Gemeenteraad van Alkmaar.
Vergadering Woensdag 28 Maart 1894,
willen gedaan hebben. De tijd is gekomen voor wetgeving
op sociaal gebied en het groote struikelblokuitbreiding van
kiesrecht moet daarom spoedig en voor goed van de baan.
Of Tak koppig is geweestzooals sommige liberalen
zeggen NeenHoe zou men anders kunnen spreken
van een ontwerp Tak III of III Wijst dat niet op
toegeven hier en daar van den minister Niet toegeven
wilde hij, waar er sprake van was, onderscheid te maken
tusscben belastingbetalende en niot-belastingbetalende
kiezers. Wel wilde hij aan bezwaren tegemoet komen
die redelijk waren. Met een voorbeeld bewees spreker
het. Zijn beginsel gaf de minister echter niet prijs. In
Februari begon de openbare behandeling en spoedig bleek
hetdat de conservatieven en de minister het niet eens
zouden worden.
Artikel 3 werd aangenomen toen het amendement-
Mackay werd ingetrokken. De aanneming van het amen
dement op art. 4 van den heer Meijier, waarvan spreker
de bekende geschiedenis gafdeed minister Tak besluiten,
de wet in te trekken. De heeren van der Kaaij van
Hoaten enz. stelden wel geen nieuwe amendementen meer
voormaar steunden toch telkens diewelke tegen het
regeeringsvoorstel waren. Het bruggetje, door de Mcjjier
gebouwd tot verbinding der partijen was voor den demo
cratisch voelenden Tak te hoog om er zoo maar over te
stappen. Te vele arbeiders zouden uitgesloten worden
ja zelfs vele die nu het kiesrecht hebben daarvan be
roofd worden. Die niet als do heer van der Kaaij vier
kant tegenover de regeeringsvoorstellen stonden maar
een middenweg bewandeldenvonden hot niet mooi
zeiden zij dat de heer Tak de wet introk zonder te
hebben gewaarschuwd. Maar gaat het dan aan vroeg
spreker telkens en telkens weer te zeggen als je dat
amendement aanneemttrek ik de wet in Dan zou
immers alleen de wet van Tak zijn gekomen en niet in
overleg met de Kamer zijn gemaakt De heer Tak heeft
getoond bij art. 4 niet zwak te zijn. Bij art. 3 reeds
had hij de wet kunnen intrekken of niet gezegd hebben,
dat hij het amendement- daarop onaannemelijk vond. Al
leen toen kon zyne houding eenigszins zwak genoemd
worden. Er waren nog meer amendementen op de wet,
waarvan de heer Treub er ééne wilde behandelen. Hjj
bedoelde het amondement van do hoeren van der Kaaij
Roëll en Zijp waarin kostelooze goneeskundige hulp mot
onderstand werd gelijk gesteld waardoor zijdie ze
hadden genotenvan het kiesrecht zouden worden uitge
sloten. Dit amendement stelden de heeren nietomdat
zij tegen uitbreiding van kiesrecht waren maarnaar
zij zeiden omdat de grondwet deze uitsluiting eischte
De heer Tak begreep het zoeken en drijven der conserva
tieven en heeft op het juiste oogenblik de wet ingetrok
ken. Nu is het oordeel aan de kiezers. Willen zij als in
'91 afgevaardigden kiezen, alleen op een naam af of op
een zaakdie men nauwkeurig kent Gij moet weten
wat uw afgevaardigde wil, precies wil. Anders gebeurt
weer hetzelfde als na '91. Het is nu de vraag of de
kiezers mêe willeD gaan met van der Kaajj, van Houten
c.s. of met minister Tak. Wie met de eersten van meening
is, dat geneeskundige hulp ouderstand moet heeten volgens
onze grondwet is het niet eens met het voorstel Tak.
De heer Treub billijkte die bezwaren in ernstige mannen,
maai aeelde ze mei. klaarde geen grondwettige
bezwaren te kunnen vinden, die het ontwerp-Tak onaan
nemelijk zouden kunnen maken. Hij voor zich kon geheel
met Tak méégaan gelijk dan ook genoeg van hem be
kend is. Nu algemeen kiesrecht nog niet te verkrijgen
is, moet men zoover gaan als de ruimste opvatting der
wet toelaat en dat doet de heer Tak. Of de hoer Treub
dan geen enkel bezwaar zou hebben als hij gekozen werd?
Wel tegen de gevorderde schrijfproef, die volgens spreker
bij de practische toepassing moeielijkhoden zal oplevoren
die eischt, dat elk op het stadhuis een aanvraagbiljet zal
invullen op een tijd waarin men aan geene verkiezingen
denkt. Daartegen had spreker bezwaar. Waarom alleen
niet gevraagd het zetten van den naam als men ter
verkiezing gaat? Maar veel liovor had spreker de wet
met Tak s schrijfproef dan met amendementen van van
der Kaaij, van Houten enz. In geen geval zou hij zijn
goedkeuring weigeren te geven aan de wet van Tak ook
al bleef de schrijfproef behouden zooals zij nu is. Ook
met die schrijfproef zou hij voor de wet van Tak stem-
Hall wie is toch dat lieve jonge meisje, dat voor ons
de deur opendeed en mij zoo beleefd ontvangen heeft
Hugo voelde dat hij verbleekte. Hij had het zien aan
komen, dat deze vraag tot. hem zou worden gericht. Hij
was dus niet onvoorbereid; en juist daarom was het bem
eigenlijk aangenaam dat het onvermijdelijke nu maar
terstond afgedaan werd.
»Dat is juffrouw Martha Breuerde dochter van me
vrouw de weduwe Breuerbjj wie ik al sinds jaren
inwoon", antwoordde hij heel bedaard.
Ah zoo 1 Een lief, zacht gezichtje werkelijk
Maarzeg mij eens krijgt u het in de nabijheid van
zoo'n lief jong meisje niet dikwijls hoe zal ik het
uitdrukken? niet dikwijls een beetje te kwaad?"
«Volstrekt niet, mevrouw Volstrekt niet."
«Werkelijk niet? Maar dat is toch wel vreemd
Is het niet?"
«O neen, mevrouw Ik hoop u binnenkort te mogen
zeggen waarom het niet vreemd is. Voor het oogenblik
evenwel heb ik nog bijzondere redenen, om u te verzoeken
op dit punt niet verder aan te dringen Mijnheer Wels-
heim, mevrouw zou n nog eene enkele minuut geduld
met mij willen hebben Ik moet alleen maar mijnen
hoed halen
«Wel zekerMaak u op uw gemak klaar. Wij hebben
immers niet zoo'n vreeselijke haast niet waar, Felix?"
sprak Leonie, En zoodra Hugo zich verwijderd had
fluisterde zij haren man in het oor «Och, wat zag dat
meisje er treurig en bedrukt uitJe moest haar en
hare mama uitnoodigen om met ous mee te gaan
Wij hebben toch plaats genoeg
Vóór Welsheim, wien Leonie heden de eene verrassing
na de andere bereidde, nog had kunnen antwoorden, was
Hugo met den hoed in de hand en de jas over den arm
reeds in de kamer teruggekeerd.
«Ziezoo!" zeide hij «nu beu ik tot uwe orders."
«Mijno vrouw gaf mij daar in overweging", zoo begon
Welsheim; doch hij brak dezen aanhef plotseling af,
toen hij zich door Leonie's bestraffenden blik getroffen
voelde.... «Dat wil zeggen de inval is eigenlijk van
men. Met het volgende citaat van Thorbecke, uit de in
het begin reeds aangehaalde rede, oindigde spreker zijne
lezing«Wanneer met toenemenden rijkdom aan den
eenen, armoede aan den anderen kant zich uitbreidt
wanneer de rijke nog rijker, hij, die weinig heeft, nog
armer moet worden, wat is de wetgeving, die allen staats
burgerschap aanbiedt onder eene door weinigen bereik
bare voorwaarde, wat is die wetgeving, tenzij ironie
Persoonlijk standsvoorrecht heet afgeschaft opdat aan
bekwaamheid en verdienste hare natuurlijke baan worde
geopendmaar een op bezit van uitwendige goederen
gegrond stelsel van voorrechten komt in de plaats. Bur
gerstand beteekent opnieuw een deel, een klasse van het
volk. Te midden eener maatschappij op gemeen recht der
leden gebouwd, wordt eene onoverklimbare grens tusschen
bevoegden en onbevoegden gesticht. Wie vindt den toon.
waarin deze dissonant zich oplost
De heer Treub meendedat de heer Tak dien toon
had gevonden.
De heer van der Kaaij weigerde met Tak mée te gaan,
liever den dissonant behoudende. Gij, kiezers, moet weten
wat gij nu wilt: met Tak meegaan en geven, wat den
arbeider toekomt of met de conservatieven meegaan en
de botsingen afwachten, die eenmaal onvermijdelijk zullen
komen, zoo geene vreedzame, geleidelijke oplossing be-
roikt wordt, alleen mogelijk door uitbreiding van het
kiesrecht. f
Aan het debat word alleen door den heer Joh. Vis-
scher, socialist, van Alkmaar, deelgenomendie de can-
didatuur Treub aanbevalomdat dan ten minste Tak's
kieswet een voorstemmer meer zou krijgen. Als socialist
vond hij den heer Treub voor het overige niet beter dan
een liberaal. Radicaal of liberaal, het volk heeft er niets
aan, zeide spreker. Dat hij door den heer Treub Thor
becke had hooren ophemelen vond hij vreemd, omdat hij
meendedat Treub als radicaal Thorbecke menigmaal
zal hebben aangevallen. Of deed de heer Treub dit
om aan de Schager liberalen te behagen, die in Thorbecke
ook hun afgod zien Met de verkondiging zijner socia
listische denkbeelden eindigde de heer Visscher. De heer
Treub antwoordde nooit iets te hebben gezegd of ge
schreven, waaruit geen hooge vereering voor den grooten
Thorbecke sprak. Hij tartte den heer Visscher één zin
van hem te kunnen aanwijzenwaaruit het tegendeel
bleek. Verder bestreed hij de socialistische stellingen
verklarende te hopendat de weg van geleidelijke ver
beteringen de juiste zou blijken te zijn om vrede te
krijgen en betere toestanden. Van geweld verwachtte de
heer Treub niets. Een luid applaus volgde op sprekers
woorden. Op de gebruikelijke wijze werd daarna de
vergadering gesloten.
No. 4.
des namiddags 18 ''/4 uur.
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig aanvankelijk 14later alle 17 leden.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
1de notulen dor vorige vergadering gelezen en goed-
gekourd worden.
2. Deelt de Voorzitter mede. dat:
a.op 13 Februari 1894 het maken van den onderbouw
van een ga,su uer mot eenige bijkomende werken bij
openbare aanbesteding gegund is aan den laagsteu in
schrijver Cornelis van 't Hullenaar te Nijmegen voor
f 4887, f 973 beneden de raming
b. op 6 Maart 1894 het maken van ongeveer 75 meter
schoeiing langs de Kanaalkade ten westen van de
Bokkebrug, bij openbare aanbesteding gegund is aan
den laagsten inschrijver Cornelis de Wijs te Monni
kendam, voor f 2158, f 367 beneden de raming
c. burgemeester en wethouders besloten hebben naar
aanleiding van het in de raadsvergadering van 7 Febr.
1894 te hunner beschikking gestelde adres, tot de
plaatsing van eon straatlantaarn in het Ruitersteegje
en naar aanleiding vau hot verzoek van beambten van
de cellulaire gevangenis om verbetering der straat
verlichting in den Stadshout, tot de plaatsing van nog
een lantaarn in de Groote Kruislaan:
mij maar mijne vrouw heeft er niets tegen Ik
ducht namelijk zoo, dat misschien mejuffrouw Breuer, en
natuurlijk ook mevrouw hare mama dat misschien de
dames het niet onaardig zonden vinden met ons geza
menlijk Er is toch plaats genoeg in de loge en in
het rijtuig desnoods ook wel, als wij ons oen beetje smal
maken en ik voor mij zou ook op den Schlossplatz
wel eene droschko kunnen nemen
Hugo had vol verbazing toegeluisterd Eene uit-
noodiging voor Martha en hare moeder Hij doorzag
alles. Leonie was er achter gekomen in welke verhouding
hij tot Martha stond, en zij wilde nu zijne verloofde eens
van naderbij in oogenschonw nemen. Vandaar dit onver
wachte bezoek waartoe de anders zoo snuggeremaar
alleen tegenover zijne vrouw zoo strafbaar ounoozele en
als met blindheid geslagen Welsheim zich had laten
bedotten Hot was zonneklaar
Nu opgepastdacht Hugo bij zichzelven Geen flaters
nu En vooral geen verzet, dat tot verdere uitweidin
gen zou kunnen leiden.
Met een allerminzaamst glimlachje wendde hij zich
dus tot Welsheim:
«O maar u is werkelijk al te vriendelijk Permit
teert u het mij dan zal ik u dadelijk aan elkander
voorstellen. Ik hoop dat de dames uwe allerminzaamste
uitnoodiging zullon aannemen
Hij hoopte niet slechts het tugendeel, maar was er ook
vast, van overtuigd.
Het drietal trad nu in de smalle gang. Hugo opende,
nadat er op zijn kloppen «binnen!" geroepen was, de
deur der achterkamer en riep reeds op den drempel
«De dames hebben al gesoupeerd, zie ik Des te beter
Mag ik u dan aan elkander voorstellen? Mijnheer en
mevrouw Welsheim mevrouw de weduwe Breuer me
juffrouw Brener." En terwjjl de aldus genoemden
vormelijk voor olkander bogen, voer Hugo voort: «Wij
hebben plan naar de Reichshaüen te gaan. Mijnheer Wels
heim heeft voor van avond eene loge genomen. Wij zijn
tot dusver nog slechts met ons drieën en nu de
rest moet ik aan mijnheer Welsheim overlaten."
Wordt vervolgd.
d. burgemeester en wethouders de vijf pompen in
dertijd gestaan hebbende op de Laatna herhaaldelijk
te vergeefs te koop te zijn aangebodenonlangs in
overeenstemming met het gevoelen der vaste com
missie van bijstand in betrekking tot het beheer en
onderhond der plaatselijke werken en eigendommen, in
eigendom afgestaan hebben aan G. Ruigewaard te Eg-
mond aan Zee tegen den door hem daarvoor geboden
koopprijs van 150,—, mits de zaak spoedig beslist
werd.
Voor kennisgeving aangenomen, wordende gelijk
tijdig goedkeuring gehecht aan het onder de letters
c en d vermelde.
Zijn medegedeeld de volgende sedert de vorige vergadering
ingekomen stukken.
Van Gedeputeerde Staten.
3. Brief, houdende mededeeling, dat over het dienst
jaar 1892 f 159,245 te veel genoten is aan voorschot op
de bijdrage in de kosten van het lager onderwijs.
4. Brief ten geleide van de bij kon. besluit van 19
Februari no. 24 goedgekeurde verordening op de heffing
eener belasting op het gebruik van gemeentegrond door
het bezetten met tenten kramen en andere uitstallingen
tijdens de kermis of de jaarmarkten.
5. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit
tot aankoop van het huis op de Dijk van de wed. L. ten
Kloij.
6. Brief houdende mededeeling dat het voorschot
waarop deze gemeente krachtens art. 44 der wet op het
lager onderwijs over 1894 aanspraak heeftdoor den
minister van binnenl. zaken bepaald is op f 11369,03.
Nrs. 3 tot en met 6 voor kennisgeving aangenomen.
Hoogcr onderwijs.
7. Verslag van den toestand der inrichting voor hooger
onderwijs over 1893. Daaruit blijkt, dat er in het eerste
halfjaar in het geheel per week 23 uren les gegeven
werd; dat van 1 September het getal lesuren tot 29 klom;
dat de nieuwe cursus den 1 September begon met 18
leerlingen, tegen 17 leerlingen van September 1892 tot
Januari 1893 en 16 leerlingen in Januari 1893; van 4
leerlingen woonden de ouders buiten Alkmaar dat een
leerling werd opgeleid voor het Staats-examen A als
aanstaand jurist, een als aanstaand litterator en eeu als
aanstaand theoloog; twee leerlingen voor het Staats
examen B; vier leerlingen voor aanstaand medicus; twee
voor aanstaand jnrist; een voor aanstaand theoloog; een
voor aanstaand litterator: eeu wil een nieuwe taal bestu-
deeren voor de akto Middelbaar Onderwijs. Van drie
leerlingen is de bestemming nog niet beslist. In verband
met het zwaarder worden van den werkkring zal het
programma eenigszins herzien moeten worden.
Dit verslag werd bij acclamatie voor kennisgeving
aangenomen.
8. Verslag van de commissie van toezicht en beheer
over het stedelijk muziekkorps over 1893. Het
korps bestond nit 44 leden behalve den kapelmeester,
waarvan 33 geldelijke tegemoetkoming ontvingen en 11
daarvoor nog niet in aanmerking kwamen, maar waarvan
7 eene gratificatie genoten. Twee leden van het korps,
leerlingen der stedelijke muziekschool, werden geplaatst
als muzikanten bij het muziekkorps van het 4o regiment
infanterie te Leiden, waardoor twee goede klarinettisten
verloren werden.
De repetitiën werden 's wekelijks en van April tot
October twee maal per week vrij getrouw bijgewoond
onder leiding van den ijvervollen directeur werd flink
gerepeteerd. De commissie verwacht evenwel nog verbe
tering van het geregeld op tijd bijwonen der repetitiën
door de invoering van het met 1 Januari 1.1. in werking
getreden nieuwe reglement.
Het korps bezit thans 738 oude en nieuwe muziek
nummers do muziek is tegen brandschade verzekerd.
Aangekocht werden een bastrombone in bes en een
cornet in es. Het getal instrumenten bedraagt thans 56,
voorzien van een koperen plaatje, met het stedelijk wapen
en de letters S. M.
In 1893 werden 23 muziekuitvoeringen gegeven. De
muziekschool werd bezocht door 63 leerlingen, waarvan
20 kosteloos onderwijs ontvingen. Per week werden 16
uren onderwijs gegeven.
Voor kennisgoving aangenomen.
De heer Kraakman wenschte naar aanleiding van
de door de commissie gedane mededeeling omtrent het
bijwonen der repetitiën b. en w. nit te noodigen, aan
den Raad mededeeling te doen van hen, die de repetitiën
niet getrouw bijwoonden. De Voorzitter en de heer
C. W. Bruinvis achtten dit onnoodighet reglement
was juist door burg. en weth.,op voorstel en in overleg
met de commissie, met het oog daarop veranderd. Burg.
en weth. twijfelden niet of thans zou dat op tijd bijwo
nen wel beter gaan.
9. Verslag van den toestand der stads-apotheek over
1893. Er werden 21925 recepten gereed gemaaktof
60 daags tegen 21202 of ruim 58 daags in 1892 en
22024 of 60 daags in 1891. De drukste maand was
December met 2939 de stilste Juli met 1547 recepten.
De drukste dag was 16 December met 154, de stilste
2 April met 9 recepten.
18157 werden kosteloos gereed gemaaktals zijn
733 meer dan in 1892 als
algemeene armen 15960, 1149 meer.
Israëlitische 20334
burgerweeshuis 201 36 minder,
gasthuis 1793346
Tegen betaling 3768 10 minder als
Diakoniehuis 394 375 minder voor f
Huis v. bew.en celgev. 919 171 meer
Rjjksopvoedingsgest. 2088, 36 meer
Piusgesticht 15158 meer
Cadettenschool 216,
Zes K.G. chinine k f 165,30 werden aangekocht.
Klachten kwamen niet in en het personeel bleef on
veranderd. Voor kennisgeving aangenomen.
10. Adres van het bestuur der Vereeniging tot ont
wikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwar
tier, betrekkelijk het aftrekken van tarra. (Reeds in
deze courant in zijn geheel opgenomen.)
Gesteld in handen van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken en burgemeester en wethouders, om bericht
en raad.
Op een door den heer Kraakman geopperd denk
beeld, om met de overige gemeentebesturen in overleg
te treden over een in denzelfden geest te nemen besluii.
72,65
191,47
536,20
25,05
86,07