DE ROOFRIDDER.
No. 13.
Zes en Negentigste if a ar gang
1894.
WOENSDAG
31 J A N U A RI.
Rijmen en Sprookjes.
FEUILLETON.
En waarom zonden ze dat niet doen
Ze leven er van hun renten.
ALKMAARSCIIE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag., Donderdag, en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,SOfranco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,06.
Telefoonnummer: 3.
Pr|fs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Schijnbaar onbelangrijke zaken kunnen toch belangrijk
zijn en wat kinderachtig s c h ij n tbehoeft het nog niet
te wezen.
Wij allen herinneren ons rijmen nit onze jeugd. Zij
vervulden een belangrijke rol in ons kinderleven. Of wij
begrepen wat wij zongen daarom bekreunden wij ons
nieten mogen wij n n al eens lachen om die dwaze
wartaal dat ueetut niet wegdat allerlei aangename
herinneriugen bij ons worden wakker geroepen als iets
ons die onde kinderrijmen weer in de gedachten brengt.
Alleen ter wille van die frisscbe herinneringen aan
de jeugd zou dus het opteekeneu en verzamelen onzer
rijmen reeds de moeite loonen. Maar het heeft ook een
ander nnt. Daar zij een schat van bouwstoffen voor de
kennis van het volksleven bevatten zijn zij ook van
belang voor de wotenschap.
Wij vinden vele onzer rijmen woordelijk terug in an
dere landen. Het raadsel
Hooger dan een buis,
Kleiner dan een rnnis
En toch kan het de kerkedenr niet in.
(antw. een ster)
is b.v. ook bekend in Noorwegen en het engelsche van
'Humpty-dnmpty sate on a wall" komt geheel overeen
met ons
Hnmmeltje-tummeltje zat op den bank
Hummeltje-tummeltje viel van den bank.
Daar is in Holland geeu timmerman
Die Hnmmeltje-tummeltje weer maken kan.
(antw. 'een ei.)
Dit wijst das op een ond verband tnsschen de rijmen
der verschillende streken. En werkelijk zijn vele dier
rijmen zeer ond en hadden zij vroeger een diepe betee-
kenis. Zoo schuilen er in de rijmen die handelen over
«Anna met de lappen", allerlei herinneringen aan de
heidensche begrippen onzer Germaansche vooronders.
Een, twee, drie, vier, vijfzes, zeven.,
AnDa met de lappen kwam mij tegen.
Anna mot de lappen had een kind
Dat was geboren midden in den wind.
Zij zette het op een paaltje
Toen leek bet wel een aaltje
en wat, er verder volgt, bernst op mythologischen grond
slag evengoed als
Hier heb joden sleutel van de monnikenpoort,
Breng hem zonder lachen voort.
Daar leit een schuitje
Dat is beladen met iespele kriespele kras-
[pele krul.
R O JU A A
VAN
JULIUS WOLFF.
Naar het hoogdaitsch.
77) -o-
H j beloofde den volgeudon avond op doze zelfde plaats
haar het antwoord van zijnen heer te zullen brengen en
aanvaardde, door den stiftschrijver vergezeld, zijnen hei-
melij ken tocht.
Zoo zorgvuldig mogelijk had Florencius alles voorbereid,
winder eenig ongeval smokkelde hij den ridder de stad
binnen, verbergde hem, tot de nacht aanbrak, in het hnis
'au eenen vertrouwden vriend en geleidde hem toen, met
behnlp van de omgekochte wachters, door een zijpoortje
'an het raadhnis, naar den kerker des graven, waar hij
hen tronwen dienaar onmiddelijk met zijnen gevangen
heer alleen liet. Bock plaatste zich aan de buitenzijde
en de graaf aan den binnenkant van eene met zware
jzeren staven voorziene opening in den stevigen ijzeren
traliekooï en zoo konden zj met elkander spreken.
Graaf Albrecht, in bljde verrassing over het onver
wachte wederzien van zijnen trouwen dienaar, vernam
hen groet en de smeekbede van Oda met groote aandoe
ning- Zij is das niet ifcos op n, zj haat en verafschuwt
n derhalve niet! dacht hij, terwjl hj, met tranen in de
n°gen, het kostbaar kleiuood, dat zj hem zond, aan de
hppen drnkte.
'Dat goede, lieve kind!" zei hj bewogen, «zj verlangt,
Jat ik mjn leven redden en mjne vrjheid koopen zal
n koste van ongehoorde beloften en de inwilliging der
nnbeschaamdste eiscben maar z j heeft er geen begrip van,
°®veel mj dat kosten zal Neen die vernedering, die
'sroot,moediging is te groot en het loon te gering."
'Heer graaf," sprak Bock, «hondt het uwen trouwen
'knecht, die u met ljf en ziel is toegedaan, ten goede,
Weer andere rjmen geven ons een voorstelling van
oude gebruiken of wjzen op historische feiten en leeren
ons wat omtrent kleeding en levenswjze van vroeger.
Om op het belang onzer rjmen te wjzen verhaalde
ik een en ander over hun oorsprong on beteekenis in een
opstel in De Gids van October en November j.L, dat
thans ook als afzonderijk boekje »Ouze Rjmen" uitge
geven is bj Sjthoff, te Leiden en waarnaar ik belang
stellenden dus verwjs. Het dient tot toelichting van
mjn voornemen om onze rjmen te verzamelen en in een
nederlandsch rjmenboek te voreenigen, om ze zoodoende
voor den ondergang to bewaren. Dit, plan kan ochter
alleen slagen door de vriendeljke medewerking van zeer
velen en daarom doe ik een beroep op de bereidwillig
heid van ieder die zich nog rjmen, spelen en sprookjes
herinnertof die in de gelegenheid is ze in zjne om
geving te verzamelen. Het is hoog tijd dat ze opge
teekend worden over enkele jaren is wellicht veel ver
loren van wat nu nog bekend is. Ieder kan mj echter
behulpzaam zjn bij mjne poging om dat te voorkomen
en het zon m j zeer verheugen als er velen waren die
mj daarbj wilden helpen. Mon denke niet: »ik zal
het mjne maar niet opteekeneu want een ander zal het
wel reeds hebben opgegeven", want als ieder zoo dacht
dan gebeurde er nietsen hoe meerderen aan het op
schrjven gaan hoe beter. Vooral in de zuideljke en
oosteljke provinciën van ons land moet nog veel schui
len dat mj onbekend is gebleven en waarvan mede-
deeling dus zeer geweuscht is. Ook de kleinste bjdrage
is natnnrljk zeer welkom.
Wat ik verlang te weten is niet weinig. Vooreerst
verzoek ik mededeeling van wiegeliedjes en kinderdeuntjes,
van kinderspelen met de daarbj behoorende versjes, van
rjmpjes bij het schommelen (louteren) en wippen van
de verschillende manieren van knikkeren tollen krj-
gertje speleu enz. met de plaatseljke benamingen daar
van van scheldrjmen op plaatsen en personen als
Molenaar korendief
Groote zakken heb je lier',
en
Te Langedjk
Daar zjn ze rjk
Daar eten ze gort met krenten.
Verder raadsels en leugenrjmeu versjes op den ooievaar,
op den koekoek op het Lievenheershaantjeop den
vlinder en andere dieren. Wat voor rjmen gebrnikt,
men bj het weg laten springen van appelpitjes bj het
maken van Meiflaitjes en andere spelletjes met plauten
De wielewaal zingt
De wiewouw de wiewouw
Die trouwt een arme weduwvrouw.
Hoe verklaart men de andere dierengeluidenals het
gezang van de zwaluw het roepen van de kerkuilhet
maar dat is geene verstandige taal. Eéue enkele neder
laag tegenover zooveel krjgseer, zoovele overwinningen,
als door u behaald, wat beteekent dat Niet alleen
gravin Oda, wij allen smeeken u: geef toe! Komaan,
geen moed verloren! Tracht u in hei onvermijdel jke te'
schikken ^tjg weder te paard en ga ons weder voor
als weleer in het veld wj allen volgen u, waarheen gj
ook wilt trekken en 't zal aan ons niet liggen, indien
wj in korten tjd niet weder den kleinen smet uitwis-
schen, die thans nwe banier ontsiert-, maar die dan bijken
zal te klein en te gering te wezen, om eenen bljveuden
vlek er op te vormen."
Het gaat niet, Bock het kan waarachtig niet," gaf
de graaf somber ten antwoord, »het noodlot heeft mj
mijnen verderen levensweg al te duidelijk afgebakend
mjn schild is gevallen, mjn zwaard gebroken."
»Dan smeedt gj n oen nienw, heer graaf viel Bock
met hartstoehteljke levendigheid hierop in. »Wat moet
er van nw graafschap worden, wat van nw edel, door
luchtig hnis, indien gj aan het hoofd er van ontbreekt
Regonstein ziet reikhalzend de terugkomst van haren
heer te gemoet."
»Op Regenstein is het eenzaam en stil geworden, Bock.
Op hare rotsen gedjt geen gelnk meer."
Wie weet, heer graaf!'' zei Bock, en zjne stem, boe-
wel gedempt, zooveel als ter plaatse noodzakelijk was,
klonk als een van verre komend hoorngeschal«Misschien'
breng ik u heden een geluk aan, dat het behoud van
leven en vrjheid wel waardig is."
De graaf gaf geen antwoord. Alleen loosde hj eenen
diepen zacht, toen Bock vervolgde »Hcer Graaf, ik heb
u nog eene boodschap over te brengen vangraaf
Siegfried."
«Van Siegfried?" herhaalde de graaf verwonderd. «De
goede jongen is in mjne armen gestorven hoe kunt gij
dus eene boodschap van hem hebben gekregen
Omdat gj die eerst na zjnou dood vernemen mocht;
uitdrukkelijk heeft hj mj bevolen het alleen aan u zei
ven te zeggen, toen ik hem, zwaar gewond, in den hollen
weg op het mollige gras eene zachte rustplaats gaf. Dien
dag heb ik n toen verder niet gezien en niet kunnen
geblaf van den hond Welke Sinter-Maarten- en Drie
koningenliedjes kent men Hoe luiden de liederen die
bj den rommelpot (foekepot) worden gezongenen welke
gebruiken heeft men omtrent Pinksteren Wie kent be
zweringsformulieren als
Moeder Maria ging over den berg.
Ze nam een tak van den Heiligen boom,
Ze wierp 'ein over haar hoofd in den stroom.
Kwik door dit, kwik door dat,
Vlieg door aderen, zenuwen, pezen.
Ik hoop, dat mot Gods hnlp dit beest zal.
[genezen.
of
Koorts, koorts, ik ben niet thuis,
Ga maar naar een ander hnis
Wat zingt men bj het heien, het weven, het karnen,
het spinnen En wie deelt m j een en ander mede over
gebruiken bj het inhalen van den oogst, bij het maaien
en dorschen van het korenbj het binnenbrengen van
het laatste voer hooi, enz.? Vooral die landbonwgebrui-
ken zjn vaak overoud eu zeer belangrijk, en er is in
ons land nog veel te weinig van opgeteekend.
Eindeljk zou ik ook gaarne sprookjes en spookhistories
ontvangen. Ik bedoel natuurl jk niet die, welke uit boeken
komen, maar de oude volksverhalen, die van mond tot
mond zjn overgeleverd en aldus tot ons zijn gekomen.
Er moeten er zoo nog velen voortleven, al is er nog maar
weinig 9 van geboekt. Zeer verspreid is b.v. het verbaal
van Jan en Mietje, die van vader voor welkomthnis"
een goud horloge en een roosje-vio'.et (of het krnisje-
fiblion) krijgeu. Jan vermoordt uit jaloerschheid zjn zusje
en begraaft haar in het bosch, maar oen stem, die nit
het graf komt, verraadt het gebeurde aan vader en aan
moeder. Ook is in ons land zeer bekend het sprookje van
Jau, die bij het mosterd halen tegen het verbod zjner
moeder over het glazen bruggetje gaat, en tot straf door
haar op het blok gelegd en in de soep gekookt wordt.
Hj vliegt dan als een vogel den schoorsteen nitmaar
keert terug met gescheukon voor vader eu zusje, eu een
molensteen voor zjn booze moeder. Nataurljk zjn vele
onzer sprookjes varianten van die, welke de Grimm's in
Dnitschland verzamelden. Al wat men mj van znlke
sprookjes kan mededeeleu zal zoer welkom zjn, ook al
zjn ze niet volledig. Het een kan wellicht het andere
aanvallen.
Men ziet dus, dat alles van mjne gading is en dat
ieder in staat is mij iets mede te deelen. Zeer zon het
mj nu verhengen, indien velen zoo vriendeljk wilden
zjn, mj door het zenden van bjdragen bj mjn om-
vangrjk werk te steunen. G. J. boekenoogen,
Leiden. Utt. docts.
De redactie van dit blad verklaart zich gaarne bereid,
desverlangd de beschikbare bjdragen aan den schrjver
optezendeu. Ieder, die kan, heipe den ijverigen verzame
laar bij zijnen belangwekkenden arbeid
spreken en dus moest ik de mededeeling van hetgeen
ik n uit zijnen naam te zeggon had wel uitstellen tot
op dit oogenblik."
Ach Bock!' zei Albrecht op doffen toon, »ik kan
wel raden wat het is. IIj heeft o gezegd, dat zjn oudste
broeder hem opzettelijk den dood tegemoet gezonden
heeft."
«Neen, neen, heer graaf," riep Bock met levendigheid
nit, «geheel anders luidt zijne boodschap. Dit moest ik
u zeggen Gravin Oda heeft aan Siegfried bekend, dat
zj niet hem, maar n, met hare gansche ziel lief had en
beminde."
In de jzeren traliekooi rammelde op dit oogenblik de
jzeren keten, als had de man, die haar droeg, eene forscbe
woeste beweging gemaakt. «Bock, Bock, wat zegt gj
daar?" klonk het met bevende stem nit het duistere
hok. «Weet gj wel, wat die woorden beteekenen, die
gj daar spreekt
«Woord voor woord, heer graaf!" verklaarde Bock met
overtuiging. «In zijne stervensnre heb ik onzen goeden
Siegfried moeton beloven, u dit geheim te zullen mede-
deelen, hetwelk gravin Oda hem onder tranen gesmeekt
had u niet met eigen mond te openbaren."
«Bock, goede, trouwe kerol, bedenk toch goed wat gj
mj zegtsprak de graaf en uit de duisternis des ker
kers klonk zjne manueljke stem als een roerend, innig
smeeken, «bedeuk u goed, voor gj mj iets zegt, dat
niet volkomen overeonkomstig de waarheid is
«Op mjne eer en mijn geweten, heer graaf," verklaarde
Bock met plechtigen ernst, «ik heb u de zuivere waar
heid gezegd; geen woord meer en geen woord minder
dan graaf Siegfried mj, kort vóór hj den laatsten adem
uitblies, mij verzocht u te zeggen."
«VA erkeijk^ Is dat waar? Kan ik daarop vertrouwen,
Bock O God o God z j heeft in j liefz j heeft
mij lieffluisterde du graaftot in het diepst zjuer
ziel verrukt en geroerd. «En ik, ik lig hier aan eene
ketting als een njdige gevaarlijke hond 1" riep hj in
eene plotselinge vlaag van razende woestheid uit. «Maak
open dit hok ik wil er nitLaat m j losik wil er
nitzoo schreeuwde en tierde h j in machtelooze