtspeerhet argelooze wild vervolgend zoo tallooze
malen te voet doorkruisd of aan Oda's zijdein zoete
verliefde droomerijen doorwandeld had.
Aan de kromming van den weg stond de eerwaardige
abt van Micbaïlstein met zijne monnikenen door het
stille dal weergalmdein lang gerektestatige tonen
het gelui der kloosterklokken. De monniken stelden
zich nu aan het hoofd van deD trenrigen stoetonder
het aanheffen van hun plechtig doodeniieden geleidden
dien naar het klooster waar in eene der breede kruis
gewelven de geopende groeve het jeugdig lijk verbeidde.
Daar zetten do Regensteinsche ruiters hunnen somberen
last neder, de oude abt sprak een ernstig en hartelijk
woord en toen vertrouwden de diep geroerde dragers den
kostbaren last aan de gewijde groeveonder het plechtig
en ver klinkend koorgezang der vrome monniken.
Nu knielden alle aanwezigen eerbiedig neder om het
graf en na een kort gebed stonden allen op, om ruimte
te maken voor een paar werklieden van het klooster, die
met het sluiten van de grafkuil waren belast.
Dit oogenblik was voor de abdis de schoonste gelegen
heid om Oda op de proef te stellen. Als door eene
plotselinge ingeving geleid wendde zij zich op eens tot
het door smart en droefheid diep geschokte meisje en
op plechtigen bedaarden toondoch luid genoeg dat
alle omstanders hare woorden duidelijk konden verstaan
zeide zij: Gravin Oda, hetgeen wij allen weten, be
hoeven wij hier thans niet meer te verzwijgen. Meer dan
iemand onder hen die onzen dierbaren doode ter ruste
hebben gebrachthebt gij in dien edelen jongeling ver
loren. Wij allen namen aan dit graf afscheid van eenen
broeder en vriend gij echter hebt met hem uwe liefde
begraven. Zonder twijfel hebt gij reeds in uwe stille ge
beden den geliefde uwer ziel herdacht, doch thans meen
ik van u als plicht te kunnen vragen dat gij ons allen
den doode ter eeregetuige doet zijn van de oenmaal
door u afgelegde beloftedat gij nooit eenen anderen
man zoudt toebehooren ook zelfs thans nietnu hij van
en ons is heengegaan, wion uw hart en wiens hart
ten volle toebehoorde
Bij deze veelbeteekenende, dubbelzinnige woorden der
abdis was 't de arme Oda te moede, alsof zij eeneu steek
in het hart ontving en op 't hevigst verontwaardigd over
zooveel arglist, waarvau het meisje doel en strekking
maar al te duidelijk begreep voelde zij de begeerte in
zich opkomen om de schijnheilige spreekster den laatsten
wensch van Siegfrieddien hij haarbij het afscheid
op den slotberg te Quedlinburg als 't ware als zijn
nitersto wil had toevertrouwd openlijk en ten aanhoore
van allen in het aangezicht te slingeren. Doch eene
onbestemde vrees en een zeker onheilspellend voorgevoel
van het kwaad, dat zij daarmede stichten kon, gepaard
aan den veelbetoekenenden blik van Reginhilde dien zij
opving en die haar scheen te waarschuwen tegen hetgeen
zij op het punt stond te doenhield haar daarvan terug,
en de hand op den heftig zwoegenden boezem drukkende,
autwoordde zij met trillende stem »Wat ik mij zelve
en deu overledene plechtig heb beloofd dat wete alleen
God dat zal ook niemand weten dan Hij 1"
Maar daarmede stelde de jaloersche en trotsche vrouw
zich geenszins tevreden. Alleen gehoor geveude aan de
krachtige stem der ijverzuchtwelke op dit oogenblik
al hare betere gevoelens overheerschtesprak zij met
aandrang: »Wat Gode welgevallig is, dat moet 't ook
aan ons menschen zijn, en waarom zouden wij niet weten
mogen welke gelofte gij beiden elkander hebt gedaan
wijdie u daarbij zoo gaarne hulp en troost willen
bied n
Wordt vervolgd.
voordracht in korte trekken het leven van den bemin-
nelijken geleerde uit de zestiende eeuwGalileo Galilei.
Hij teekende hem als ijverig zoeker naar de waarheid;
als strijder in den strijd dien ook nog velen in onze
zoogenaamd verlichte eeuw te strijden hebben tegen
clericalisme en obscurantismeten slotte als martelaar
voor zijn overtuiging.
Galileo Galilei werd 18 Februari 1564 te Florence
geboren. Zijn vader was een verarmd edelmau die voor
zijn zoon een toekomst van rijkdom droomde, waardoor
hij zijn verarmd geslacht weer in eere zou herstellen
met dat doel bestemde hij hem voor den handel. De
jonge Galilei had echter niets geen roeping voor het
droge groepeeren van cijfers en wenschte vurig te mogen
studeeren, het liefst in de natuurkunde. Zijn vader stond
hem eindelijk zijn verlangen toedoch op voorwaarde
dat hij zou studeeren in de geneeskunde omdat men
dat vak in die dagen ook veel geld kon verdienen.
Hij begaf zich op jeugdigen leeftijd als student naar
Pisadoch bracht het niet ver in de geneeskundige
studiën. De wis- en natuurkunde trok hem veel meer
getuige dat merkwaardige woord »ik zou mij
gaarno in een donkeren kerker laten opsluiten indien
ik daardoor zekerheid kon krijgen omtrent den aard van
het licht". Hij had echter geen geld om ook in die
vakken les te nemen doch hij wist zichzelven te helpen.
Een beroemd wiskundige gaf les aan de pages van den
groothertog. Galilei sloop hem na, opende als het onder
wijs begonnen was zacht de deur luisterde daar aan
dachtig en profiteerde op die wijze meer van het gegeven
onderricht dan degenen voor wie het bestemd was.
Wellicht had men zijn vader geklaagd dat hij slecht de
lessen in de geneeskunde volgde, althans op zekeren dag
kwam de oude heer over en na een stormachtig onder
hond kreeg de jeugdige Galilei de vergunning over te
gaan tot zijn geliefde wis- en natuurkunde waarop hij
zich spoedig met allen ijver toelegde. Hij deed allerlei
ontdekkingen op natuurkundig gebied; alles wat van
dien aard van elders tot hem kwam, wekte in hooge
mate zijn belangstelling. Hij correspondeerde langen tijd
met Kepler over een hypothese van Copernicus, als zou
de aarde niet stilstaan. Reeds op twintigjarigen leeftijd
werd hij benoemd tot hoogleeraar te Pisa, waar hij drie
jaar vertoefde om in diezelfde eervolle betrekking naar
Padna te verhuizen, alwaar hij 16 jaar woonde. Daar
trof hem in 1591 het gerucht van eene ontdekking, te
Middelburgin ons landgedaan. Een brillenslijper,
Zacharias Jansen zat in zijn werkplaats omringd door
zijn kinderen die speelden met wat zij in handen kon
den krijgen. Op 6ens roept een knaapje verschrikt
«vader, het haantje van den toren komt naar beneden
De vader glimlacht ongeloovig, doch onderzoekt wat tot
dien uitroep aanleiding geeft en ziet dat het knaapje
toevallig door twee geslepen brilleglazenop eenigen
afstand van elkaar gehouden, gezien heelt en werkelijk
daardoor het haantje veel nader komt. Dat kinderspel
geeft aanleiding tot de ontdekking van deu verrekijker:
en met dat nieuwe instrument komt Galilei bij het be-
studeeren van hemel en aarde tot allerlei wat in botsing
komt met bestaande denkbeelden. Was hij maar in het
vrijzinnige Padua geblevendoch Cosmos II riep hem
naar den hoogleeraarstoel te Florence en daar begon al
spoedig de geestelijkheid op hem te letten en hem ver
dacht te maken bij de inquisitie. In die dagen kwam
hij tot de overtuiging, dat de veronderstelling van Coper
nicus juist was en de aarde werkelijk draaide. Hij
schreef daarover een samenspraak tusschen twee zijner
overleden vrienden en een zekeren Simplicio, die de
oude overtuiging handhaafde, doch door de anderen werd
afgemaakt. Zijn vriend, Paus Urbanus VIII, stond de
verspreiding van dat boek toe; ja, liet er zelfs een voor
rede voor schrijven. Dat boek was echter een doorn in
het oog der inquisitie, omdat de leer, dat de aarde
draait, in strijd is met een paar bijbelwoorden. Om hem
echter voor de inquisitie te kunnen brengen, moest men
den Paus ongunstig jegens hem stemmen. Men maakte
hem diets, dat Galilei hem (Drbanus VIII) bespottelijk
gemaakt had in den persoon van Simplicio. Daartoe
kocht men zelfs met veel geld den onwaardigen zoon
van Galilei, een lichtmis, een doorbrenger, om, teneinde
dezen een brief te doen onderteekenen waarin hij ver
klaarde dat zijn vader werkelijk met Simplicio Urbanus
VIII bedoeld had. De Paus liet zich daardoor overtuigen
en stond toe, dat Galilei in den winter van 1633 te
Romo in de gevangenis der inquisitie geworpen werd.
In den nacht van 20 Juni werd hij op de pijnbank
gefolterd, en 21 Juni trad de eerwaardige grijsaard in
een boetgewaad met gebonden handen, voor de geestelijke
rechtbank waar men hem dwong een geschrift te on
derteekenen waarin hij zijn boek herriep. De legende
verhaalt van hem, dat hij, na zijn naam geteekend te
hebben, mompelde: «en toch beweegt zij zich." Toen
werd hem het vonnis voorgelezen, dat hom verbande
naar zijn landgoed, en hem verbood Florence weer te
betreden. Van dat oogenblik was zijn verder leven jam
mervol, zijn eenige dochter stierf van smart over het
leed haar vader aangedaan. Hem zelf trof de vreeselijke
ramp dat hij blind werd toch wist hij gewillige schrij
vers te vinden voor de vele gedachten die zijn helder
brein bestormden zoodat hij ook in zijne blindheid ver
scheidene geschriften de wereld inzond. In weerwil van
al zijn ellende bleef hij steeds blijmoedig en vroom hij
stier! op 78jarigen leeftijd 8 Januari 1642. De inquisitie
verklaarde zich als erfgenaam zijner goederen, omdat hij
nog steeds haar gevangene heette. Een zijner vrienden
wist echter vóór zijn verscheiden zijne vele geschriften
in veiligheid te brengen en dus voor de wetenschap te
redden.
De heer ds. Kalff, voorzitter der afdeeling, dankte den
spreker dat hij den toehoorders het beeld voor den geest
had getooverd van dien sympathieken persoon, wiens
woord «de bijbel is door menschenhanden geschreven
en kan dus falen de natuur echter, is door Gods vin
geren gegrift en liegt nooit", bij ons ook instemming
vindt. Hij noemde Galilei een opwekkend voorbeeld voor
omdat hij bij groote natuurkennis toch innig vroom
ons,
bleef. En dat het" op vroomheid vooral aankomt
zeide de heer Kalff dat is de innige overtuiging van
de leden van den Protestantenbond.
Zondagden 22heeft voor de derde maalnu
voor verlaagden toegangsprijsin het lokaal Har
monie, eene uitvoering plaats van het dramatisch
zangspel „Meou", of de martelaren der Catacomben.