No. 17. Kerste blad. Zes en Negentigste Jaargang 1894. V RIJD AO 9 FEBRUARI. Gemeenteraad van Alkmaar. Vergadering Woensdag 7 Februari 1894. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,HOfranco door het trebeele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Prjjs der gewone Advertentlën: Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. No. 2. No. 1 is vergad. met gesloten deuren geweest. Voorzitter de Burgemeester A. Maclaiue Pont. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig wegens ongesteld heid de heer T. L. Koorn en wegens ambtsbezigheden de heer B. Preijer. De Voorzitter opent de vergadering, waarna 1. de notulen der twee laatste openbare vergaderingen gelezen en goedgekeurd worden. 2. Deelt de Voorzitter mede, dat a. de heer J. Asjes Ez., hontkooper alhier, ingetrokken heeft zijn in de vergadering van 27 December 1.1. in gekomen adres betrekkelijk demping en afstand eener sloot langs den Schermerwog; b. de op 29 December gehouden openbare verkooping van hoornen en hakhout heeft opgebracht f 250.70 voor boomen en f 270.40 aan hakhout c. op 23 Januari het grasgewas in den hout en de plant soenen gedurende 1894 in het openbaar verpacht is voor f 388.30 f 66.60 meer dan voor 1893 en eenige perceelen boschgrond ter bepoting met aardap pelen aangeboden zijn, met den uitslag dat zich voor slechts 2 perceelen voor/2.40 gegadigden aanmeldden; d. op 23 Januari in het openbaar aanbesteed is het onder houd der brandspuiten met toebehooreu gedurende 3 jaren, ingaande 15 Februari a.s., aan A. de la Graugé, zeilmaker alhier, voor 225 per jaar. e. in handen der vaste commissie van financiën om bericht en raad gesteld zijn de twee bezwaarschriften tegen den aanslag in de plaatselijke directe belasting na;u het inkomen op het suppletoir kohier voor 1893 vanJ.H. Kooijmaa en wed. B. Bongee. Alle deze mededeelingen worden voor kennisgeving aan genomen. Zijii medegedeeld de sedert de vorige vergadering ingekomen stukken. Van Gedeputeerde Staten. 3 Besluit, houdende verdaging der beslissing tenaan- zien van de gomeente-begrooting voor 1894 en machti gingtot op de helft der aangevraagde sommen te beschikken. 4. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe sluit tot heffing van 50 opcenten op de Rijks personeel e belasting met 1 Mei a.s. 5. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe sluit tot het tijdelijk opnemen van geld in 1894. 6. Brief ten geleide van het goedgekeurdesnppletoire kohier der pl. directe belasting, dienst 1893. 7. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit tot het voldoen van f 300 nit de onvoorziene uitgaven van 1894 aan de afd. Alkmaar der Hollandsehe Maatschappij van landbouw voor do door haar te houden tentoonstel ling van vet- en lokvee. 8. Brief ten geleide van de goedgekeurde gemeente- begrooting voor 1894. 9. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbe sluit tot a. het afstaan van 4 a 5 centiaren gemeente grond aan A. Balder Dz. voor f 30 b. het overnemen van den weg, waaraan de naam van Runstraat is ge geven, van K. Kuiper. 10. Brief, houdende mededeeling, dat de minister van binnenlandsche zaken het voorschot, waarop deze gemeente krachtens art. 45 der wet op het lager onderwjjs over 1893 aanspraak heelt, nader bepaald heeft op f 11.318 25. Nos. 3 tot en met 10 voor kennisgeving aangenomen, 11. Brief van den heer Commissaris der Koningin, houdende kennisgeving, dat de heer A. Maclaine Pont bij kon. besluit van 25 Januari No. 9 herbenoemd is tot burgemeester en als zoodanig den 1 in zijne handen de vereischte eeden heeft afgelegd. Voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter zeideMijne HeerenIk verheug mij dat H. M. Onze geëerbiedigde Koniugin-Wednwe, Regentes, mij weder herbenoemd heeft tot burgemeester dezer stad, omdat ik daardoor, zoolang mij de krachten gegeven blijven, werkzaam kan blijven aan het. bevorderen van de belangen van Alkmaar en hare ingezetenon die mij dierbaar zijn. Onmisbaar heb ik daarvoor noodig de welwillende medewerking van den Raad en den secretaris, mij reeds zoovele jaren verleend waarvoor ik dankbaar ben en mij bij vernieuwing aanbeveel." Deze woorden werden met acclamatie ontvangen. Van burg. en weth. 12. Proces-verbaal van opneming der kas en boeken van den gemeente-ontvanger op 28 December. Voor kennisgeving aangenomen. Openbare school voor meisjes. 13. Brief, waarbij bnrg. en weth. mededeelen, dat zij na het besluit van den 27 December, om eene zevende onderwijzeres aan de openbaro school voor meisjes te benoemen, en de tot hen gerichte uitnoodiging om met het hoofd dier school nader in overleg te treden over de vraag, of bezit van de akte voor de fransche taal of voor de duitsche taal voor die onderwijzeres noodig was, vernamen, dat de onderwijzeressen, de dames H. M. Mo lenaar (jaarwedde f 700) en M. Smit Sibinga (jaarwedde f 800) voornemens waren haar eervol ontslag te vragen tegen den aanvang van den nieuwen cursus, waardoor naar hunne meening de gelegenheid ontstond, om eeno regeling tot stand te brengen, waarbij met de minste kosten in de behoeften vau het onderwijs het best kon worden voorzien. Het hoofd der school werd daarom uitgenoodigd, te dien aanzien van haar gevoelen te doon blijken, aan welke uitnoodiging voldaan is bij een over- gelegden brief. Onder overlegging van het door de plaat selijke commissie van toezicht op het lager onderwijs omtrent dat schrijven uitgebrachte rapport stellen zij voor, overeenkomstig het advies dier commissie, het voor stel van het hoofd der school geheel aan te nemen. Dat voorstel komt hierop neer 1°. Mej. Dunnewold met het onderwijs in de 6e klasse te belasten en de jaarwedde dezer onderwijzeres te verhoogen van f 650 tot 700 2°. eene onderwijzeres in hare plaats in de 3e en 4e klasse te benoemen tegen f 650 jaarwedde 3°. eene onderwijzeres met aanteekening voor het fransch te benoemen tegen f 750 jaarwedde 4°. eene onderwijzeres in het bezit der hoofdakte te be noemen op f 800 jaarwedde. Mocht men eene onderwijzeres verlangen, die onderwijs kan geven in het duitsdi (de noodzakelijkheid van hot bezit dier bijakte wordt door het hoofd niet ingezien en het komt daarom ondoelmatig voor, het aantal sollici tanten, dat in den regel reads klein genoeg is, door over tollige eischen te beperken) dan zou dit op eenvoudige wijze gevonden kannen worden, door het salaris van mej. Steenmeijer met b.v. 50 te verhoogen. Deze on derwijzeres zal daartoe ongetwijfeld bereid bovonden wor den. Idre» Timmerlieden-Vereentging en Patrimonium. 14. Het rapport van burgemeester en wethouders luidt als volgt Bij uw besluit vau 8 November 1.1. No. 7 werd in onze handen om bericht en raad gesteld een adres van bestuursleden der timmerliedenvereeniging Verbetering door Eendracht" alhier, wier statuten goedgekeurd wer den bij kon. beslnit van 18 October 1893 No. 24, onder opdracht zoowel de vaste commissie van bijstand in be trekking tot het beheer en om'.r/houd der plaatselijke werken en eigendommen als de vaste commissie van financiën te hooren. Die Vereeniging stelt zich voor dat de toestand der werklieden bij het bouwvak te Alk maar. inzonderheid die der timmerlieden, welke dringend verbetering behoeftwerkelijk verbeteren zal door a. een maximum werktijd te bepalen met eene daarmede gepaard gaande minimum loonsbepaling, namelijk, wat een timmerman betreft, 11 aren per dag tegen betaling van een loon van 20 centen per uur voor een vakman; b. de in de gemeente te maken werken te laten verrichten door Alkmaarsche ingezetenen timmerlieden zouden alhier minstens één jaar gewoond moeten hebben; c. het doen verzekeren der worklieden bij het bouwvak tegen invaliditeit en ongelukken; d. het treffen van doeltreffende middelen om de werk loosheid in het bouwvak in den naderenden winter (het adres werd onderteekend 28 October 1893) tegen te gaan. Ieder dezer panton maakte zoowel bij ons als bij ge noemde commissiën een punt van ernstige beraadslaging uit en de slotsom der verschillende beschonwingon zullen wij trachten in een kort bestek weer te geven Eenparig werd wat punt a. betreftopgemerkt dat wilde men een maximum werktijd met eeno daarmede gepaard gaande minimum loonsbepaling vaststellendit voor alle vakken, en niet alleen voor het timmervak, zon moeten geschieden en dat het uit te betalen loon voor die verschillende vakken zou moeten geregeld worden. Ook zon die bepaling niet alleen toepasselijk moeten ziju op vaklieden maar ook op hen die onder den naam van opperlieden aangeduid worden Dat het maken van dergelijke bepalingen niet zoo gemakkelijk is bewijzen de in verschillende gemeenteraden gehouden besprekingen. De daarover eerst onlangs in den gemeenteraad van Amsterdam uiteengezette beschouwingen zullen zeker ieder nog versch in het geheugen liggen en opdat ook keunis zou kunnen worden genomen van hetgeen elders op dat gebied geschiedt, leggen wij hierbij over de te dien aanzien te Zutphen en te Leeuwarden ingewonnen inlichtingen. Mocht door u dus tot invoering van dien maatregel be sloten worden dan zon naar onze opvatting alleen het beginsel uitgemaakt en aan eene speciale commissie liefst eene rechtsgeleerde commissie, opgedragen moeten worden te overwegen hoe aan dat beginsel uitvoering te geven. De commissie van financiën is echter eenparig en de meerderheid der vaste commissie van bijstand met ons van oordeel, dat voor het nemen van dergelijke maat regelen hier geene redenen bestaan. Voor den bekwamen vakman is op ieder gebied een goed loon te bedingen en de werktijd is in het algemeen niet zoo langdat men kan zeggen, dat misbruik van den werkman wordt gemaakt, wat zijne werkkracht betreft. De gemeente zelve laat in gewone omstandigheden bijna nooit meer dan elf uren daags werken en het tarief, gevoegd bij ieder bestek van eenig gemeente-werk, dat aanbesteed wordt, duidt reeds aan, dat een voldoend loon wordt gegeven zoo voor den vakman als voor den opperman Wanneer bepalingen zoo omtrent den werktijd als het uit te betalen loon worden gemaakt en overtreding daar van op de eene of andere wijze strafbaar wordt gesteld dan wordt de vrijheid noodeloos aau banden gelegd. VVaarom aan iemand, die langer dan 11 uren werken wil, dit te verbieden Waarom een aannemer, die zijn voor deel ziet in het in den kortst mogelijken tijd afwerken van eenig werk, in zijne pogingen om dat doel te be reiken te belemmeren Menigmaal zullen dergelijke bepalingen ten nadeele van het werk zijn. Men denke slechts aan het drooghouden bij vernieuwingen aan bruggen en sluizen. Het argument, dat, wanneer de gemeente het voorbeeld geeft, de Alkmaarsche patroons ait, voorbeeld wel zullen volgen, moge schoon klinken, wij vreezen, dat de uitkomst anders zal zijn. Die patroons zijn toch afhankelijk van de werkgevers, en dezen hebben in den regel groot belang bij spoedige oplevering en vol tooiing van het werk tegen de minste kosten. Invoering van voorschreven maatregolen zal toch tengevolge hebben verlenging van den duur van het werk en verhooging van de uitgaaf, beide door de werkgevers niet wensche- lijk geachte zaken. Bij groote en langdurige werken, men denke slechts aan den bouw der Cadettenschool speelt het weder een grooten rol en wanneer nu de werktijd noodeloos verkort wordt, dan wordt ten nadeele van het werk, teu nadeele van verschillende belangen en belanghebbenden gehandeld, zonder dat iemand daarvan voordeel geniet. Voorschreven meerderheid ziet das voor het oogenblik nog geene noodzakelijkheid om dergelijke maatregelen te nemen, geheel in het midden latende, of de gevraagde werktijd en het voorgestelde loon de meeste aanbeveling zonden verdienen, mocht eenmaal tot de invoefing van het beginsel besloten zijn. Zij stelt daarom voorafwijzend op dit onderdeel van het verzoek te beschikken. De minderheid der vaste commissie van bijstand voor de gemeente-werken zag in de inwilliging van dit on derdeel zooveel bezwaar niet. Nn de werklieden op eene dergelijke bepaling prijs steldenzon zij aan dien wensch willen voldoen. De gemeente zelve handelt reeds in den geest van het adres en ongetwijfeld zal een beslnit van den gemeente raad, om het opvolgen dier voorschriften verplichtend te stellen, gunstig werken op het door de patroons te nemen besluit. In het midden lateudo of het voorge stelde cijfer voor een vakman ook iets te hoog gesteld is, zou de minderheid in de vaststelling van de gevraagde bepalingen werkelijk eene verbetering voor den werk mansstand zien. Ten aanzien van punt b wordt al dadelijk door ons op den voorgrond gestelddat aanneming van dezen wensch, alle alhier te maken werken te laten verrichten door Alkmaarsche ingezetenen, in zich zon sluitendat geene ingezetenen van Alkmaar ook elders zouden kunnen mede dingen. Wanneer Alkmaar's gemeentebestuur een besluit dozen geest naindan zou het te verwachten zijn, dat alle gemeentebesturen van eenige beteekenis een zelfde besluit namen. Het is ons bekend, dat verscheidene worklieden in deze gemeente gedurende een groot deel ,u den winter werkzaam zijn geweest voor elders uit gevoerd wordende werken. Dit zon niet kunnen en mogen geschieden, wanneer gehandeld werd in den geest der adressanteu. Strikte toepassing van dien wensch zou voor den werkmansstand in het algemeen de nadeeligste ge volgen hebben. Men honde slechts rekening met deze twee omstandigheden, waarvan de gegrondheid door een ieder zal worden erkend, n.l. de eerste, dat dan eens hier, dan eens daar, overvloed van of gebrek aan werk is, en do tweede, dat niet in alle gemeenten een voldoend aantal bekwame en geschikte werklieden gevonden worden voor eenig onderdeel van het bouwvak. Metse laars kunnen bij deze laatste omstandigheid zeker als een sterk sprekend voorbeeld aangehaald worden. In het werkelijk belang der werklieden mogen wij n dus niet voorstellen aan dat onderdeel van het verzoek gevolg te geven. Dat de gemeenteraad reeds don 18 Maart. 1891 beslo ten heeft tot verzekering der werklieden bij gevaar op leverende gemeentewerkenaan welk toen aangenomen beginsel reeds herhaaldelijk uitvoering is gegeven, schijnt aan de aandacht der adressanteu ontsnapt te zijn. Wij stellen n daarom voor, van dat besluit aan hen alsnog konnis te geven. Eindelijk wat betreft het vierde punthet treffen van doeltreffende middelen om de werkloosheid in het bouwvak tegen te gaan de gemeente bezit noch de macht, noch de middelen, om hieraan te voldoen. Zij kan de uitvoe ring der werken, welke door den gemeenteraad toege staan zijn, bespoedigen en zooveel in ons vermogen ligt, wordt dit door ons dan ook gedaau. Zoo werd den 27 December 1893 reeds aanbesteed de uitvoering van alle den 8 November bevorens door u op de gemeente-begrooting voor 1894 uitgetrokken werken en hoewel wij de uitvoering der buitengewone werken het maken van den onderbouw van eenen gashouder bij de gemeente-gasfabriek en het maken van eene beschoeiing langs de Kanaalkade, nog in Januari 1.1. hadden willen aanbesteden, zoo werden wij daarin verhinderd door van ons onafhankelijke omstan digheden. Het eerste werk stond in verband met de ver wachte, voor het werk noodzakelijke overkomst van den maker van den gashouder A. Klönne en het bestek voor het tweede werk kon niet gereed gemaakt worden, omdat eerst het ijs en daarna de hooge waterstand beletten de daarvoor noodige opmetingen te doen. Eerstgenoemd werk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1