Zes en Itfegentigste jaargang 1894. WOENSDAG 11 A PRIL. Stadsberichten. 4213/ .NO. 43. ffierste blad. ALKMAABSCHE CHI KAM. Deze Courant wordt IMnsdag-, Hoitleril**- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar/ O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. Prijs der gewone Advertenllën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: Plaatsgebrek noodzaakt ons het Feuilleton aehterwege te laten. de Bataafsche Republiek doch na do Restauratie na 1813 onder Willem Iwerd het parlementaire stelsel feitelijk weder weggevaagd. Het bestond nog wel in DRANKWET. naam doch tot eeno krachtdadige uiting van Staatsbe- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar ]eid kon het niet komen. Zoo is het gebleven tot 1848, brengen tor algomeene kennis, dat aan hen vergunning toen de directe verkiezingen voor het eerst werden in- is gevraagd is door KLAAS MAIJER, zonder beroep, gevoerd. wonende te Beemster, tot het voortzetten van den ver- Het was de eerste stap tot het algemeen stemrecht, koop van sterken drank in het kleiu in het perceel aan Reeds in 1844 gewaagde Thorbecke van dien eersteu de Gedempte Nieoweslootwyk B 59, welke vergunning 3tap en zijne meening was hetdat deze eeuw bestemd thans ten name staat van JACOB JONGERT. I was, om het algemeen stemrecht tot werkelijkheid te Burgemeester en Wethouders voornoemd brengen. Alkmaar 10 April 1894. A. MACLA1NE PONT, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Zeer begrijpelijk was hetdat in 1848 niet reeds da delijk de uiterste consequentie getrokken werd. Men kreeg toen de censuskiezers het afhankelijk stellen van het kiesrecht van belastingbetaling. Eeno vruchtbare periode van wetgeving is daarop ge volgd het was de proef op de som, dat de kiesrechtre geling van 1850 voldeed aan de eischeu van het volk, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar I van de toenmalige hervormendo politiek, brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat Doch langzamerhand, naar mate het volk /.ich ontwik- de navolgende paarden op Donderdag don 26 April 1894, kelde, kennis en beschaving het deel werden ook van de des voormiddags te 10 uren, ter keuring zullen moeten lagere klassen, naar die mate werd de bestaande rege- worden aangeboden te AIiï4NI.%AIl,l>oelenveld (Lom- ling minder bewonderd, en namen de stemmen in kracht bardsteeg). It ij paarde u. Naam van den eigenaar 1. Remmert Houter, Priesche weg F 1 2. Johannes Berger, West-dijk F 913. Arie Peperkamp, Breedstraat A 19 4. Pieter Bakker, Sliksteeg C 7 5 Wijbrand Glijnis, Westdijk6. Cornells Johannes Goes, Houttil B 487. Dirk Govers, Steeweg F 15 8. Pieter Mooij, Vier Staten E 1 9. Cornelis Pepping, Koorstraat A 28; 10. Arie Bakker, Kennemerstraatwog E 35 12 eu 13. Dirk Akkerman, Westdijk F 87, (twee stuks). Trek paarden. en aantal toe, die er op aandrongen, om de perken uit de Grondwet te doen verdwijnen. Eindelijk kwam het zoover, dat in 1887 bij de her ziening der Grondwet eene overgroote meerderheid der natie overtuigd was, dat een verplichte census niet meer was van dezen tijd. Een compromis was toen echtor noodzakelijk. Aan de eeno zijde degenen, die vertrouwen hadden in het volk en de te stellen regelen voor toekenning vau het kiesrecht wilden overlaten aan den gewonen wetgever. Aan den andereu kant zij, die in de Grondwet zelve de grenzen wilden vaststellen, bevreesd als zij waren voor 1. Jan Asjes Ez., Heiligland C 5 2. Andries de Vries, I den demoeratischen stroom, dien zij met den dag breeder Koorstraat A 30; 4. Jacob Schut, Paardenmarkt B 8 zagen worden. Vandaar het compromis kenteekeneu van geschiktheid en maatschappelijken welstand. Daarna stelde men nog enkeie uitsluitingen vastom te voorkomen, dat men bij hot- bepalen van de eischen al te laag zon gaan. Toen dan ook, na de Grondwetsherziening van 1887, de eerste verkiezing plaats vond, sprak het vanzelf, dat de kiesrechtsquaestie eene eerste plaats daarbij innam. De uitslag is bekend. De meerderheid kwam aan de kerkelijke partijen, die het eerst zich wijdden aan de regeling van het vraagstukvoor hen van het meeste belang, dat van het onderwijs. Men werd echter teleurgesteld in de hoop, dat na de gelukkige afdoening daarvande kiesrechtregeling aan de beurt zou zijn. Bij de nieuwe opening der stembus in 1891 was het kiesrecht het alles beheerscheud vraagstuk, behalve bij do katholieken aan gene zijde van den Moerdijk. Alle par tijen waren het er over eens, ook de liberale, dat men aanstonds zoo ver moest gaan, als eene eerlijke uit legging vau de Grondwet toelaat. - Mejuffrouw Albertine Hejjblom en do heereu C. Destijds waarschuwden herhaaldelijk de radicalen tegen Kühn en Frits Bouwmeester houden zich sinds eenigen de vaagheid dier formule, die ten slotte tot verschil aan tijd onledig met het geven van voordrachten, gezamenlijk leiding geven moest, bekend als het sinds jaren was, en afzonderlijk, die zeer gunstig worden beoordeeld. De dat de liberale partij in hart en nieren verdeeld was, van- beide eerstgenoemden zijn leerlingen der Tooneelschool eengescheurd met aan de eene zijde de vooruitstrevender i i I ,1,l.„ne,iK.itnn /ïv» ilü nnnoarufltiAtrPil Rflll nPi H.nilPrA 7.l1nA 5. Jan Admiraal. Egmondermeer E 14; 6. Jan Pot, Eilandswal C 67. Izaak Johs. Ferdinand Wijnkamp, Dubbelebuurt B 6; 8 Godlieb Lebrecht Schuurman, Laat A 769. Dirk Roozendaal, Huigbrouwersteeg A 12 10. Adrianus Jacs. Theods. Conijn, Langestraat B 97 11. Godlieb Lebrecht Schuurman, Laat A 76; 12 en 13. Emelius van Dam, Krebbesteeg A 8, (twee stuks). Voorts wordt in herinnering gebracht, dat de boveu- staaude paarden door of van wege de eigenaars voor de Keurings-Commissie ter aangeduide plaatse moeten wor den gebracht, en dat elk paard voorzien moet worden van eene door het gemeentebestuur te verstrekken en aan de linkerzijde van het hoofdstel of aan den halster te be vestigen kaart. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 9 April 1894. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. en hebben eerst gezamenlijk eene kunstreis door het land de democraten, en de conservatieven aan de andere zijde, i r j -:-u iI welke laatste wel vooruit willen, maar slechts het mini um willen geven, dat men hun afdwingt. Mannen als Heldt, Kerdijk en Hartogh stelle men niet gemaakt en in den laatsten tijd voegde zich de heer welke matste wei vooruit wiuen, maar siec Bouwmeester, onzen lezers wél bekend, bij hen. Zij treden mum willen geven, dat men hun afdwingt, op met een uitgebreid, eer afwisselend programma a,a R" Hartofi,h n waarop ook een paar bekende geestige blijspelen voorkomen, op ééne lijn met mannen als de Beaufort Gle chman en Zij gaven ons hun voornemen te kennen ook hier eene Rutgers zoo waarschuwde de radicale part j, toen »Bur- uitvoering te geven en wel op woensdag, 2 Mei, doch gerphcht te Amsterdam deze heeren met elkander op zullen vooraf den ingezetenen eene inteekenlijst aanbieden, één candidatenlijst plaatste. - I 1 I n TTfi n all ni< TT/1 I l/rtr Zij 't ook wat laat in den tijd, op grond echter van de goede, belangstellende ontvangst aan het drietal kunste naars overal elders te beurt gevallenmag er eenige grond zijn, om voor hen ook hier een goede opkomst te verwachten. Wij zijn van aller volkomen eerlijkheid overtuigd, het zijn hoogst respectabele lieden, doch in het staatsbestuur honden wij niet denzelfdeu koers. Eene kiesvereeniging moet openlijk partij kiezen, wil zij haren invloed niet dooden. Dat heeft toen Burgerplicht - In de week van 1 tot 7 April zijn in het bad niet gedaan en ons beschuldigde men ten slotte van liuls van »het Witte Kruis" genomen 59 kuipbaden, 95 scheurmaking. fiQ. regen baden le kl. en 91 2e kl„ te zamen 245 baden. Het gevolg van den verkiezingsstrijd in 1891 was dat de liberale party in de meerderheid kwam en een liberaal Mr. M. W. F. TKR11U. ministerie het roer in handen kreeg. Reeds aanstonds Den 9 trad de beer inr. M. W. F. Trenb candidaat deed zich bij de vorming hiervan dezelfde fout gevoelen van de Vrijzinnige Kiesvereeniging, alhier, in het lokaal als waarin men bij de verkiezingen vervallen was. De Diligentia als spreker op. vorming van het kabinet werd niet opgedragen aan Tak Na eene korte inleiding van den voorzitter, den heer den man, daartoe als het ware aangewezen, maar aan W. F. Stoel, bekwam de heer Trenb het woord. van Tienhoven, die aan de politiek der laatste jaren geen Zoo ooitdan achtte hij het thans noodzakelijk dat werkzaam aandeel had genomen een man zonder invloed de candidaat zich aan zijne kiezers vertoone eu met hen 0p politiek gebied van gedachten wissole. Reeds dadelijk stelt hij voorop, Tak s invloed deed zich in het kabinet echter zoo dat hij allerminst komt ter bostrijding van den heer krachtig gelden, dat hij in staat was, in de eerste troon van Gilse. Wie dezen candidaat om de eene of audere re<ie te zeggendat de regeering de kiesrechtregeling eene reden de voorkeur geeftdoet z. i. in dit geval eene onmisbare voorwaarde achtte van blijvende verbetering, even goede kenzo. Zijne bestrijding goldt slechts de conservatieve elementen. Uit den aard der zaak zal zijne rede uitsluitend l et kiesrechtvraagstnk betreffen. De tijd is voorbij in geheel beschaafd Europa dat eeu absoluut monarch zijn wil aan het volk opdringt hier sedert langoren, daar sedert korteren tijd. In Én- geland reeds zeer lang. Ten onzent dagteekeut het van Aan de daarmede gegeven belofte werd in Septembor 1892 voldaan. Loyaal en Üiuk voldaan. Alle democra ten juichten De conservatieven stemde het echter juist tot droefenis men ontdekte allerlei bezwaren en grieven. Evenwel werd daarbij de strijd niot vierkantniet flink geyoerd Van de zijde der conservatieven werd het ontwerp niet alleen bestredenop grond dat men de uitbreiding niet wildedoch men zocht het ook in grondwettige bezwaren. Slechts enkelen zeggen openlijk dat zij het onstaat kundig achten dadelijk zoover te gaan. Dat is echter slechts de minderheid. De toeleg der bestrijders van het ontwerp is voornamelijk, om het te doen tuimelen over grondwettige bezwaren. 't Meest hebben daaraan gedaan de heeren van Houten, van der Kaay en Roëll. De amendementen van de beide eersten hadden ten doel, om verschillende categoriën van kiezers te maken en een verschil in 't leven te roepen tnsschen hen, die in do belasting zijn aangeslagen en die dat niet zijn. Hoezeer niet gewend om personen aan te vallen, die niet tegenwoordig zijn, moet spreker zich toch veroor loven te zeggen, dat de heer van der Kaay in diens rede oen verkeerde voorstelling heeft gegeven van zijn eigen amendement, naar hij aanneemt ter goeder trouw. Het was de quaestie niet, dat men daardoor zou krij gen verschillende voorwaardendie iemand tot kiezer konden maken maar dat de eene soort een voorrecht had boven het andere dat de aangeslagenen in de be lasting van zeiven op de lijsten zoudeu worden geplaatst en degenen, die onder andere r abrieken vielontelken jare vooraf daartoe eene aanvrage moesten doen. Spreker acht dit verschil in rechten anti-democratisch. Hoezeer reeds de nu bestaande bepaling van eene telkens herhaalde aanvrage door »lodgers" belemmerend werkt is bekend. Het was dns geen gril van den minister en de meerderheid dor linkerzijde, toen zij beweerden, dat deze amendementen eene finale uitbreiding onmogelijk maakteu Spreker schetste daarna hoe bet ontwerp na eeu voorloopig verslagdat lang op zich had laten wach ten eindelijk 25 Juli 1893 in openbare behandeling kwam ou hoe de regen van amendementen verzending naar de afdeelingen weder tengevolge had. Het amendement van de beeron Roëll, v. d. Kaay en Zijp, om ook hen, die kostelooze geneeskundige hulp ge nieten, van het kiesrecht uit te sluiten, onderwierp spre ker kortelijk aau critiek, evenals dat aangaande een boo- geren leeftijd dan 23 jaren. Men was met die beperkingen echter niet tevreden en voor hen was het amendement-de Meijier eene wolkome verschijning, dat buitendien nog verlangde, dat de wo ning aan een aantal eischen zou voldoen, achtereenvol gens dat zij bestaan zon, uit een vertrek, uit twee ver trekken, uit vertrek en keuken, terwijl ten slotte ook het achterhuis daarbij eeu rol speelde. Met al de overige amendementen in het verschiet, na een doodend debat, dat men zonder gevaar voor tegen spraak mag kenmerken als te zijn van laag allooi, eu dat op 8 Maart gesloten werd, had op 9 Maart d.a.v. de stemming plaats met het bekende gevolg. De heer v. d. Kaay zeide in zijne jongste rede hier, dat de Kamer niet wistdat de minister plan had de wet in te trekken. Met dat praatje, meent spreker, dat het nu uit moest zijn. Zij 't ook, dat bij het einde der beraadslagingen des Don derdags men den indruk mocht hebben dat de minister zou toegeven, des vrijdags morgens vóór de stemming heeft het meorendeel anders geweten, niet officieel, maar officieus. Een aantal Kamerleden heeft spreker dat ver zekerd. Dat de minister de Kamer er dus liet inloopen, is ge heel onjuist. Dit echter daargelaten. Hoe dit nu zij en wat men ook moge gemeend hebben, door te stemmen voor het amendement-de Meyier heeft men zich toch in ieder ge val verklaard voor eene groote inkrimping van het ge tal kiezers. En nu zal men als eerlijk man toch niet durven ver klaren, dat, hoe zwaar ook de grondwettige bezwaren bij iemand wegen, de Grondwet hem verplicht om te stem men voor een amendement, waarvan niemand de verde diging op zich durft nemen. Het was de bedoeling om te zien hoever men met den minister zon kunnen gaan, hoeveel men van de wet zou kunnen afknibbelen. De conservatieven gaven zich op dat oogenblik geheel bloot en daarom was voor den minister dat moment bij uitstek geschikt om de wet intetrekken ten einde de kiezers te laten beslissen. In gelijken geest sprak spreker te Behagen en in eene desbetreffende uitdrukking heeft de heer van der Kaay aanleiding gevonden hem heftig en beleedigond aan te vallen. Hij is van oordeel, dat bij een fatsoenlijk en behoorlijk debat men dergelijke verwijten niet doetzonder den aangevallene te vragen, of hij de gewraakte woorden in een courantenverslag voor zijne rekening neemt. Erger nog heeft de heer van der Kaay het gemaakt met den beer van Gilse, wien hij verwijt gemakkelijk over de bezwaren der Grondwet hoen te stappen. Hij tracht aan te toonen nit het artikel van dozen heer in de Vragen des Tijds dat de desbetreffende nitdrnkkiug van den heer v. d. Kaay hoogst onverdiend en onbe hoorlijk is. Van de persoonlijke quaestie afstappende, vraagt spre ker zich atHoe staan nn de zaken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1