Buitenland. N ederland. die van den heer Hatou de la Gonpillère, lid van het Instituuteen warm patriotdie zeker deze reliek niet uit de handen zal geven, tenzij het mocht wezen om ze in een nationaal museum te plaatsen. De vrees echter dat eenmaal dit vaandel hefwelk getuige was van Frankrijk's meest beroemde dagenzou kunnen komen op eene openbare verkooping en dan in handen van vreemden vallengaf aanleiding tot fraaiezelfs ver hevene vaderlandslievende artikelen. Zulk eene reliek hoort ook niet in particnliere handen, doch veeleer moet zij eene waardige plaats innemen in het Hötel des In valides of in een ander Staatsmuseum. J. M. T. DEITiCHEAlVD. De Keizer heeft den 22 den vleugel-adjudant, graaf von Moltke, neef van den grooten veldheer, opgedragen een eigenhandig schrijven van hem te overhandigen aan prins Bismarck te Friedrichsrnh waarin hij den oud-Bijkskanselier geluk wenscht met zijn herstel van de influënza en wolk schrijven vergezeld ging van een flesch ouden wijn. Graaf von Moltko reed met prins Bismarck uit en gebruikte bij hem het middagmaal. Bismarck zal volgens het eene bericht den 27, den verjaardag van den Keizer, naar Berlijn komon, volgens het andere zal hij reeds den 26 komen. Rijksdag. Den 22 hebben de sociaal-democraten de regeering geïnterpelleerd over de werkloosheid, waarbij zij tevens het hardhandig optreden der politie te Berlijn tegenover de werkloozen op den 18 ter sprake brachten. De eerste spreker, Liebkuecht, betoogde, dat de regeering het spooksel der anarchie oproept om de sociaal-demo craten te bestrijden. Hij kwam er tegen op, dat men de sociaal-democratie en het anarchisme op één lijn stelt: tusschen deze twee bestaat een niet te overschrijden af grond, on waar het socialisme het overwicht hoeft, is geen anarchisme mogelijk. Daaraan schreef hij het toe, dat in Duitschland geen aanslagen gepleegd wordon zoo als in Frankrijk, waar volgens hem het anarchisme kunstmatig aangekweekt wordt. Wat overigens de werk loosheid betreft, die bestaat op de geheele wereld, dus wel een bewijs, dat de tegenwoordige burgerlijke maat schappij in merg en been krank is. Minister Bötticher antwoordde, dat de crisis slechts in enkele takken van nijverheid heerscht, maar dat zij niet van dien omvang is, dat het Rijk daardoor genoopt zou worden tot het nemen van bijzondere maatregelen. De loonen waren over het algemeen toegenomen, de toestand der werklieden was verbetei'd, het bedrag van de beleggin gen in de spaarkas nam voortdurend toe. Wat het optreden dor politie bij gelegenheid van het uiteendrijven oener vergadering op don 18 betrof kon hij verzekeren, dat bij de overheid geen enkele klacht daaromtrent was inge komen. De liberaal Richter gaf als zijne meaning te kennen, dat de Staat niets kan doen om de crisis te voorkomen. Bedel verklaarde, dat de burgerlijke maatschappij alleen de verantwoordelijkheid droog voor de crisis. De bour geoisie moest ten minste trachton de ellende te lenigen de ellende geheel wegnemen zou zij niet vermogen, want daartoe moest de maatschappij geheel anders ingericht worden De gebeuitenisseu van den 18 noemde hij het werk van ageDten, die ze uitlokten. Hij verlangde dat de po litie zich er toe zou bepalende orde en de rust te handhaven, en geen vergaderingen in de war zou sturen. Daarna werd de beraadslaging tot den volgenden dag verdaagd. FRANKRIJK. De minister van marine heeft strenge bevelen gezonden naar Toulon om alle werk lieden bij de marine, die anarchistische gevoelens ver kondigen onmiddellijk te ontslaan zonder op vroegere diensten of wat ook te letten. Graaf do Munde bekende vertegenwoordiger van het christelijk socialisme, is tot afgevaardigde gekozen voor het district Morlaix met 8026 togen 5750 stemmen. lEHVIU. Koning Alexander had den 21 een lang durig onderhoud met de aanvoerders der verschillende partijen bijgewoond door zijn vader (Koning Milan) en den 22 met eenige, achtereenvolgend door hem ontboden Staatslieden, die in aanmerking kwamen om een nienw Kabinet samen te stellen. De Koning verklaarde, dat hij, alvorens tot de vorming van een nieuw ministerie over te gaan, verlangde bekend te maken, dat hij niet langer kon voortgaan met aan de radicale partij de vrije hand te verleenen, daar de radi calen gedurende den laatsten tijd zich aan te groote fouten hadden schuldig gemaakt. Hij besprak de houding eenige der ministers en de aanvallen der radicale pers tegen de Kroon en betuigde tevens zijne afkeuring over de aan Oostenrijk in den weg gelegde handelsbe- zwaren die zelfs door Rusland waren gelaakt. In het bijzonder verklaarde hij zich voor het invoeren van be zuinigingen en hervorming der geldmiddelen. De leger- kwestie was van later orde, want over de verbetering der strijdkrachten kon niet zoo spoedig beslist worden, daar de radicalen zich steeds hadden verzet tegen de aanstel ling van een minister van oorlog, die, zonder eene staat kundige rol te spelen, in de eerste plaats voor de hervorming der strijdkrachten zorgde. De eischen door den Koning aan de radicale partij gesteld, kwamen in hoofdzaak hier op neer. Hij verlaugde hot recht om een minister van oorlog naar zijne keuze te kunnen benoemen, alsmede het onbeperkte recht tot benoeming der vertegenwoordigers van Servië in andere landen. Voorts, dat het rechtsgeding wegens hoogverraad, dat hangende is tegen de leden van het liberale ministerie- Avakoemowicgestaakt werd en dat de bepalingen herroepen werden waardoor aan Konirg Milan en Ko ningin Nathaliezijne oudershet verblijf in Servië wordt ontzegd. Ten slotte verklaarde hij nadrukkelijk dat hij geeue maatregelen zou nemen, strijdig met de grondwet des lands. De leiders der radicale partij ant woorddendat deze niet kon toestemmen in de door den Koning gestelde voorwaarden. Dientengevolge zijn de onderhandelingen met hen althans voorloopig afgebroken. De Skoopstina is voor onbepaalden tijd verdaagd. De benoeming van een nienw ministerie is spoedig te verwachten. IFAlfJE. De minister van buitenl. zaken hoeft bij circulaire aan Spanje's vertegenwoordigers in het buiten land kennis gegeven dat maarschalk Martinez Campos in opdracht heeft van Marokko een oorlogsschatting van f 18.000.000 te eischen. AEKEENICiUE STATE!*. Het Huis van afge vaardigden heeft bij de behandeling van het nieuwe out- werp-tarief, een amendement aangenomen waarbij ruwe en geraffineerde suiker op de lijst der van invoerrechten vrijgestelde artikelen geplaatst wordt. EtlïPTE. De Onder-Koning maakte op zijne reis langs den Nijl ongunstige aanmerkingen met betrekking tot den staat van het egyptische leger en de engel echo offi cieren, die er bevel over voeren en het gerucht, dat hij ten gevolge hiervan zijn bezoek aan de aangrenzende provincie afgebroken had, werd bevestigd. Deze aanmerkingen van den Onder-Koning werden door den heer Kitchener,^ aan voerder van het egyptische leger, die den Onder-Koning op zijn tocht langs den Nijl vergezelde, naar Caïro over gebracht De egyptische regeering, niets daarvan wetende, heeft den Onde'r-Koniue langs telegraphischen weg op heldering gevraagd. Het, gevolg van dion stap is ge weestdat de Onder-Koning bij dagorder hulde aan het leger heeft gebracht en dat de onder-minister van oorlog Ali-Galeb-pacha uit zijn ambt zal worden ontslagen. In 189-3 zijn te Haarlemmermeer geb. 629 over leden 240; de*bevolking klom van 15721 tot 15994. Tot dijkgraaf van den polder »do Uitgeester on Heems kerkerbroek" is herkozen de heer D. Meijer terwijl tot heemraden gekozen zijn de heeren Jb. Bus te Eitseest en W. Hoogerwerff te Heemskerk. Te Rotterdam i3 de majoor der politiedie ge schorst werd wegens het niet opvolgen van een hem bij brand gegeven bevel, teruggezet tot agent 3e klasse. De Ned. Centraal-Spoorwegmaatschappij heeft in 1893 ontvangen 960.715.03 tegen 941.614.40 in 1892. Den 18 heeft te Udenhouc een venter, die vroeger eenigen tijd in een krankzinnigengesticht verpleegd is geweest, op eene bejaarde vrouw een pistoolschot gelost, nadat zij een ontkennend antwoord had gegeven op zijne vraagof zij van hem geen briefje had ontvangen. De vrouw stortte doodelijk gewond in hot hoofd neer en de dader ging rnstig zijne waar venten, totdat hij door een marécbaus8ée aangehouden werd. Den 18 is in de veenkolonie Beets een 14-jarige jongen door het ijs gezakt en verdronken. Den 19 bewogen zich meer dan 30 socialistische arbeiders langs den openbaren weg te Sjppemeer, bij de ingezetenen op lijsten en andere wijze gelden inzamelende voor de werkloozen. De samenscholing, welke hierdoor ontstond en waardoor de rust in de gemeente verstoord werdgaf den burgemeester aanleiding deu staat van beleg af te kondigen en alle samenscholingen bij de straat te verbieden. De gemeenteraad van Delft heeft den 19 besloteu, zich nogmaals tot Gedeputeerde Staten te wenden met het verzoek, de uitlegging der gemeeute-grenzen ter hand te nemen de Singels behooren voor een groot deel tot Hof van Delft en Vrijenban. De ruïne van Brederode is in 1893 bezocht door 1.8100 personon. Bij kon. besluit van den 22 zijn o. a. benoemd tot surnumerair bij de posterijen en telegraphie A H. Sou- tendijk te H a a r le m C. Eveublij te H e 1 d e r en J. Scholten te Enkhnizen. Ged. Staten van Gelderland hebben hunne goedkeu ring onthouden aan de onlangs door den gemeenteraad van Nijmegen gebrachte aanvulling in de algemeene politieverordening, n.l. het verbod tegen het verspreiden, venten of verkoopen van geschreven of gedrukte stukken op de straten tusschen des ochtends 10 en des nachts 12 uren. Bij kon. besluit van den 22 is, met ingang van 1 Febr. a. s.: aan mr. J. H. Geertsema, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van cura toren der Rijksuniversiteit te Groningen, met dankbetui ging voor de diensten, door hom in die betrekking be wezen, en zijn in dat college benoemd tot voorzitter, het lid jhr. mr. P. J. van Swinderen tot leden, mr. C. C. Geertsema, commissaris der Koningin in de provincie Groningen, en jhr. mr. J. Remees van Iddekinge, rechter in de arr.- rechtbank te Groningen. Te Leeuwarden is ingebroken in een aanzienlijk huis op de Willemskade, zuidzijde, waarvan de bewoners te Davos verblijven. Het vinden van eenige flessehen in het plantsoen bij het station door schippersjongens, bracht op het vermoeden, dat een op het stationsterrein in be schonken toestand gevonden 18jarige smidsjongen daaraan schuldig zou zijn. Bij onderzoek bleekdit dit ver moeden juist was en dat hij met nog twee jongens dien diefstal begaan had. Te Assen was een maand na den moord in het Asserbosch een oppassend werkman aan den kazernebouw aldaar spoorloos verdwenen op den avond van een feest, den werklieden aangeboden door de aannemers. Thans is het lijk gevonden drijvende in de Hoofd vaart onder Smilde. Waarschijnlijk is een ongeluk gebeurd Te Leiden is de opvoering van De geheimen van Meerbosch" door den bnrgemoester verboden en U Zutfen heeft de directie van de Groote Sociëteit gewei gerd, de schouwburgzaal te verhuren ter vertooning vi dat stuk. Te Utrecht is een geval van hondsdolheid voorge komen. De gemeenteraad van Zwolle heeft een voorstel val twee ledenom het houden van openbare huizen van ontucht te verbieden, verworpen. De Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor wegen heeft in 1893 ontvangen f 18.245.288 tegei f 17.927.940 d. i. per dagmijl 32.35 tegen 30.91 in 1892. zij, zoolang de afwezigheid der abdis duurde, onverdroten al haar best, om Oda zoo lief en vriendelijk, als zij slechts kon, te behandelen. Ook de overige kloosterlingen, met inbegrip van Adelheid, kwamen het in zich zelf gekeerde en bedroefde meisje met de grootste vriendelijkheid te gemoet en eerbiedigden ten volle de diepe smartdie de jonge gravin moest gevoelen, nu de man, aan wieu, zooals zij zich verbeeldden, zij in 't geheim al de liefde van haar jonkvrouwelijk hart gewijd had zoo plotseling eeneu gewolddadigen dood gestorven was. Met centenaarslast drukte op Oda's ziel de treurige zekerheid dat Siegfried om harentwil den dood gezocht cn ook gevonden haden ontelbare malen vroeg zij zich in stilte af, of zij, door te veel vertrouwelijkheid, mis schien eene valsche hoop of verwachtingen in hem had opgewekt, welke, nadat zij gebleken waren, volkomen ijdel te zijn hem tot dien wanhopigen stap gebracht hadden Maar hare innige droefhoid gold inderdaad niet den gestorven maar veeleer den levenden vriend om onzeker lot zij voortdurend in den vreeselijksten wiens angst verkeerde. Zij kon er niot toe besluiten om haar overkropt hart te verlichten door het uit te storten aan den boezem van een harer mede-kloosterlingen, en Eilika was hoe trouw en aanhankelijk zij ook wezen mocht toch maar eene bediende en daarenboven een lichtzinnig, praatgraag ding bij wie haar diep geheim vermoedelijk niet in zekere handen was. Toch hielp die geheimhouding haar niet erg veel tegenovor de slimme Eilika. Het ver standige sluwe kamermeisje kwam or ook zonder eene directe mededeeling wel achter; en evonzeer als zij vroeger op den burcht Regenstein zich bereid en genegen betoond had om hare jonge meesteres behulpzaam te zijn in al lerlei ontmoetingen met Siegfriedzoo bleek zij thans evenzeer bereid te zijn om bij hare moesteres voor Al- brecht den weg te banen want aan zijne spoedige be vrijding uit zijne volgens haar schandélijk onrecht vaardige gevangenschap geloofde zij met onwankelbaar vertrouwenhetgeeu bovendien nog deze goede zijde had) dat eene dergelijkedagelijks tegenover hare meesteres uitgesproken overtuiging, deze langzamerhand een zeker vertrouwen in de gegrondheid er van inboezemde. Haar beste bondgenoot bij deze nieuwe huwelijksplannen door het oubezorgde kamermeisje maar al te juist doorzien en goraden, zou wederom haar trouwe ridder met de lange krijgshaftige snorren zijn. Bock van Sehlanstedt had zich, met het doel om zoo dicht mogelijk in de nabijheid te blijven van zijnen ge vangen heer, bij de eerwaarde monnikeu van Sint Wiperti ingekwartierd on in dien tnsschentijd eene geregelde briefwisseling met de beminnelijke Eilika onderhonden. De handige kamenier toonde zich in alle opzichten ge nogen om deu steeds meer en meer verliefd wordenden riddor tegemoet te komen en door menig teeder rendez vous dat zij hem had toegestaan had zij daarvan een doorslaand bewijs geleverd want met dieu dommen 1- lo- rencius kon 't toch niets worden dat had zij reeds lang gezien die man moonde zij achtte zich eigenlijk veel te voornaam voor haar. Nu, 't was Eilika hetzelfde; ridder Bock was haar even goed. Bock daarentegen had eono hartelijke vriendschap ge sloten met deu stadsschrijver die weliswaar haren oor sprong vond in eone wederkeerigo genegenheiddoch waarbij Bock evenwel bovendien een bijzonder oogmerk had. De vroolijke Florencius was namelijk in de stad ook algemeen gezien en geacht en mocht zich in waar heid er op beroemen in alle kringen der burgerij be gunstigers en goedo vrienden te bezitten. Om die reden had Bock hem reeds herhaalde malen gepolst over de mogelijkheid om een enkele maal toegang te verkrijgen tot zijnen heer, dien de trouwe kerel zoo gaarne eens zon wederzien en spreken en t6n slotte had hij het inderdaad tonmiuste zóóvor weten te brengendat Florencius hem de belofte deed zijn uiterste bost te zullen doenom den wensch des braven ridders te vervullen. Toen nu Eilika haren onvermoeideu aanbidder deelge noot maakte van de belangrijke ontdekking welke zij met betrekking tot de gemoedsgesteldheid harer meeste res gedaan had zeide zij hem weliswaar niets dat hij niet reeds langer en veel beter wist dan Eilikamaar toch vernam de weinig spraakzame trouwe dienaar met groote vreugde ook van dezen kantde bevestiging va datgenewat de arme Siegfried hem in zijne laatstr levensure had toevertrouwd. Toen derhalve Eilika aan hare meesteres eenige 1 kon geven, dat, door bemiddeling van den stichtschrijver het misschien aan Bock gelukken zouzijnen meester tl zien en te spreken lag het voor de hand dat gravi: Oda ten zeerste met deze tijding ingenomen was, temeer daar zij daarop met eenigen grond de hoop bouwde, door riddor Bock eindelijk iets naders omtrent den bemindei man te vernemen en eenige nadere bijzonderheden 0 hooren aangaande do waarschijnlijkheid zijner bevrijdin uit den kerker. In dezen gemoedstoestand overhandigd zij hare kamenier eeu hoogst kostbaar met diamautei en edelgesteenten bezet versierselmet den uitdrukte lijken last aan Florencius, dat deze dit kostbaar kleinoot ten spoedigste te gelde maken zou ten einde genoegzaai van geld voorzien te zijn als 't er op aankwam doo omkoop en dergelijke middeleu tot het gowenschte do< te geraken. Daarbij was het echter een eerste vereischte. om me de uiterste voorzichtigheid te werk te gaan. Florencit had dan ook veel tijd daartoe noodig, om met do wacM poston aan het raadhuis op eenigzins goeden voet t komen en toen hij ten langen leste zoover gekomen w# dat bij èn schildwacht èn cipier naar zijne hand ka zetten, keerde plotseling, zonder dat iemand er op vei dacht was en veel vroeger dan men verwachtte, de abdi van hare reis naar het keizerlijk hof terug Zij had gezegevierdhaar spel was gewonnen. Hl loon van haren moedigen pelgrimstocht was de vrijhei van graaf Albrecht. Na veel praten, smeeken en vleien had zij den keiK de belofte weten af te persen, waarbij de graaf uit zij'1 gevangenschap ontslagen zon wordon, onder voorwaat dat hij zich onderwierp aan eenige bepalingen, verfl in eenen eigenhandig door Zijne Keizerlijke Majesteit? schreven brief aan den raad der stad Quedliubutj welke aan de abdis ter bezorging was medegegeven. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 2