ft M N ederland. t - d: r. n ■S m pnl &oi itt >ti Is ai ia ÜI I*» er t< ei h a d k ,C V u 8UKVIK. De oud-Koning Milan ie een bezoek gaan brengen aan zijn zoon Alexander te Belgrado en werd door dezen ontvangen. Het ministerie heeft, nadat dit geschied was, bij monde van den minister van oorlog, generaal Groeic, zijn ont slag ingediend. Toen deze weigerde een andero reden voor dit ontslag op te geven dan het bezoek van Koning Milan, verklaarde de Koning, dat er geen sprake was van een plan om iets tegen de Staatsregeling te onder nemen. Hij hoopte integendeel, dat de tegenwoordigheid zijns vaders den toestand zon ophelderen. Latere berichten, te, Weenen uit Belgrado ontvangen, melden, dat de Koning het ontslag van het ministerie heeft aangenomen. Het gerncht dat de ond-Koniug Milan te Belgrado vermoord was, is niet bevestigd. Eerste Kamer. 8taatsbcgroo<lng voor 1894. Algemeene beschouwingen. In twee afdeelingen trad men in staatkundige beschouwingen. Zeer enkele loden oordeelden den toestand des lands onbevredigond en schrevon dit vooral toe aan het uitsluitend op den voor grond stellen der kiesrechtherziening, waar tegenover opgemerkt werd, dat het ministerie naar een vast werk plan heeft gehandeld en thans de oplossing van het kiesrechWraagstuk behoort te worden afgewacht. Daarbij werd de hoop uitgesproken, dat die herziening tot eene uitbreiding voor goed van de kiesbevoegdheid binnen de grondwettelijke grenzen moge leiden. Algemeene deel neming wekten de toestanden van werkloosheid in den lande. De verschillende middelen om daarin te voorzien werden besproken, de wjjze van ondersteuning voor de werkverschaffing uit 's Rijks kas in verschillenden zin beoordeeld, en daaromtrent omzichtigheid aan de regee ring aanbevolen. Onderscheidene leden laakten de zwakke, om niet te zeggen lijdelijke houding van de regeering tegenover allerlei uitspattingen, zoowel in vergaderingen als in geschriften. Ook de plaatselijke overheden doen volgens die meening niet genoeg om den eerbied voor het gezag te versterken. Sommigen zochten de oorzaak in onze wetten, in do onzekerheid betrekkelijk do verhouding tusschen de Rijks- en gemeente-politie en ongenoegzame bevoegdheid van de burgemeesters, enz. Eenige leden wilden ook de strafwetgeving tot beten geliug van opruiing verscherpt zien. Vrij algemeen werd aangedrongen op spoedige indiening van een wetsontwerp tot uitvoering van art. 187 der grondwet, betrekkelijk den staat van oorlog en beleg, nok in het belang eener strenge en krachtige handhaving der orde op de openbare straat, welke een groot aantal leden noodzakelijk achtte. Enkele leden klaagden over de onvoldoende behartiging der landbouwbelangen, wolk verwijt echter van andere zijde onverdiend werd geacht. In ééne afdeeling werden uitvoerige financiëele be schouwingen gehouden, waarbij uitvoerig besproken werd de teleurstelling, met de vermogensbelasting ondervonden. Nogmaals werd gewaarschuwd tegen uitzetting der gewone uitgaven en wilde men meer bepaald het subsidie stelsel niet te zeer uitgebreid zien, daarbij vooral lettende op de subsidiën voor tramwegen. Eindelijk werd op nieuw aangedrongen op zoo spoedig mogelijke herziening van het belastingstelsel voor de gemeenten. Hooge Colleges. Hierbij drongen eenige leden aan op spoedige vervulling van de vacature van directeur bij het Kabinet der Koningin. Buitenlandsche Zaken. Hulde brengende aan den ijver en do werkzaamheid van dezen minister, betoogde men de wenschelijkheid om nauwer verband te leggen tusschen den diplomatieken ou den consulairen dienst Overigens werden op verschillende punten inlichtingen gevraagd en stelden eenige leden de noodzakelijkheid in het licht, om niet alleen met België, maar ook met Duitsehland eene regeling te treffen betrekkelijk de be smettelijke veeziekten. Justitie. Er openbaarde zich verschil van gevoelen over de wijze, waarop deze minister aan wiens werk meester zijne levenslange gevaugenschapalgeheele onaf hankelijkheid van Quedlinbnrg van ,elk beschermheerschap hoe ook genaamd, onverwijlde slooping van alle grafelijke sterkten op het stedelijk gebied en het bouwen van twaalf torens rondom de stadbij onverhoopte weigering van deze drie voorwaarden echter zijnen dood. De abdis gn de vrienden van net geslacht Regenstoin vorderden zijne onmiddellijke invrijheidstelling tegen betaling van een losgeld, en ook Albrecht zelf weigerde beslist, over eenige andere voorwaarde dan deze laatste in onderhandeling te treden. Langdurig en hartstochtelijk werd er beraadslaagd Toen evenwel het vonnis geveld moest worden dewijl de zon ten ondergang neigdeen het bleekdat voor geene enkele der verschillende eischen eene voldoende meerderheid van stommen te behalen was, besliste de hertog als voorzitter en op eigen verantwoordelijkheid dat van de gevoerde besprekingen en de drie gestelde eischen ter veroordeelingeen uitvoerig en met redenen omkleed geschrift zou worden opgesteldhetgeen aan den keizer zou worden aangebodenmet het eerbiedig verzoek om diens hoog gewaardeerde beslissing in deze netelige rechtszaak. Toen verhief zich de abdis statig van haren zetel en sprak ernstig en met luide stem: »En ik zal 't zijn die naar den keizer gaatom de verlangde uitspraak van hem af te smeeken Staat mij die gunst toe, door luchtige en edele heerenDe graaf is m ij n be schermheer en dus aan mij hot recht en de plicht bovendien om te zijnen gunste te spreken 1 En dat ik de volle waarheid zeggen zaldat beloof ik u eerlijk en plechtig op mijne vorstelijke en vrouwelijke eer I" Zooals zij daar stond met fier opgericht hoofd als een beeld van vrouwelijken moed en schoonheid, als do eenige vrouw in dezen wijden kring van vorsten en graven terwijl zij met trotschen edelen oogopslag de vergadering rondzaghad er geen enkele den moedhaar dit verzoek te weigeren ofschoon er meer dan éen onder de talrijke aanwezigen was wien het geweldig hinderdedat de man tot wiens ondergang zij bij zich zeiven vast be zaamheid men overigens hulde bracht het stelsel van gedeeltelijke wetswijziging in toepassing bracht. Bij de bespreking van onderscheidene punten, die meest alle in de Tweede Kamer zijn behandeld, werd door vele leden o. a. op bespoediging in de berechting van straf zaken met klem aangedrongen, meer bepaaldelijk wat de kleine politiezaken b treft. Voorts werd ook hier de wenschelijkheid betoogd om den leeftijd, waarop kinderen strafrechterlijk vervolgd kunnen worden, te verhoogen en om een klein korps detectives op t9 richten. Voorts achtten vele leden het tot stand komen eener algemeene politie-regeling drin gend noodig. Uitbreiding van het personeel der recht banken voor civiele Kamers, speciaal te 's-Gravonhage, werd noodig geacht. Binnenlandsche Zaken. Eenige leden spraken het vertrouwen uit, dat ten aanzien van de lijkverbranding eene bevredigende oplossing spoedig worde voorgedragen. Men wenschte, dat de regeering zich den bedenkelijken toestand van het Ethnographisch Museum moge aantrek ken. De zorg van het middelbaar onderwijs voor meisjes werd door eenige leden den minister aanbevolen. Lotsverbetering van de onderwijzers werd noodig ge acht, om de toenemende ontevredenheid onder het onder wijzend personeel te keeren. Overigens werden verschil lende onderwijsbelangen in ééne afdeeling ter sprake ge bracht. Marine. Verscheidene leden achtten zich teleurgesteld door de vertraging in de verbetering van het materiëel der marine. Vele leden betuigden hunne ingenomenheid met de proef tot het samenstellen eener marine-reserve. Verscheidene leden achtten invoering van het stoom- vermogen bij het loodswezen zeer gewenscht. Financiën. Over de afschaffing van de tollen werd uitvoerig en in uiteenlooponden zin van gedachten ge wisseld. Voorts werd de verwachting uitgesproken dat de ge deeltelijke herziening van de personeele belasting spoedig zou worden ingediend Bij de nadere bespreking van de uitkomsten der ver mogensbelasting werd o. ainlichting gevraagd omtrent het opmerkelijk verschil van hot gemiddeld percentage bedrag in de onderscheidene provinciën. Vestingbegrootino. Hierbij werd door verschillende leden opgekomen tegen de uitgavon van het vesting stelsel alvorens de levende strijdkrachten zijn geregeld. Dit gevoelen vond op do bekende gronden tegenspraak, en evenzeer werden de bekende tegenstrijdige gevoelens ontwikkeld omtrent het kleinere of grootere plan voor de stelling van Amsterdam. Oorlog. Hoewel de gevoelens over 's ministers beleid uiteenliepen werden wederom de bekonde gevoelens ont wikkeld omtrent het eindcijfer der begrootingde ver houding daarvan tot de draagkracht der natie, omtrent do vraag in hoeverre de verdediging werkelijk wordt gebaat bij de uitgaven enz. Waterstaat. Door verscheidene leden werd hulde gebracht aau de veelzijdige werkzaamheid van den minister. De kwestie der tijdrekening besprekendebeklaagde men zich van verschillende zijden over de dubbele tijd rekening. Ten opzichte van de subsidiën voor tramwegen werd door onderscheidene leden alsnog verlangd eene afzon derlijke wotteljjko voordrachtwaarvan zij zelfs hunne stem over de begrooting afhankelijk stelden. Bij de bespreking der verschillende waterstaatsbelangen werd door eenige leden eene beslissing gevraagd omtrent do zaak der landaanwinning aan de Friesche Wadden en worden ook de belangen van de haven van Delfzijl in 's ministers zorg aanbevolen. Eenige leden speet hetdat de minister het denkbeeld opgeeft om in het noorden des lands lokaalspoorwegen te steunen aangezien de onvoldoende subsidiëeriug door de gemeenten niet van hunnen wil afhangt. Van verschillende zijden werden ernstige klachten ver nomen over het gebrek aan aansluiting in de binnen landsche dienstregeling der spoorwegen. Onder andere wenken behoort ook die tot het verkrijgbaar stellen van doorloopendo reisbiljetten op meer stations dan tot nu toe het geval is. sloten haddenzulk eene krachtige en verleidelijke voor spraak bij den keizer hebben zou. Ten slotte echter werd de abdis tot afgezante van het vorstengericht bij den keizer benoemd en daarmede was de zitting afgeloopeu Allen verlieten de aloude richtplaats en graaf Albrecht werd onder sterk geleide naar zijnen kerker teruggebracht Deze kerker was sedert lang niet meer de onderaardsche cel waarin men den graaf na zijne gevangennemiug had opgesloten maar een donker hok boven den grond waarvan de wanden zolder en vloer uit zware dennen delen bestonden vlak onder hot dak van het raadhuis gelegen ou niet grooter dan acht voet in het vierkant en zes voet hoog. Door een kleinmet ijzeren staven voorzien venstertje kwam er eenig zon- of maanlicht in de sombere gevangenis waartoe eene zeer lage met ijzer beslagen deur den toegang verleende. Het eenige hiis raad bestond uit een houten bank en tafeleene aarden kan met water terwijl eene zware ijzeren kotting in den muur vastgeklonken was voor het geval dat de gevangene een dergeljjk dwangmiddel mocht behoeven In dit bok en vastgemaakt aan deze ketting lag daar graaf Albrecht von Regenstoin de machtigste edelman en dapperste held in het geheele gouwbijna zonder licht en lucht, eenen geketenden leeuw gelijk. Toen hij den moeielijken tocht naar de gerechtplaats ondernemen moest kwam hem onwillekeurig het oogen blik in do gedachten toen hijvergezeld van Siegfried terugkwam van de schitterende feestelijkheid waarbij hij plechtig was beleend met den burcht en heerljjkboid Gers dorf, op welken tocht zijn trouw strijdros, bij de ge rechtplaats aangekomen plotseling schrikte en steigerde Hij had toen tot zijuen broeder gezegd »Geve God, dat nooit een Regensteiner als aangeklaagde onder deze oude linde behoeve te staan Daarna was hij naar het raad huis te Quedlinburg gereden daar had hij met de met ijzer bekleede vuist met kracht op de tafel geslagen en der verschrikte vergadering in ruwe bowoordingen toe gedonderd dat het zijn wil en bevel was dat dit on wettig bisschoppelijk scbijDgericht onverwijld zou worden opgeheven. Op een spoedige regeling van de kiesbevoegdheid der Kamers van koophandel werd aangedrongen. Zeer vele leden drongen er op aan dat de telephouen onder 's Rijks beheer zouden worden genomen. Bij de begrooting voor Suriname vertolkten vele leden hun gunstigen indruk omtrent bet regeeringsbeleid teu aanzien der koloniewaardoor het productief ver mogen toeneemt. Bij eenige leden rees de vraagof het niet op den weg der regeering ligt de exploitatie van het Lawa-ge- bied door directe bemoeiingen van regeeringswege te bespoedigen en te bevorderen. De personeele lx-laM in:;. Het toegezegde wetsontwerp tot wijziging van enkele artikelen van de wet op de personeele belasting en hot daarmede in verband staande ontwerp tot wijziging van de successiewet zijn door den minister van financiën bij de Tweede Kamer ingediend. Deze ontwerpen, welke uog niet in druk zijn rondgedeeld, hebben de strekking: wat het eerste betreft, in hoofdzaak om personen die wonin gen van betrekkelijk geringe huurwaarde bewonen, ver mindering van belasting toe te kennen, naar gelang van het aantal kinderen, welke vermindering in sommige gevallen klimt tot 60 pet. Het daaruit voor de schatkist voortvloeiende verlies wenscht de regeering te dekken (en daartoe strekt het tweedo ontwerp) door verhooging van het successierecht bij verervingen in do zijlinie. De minister maakt van deze gelegenheid gebruik, om de be staande successiewet nog in enkele opzichten te wijzigen. Den 21 werd te Winschoten oene vergadering ge houden van ongeveer 45 werkloozen en keienkloppers, waarop besloten werd voor het keieukloppen een daggeld te eischen van f 0,75werd dit niet toegestaandan zou het werk gestaakt worden. Te Nijmegen worden pogingen gedaan tot oprichting eener kookschool met drie cursussen één voor minver mogenden één voor dienstboden of toekomstige dienst boden en één voor dames. De heer mr. G. W. baron vau Dedem te Wage- uingen, heeft hooger beroep aangeteekend van het vonnis der arr. rechtbank te Arnhemwaarbij zijn eisch tot betaling eener schadevergoeding van 25000 ingesteld tegen den uitgever van de Nieuwe Wageningsche Cou rant, ontzegd is. In de afgeloopen week hebben zich te Rotterdam 48 nieuwe gevallen van pokken voorgedaan. De minister van waterstaat heeft den termijn voor oplevering der nieuwe schutsluis te Umuldenoor spronkelijk vastgesteld op 20 Februari a.s., vorlongd tot 1 October a.s. De bepalingdat de dópöthouders der posterijen ook andere brief kaartformulieron mogen verkoopen dan die van Rijkswege worden uitgegeven, wordt ingetrokken; tot 30 Juni o.k. mag met den verkoop der formulieren worden voortgegaan. De minister van binnenlandsche zaken heeft voor- loopig ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat: 1°. in 1894 tweemaal gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van het examen ter verkrijging der akte van bekwaamheid als onderwijzer of onderwijzeres, en dit examen voor de eerste maal zal aauvangen op 3 April e.k. en voor de tweede maal op nader te bepa len dag in October; 2°. in 1894 éénmaal gelegenheid zal En thans? Nu had hij zelf onder die linde gestaan, bedreigd mot dood of levenslauge gevangenschap, bedreigd door- en in de macht van dienzelfden raad, dien hij eer lang voor zich had zien sidderen. Hij, die gewend was om de heerlijke, zuivere berglucht in te ademen, zich vroolijk en vol levenslust to wiegen in den zadel op zijn edel strijdros en zich te verheugen in het geluid van den hoefslag zijner ruiters en in het wapengekletter zijner dappere volgelingen, hij moest trachten zich te gewennen aau het denkbeeld van opgsloten te zitten in eenen be dompten kerker, waarin hij nauwelijks vier schreden gaau kon en geen ander geluid vernam dan het rammelen van do ketenen, waaraan hij met een der beenen vastgeklonken was aan den muur. De cipier, die hem bewaakte, ver waardigde hem met geen enkel woord, wat hij ook mocht vragen of zeggen en geun ander levend wezen naderde ooit zijn cel en geen enkel der zijnen was het ooit ver gund hem te bezoeken of een woord van troost toe te spreken. Zelfs gedurende het vervoer naar- on zijne tegen woordigheid op de gerechtsplaats had geen der zijuen hem mogen naderen hij had, in zijne troostelooze eenzaam heid, niemand ter opbeuring dan zich zelveu. Wel hechtte hij nog aan het leven, wel lachte hom de vrijheid toe, maar het verlangen naar beide werd minder sterk bij do gedachte, dat 't daar ginds op zijn voorva derlijk slot ledig en eenzaam geworden was. Siegfried was dood en Oda had Regenstoin verlaten. Weliswaar had de dappere jongeling, in open, eerlijken strijd, een eerlijken krijgsmansdood gevonden, zooals Albrecht er zich geenon schoonoren kon wenscheu. Wat echter dit sterven voor hem zoo verschrikkelijk had gemaakt, dat waren de laatste woorden van den zieltogenden Siegtiied: Albrecht, nu sta ik n niet langer in don weg!'' Indien het waar was, dat Siegfried eenig vermoeden had gehad van Albrechts liefde voor Oda en Albrecbts geweten hem bleef verwijten, dat hij zijnen broeder op zettelijk eenen zekeren dood tegemoet had gezonden teneinde den weg tot Oda's hart vrij te krijgen dan dit voelde hij hoe langer hoe sterker zou bij geen rustig oogenblik moer kunnen doorbrengen, zijn geheele verder leven lang. Maar was dan zijn bevel, om de hom in den rug bedreigende vijandelijke ruiterij, zoolang mo gelijk op te honden, niet eene zeer juiste order geweest en volkomen gerechtvaardigd door de hachelijke omstan digheden van het oogenblik 1 Overwinning of nederlaag stond op het spel, waarbij het gebiedend noodzakelijk scheen, dat een der Regensteiner broeders, 't hadde dan Siegfried of een ander moge zijn, het leven laten m oe st en gelaten had. Even goed als Bock, die zich nooit ontzag, met zijne kleine schare trouwe volgelingen, levend nit den strijd waren teruggekomenhad immers ook Siegfried er het leven kunnen afbrengen, indien het noodlot het slechts gewild had 1 Maar toch, niettegenstaande dat alles, had Albrecht dat noodlottige bevel niet aan Sieg- iried mogen geven, niet alleen om den wille van zijnen jongsten broeder, zijnen lieveling, als ter wille van Oda. Wordt vervolgd* wo: en een I ziel daa kon woi leei 5jai nif het 189 In star 10- 164 afdc D gem n.l. Raa vier voor keni legd te k D dam Hoel die i tighi feest verg van eenif tot 1 leerl: getui de st beidt de p' ingel schei moge oude heer in d opeul de vi deren tuige zijne wezi^ van Flink nitge den toegej Dei diens na hr gegev noemi zaam heer Wie goed was e listen hunne wordt toekot vele sociali kondig zeiden eigen Göthe Lnthe: nood landsc wetboi dan a eigend de te; ander Knipei dat ki spreke Deze 1 listisct eindigt Cartha moest, met afgescb Van maakt, het ge bracht door t gezongi Den vereeui vergadi verslag telt, u. donatei bed roet batig beer d dr. Me bestuur 6. Niet geveen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 2