Onze Mietje.
No. 32. Tweede bind.
Zes en Negentigste Jaargang
1894.
V R IJ 1) A (j
16 MAAR T.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Buitenlan d.
J
SCHE COIRA\
Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
7/u ter dagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk 1,
Do 3 nummers O.OO.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEKMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
IX.
Parijs, 8 Maart 1894.
2 Maart. Gisteren was het een ware feestdag. Terwijl
het heden rogent en de straten weder vuil worden, mocht
gisteren Ml-Carème, het feest der »blanchisseuses" zich
verheugen in een echt lenteweder. Reeds vroeg in den
morgen waren wij op het plein vóór het Pantheonge
legen in het Quartier latinwaar tegen tien ure de
studenten, deeinemendo aan de cavalcade, zich vereenigeu
het is een aardig schouwspel hetwelk al die jongelui
bieden in hunne schilderachtige costumes, voorstellende
agenten, veldwachters, clowns, muzikanten, allerlei huis
dieren enz. enz. In zes omnibussen begeven zich de
studenten naar de »Cours-la-Reine", eene fraaie Avenue
in de Champs Elysées, waar de optocht wordt gevormd,
hetwelk wel anderhalf uur duurt, en welke zich te
gen 1 uur op weg begeeft. De straten zijn als ge
woonlijk propvol, van alle huizen, uit alle ramen
rogent het confetti's en serpentina, welke laatste, zijn
de rollen van gekleurd papier, weldra aan de boulevards
en aan alle boomen lantaarnskiosken enz. enz. een
aardig aanzien geven. Wat den optocht betreft, deze be
staat uit de wagens der waschvrouwen, alle op haar zon
dagsch uitgedosten vol bloemen bouquetten muziek,
maskers enz. enz. Midden in bevindt zich de cavalcade
der studenten, voorop een heraut, daarachter een escadron
van de deugdzame garde op cartonnen paarden, de draak
van Annam, de wagen van koning Carnaval, de Rosière
van het Quartier Latin zijnde een reusachtige student,
verkleed als deugdzaam meisje, enz. enz. Wijzen wij ver
der nog op eenen Napoleon, gekleed in de bekende grijze
ja3 en gedekt door den kleinen hoed op den omnibus
ParisAbomeylac-Tchad met correspondentie voor alle
lijnen der verschillende koloniënvergeten wjj ook
niet »la Reine des Reines" mejuffrouw Marie Bonhomme
op haren fraaien »Char", die even als hare hofdames en
pages luide wordt toegejuicht. Wat zullen wij er meer
van zeggen reeds dikwijls bespraken wij zulke feesten
en alleen willen wij dus nog de opmerking maken dat
het wel schijnt of de oude Carnaval, die voor eenige jaren
geleden te Parijs als uitstierf, thans weder elk jaar op
leeft en hoe langer hoe drukker en vrooljjker wordt.
Nog is zulk een dag uitnemend geschikt voor het maken
van reclameen vele fabrikanten en groote magazijnen
laten wagens aan den optocht deelnemen, ten einde het
een of ander product aan te prijzen. Zoo had b. v. een
nieuw poeder voor dames, genaamd Ondine, een veertig
tal wagens in dit défilé van gisteren.
Gelukkig wareu buiten de stad, te Auteuil, wedrennen,
zoodat een klein deel van het publiek daarheen toog.
Wij willen deze wedrennen niet bespreken, doch alleen
wijzen op den verkoop van écurie Soubegran, genaamd
écurie de Red-House, welke in twee dagen plaats had
en de aardige som van 962 duizend en 50 francs, dus
Velen zullen zich haar nog met mij herinneren die
goede oude naaistordie in onze kinderjaren iederen
maandag in ons ouderlijk huis verscheen en voor wie
altijd een berg verstelwerk gereed lag. Immershet
was altijd een feestdag als Mietje kwam. Wat wis! ze
ons aardig bezig te houdenwat had ze slag om ons
sprookjes te vertellendie goede oude Mie. Mooi was
ze niet. Neen, men noemde haar zelfs zeerleelijb; maar
goed en braaf, jadat was ze wel.
Ik noemde daar het woord braaf, maar stel u niet
voor, dat zij met hare braaf heid te koop liep, of dat ze
behoorde tot die meusehen die de wereldsche vreugd
veroordeelen. Neen men kon van haar gerust zeggen
haar ernst en vroomheid waren in een lach geplooid.
Maar dat ze toch vroom en braaf wasdaar waren
wij, kinderen allen van overtuigd. Was het alleen op
getuigenis van onze ouders of wel tengevolge van de
achting en het vertrouwen welke zij genootdat wij
zoo doordrongen waren van die overtuiging of ging ei-
onmerkbaar een goeden geest van deze eenvoudige vrouw
uitdie tot ons kinderhart sprak Ik geloofdat het
eerste zoowel als het laatste het geval was. Laat ik u
even nader met haar in kennis brengen.
Maria Hommel werd in den franschen tijd uit fat
soenlijke burger ouders geboren. Hare moeder moet
eene zeer zachtzinnige vrouw geweest zijn die toen ze
op het laatst van haar leven aan eene pijnlijke kwaal
leed een voorbeeld was van geduld en opgeruimdheid.
Wat haar vader, Gerrit Hommel, oigenlijk voor ambacht
hadweet ik nietwel dat hij niet best in staat moet
zijn geweest voor zijn gezin het brood te verdienen
zoodat onze Mietje al vroeg met handenarbeid in eigen
onderhoud moest voorzien. Reeds als jong meisje was
zij dan ook naaister geworden bij mijne grootouders en
anderen en men was algemeen zoo met haar tevreden
dat, als er zoons of dochters uit hare naaihuizen trouw
den zij gewoonlijk door dezen ook als naaister werd
aangenomen. Ze werd dus langzamerhand een familiestuk.
Het spreekt wel van zelf, dat ze met de jonggehuwden,
die ze als jongens en meisjes gekend had, op een eenigs-
bijna een millioen opbracht. Zulk een stal van renpaar
den vertegenwoordigt dus een aardig fortuin een paard
Little Duke werd gekocht door den heor Lebaudy voor
67 duizend francs, Floride haalde 51 duizend, enz., ver
scheidene paarden werden verkocht voor meer dan 30,
meer dan 20, meer dan 10 duizend francs het stuk
het is waar, dat men soms op één dag den betaaldeu
prijs kan terugwiunen.
7 Maart. Parijs wordt wedor rustig. Moge dit zoo
blijven, wel worden eiken dag de anarchisten nog bij
twintigtallen aangehouden, doch daarbij bepaalt zich voor
heden deze beweging. Hetgeen men vooral heeft opge
merkt, dat is dat bijna alle anarchisten aan do poëzie
doen hunne gedichten zijn wel niet bijzonder verheven,
maar toch heeft de anarchie hare zangers, die een zeker
aantal liederen gedicht en gecomponeerd hebben, welke
onder het publiek voor 10 centimes per zang, woorden
en muziek tezamenworden vorkocht. Wij lazen van
deze dichtkunst een specimen in een der geïllustreerde
bladen, en wijzen op »Faut plus de gouvernement
waarvan het refrein luidt
Pour être heureux vraiment
Faut plus de gouvernement.
Om waarlijk gelukkig te zijn.
Moet er geen regeering meer wezen,
of wel hun aanval op de afgevaardigden, de députés, waarbij
blijkt dat ook de socialisten geene genade in de oogen
der anarchisten vinden. Zoo is daar het versje op den
deputé met den blauwen kiel, hetwelk eer aardig is dan
hatelijk, en aldus aanvangt
Qu'il a du chic et qn'il est bien
(wat een chic, wat is hij mooi)
om te eindigen
Cost le plus bel ornement
de tont le parlement,
hij is het schoonste sieraad
van het geheele parlement.
Een ander dichter echter is minder vroolijk, deze geeft
den raad députés en bourgeois geweld aan te doen, en
willen wij zijn product lievtr niet vertalen. Deze eindigt
met het dynamiet aan (e ra.'.jn, en dat :s minder geestig.
Nog een ander compagnon begrjjpt niets van eigendom,
familie, vaderland, de groote principes der revolutie, en
zingt: Les grands principes? I' m' assois dessus, (ik
ga er op zitten) zijnde eene platte uitdrukking, wanneer
men te kennen wil geven, dat iets ons niet in het minste
eorbied inboezemt.
Fraaier dan die producten der anarchie-dichtkunst is
de zang »La Terre Franche" de vrije grond, woorden
en muziek van Emile Bergerut, een zeer geacht letter
kundige, in welken zang de dichter het geluk zingt van
allen die op Fraukrijk's bodem mogen leven, en waarvan
het refrein luidt
Terre de joie, oii libre et rachbté
L'homme peut aimer la souffrance
Patrie, a ton bonheur souris sans lacheté,
C'est toi le Paradis sainte France.
zins familiaren voet stond en al moest het ook gezegd
worden dat zij nooit hare positie vergathad ze toch
de gewoonte, om steeds onbewimpeld tegenover hen haar
gevoelen te zeggen en men kon het van haar velen
ook. Onze Mietje had zooals moeder ons vertelde in
haren jongemeisjestijd heel wat omgebrachtwantbe
halve dat zij hare moeder in hare laatste ziekte zeer
trouw verpleegde, had ze ook uog al wat te tobben met
haar vader van wien ze zooals ik begrepen heb niet
veel pleizier had. Toen haro beide ouders overleden
waren en ze dus geheel alleen voor zich zelf had te
zorgen, verwonderde men er zich wel eens over, dat ze,
ofschoon ze alle dagen uit naaien was en dus geregeld
verdiende, zoo zuinig in de kleeren bleef, doch als men
haar daarover sprak antwoordde zij steeds ontwijkend.
Eerst geroimen tijd later toen er in dat opzicht eenige
verbetering zichtbaar werdvertelde zij in vertrouwen
aan mijne moeder, dat haar vader bij zijn dood vrij wat
schulden had nagelaten en zij niet gerust had vóór zij
ze alle had voldaan ofschoon men gezegd had dat zij
er niet aansprakelijk voor was. Nu was ze het tebovon,
zooals ze zeide en kon wat meer voor zichzelf besteden,
de brave, eerlijke ziel. Eenvoudig bleef ze echter altijd.
Ik zie haar nog voor mij, in het korte jakje met kuifje
en het breede schort voor ofals ze op haar zondags
waseen glad donker japonnetje met een effen wit
halsboordje en gekleurd dasje en een cornetmutsje op.
Het goede mensch was erg van de pokken geschonden,
en ik herinner mij nog, dat, als zij mij het sprookje van
Roodkapje vertelde en genaderd was tot het Groot
moeder wat hebt ge een grooten neas en een grooten
mond ik onwillekeurig achteruit liep, uit vrees voor
het vervolg »dat is om je beter te kunnen ophappen",
want waarlijkhaar eigen neus en mond waren zoo
grootdat ze al zeer aanschouwelijk de wolf kon na
bootsen al had ze dan ook volstrekt geen wolvenaard.
Zelf beweerde zij altijd, dat ze, vóór ze do pokken had
gehad een mooi kind geweest wasdat zelfs toen ze
nog heel klein was zij de aandacht van een kozak had
getrokken die bij haar ouders ingekwartierd was. Wij,
kleine guiten geloofden er niet veel van en lachten er
omhet scheen dan ook wel wat onbegrijpelijk. Nn
echter vond ik het zóó onmogelijk niet meerzij had
8 Maart. Hoe men hier al reclame maakt. Dat is be
paald ongelooflijk en is het misschien niet onaardig
daarvan eens eenige staaltjes te vermelden.
Allereerst heeft men in de bladen de gewone adver
tentiën. Deze zijn dikwijls fabelachtig duur. Petit Jour
nal (de kleine courant) rekent daarvoor 10 francs per regel,
andere couranten zijn of even duur of billijker naar mate
ze meer of minder gelezen worden. Dan hebben vele
bladen eene zaal, waar zij hunne couranten, hunne
telegrammen, allerlei geïllustreerde weekbladen.de portret
ten van beroemde en bekende personen enz. enz. ophan
gen deze zalen worden «Salles des dépêches" ge
noemd de fraaiste zijn die op de groote boulevards
van „Echo du Paris" en «Petit Pariseur" en die in do
rue üronot, van Gaulois on Figaro. In de zaal van Echo
de Paris bevinden zich groote glazen kasten ten dienste
van fabrikanten die daar kuuuo producten uitstallen, en
midden in de zaal staan tafels, waar parfnmeriën, galan-
leriëu, bonbons, nougat russe, enz., enz., worden verkocht.
Zulk oeue Salie des Dépêches, welke van 's middags
12 uur tot middernacht druk wordt bezocht, is eene
uitstekende reclame. Dan heeft meu nog in de bladen de
rubriek allerlei of »faits divers" en tusschen de verhalen
van een man, die in het water viel of' oen kind, dat
werd overreden, worden aanbevelingen van het een of
ander product ingelascht, welke den naïveu lozor
in den waan moeten brengenalsof deze zoo maar
uit de pen van den redacteur vloeideterwijl ze
inderdaad met 20 a 50 fres. per regel betaald wordt.
Wij zullen nog wel eens op dit punt terugkomen. He
den geeft het dagblad »Le Journal" nog iets nieuws
n.l. een geheel geïllustreerd bijblad met meer dan zestig
portretten van bekende personen die allen eene aanbe
veling schreven voor de >Vin Mariani", vin h base de
Cocadienende om de krachten op te wekken. En dat
het waarlijk bekende personen zijn die in proza en poëzie
dezen wijn en den heer Mariani ophemelen bewijzen de
portretten en namen van Sardou, Zola, Ch. Gounod, Am-
broise Thomas, Richepin, Sarcey, Henri Rochefort,
dr. Morel Mackenzie, Adeline Patti, Don Pedro d' Al-
cautara, enz., enz.
HlWttKIiAlVn. Den 12 had eene bijeenkomst dor
liberale partij in het gebouw van het ministerie van
buitenlandsche zaken, onder voorzitterschap van den mi
nister-president Rosebery, plaatsuit de redevoering van
dezen sprak volledige instemming met de iersche Home-
rule, waaraan de partij verbonden was met banden der
eer, evenals voor de laatste redevoering van den heer
Gladstone in het Lagerhuis tegen het Hoogerhuis gehouden,
dat door zijne reods onregelmatige samenstelling een gevaar
voor het land was geworden, sedeit de ledon zich on
derwierpen aan den wil van het hoofd der conservatieve
partij. Voor de eer van Engeland en den vrede in Europa
zou de tegenwoordige regeeriug waken.
zeer zeker zachte goedige bruine oogen en een vriende
lijken trek om den mond. Wat kon ze, toen wjj nog
klein waren in het schemeruur met ons spelen. Hoe
opwekkend klonk, als zjj met ons zong, het anders niets
zoggendo rijmpje
Haakjes en oogjes
Tikke takke toogjes
Goud pampier,
Tierre, lierre, lier
Het was bepaald prettigonder het zingen van die
woorden door de gang te trippelen en bij do laatste
regel met haar in het rond te draaiou en dan hoe
heerlijk als onze goede Mie poppetjes voor ons knipte,
die alleu elkaar bij de band hielden en een kring vorm
den. net alsof ze wilden goveren.
Soms ook mochten wij wel eens een halven dag bij
Mietje te spelen komen in haar huisje op het Wilde
manshofje; dat vonden we natuurlijk heel aardig. Ik zie
uog het mandje met schelpjes en de oude popwelke
bepaald voor zulke gelegenheden werd bewaard. Na
tuurlijk kwamen dan ook onze neefjes en nichtjes bij
wier ouders zij ook uaaide; al naar onzen leeftijd werden
wij tegelijk genoodigd. Dikwijls gebeurde het echter
nietwant er moest door onze naaister altijd een dag
om verzuimd worden en dat schikte niet altoos en was
voor haar ook onvoordeelig.
Maar toen we te groot werden voor dergelijke pret
en ook aan de kindersprookjes waren ontwassenver
minderde onze genegeuheid voor haar niet en bleven wij
ook uog vaak bij haar aanhouden om eene vertelling
waaraan ze daar ze nog al veel las meestal vrij goed
kon voldoen feoms konden wij haar ook wel eens plagen,
en het gebeurde wel dat ze dan eens een weinig boos
werdvooral als wij rijmpjes op haar maaktendoch
lang duuide hare knorrigheid nooit, ze wist wel, dat de
kinderen het zoo kwaad niet meenden en de plagerij
alleen uit jeugdige dartelheid voortkwam en och
het goede mensch kon de zon wel in het water zien
schijnen.
Ik voor mij geloof de waarheid niet te kort te doen,
met te verzekeren dat ik weinig aan die plagerij deel
nam ik was daartoe gewoonlijk niet dartel genoeg.
Bijzonder graag mocht ik echter eens alleen met Mietje