Stadsberichten.
VETTE OSSEN geboren in 1890.
W. VisserOterleek, le Prijs.
VETTE OSSENgeboren in 1891.
VETTE KOEIEN (afgewisseld).
VETTE KOEIEN (niet afgewisseld).
RUSTIEREN van inlandscli ras geb. in 1891.
RUSTIEREN van inlandscli rasgeb. in 1892.
PINKSTIEREN van inlandsch ras, geb. in 1893.
MELKKOEIENgekalfd na 1 Januari 1894.
MELKKOEIENgeb. in 1891 (t winters), gekalfd
na 1 Januari 1894.
MELKT AARZEN, die gekalfd hebben na
1 Januari 1894.
OONSUHAPEN niet of zonder lammeren.
Buiteulandsche of gekruiste RAM.
BURGERLIJKE STAND.
afgelezen. Zoo nu en dan hoorde men een luiden juich
toon van een gelukkigen winner, voornamelijk toen de
tweede prijs eene koeop nummer 4324 bleek te zijn
gevallen welk nummer was aangekocht door eene hier
gevestigde sociëteit. De heer Swagermankastelein te
Nieuwe Niedorp, was de houder van het lot, waarop de
eerste prijs viel, n.l. no. 997. Denzelfden avond werd de
vette os reeds door hem verkocht aan den alhier geves-
tigden slager P. Raatdie er weinig minder voor gaf
dan de verlotingscommissie had besteed. De fraaie tilbury,
op 1641 gevallen, werd verkocht aan iemand in den
Anna Panlownapolder. Een der vette koeien viel op een
nummer eener weduwe, die het uitstekend kon gebruiken.
Even vóór de trekking aanving scheen het wel of de
loten in de oogen van sommigen goud waard warenzij
boden aan houders tot 1.25 voor een lot van 50 cen
ten. Voor 1 per stuk kon men ze met graagte ver-
koopen. Het was bij half vier eer de verloting was
afgeloopen.
Tot zoover onze correspondent, die blijkbaar bijzonder
met deze verloting is ingenomen. Wij deelen intusscheu
zijn gevoelen niet. Bij den moeielijken tijddien de
boer doorleeftwaarin hij op ieder dubbeltje moet
passen getuige zijn zeer verklaarbaar verzet tegen te
hooge wik- eu weegloonen, tarra, fooien en derg. schijnt
het ons onbegrijpelijk, dat de toongevers onder diezelfde
landlieden, de beste onder hen, op eene slechte mensche-
lijke hartstocht speculeerende, hunnen vakgenooten de ge
legenheid gaan openen hun geld uit den aard der
zaak eenvoudig weg te werpen.
Onze correspondent deelt ons nog mede, zich vergist
te hebben, toen hij een vorig maal schreef, dat de han
del na afloop der tentoonstelling niet vlug was. Hij wenscht
daaraan ter verklaring van dit feit toegevoegd, dat tijdens
de tentoonstelling zoo goed als alles reeds was verkocht.
Door Ged. Staten van Noorholland zijn benoemd
tot leden en plaatsvervangende leden der commission van
aanslag voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten
voor de gemeente Alkmaar tot lid de heer J. de Wit Dzn
tot pl. lid P. de Graaf Gz.; voor den kring Bergen tot leden
de heeren J. Groot te Egmondbinnen en D. Pool te Noord-
scharwoude; tot pl. leden de heeren J. Helder te Bergen en
J. Frans te Heiloo; voor den kring Beverwijk de heeren
D. Mijsberg te Beverwijk en J. C. A. Weerts te Velsen
tot pl. leden de heeren P. Schuckink Kool te Beverwijk
en W. J. A. de Wildt te Heemskerk; voor den kring
Hoorn de heeren J. Groot Jr. te Hoorn en C. Pijper
te Hoogwoudtot pl. leden de heeren J. van Slogteren
te Hoorn en M. Sluis te Spanbroek voor den kring
Helder tot leden de heeren W. J. van Neck te Helder
en A. P. Koorn te Texeltot pl. leden de heeren A.
Klik te Helder en J. P. Noordijk te Texel; voor den
kring Stellagen tot leden de heeren J. van der Maaten
te Schagen en G. C. Hulst te Zijpetot pl. leden de
heeren W. Schermerhorn te Sint-Maarten en M. Kroon Cz.
te Oudkarspelvoor den kring Enkhulzen tot leden
de heeren R. J. D. Hartkamp en D. Scholten te Enk
huizen en tot pl. leden de heeren T. L. Quanjer te Enk
huizen en C. Neefjes te Westwoud.
De Staatscourant van den 16 bevat de bij kon.
besluit van 8 Februari 1894 no. 4 goedgekeurde bodin
gen der alhier opgerichte Naamlooze Vennootschap
Alkmaarsche Brand waarborgmaatschappij. Het
maatschappelijk kapitaal wordt bepaald op 50.000,
verdeeld in honderd aandeeleu van 500. Daaraan wordt
deel genomen door den heer F. J. Quax, commissionair
voor zevendoor den heer G. Bouma, societeithouder
voor zeven en den heer J. Hofstoe Jr., assuradeur, voor
zes aandeelen, samen voor tien duizend gulden. De ove
rige tachtig aandeelen moeten binnen 5 jaren na de dag-
teekening der akte van oprichting (20 Februari) zijn ge
plaatst. De zetel der maatschappij is gevestigd te Alk
maar alwaar zij haar hoofdkantoor houdt. Voor de
eerste maal treden de drie genoemde heeren als direc
teuren op.
Donderdagden 22eindigen de lessen aan de
Cadettenschool ten 12*/4 uur en worden de cadetten
tot en met dinsdagden 27 in het genot van verlof
gesteld.
heerlijk op den slanken hals; haar schouders, haar nek,
haar armen wekten de bewondering der mannen en den
nijd der vrouwen. Zij kleedde zich met den fijnsten smaak,
eenvoudig en toch ongemeen. Het bekoorlijkste echter
waren hare merkwaardige oogen, niet groot, eigenlijk ook
niet mooi, maar van eeno wonderlijk verlangende uitdruk
king, blauw, onrustig, fladderend, met eenen blik die per
sonen en zaken slechts vluchtig beroerde dan terstond
verder zweefde en zich in de ledige ruimte scheon te
verliezen.
Leonie was zeer koket. Haar conversatie was levendig,
en daar zij de meest gewaagde stellingen met verbazing
wekkende zekerheid opwierp, zoo verwierf /ij zich spoedig
den roep van eene geestige vrouw. Met de beslistheid eener
vorstin sprak zij over alle mogelijke en onmogelijke
dingen, en zij zeide gewoonlijk het tegendeel van hetgeen
de anderen zeiden. Gevallen tooneelstukken vond zij mees
terlijk, toegejuichte erbarmelijk. Kunstwerken die sensatie
maakten kreet zij uit als prullen en de bodrijvor van
de eene of andere vreeselijke misdaad vond in haar oogen
genade als een martelaar van maatschappelijke vooroor-
deelen.
In één opzicht althans had Leonie boven de meeste da
mes, met wie zij maatschappelijk gelijk stond, iets vóór:
zi) was meer cosmopolitischzij had meer gezien en ge
hoord, en had zich eene bevallige ongedwongenheid in den
omgang in hoogere mate eigen gemaakt, dan de meesteu
barer stadgenooten. Zjj was eene der weinigen, misschien
de éénige, die, in eenen tijd toen Berlijn als wereldstad
nog in de windselen lag, eenen kring om zich had weten
te vormen welke met het karakter der cosmopolitische
salons eenige overeenkomst bezat. Met eenen aangoborenen
en door eene goede opvoeding nog verscherpten tact wist
zij tusschen de uiteenloopende elementen die elkander
zonder eigenlijke uitnoodiging op haar Dinsdagavonden
ontmoetten, een aangenaam verkeer en eenen barmonischen
toon te doen heerschen. Elk der jonge heerschappen
hetzij hij lot het leger of tot de diplomatie beboordo
kunst of wetenschap beoefendeals industrieel of als
beursman een rol speelde kon zich verbeelden bij de
Vrijdag, den 23, des avonds te 7'/2 uur, zal zoo
verzoekt men ons te melden in de kerk der doops
gezinde gemeente godsdienstoefening plaats hebben
onder leiding van den predikant dier gemeente, den heer
ds. H. de Boer.
Het behoort zeker wel tot de meldenswaardige
feiten, dat A. J. van den Berg den 18 den dag her
denkt, waarop hij vóór 50 jaren in dienst trad in den
ijzerwinkel van wijlen den heer T. H. de Lange, alhier.
Be Alkmaarsche Faaschtcntoonstelling.
Als gewoonlijk was het Doelenveld, met toestemming
van het gemeentebestuur dat ook overigens op allerlei
wijze tot het welslagen van de zaak medewerkte voor
de vrijdag, den 16, gehouden tentoonstelling van stieren,
melkvee, vet rundvee en wolvee ingericht. Eene zeer
schoone verzameling tweejarige stieren als zelden hier
bij elkander werd gezien trok in hooge mate de aan
dacht. Zonder uitzondering waren het van de uitne-
mendste exemplaren. In dit opzicht ook beantwoordde
de tentoonstelling geheel aan hare bestemmingom den
aankomenden landman de gelegenheid te geven tot ge
makkelijke vergelijking van de beste exemplaren van ons
uoordhollandsch veeslag.
Wat hot vette vee betreft, eene inzending van 60 stuks
mag zeker, na dezen winter, van voedergebrek als bij na
nooit te voren, zeer buitengewoon worden genoemd.
Zeer terecht wees daarop ook de voorzitter der afdeeling
Alkmaar van de Hollandsche Maatschappij van landbouw,
de heer mr. H. F. de Wildt, in zijn openingswoord, dat
hem tevens de gelegenheid bood, den dank der afdeeling
te betuigen aan Alkmaar's gemeentebestuur, vertegen
woordigd door den burgemeester den heer A. Maclaiue
Pont, het raadslid, den heer J. C. Vonk, en den secretaris
der gemeente, den heer J. Nuhout van der Veen, verder
aan leden van regelingscommissie, aan de jury en aan
de inzenders.
Spreker wees er op, hoe men, in dezen voor den boer
zoo slechten tijd ook in deze provincie, alle krachten
inspande; hij bracht daarbij hulde aan den ijver van de
boereu uit de noordelijke polders van dit gewest die
zelfs ééne tentoonstelling niet voldoende achten. Toch
waarschuwde spreker tegen versnippering van krachten
in eendracht hoeft men steeds kracht gevonden.
Eene nieuwigheid op deze tentoonstelling was, dat den
Nederlandschen Slagershond die de gegevens waarop
de tot heden gevolgde keuring van het vette vee berust,
sterk afkeurt, de gelegenheid is gegeven, om naar eigen
gegevens eene keuring te doen uit al de aangevoerde
ossen en koeien. De uitkomst daarvan is in sommige
opzichten werkelijk verrassend.
Als gewoonlijk op de Paaschtentoonstelling, bleef bijna
niets van het ten verkoop bestemde onverkocht. Voor
het eerste prijs kalf o.a. vernemen wijdat 230 werd
gemaakt.
De uitslag der bekroning was als volgt
VET KU1VH VEE. uitsluitend met hard voeder gemest.
D. Nierop en J. Koster, Nieuwe Niedorp, le pr.
Moll Zoon, Enkliuizen, 2e pr. D. Nierop en J. Kos
ter, Nieuwe Niedorp, 3e pr
H. Lamrnerschaag Koedijk, le pr. D. Binnen wijzend,
Scherrneer, Akersloot, 2e pr. J. Schouten, Beemster,
3e pr. W. Bakker, Beemster, Bestuursprijs.
P. de Wit, Beemster, le pr. A. de Ridder, Amster-
damsche Polder, 2e pr. T. Rijnsburger, Leiderdorp,
3e pr. Jhr. Mr. J. H. v. Foreest v. d. Palm Anna
Paulowna, bestuursprijs.
VETTE KALVEREN.
P. Kok, Hensbroek, le pr. H. SchrooderHensbroek,
2e pr. G. H. GeerligsAnna Paulowna, 3e pr.
IJlt de geheele aangevoerde inassa
vet vee werden door de jury van
den AEBEREAABSCHEA SI,A-
(>ER§B01t'U bekroond
bekoorlijke gastvrouw eenen bijzondor witten voet te
hebben; en toch had in werkelijkheid geen hunner bij haar
op de anderen iets voor.
Welsheim had tijdens den Duitsch-Franschen oorlog zijn
vermogen nog eens verdrievoudigd. Hij behoorde thaus tot
de autoriteiten der Berlijnsche beurs. Men kende zijne re
laties tot personen die in staat waren op de hoogte te
zijn van de politieke gebenrtenissen, en men omringde hem
wanneer hij over deze of gene kwestie van den dag ora
kelde. Hij zag er dan steeds zeer gewichtig uit, trok zijn
voorhoofd in diepe plooien, begroef de handen in de zak
ken en liet zijn lichaam dat met zijnen toenemenden
welstand mede aan omvang gewonnen had, op zolen en
hakken hoen en weer schommelen. Zijne grappen behoefden
volstrekt niet geestig te zijn, om gedurende hot benrsuur
de ronde te doen en vervolgens haren weg van de Burg-
strasse naar den Thiergarten te vinden. In één woord
Welsheim was een grootheid tor beurze geworden. Nieuwe
lingen voelden zich gestreeldwanneer hij met hen een
praatje maakteen hij zelf blikte thans op den ouden
Tillmanu, dien hij reeds lang overvleugeld had, met een
meewarig glimlachje neder.
Opmerkelijk echterin zijn eigen huis zonk deze
in zaken zoo invloedrijke en gezaghebbende man tot een
jammerlijk nulpunt. Leonie had nooit veel om hem gege
ven, en het sprak bij haar als van zelf, dat zij hem vol
slagen beheerschte. Zij alleen besliste, zonder zelfs eene po
ging tot inmenging zijnorzijds laat staan tegenspraak
te duldenover alle belangrijke en ook onbelangrijke
aangelegenheden. Zij alleen decreteerde welke uitnoodi-
gingen er moesten worden gezonden of niet gezonden
en aangenomen of afgewezen moesten wordenwat er
nieuw aangeschaft wanneer het theater bezochtwaar
heen het zomerreisje gericht moest worden. Bij dit alles
had Felix niet eens eene adviseerende stem. En wanneer
hij zich soms over het een of ander verwonderde en met
eene onbeholpenheid, die zonderling bij zijne zelfbewuste
houding als man van zaken afstak, heel bescheiden waagde
om eene opheldering te verzoeken dan snoerde zij hem
met een mon amicela ne te regarde pas in zulke ge-
T. Rijnsburger, Leiderdorp, le pr. Moll Zoon
Enkhuizen, 2e pr. J. SchoutenBeemster, 3e pr.
I T 1 E B E N.
W. v. d. OordBarsingerhornHoogland'', geb.
15 Mei 1891, Nr. 2365, V.: »Willem IIP', Nr. 1579,
le pr.
S. de Heer en J. de Geus, Ursem, Adolfgeb.
1 April 1892, Nr. 2333; Grootrn.: «Trijntje", Nr.
2902, le pr. M. Laan Rz., Beemster, «Aurora", Nr.
2461, geb. 1 Apiil 1892, 2e pr. W. Bakker. Beemster,
«Columbus IV", Nr. 2336, geb. 26 Maart 1892, 3e pr.
K. J. GoversSchermerhorn, bestuursprijs.
D. HogetoornBeemster, le pr. J. Koel, Scherrneer,
gem. Oterleek, 2e pr. P. DonkerSchellinkhout, «Pie-
ter II", geb. 16 Maart 1893, V.«Pieter 1", No. 2103
3e pr.
MELKVEE.
H. Kramer. Gekalfd 24 Februari 1894, le pr. W.
Bakker, Beemster, «Wilhelmina IV", Nr. 8110, geb.
27 Februari 1888, 2e |pr.
A. SlikkerKolhorn, le pr. Dezelfde, 2e pr.
Eerste prijs niet toegekend. H. de Goede, Beemster,
«Keizerin", V.: «Abel'', Nr. 1976, 2e pr.
KUISPINKEN.
C. de GeusUrsem, le pr. Dezelfde, 2e pr.
VOLTE E.
C. de Geus, Ursem, 4 stuks, le pr. Dezelfde, 2e pi.
TEXELSCHE RAMMEN.
C. de GeusUrsem, le pr. C. Keijser PzTexel,
2e pr.
K. Zijp, Beemster, le pr.
TER O P E U I S T E R 1 A
P. Vader P.Dz., Scherrneergent. Oterleek, zwarte
zeug met biggen, K. .T- Govers, Schermerhorn,
1 Thamworth beer, geb. Juni 1893, Jb. Henneman,
1 driejarige gekruiste stierzwartbont, R. y. d. Hu-
sen, Hoogezand, vette schot, allen bestuursprijs.
ONDERTROUWD.
15 Mrt. Izaak de Hes, te Hoogeveen en Antje Prins, te
Alkmaar. Johan Gerard Wiese en Elisabeth
Maria Huijbers.
16 Johannes Vasbinder, te Alkmaar en Gunrtje
Deurman, te Rijp, onl. te Alkmaar.
vallen placht Leonie zich van de fransche taal te bedie
nen al glimlachend den mond.
Onder de heeren die geenen enkelen Dinsdag in het salon
der betooverende Leonie Wolsheim ontbraken, scheen de
jonge letterkundige dr. Hugo Hall toch wezenlijk wel bij
zonder bij de gevierde gastvrouw in de gratie te staan.
In het jaar 1872 was dr. Hall bij de Welsheims geïntro
duceerd geworden. Hij telde toen negen-en-twintig jaar.
Oorspronkelijk had hij natuurwetenschappen, inzonderheid
botanie, gestudeerd. Het gunstige onthaal van een bundeltje
zeer bevallige gedichten had hem er toe gebracht deze
studie te laten varen en zich gebeol aan de beoefening
der letteren te gaan wijden. Hij verheugde zich in den
roep van eene buitengewone begaafdheid javan een
genie ofschoon hij tot dusver nog niets geleverd had
om dien roep te wettigen. De opstellen, die hij met lange
tusschenpoozen in het licht gaf, baarden wel door het pa
radoxale van den inhoud en het grillige van den vorm
eenig opzien, doch zij maakten toch op de meeste lezers
den indruk van gekunsteldheid en een ziekelijk forceeren.
Diegenen echter, die zich van Hall's talent overtuigd ver
kozen te houden, beweerden dat de jonge man nog heel
andere pijlen in zijnen koker haden dat de wereld
verbaasd zou staan wanneer hij die eenmaal op zijnen
boog legde. Het in aantocht zijnde werk van Hugo Hall,
waarvan niemand zeggen kon of het in verzen of in
proza een roman of een drama wezen zon was reeds
beroemd vóór hij nog eenen regel er van op papier gezet
bad. En hiertoe had bovenal mevrouw Leonie Welsheim
bjjgedragen.
Niet weinig ook hielp zijne eigene persoonlijkheid den
jongen dichter voorbarig op een voetstuk plaatsen. Hugo
Hall was werkelijk een zeer schoon man, groot, breedge
schouderd, elastisch en sierlijk in al zijn bewegingen. Hij
zag er uit als een echte Germaan met zijn kortgeknipt
aschblond haar, zijnen donzigen baard, zijn hoog, glad
gewelfd voorhoofd zijnen lraai gevormden mond met de
frissche volle lippen. Het grootegroenblauwe donker
schijnende oog veranderde onder het spreken gedurig van
uitdrukking en begeleidde de woorden met een veelzeggenden
commentaar. Hall beviel aan alle vrouwen, en indien
niet alle teokeuen bedriegelijk waren beviel hij aan
Leonie zeer bijzonder. Hij was zich den welgevalligen in
druk, dien bij op het vrouwelijk geslacht uitoefende, ook
zeer goed bewust, en hij trachtte blijkbaar zooveel moge
lijk daarvan partij te trekken. Hoewel bij het zeer schraal
had eu voortdurend door geldzorgen werd geplaagd, gat'
hij toch voor zijne kleediug net zooveel uit als de meest
bekende dandies. Zoodra hij zich in gezelschap van dames
bevond zette hij zichzelven in scène bestudeerde zijne
houdingen gaf al naar den eisch aan zijn uit
drukkingsvolle gelaat het karakter van den mijmerenden
denker, van den wereldsmart lijdenden melancholicus,
van den woest hartstochtelij ken veroveraar of van den
fijngeroeligen poëet.
Wordt vervolgd.