P
si
F"
Telegrafische Berichten.
In
'd
>t
1»
•a
F.
b
e
t.
T 1
h
:f
■e
'I
bh
ju
BI
>C
ui
r2
v.
U!
iti;
c
2
li
4
V
3
i,
geBteld: betere regeling der successie- en overgangsrechten.
Daarvan wordt echter niet meer verwacht dan ƒ1.350.000,
zoodat aan de benoodigde som nog 807.000 ontbreekt.
Deze som wil de minister vinden door oen verhooging
van den grondslag meubilair van 1 tot 1.15 pet. De mi
nister herhaalt ten slotte dat het zijn plicht blijftin
middels eene algemeene herziening der wet voor te be
reiden.
Onder wijzersjaarwedden.
De minister van binnenlandscbe zaken, erkennende de
gegrondheid van het in den laatsten tijd aan de regeering
kenbaar gemaakt verlangen dat voorschriften worden
gegeven tot verzekering eener billijko regeling der jaar
wedden van de onderwijzers bij het lager onderwijs, heeft
de tusschenkomst en medewerking van Gedep. Staten in
de onderscheidene provinciën ingeroepen ter bekoming van
opgaven omtrent die jaarweddon, wat betreft de onder
wijzers zoowel bij het openbaar als bij het bjjzondei
lager onderwijsten einde daardoor een maatstaf te be
komen om in dezen algemeene regelen vast te stellen.
Daartoe is eene reeks van vragen vastgesteld, die de ge
meentebesturen vóór 1 Mei aan Ged. Staten hebben to
beantwoorden, waarna de minister van die colleges alge
meene staten volgens een vastgesteld formulier, voor 1
Augustus inwacht, Die staten zijn bestemd voor1.
mannelijke en 2°. vrouwelijke hoofden van scholen l
onderwijzers en onderwijzeressen tot bijstand van het, hoofd
der school. De gemeenten worden daarbij verdeeld naar
eene bevolking van 50.000 zielen on meer20.000 tot
en met 49.999 10.000 tot en met 19.999 beneden 10.000.
Successierecht.
In verband met het wotsontwerp betrekkelijk de per-
soneele belasting heeft de minister van financiën ook
voorgedragen eene nadere regeling van het recht, van
successie en overgang bij overlijden, waarbij opgeheven
wordt het onderscheid tusschen nalatenschappen wegens
onroerend bezit van ingezetenen des Rijks en dio van
niet-ingezetenen zoodat vervalt het recht op den over
gang van effecten en rentegevende schuldvorderingen. In
verband hiermede wordt voorgesteld om in de nederda
lende rechte lijn te heffen 1 pet. met 50 opcenten dus
f 1.50. Voor effecten en rentegevende schuldvorderingen
zal dit eene verlaging zijn van ten minste 0.22
terwijl vermogen, dat op andere wijze is samengesteld
3lechts luttel meer zal hebben te betalen dan nu, en de
geheele belastingsom die aan successie en overgangsrecht
in de rechte nederdalende lijn geheven wordtzelfs on
geveer f 140.000 geringer zal worden Naar het hoogste
tarief zal het recht, aan hoofdsom en opcenten thans 10,5b
pet. bedragende, 16,50 worden. Voor de overige rechten
daarentegen worden de opcenten verhoogd van 38 op 5U.
Worden deze voorstellen aangenomen, zoo vervalt dus het
overgangsrecht No. 1 bedragendo x/4 Pct- in de r®c°t®
lijn en verder 2 pct. alles met 38 opconteu en wordt het
successierecht in hoofdsom van 1 pct. gelaten op 1 pct.;
van 3 pct. gelaten op 3 pct.; van 1 pct. gebracht op 6
pct van 6 pct. gebracht op 8 pct.; van 10 pct. gebracht
op 11 pct., alles met 50 opcenten.
Voorts wordt voorgesteld om het recht, van overgang
bij overlijden, geheven wordende van de door buitenlan
ders nagelaten, hier te lande gelegen, onroerende goede
ren, te verhoogen van; 1 pct. in de rechte lijn tot A /j
pct,; en verder van 5 pct. tot 6 pct., beiden met o0
opcenten. Daardoor klimt het recht van 1.38 en b.yo
tot 3.75 en 9 pct.
De verwachte vermeerdering voor de schatkist zal be
dragen voor het recht van successie en voor dat van
overgang bij elkaar, 1.487.000.
Daarbij kan nog een zeker bedrag worden gevoegd voor
de vermeerdering der opbrengst, welke het gevolg zal zijn
van a. de wijziging der bepalingen, betreffende de toe
lating van schulden in het passiefen b. de heffing der
hoogste rechten bij verervingen in de zijdlinie en verder
dan° den derden graad van welke vermeerdering eene
raming niet wel mogelijk is. f
De inwerkingtreding der beide wetsontwerpen (betref
fende het personeel en het, successierecht) wordt bepaald
op 1 Mei 1894,
's-GRAVENHAGE, 1 Febr.
EERSTE KAMER. Staatabegrooting.
De heer Lohman heeft wegens zijne vorkiezing tot lid
der 2e Kamer zijn ontslag ingediend als lid der le Kamer.
Aangenomen werd hoofdstuk binnenlandsche zaken na
oen kort debat en hoofdstuk marine zonder stemming.
Ook hoofdstuk finauciën werd aangenomen na de verze
kering van den minister, dat de toekomstige politiek
betreffende den suikeraccijns moet gericht zijn op ge
leidelijke afschaffing van de suikeipremie.
De leden der Eerste Kamer zijn den 31 des avonds
te half zes door de Koningin-Regentes ten gehoore ont
vangen.
Valsche Bankbiljetten
Aan het hollandsche spoorstation te 's-Gravenhage
werd den 30 een amsterdamsch jonkman aangehouden
F. Rempt genaamd, in wiens bezit voor ruim f 3000
aan valsch bankpapier werd gevonden. Deze persoon
had den 29 te Leiden bij den logementhouder Levedag
aan do Breestraaten later bij een juwelier aldaar bank
biljetten van f 300 ter wisseling aangeboden welke
later bleken nagemaakt te zijn. Beide Leidenaars achter
volgden hem die hun de biljetten in betaling had ge
geven en troffen hem in oen rijtuig op den weg naar
Voorschoten aan en later in den middag reisden zij
hem na tot 's-Gravenhagewaar hij in een voornaam
koffiehuis wederom trachtte een valsch biljet tegen goede
munt kwijt te raken hetgeen hem niet gelukte. Met
behulp en op aanwijzing van den koetsier die dén ver
dachte van Leiden naar Voorschoten had gereden, volgde
men hem uit bedoeld koffiehuis naar het holl. spoorsta
tion waar de inmiddels ontboden politie-agenten in de
eerste-klasse wachtkamer hem in hechtenis namen. Den
30 werd hij naar Amsterdam overgebracht. Te zijuen
woonhuize te Amsterdam werd eene huiszoeking gehou
den waarvan de uitslag geheim werd gehouden.
De miuister van justitie heeft op het adres van de
Vereening De Amsterdamsche Pers, bezwaren inhoudende
tegen het dagvaarden van verslaggevers als getuigen
voor de rechtbank ten antwoord ontvangen dat het
getuigenis van aanwezige onpartijdige en ontwikkelde
personendus ook van verslaggevers der bladen onver
mijdelijk is voor eene goede handhaving van wet en
gezag; dat evenwei, wanneer blijkt, dat de zaak tot
klaarheid kan komen zonder hunne verklaringende
verslaggevers van dagbladen niet noodoloos zullen worden
bemoelelijkt, en eindelijk dat, indien hun verhoor onver
mijdelijk blijkt, de justitie bij het bepalen der uren van
verhoor zooveel mogelijk rekening zal houden met hunne
overige werkzaamheden en die verhooren zal bepalen tot
het noodzakelijke.
De air. rechtbank te Maastricht heeft den 29 den
duivenlief hebber aldaar, die bij een duivenwedstrijd zich
van een nagemaakt stempel bediende om prijzen te win
nen, schuldig verklaard aan poging tot oplichting, vier
malen gepleegd, en veroordeeld tot zes weken gevange
nisstraf.
Den 29 is te 's-Gravenhage in den ouderdom van
94 jaren overleden de heer 0. T. van Meurs gepens.
luitenant-generaal en oud-minister van oorlog.
Don 30 is ten behoeve van den lokaalspoorweg
Sittard—Heerlen Herzogenrath aanbesteed het maken
van grond- en kunstwerkenhet leggen van spoorbaan
on wissels en het uitvoeren van eenige andere werken
ten behoeve van het Nederl. gedeelte lang ongeveer 27
mijlen geraamd op f 400,000. Laagste inschrijver de heer
G. A.' van Hattem te Sliedrecht voor f 379,000.
BSnkliuixen—Stavoren.
In den nacht vau den 29 op den 30 liep de haven
te Stavoren vol zwaar ijs, zoodat de stoomboot »I lies-
land" van den veerdienst te 8.01 's morgens niet kon
vertrekken. De «Groningen'' vertrok op tijd van Enk-
l huizen doch moest vooraan in den havenmond te Sta
voren de reizigers lossen waartoe planken over het
ijs werden gelegdom aan den wal te komom Langs
denzelfden weg moesten de reizigers van den trein weder
aan boord komen dat een oponthoud van 25 minuten
gaf. De sneltrein te Enkhuizen wachtte echter, en ver
trok te 11.35 in plaats van te 11.07.
Daar dus de «Friesland" te Stavoren opgesloten zat
vertrok ook de «Holland" van Enkhuizen, die eveneens
als de «Groningen" in den havenmond loste.
Bij dag en bij gunstig weder nu levert deze wijze
van handelen geen onoverkomelijk bezwaar het gevolg
is echter, dat de namiddag- en avonddiensten moeten
worden gestaakt,
Bij kon. besluit van den 25 is de heer R. L. Kroe-
senlaatstelijk vice-president van den Raad van Ne-
derlandsch Indie thans op wachtgeld op zijn verzoek,
gerekend van 31 Jan. a.s., oervol uit 's lands dienst
ontslagen met dankbetuiging voor de langdurige en
trouwe diensten, door hem aan den lande bewezen en
met toekenning van pensioen.
De arr. rechtbank te Groningen heeft den 26 den
door den heer H. R. Hemmes, ontslagen hoofdinspecteur
van politie aldaar, tegen de gemeeute Groningen inge-
stelden eisch tot uitbetaling zijner jaarwedde gedurende
den tijd, dat hij in genoemde betrekking geschorst was,
ten bedrage van ongeveer f 800 toegewezen en de ge
meente veroordeeld in de kosten.
Den 26 des avonds is onder de gemeente IJzendijke
brand ontstaan in de schuur van de hofstede in pacht
bij den landbouwer J. R. Brevetde schuur brandde
geheel af en 9 paarden en ongeveer 15 runderen kwamen
in de vlammen om.
Bij kon. besluit van den 29 is als blijk van goed
keuring en tevredenheid de bronzen medalje en een
loffelijk getuigschriftingosteld bij kon. besluit van 22
Sept. 1885 toegekend aan:
P. van Vliet kapt. der sleepboot Simson te lJmuideu,
en H. P. A. van de Vliet P. Zwart en J. Meijers
deel uitmakende van de bemanning der sleepbootwe
gens de redding van drie schipbreukelingen bij het ver
baan van het barkschip Hellas in de Noordzee op 21
Nov. 1893 H. J. Smeenk en J. Griffioen beiden vis-
schers te Diemenwegens redding van do opvarenden
van een in zinkenden staat verkeerend schip op de Zui
derzee op 19 Nov. 1893.
Bij kon. besluit van den 30 is benoemd tot voor
zitter van de Algemeene Rekenkamer van Nederl. Indie,
de heer 11. M. H. Heuveldop, laatstelijk tijdelijk lid van
dat college thans met verlof hier te lande.
Amsterdam. Tot predikant bij de ned herv.
gemeente alhier is beroepen ds, A. F. Adriani Bzn., pre
dikant te Zwolle.
De anti-revolutionaire Kiesvereenigiug Nederland en
Oranje heeft den heer K. Kater, voorzitter van Patrimo
nium, candidaat gesteld voor het lidmaatschap van den
gemeenteraad.
De kiesvereeniging Burgerplicht heeft den 30 den heet
mr L Zegers Veeckens candidaat gesteld voor lid van
den gemeenteraad met 82 st. tegen 73 op den heer G.
A. Loeft' en tot candidaat voor lid der Prov. Staten bij
tweede vrije stemming den heer mr. B. E. Asscher met
89 st. de heer A. Roelvink bekwam 48 stemmen
Den 30 zag een drukkersjongon van 18 jaren in de
Dnifjessteegloopende van het Rokin naar de Kalver-
straat, een rolletje liggen, gewikkeld in een courant, dat
open gini; toen hij het een eindweegs voortscbopte. Het
bleek eenige bankbiljetten te bevatten. Hij ging met het
rolletje naar zijnen patroon, waaruit aldaar te voorschijn
kwamen 26 biljetten van 100, 1 van 300 en 1 van
J 200 alle biljetten waren nieuw. Bij onderzoek bleken
zij valsch te zijn.
Haarlem. Als verdacht van medepiicutig aan
het verspreiden of uitgeven van valsche bankbiljetten
van 300, is den 31 alhier aangehouden en gevankelijk
naar Amsterdam overgebracht de sigarenfabrikant F. v. L.
Bovenkarspcl. Alhier is wegens wanbetaling
van verschuldigde vermogensbelasting eene openbare
verkooping van roerende gcederen gehouden.
Helder. De gemeenteraad heeft den 30 besloten
instemming te betuigen met de motie Beelaerts betrek
kelijk de aansluiting bij den Midden-Europeeschen tijd.
tiet gemiddelde der aanslagen in de vermogensbelasting,
dat voor 's-Gravenhage het meest, J 163, voor Amster-
darn t 152, voor Rotterdam f 134, voor Utrecht f 1°1,
voor Haarlem f 110 bedraagt, is voor deze gemeente f 29.
in het verhit gelaat Sloeg deden den eerlang uit. eenen
bedompten kerker ontslagen man hoogst weldadig aan
herhaaldelijk bleef hij stilstaanom met al de kracht
zijner forsche longen de zuivere avondlucht in te ademen.
Van alle offers die hij zooeven op het altaar zijner
vrijheid had geplengd viel er hem geen zoo zwaar als
datwaardoor hem de onafhankelijkheid van de stad
Quedlinburg werd afgodwongen, die thans, in het volle
bewustzijn harer macht en waardigheid, over den ver
nederden eertijds zoo trotschen en gevreesden vijand
triumfeerdo. Met verdubbelde kracht doch voor een
oogenblik slechts deed zich de diepe wrok daarover
gevoelen toen hij den met den grond gelijk gemaakton
Gunteckenbnrcht voorbijkwam. Goddank, eene eeuwige
vrede had hij aan de stad niet bezworen het gelagdat
het gehate Quedlinburg thans op 's_ graven kerfstok had,
zou zij hem eens met interest van interest betalen
Er was echter nog iets andersdat hem zwaarder
drukte dan al het andere. Hij besefte dat hij in de eerste
plaats aan Jutta's onvermoeide pogingen zijne vrijheid te
danken had en hij wist maar al te goed welk loon die
hartstochtelijke vrouw daarvoor van hem eischen zou.
Dat hij daarvoor in die hoop en verwachting moest
teleurstellen, deed hem diep en ernstig leed. Maar
zonder Oda's liefde en zonder haren mtdrukkelijken
wenschzou hij in geen geval de diep vernederende
voorwaarden van de stad hebben aangenomen.
Dus was zijne bevrijding het werk van die twee
vrouwen die daar ginds op het slot onder één zelfde
dak woonden die hem beiden bemindenvan wie echter
de eene eenen zeer hoogen prijs voor zijne redding vor
derde terwijl de anderein hare reinebelaugelooze
vreugdenu zij hem vrij wistniets begeerdeniets
verwachtte en zelfs in de verte niet vermoeddewelk
een geluk zijne vrijheid haar in den schoot zou werpen.
En thans was hij op weg naar die twee vrouwen met
het vaste voornemen om het hart van de eene met on
uitsprekelijke zaligheid te vervullen en aan de andere
eene der bitterste teleurstellingen van haar leven te
bereiden.
Op korten afstand van het kloosterop den weg naai
de stad stond Bock in de duisternis te wachten zondor
te letten op storm- en regenvlagen. Hij wachtte op de
komst van zijnen heer maar vóór hij den graaf nog had
kunnen zien', had bij reeds zijnen welbekenden stap en
het gekletter van zijn zwaard op den steenachtigen grond
gehoord en met luide vreugdekreten ijlde hij zijnen lang
verwachten geliefden meester tegemoet.
«Daar beu ik, Bock!" riep de graaf uit, zoodra hij
zijnen trouwen dienaar in het gezicht kreeg. Hartelijk
drukte Albrecht den verheugden ridder de hand en
haastig sprak hij «Breng mij nn spoedig naar gravin
«Gij zult nog een weiuig geduld moeten oefenen, heer
graaf", zei Bock, «intnsschen kunnen wij ons met eene
croede teug verkwikken. In het slot zitten zij nog aan
het avondmaal, dat gewoonlijk zeer vroeg genuttigd
wordt en waarvan de jonge gravin natuurlijk niet zoo
dadelijk kan opstaan."
Hoezeer met tegenzin, moest de graaf zich schikken
en eerst na bijna een uur beneden bij den prior te hebben
gewachtging hij met Bock den slotberg op. Boven aan
gekomen liep bij ving bet nieuwe door Jutta prachtig
gebouwde portaal door en betrad eindelijk den grafkelder,
het doel zijner tocht. Bij de koninklijke graven en bij
de rustplaats der eerste abdis van het kloostei brandde
eene eeuwige lamp welke de groote gewelfde ruimte
met hare talrijke, lange schaduwen werpende kolommen,
slechts flauw en mat verlichtten. Albrechts geduld werd
nog verscheidene minuten op de proef gesteld, terwijl
hij onafgebroken den blik in zenuwachtige spanning op
de trap gericht hield welke van de kerk toegang ^er"
leende tot het stil en eerbiedwaardig verblijf der dooden.
Bock was naar let slot gegaan, om Florencius en Lilika
van een en ander te onderrichten.
Eindelijk verscheen Odazij kwam echter met door
de deur, die gemeenschap gaf met de aerk, maai betrad
hot gewelf langs denzelfdeu weg, dien de graaf gekomen
was. Florencius geleidde haar, doch trok zich onmid
dellijk terug, de denr achter zich sluitende, om met
Bock en Eilika in het portaal de wacht te houden
Graaf Albrecht ging het meisje haastig te gernoet
dat in znlk eene zenuwachtige en blijde opgewondenheid
verkeerde, dat zij zich nauwelijks bewust was van het
geen zij deedtoen zij zich door zijne armen omstren
gelen liet en, het hoofdje aan zijne breede borst leunende,
in tranen uitbrak. Langen tjjd hield hij haar omvat,
dicht aan zijn hart geklemd, zijne lippen op haar hoog
blank voorhoofd gedrukt.
«Oda! Oda!" sprak hij eindelijk zacht, «zijt gij nu
de mijne
Bij het geluid zijner stem scheen zij plotseling tot be
zinning te komen en trachtte zij zich nit zijne omhelzing
los te maken. Hij trok echter de teedere gestalte nog
vaster aan zijne borst en fluisterde «Weet gij dan niet,
Oda, gevoelt gij dan niet, dat ik u onuitsprekelijk liet
heb sedert langen tijd? En dat ik alleen otn uwent
wille mij vrij heb gemaakt uit mijnen kerker
Bij deze woorden zag het meisje hem aan, also! zij
uit eenen zaligen droom ontwaakte, alsof zij zich met
dadelijk rekenschap wist te geven van de plaats, waar
zij zich bevond en den zin der woorden met recht be
greep, die tot baar gericht werden. Hij had baar liet
Albrecht beminde haar bad baar reeds lang bemind
Och dat die droom nog lang kon voortduren
zag hem aan met een lachje van homelsche verrukking,
als smeekten hare lieve blauwe oogon«Ach, wek mj)
nog nietik slaap zoo zacht en droom zoo zoet, heerlijk"
eu 't is zoo zalig te droomen van uwe liefde 1 Maar
't was geen droom maar werkelijkheid. Zij lag in zijne
armen aan zijne borst. Allengs werd zij weder mees
teres over hare gedachten zij kreeg de macht over
haar spraakvermogen terug en hare armeu vast om
zijnen hals slaande, drukte zij zich dicht tegen deu ge
liefden man aan alsof zij bevreesd was dat haar bet
hart in de borst zon bersten van louter geluk en
zaligheid.
Wordt vervolgd.