Menschengunst.
No. 29.
Zes en Negentigste Jaargang.
1894.
VRIJ DAG
9 MAART.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
ALKIAARSCHE GOURANT.
Doze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
«3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door bet
geheele rjjk j 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prjjs der gewone Advertentlën:
Per regel f 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer:
VI.
Tot de meest karakteristieke eigenschappen van de echte
Amsterdammers behoort hunne gewoonte om verschrik
kelijk uit de hoogte neer te zien op alles, wat buiten
de hoofdstad voorvalt en op allen, aan wie het toch nog
zeer twijfelachtige voorrecht van het amsterdamsche bur
gerschap niet beschoren werd. Stedelingen van het echte
type beweren zelfsdat zij maar enkele minuten met
iemand te spreken hebben, om met zekerheid te verklaren,
of zij van »over het IJ'' of »van buiten" afkomstig zijn.
Zoo moeten ook de Nieuwer-Amstelaren steeds ondervin
den, dat de Amsterdammers hen beschouwen, zij het ook
niet geheel als bewoners van achterbuurten, dan toch als
menschen, die zich erg afzonderen en van wie men daarom
niet vooronderstellen mag, dat zij van de vraagstukken
van den dag op de hoogte zijn. En zich nauwkeurig te
laten onderrichten omtrent betgeen de gemoederen dier
Nieuwer-Amstelaren vervult, is natuurlijk geheel beneden
de waardigheid van den Amsterdammer.
Zelfs de amsterdamsche pers kan zich aan dat voor
oordeel niet onttrekken. Waar in de hoofdstad het ge
ringste voorval voldoende is om de reporters mobiel te
maken, moet in IVieuwer-Anistel al heelwat gebeuren
om de verslaggevers de grenzen van de stad hunner in
woning te doen overschrijden. Zelfs is er een groot am-
sterdamsch blad, dat het vallen van een kind in een
pot met kokend water gretig vermeldt en voor het ver
handelde door den Nieuwer-Amstelschen gemeenteraad
altijd bij hare zusters te leen moet gaan.
Zoo is 't begrijpelijk, dat als eenmaal zekere geschillen
tot zulk een hoogte zijn gekomen, dat men er zelfs in
Amsterdam over spreken gaat en de groote bladen daar
over niet langer zwijgen kunnen, men de zonderlingste
voorstellingen krijgt. De een of andere journalist snelt
naar een der personen, wiens naam hij bij het verhaal
van dat geschil heeft hooren noemen, schrijft op wat
deze hom vertelt en daardoor krijgt men vaak koddig
eenzijdige tafereeien Dat spreekt van zelfom een quaestie
te beoordeelen, moet men haar ontstaan hebben meegomaakt.
Dezer dagen is het vorenstaande weder bewezen door
allerlei beschouwingen naar aanleiding van het con
flict met de gemeentelijke anuendokters. De
oorzaak daarvan is veel dieper gelegen dan men 't heeft
doen voorkomen.
Om tot den oorsprong terug te keereu, moeten wij
herinneren aan den bitteren strijd, die vóór eenige jaren
te Nieuwer-Amstel werd gevoerd, toen de burgermeesters
vacature moest worden vervuld. De liberalen hadden
toen hunne zinnen gezet op hunnen plaatsgenoot, den
gemeente-secretaris Hoekstra, terwijl de anti-revolution-
nairen de keuze van den deurwaarder Van Son bepleitten.
Zooals men weet, werd ten slotte de overwinning door
den laatste behaald.
Die uitslag wekte destijds veler bevreemding. De heer
Hoekstra toch scheen de aangewezen man en de minister
had niet onduidelijk doen doorschemeren, dat ook hij
aldus daarover dacht.
5)
Novelle van DEBORA VAN DE VELDE.
III.
Dokter Willem Stein had juist een paar verre patiënten
bezocht en stond met zijn break te wachten voor den
sluitboom van den overweg van het spoor, toen de trein
in volle vaart binnen stoomde. Terwijl hij zoo zat te
kijken naar het gewoel, dat de aankomst en het vertrek
van een trein meestal veroorzaaktbemerkte hij eens
klaps onder de aangekomen passagiers de welbekende
gestalte zijner zuster. Dadelijk wenkte hij een jongen
dien hij opdroeg even op zjjn paard te passen en liep
haar tegemoet.
»HéBerthanu reeds Zoo spoedig hadden wij je
niet verwacht", riep hij haar toe, terwijl hij haar beide
handen toestak.
»Ik ben toch welkom, Wim?" vroeg Bertha zacht.
Vraag je dat nog? Stap maar gauw op, je treft
het uitstekend dat ik hier juist met het rijtuig ben.
Maar je lijkt wel bleek te zienben je ziek
»Niet bepaald, doch heel wel toch ook niet; ik had
erge verlangst naar huisnaar jelui allemaal", liet ze
er op volgen.
»Zoo wat deed je ook eigenlijk weg te gaanje
moest wel half ziek worden in zoo'n omgeving Nu,
je zult bij ons wel weër opknappen. Zie zoozit je
goed Onze dokter legde de zweep over het paard
en in een drafje ging het nu huiswaarts. Bertha vroeg
onderweg naar allen en allesmaar Willem zag haar
terwijl hij hare vragen beantwoorddetelkens aan hij
voeddat zijne zuster er al heel slecht uitzag en dat
haar stem ook niet was zooals anders. Hij zei er echter
Wie had er dan verandering gebracht in 's ministers
denkbeelden
Op zekeren dag kwam de heer van Son uit den Haag
en begaf hij zich naar den heer G. Franken geneesheer en
voorzitter der liberale kiesvereeniging. Hij deelde dien
heer mede, dat de minister hem bad gezegd, dat de kansen
van Hoekstra, den door dr. Franken goprotegeerden can-
didaat, nihil waren. Wel waren er nog andere zeer
seriense mededingers, maar van den secretaris had de
heer van Son niets te duchten. Op grond eener veeljarige
vriendschap verzocht hij derhalve den geneesheer, een
adres tot zijne aanbeveling aan den minister te zenden.
De heer Franken deed zulks en boewei hij niet schreef
qua president der liberale kiesvereeniging, schijnt de
minister toch het denkbeeld te hebben opgevat, dat ook
vele liberalen den heer Van Sou wenschten, zoodat het
bewuste schrijven waarschijnlijk den doorslag heeft ge
geven. Van Son werd althans kort daarna burgemeester.
Het verhaal in zake den heer Hoekstra bleek later een
verkiezingsmanoouvre geweest te zijn en natuurlijk
was van dat oogenblik de vriendschap in vijandschap
verkeerd.
Die verhouding verbeterde niet, toen de heer Van Sou
ter wille van een pensioen als deurwaarder een attest
wenschte, dat hij aan schrijfkramp leed en dr. Franken,
met een onderzoek in dezen belastverklaarde dat de
spieren van hand en armen des nieuwen burgemeesters
volkomen normaal waren.
Sedert zijn over en weer, bedekt en onbedekt, allerlei
vijandeljjkheden gepleegd. Aan den heer Franken mocht
't gelukken tot gemeente-geneesheer benoemd te worden,
doch toen hij de benoeming in zijn zak had beweerden
b. en w. van Nieuwer-Amstel, dat hij voor het tractement,
in de oproeping vermeld, ook de medicijnen aan de armen
moest leveren. De heer Franken van zijn kant liet geen
gelegenheid voorbijgaan om bij de gemeentenaren de daden
van den heer Van Son heftig te critiseeren en zelfs deed
hij onderhands pogingen om den heer Van Son, toen hij
periodiek als raadslid moest aftreden van zijn zetel te
berooven, welk plan echter wegens te geringen bij val niet
tot uitvoering is gekomen.
Onder deze omstandigheden konden conflicten bij de
gemeentelijke armenpraktijk niet uitblijven. Op aandrang
van den burgemeester begon de gemeenteraad met de
opheffing van het burgerlijk armbestuur en de benoeming
van een boekhouder-armmeester, die, aangesteld met het
oogmerk van bezuiniging, natuurlijk in onaangenaamheden
moest komen met de geneesheeren die met den heer
Franken homogeen waren. Al spoedig werden aanvragen
om zieken te laten overbrengen naar het Burgerzieken
huis te Amsterdam waarmee Nieuwer-Amstel een
contract heeft, omdat het zelf geen gasthuis bezit óf
geweigerd óf zoo laat ingewilligd, dat de dood reeds
tus&chenbeide was getreden.
Herbaalde klachten baatten niet, zoodat een der genees
heeren op een goeden dag er toe overging om achter
den rug van b. en w., den inspecteur van het genees
kundig staatstoezicht te halen bij een zeer treffend geval.
Deze wendde zich tot ged. staten en ook tot het gemeente
niets van. Spoedig waren ze thuis Bertha werd door
hare schoonzuster en nichtjes en neefjes met blijdschap
begroet. Overstelpt door zooveel hartelijkheid viel het
haar niet moeilijk hare gemoedsstemming te verbergen
maar toen er langzamerhand wat rust gekomen was
viel het toch ook Anne opdat Bertha niet was als
gewoonlijk en hare in het oog vallende bleekheid, gevoegd
bij hare onverwachte tehuiskomst, wekte het vermoeden,
dat zij met de van Wilges onaangenaamheden gehad had.
In stilte sprak zij er met haar man overdoch beiden
kwamen overeen, daar Bertha zich over niets uitliet, op
geene verklaring aan te dringen daar het alsdan den
schijn zou hebben alsof men haar toch liever niet zoo
spoedig had gewenscht te zien.
Ofschoon Bertha gaarne haar vol gemoed bij haar
geliefde betrekkingen ontlast had, was zij toch dankbaar
dat men haar niet ondervroegovertuigd als zy was
dat Willem in toorn zou ontbranden, als hij vernam wat
haar wedervaren was; en behalve dat daardoor, wat nu
bedekt was, aan het licht zou komen en besproken wor
den, zou het haar ook gehinderd hebben harde woorden
over ds. van Wilge uit te lokken want hoeveel reden
zij ook had om hem in haar hart te beschuldigen zij
wilde nog nietdat een ander hem veroordeelen zou.
Dat zij zelve kans had bij de wereld als eene dievegge
te worden aangewezendaarvoor was zij volstrekt niet
bevreesdvan Wilgezij was er van overtuigdzou er
tegen niemand over spreken en Hermine z ij wist
voor zichzelf heel goeddat het onwaarheid wasen
nu haar doel bereikt was om hare zoogzuster in het
oog van haar echtgenoot te veriagen en haar voor goed
uit huis te verwijderen, zou ze niet trachten haar verder
te benadeelen. Zij spande zich dus inom zoo onge
dwongen mogelijk te zijn en haar stemming voor de haren
te verbergen, doch die overspanning werd haar te machtig
en eer het avond was kreeg zij een hevige koorts.
Anne was vol zorg voor haar, en Willem, die lang en
ernstig haar pols voeldeschreef de noodige middelen
voor en beval de diepste stilte aan. »Ze is eenvoudig
ziek ze heeft zich daar bij de van Wilges zeker over-
bestuur van Nieuwer-Amstel om aan te dringen op verbe
tering in den toestand der geneeskundige armenverzorging.
De geneesheeren dachten b. en w. in het nauw te
hebben, maar het zou spoedig blijken, dat b. en w. aan
hot langste eind trokken.
In een geheime zitting van den raad werd een com
missie van onderzoek beDoemd, wier bevindingen waren,
dat de klachten der geneesheeren sterk waren overdreven
en wier slotsom was, dat b. en w. veeleer hulde ver
dienden voor hunne zorg voor de gemeente-financiën, die
hen weerhield „op slag en sprong de koorden los te
maken van de gemeentebeurs tot het opnemen van lijders
in gestichten van ziekenverpleging."
Op voorstel van de commissie besloot alsnu de raad
de geneeskundige armenverzorging in het noordelijk deel
der gemeente op te dragen aan één geneesheer, die zich
uitsluitend aan die taak zou wijdon en ook voor Amstel
veen een nieuwe regeling te treffen. Aan dat besluit
werd in de jongste raadszitting uitvoering gegeven.
De burgemeester heeft dus weder het veld behouden.
Dr. Franken en zijne collega's hebben hun ontslag gekregen.
't Spreekt wel vanzelf, dat deze het daarbij niet laten.
Reeds nu zijn zij een beweging op touw gaan zetten,
door sommige amsterdamsche bladen in het harnas tegen
Nieuwer-Amstel te jagen met de mededeeling van enkele
gevallen, waarin door of namens b. en w. gelden werden
verstfekt aan patiënten om hen aldus te bewegen, naar
Amsterdam te verhuizon en Nieuwer-Amstel van de zorg
voor hen te ontheffen. De geneeskundige armenzorg is
in de hoofdstad al kostbaar genoeg, en wanneer de be
lastingbetalende burgers daar nu nog vernemen, dat
Nieuwer-Amstel ook profiteert van hunne penningen, moet
er noodzakelijk een storm van verontwaardiging losbarsten.
Niemand meer dan de gewezen gemeente-geneesheeren
zou er zich zeker in verheugen, wanneer aan dat vuurtje
zooveel voedsel werd toegevoerd, dat de moening zich
vestigde, als zon een gemeente, die gelijk Nieuwer-Amstel
handelt, niet langer recht hebben op een zelfstandig
bestaan. Met andere woorden de an nexatie-quaestie weer
opgerakeld. Er wordt zelfs al beweerd, dat de regeering
een nieuwe grensregeling aan de orde zon willen stellen,
als eerst de kieswet maar van de baan is.
Nader schrijft onze correspondent van woensdagavond
Het bovenstaande was nauwelijks aan de post toever
trouwd, of het bericht bereikte ons, dat door Ged. Staten
van Noordholland een wetsontwerp aan de betrokken
gemeentebesturen was verzouden tot verandering der grens
van de gemeente Amsterdam met die der gemeenten Slo
ten, Diemen en Nieuwer-Amstel.
Plotseling als dit voorstel tot grensregeling is gekomen,
laat 't zich hooren, dat de Nieuwer-Amstelaren zich heden
morgen de oogen uitwreventoen de ochtendbladen hun
een uittreksel van het ontwerp brachten. Alleen de inge
wijden konden de vraag niet verkroppenzou de agitatie
der gemeente-geneesheeren reeds nu doel hebben getroffen?
Verschillende personen met wie wij daarover hebben
gesproken van wier grondige bekendheid met Nieuwer-
Amstelsche toestanden wij geheel overtuigd zijn gaven
spannen en haar verlaugen naar ons te lang onderdrukt",
was zijne conclusie; »we moeten maar naar geene andere
oorzaak zoeken als er eeue i szullen we die later on
gezocht wel vernemen. Thans heeft ze allereerst behoefte
aan rust en hartelijkheid, en daar zal het baar bij ons
niet aan ontbreken, hé, vrouwtje
Zeker niet", zei Anne»ik ben blij dat ze hier is
als ze bij de van Wilges ziek geworden waszou het
veel erger geweest zijn."
Toch was de taak gedurende de eerste dagen voor de
jonge mevrouw Stein bij al de drukte oarer huishouding
zwaar genoeg, want Bertha had gedurig koorts en sprak
dan soms alles door elkander. Willem stond zooveel
zijne praktijk het toelietzijne gade terzijde in de ver
zorging der lieve zieke die zich in hare rustige oogen-
blikken zeer dankbaar toonde. Gelukkig nam de ziekte
zeer spoedig een gunstigen keerde koorts week het
oog stond weer helder en dank zij de uitstekende zorg
aan haar besteed nam Bertha snel in beterschap toe.
Naar de aanleiding van haar overhaast vertrek uit U.
was niet meer gevraagd, omdat broeder en zuster beiden
te blijde waren, dat zij tehuis was, en Willem oordeelde,
dat alles vermeden moest worden wat het zenuwgestel
schokken kon. Daarom had Anna zich ook niet uitge
laten over wat Bertha in hare koorts gepraat had im
mers indien er voor dat ijlen een oorzaak waszou de
herinnering daaraan maar pijnljjke aandoening opwekkeu,
was daarentegen dat ijlen slechts uit een kranke ver
beelding voortgekomen dan was het onnoodig er op te
zinspelen.
Bertha leefde onder de liefdevolle zorgen der haren
weder geheel oper kwam weer een blosje op hare
wangen en een glimlach om hare lippen en naarmate
hare lichamelijke krachten terugkeerden, herwon zij ook
hare geestkracht en begon zjj zich meer en meer te
verheffen boven hetgeen haar kwelde. Zij sprak nergens
over en was dankbaar, dat men haar niets vroeg en die
dankbaarheid toonde ze door Anne bljjmoedig en flink
terzijde te staan in de zorg voor de huishouding en de
kinderen.