HANGEND MOS. No. 48. Zes en Ttfegentigste «laargang. 1894. V R IJ 1) A (j 20 A P RI L. Stads-V roedvr ouw. Reen grond voor kamerontbin ding te yinden. Feuilleton. Buitenland. Roman uit liet Berlijnsclie leven. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar G,8Ö; franco door het geheele rjjk 1, De 3 nummers f 0,06. Pr||§ der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Zijdie in aanmerking wenschen te komen voor Stads-vroedvrouw te Alkmaar, op eene jaarwedde tan f 300worden verzochtzich onder overlegging van stukken bij gezegeld verzoekschrift te wenden tot den gemeenteraad aldaarvóór 25 April 1894. DRAAkVET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen tor algemeene kennis, dat aan hen vergunning is gevraagd door MAARTEN PEPPING zonder beroep, wonende te Heiloo, tot het voortzetten van den verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan de Breestraat, hoek Krebbesteeg wjjk A No. 36 welke vergunning thans uitgeoefend wordt door CORNE LIA BOOTS, weduwe van CORNELIS BEEKMAN. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT, Alkmaar De Secretaris, 19 April 1894. NUHOUT VAN DER VEEN. Dat Tak's kieswet onaannemelijk waswordt thans nagenoeg door iedereen, die er over spreken wil, zoowel door Takkiauen als auti-Takkianen erkend. Door ieder die er over spreken wil. Ve len van de door-dik-en-dun-gaanders zwijgen er liefst over, maar slaan toasten op sociale rechtvaardigheid, het volle staatsburgerschap, het werkmanskiesrecht, de finale kiesrechtuitbreidiug enz. enz. In de Tweede Kamer betoogde de heer Heldt, dat het voor den welstand van een werkmansgeziu niets afdoet of hij al dan niet gedurende de drie laafste maanden onder hetzelfde dak gehuisvest i3 geweest. Hij deed daartoe verschillende grepen in het volksleven, die inder daad welsprekend waren. De logés van de Gouden Engel, het Liggende Paard en dorgelijke logementjes en slaap steden houden er zelfs voel langer verblijf, en een knap werkman moet daarentegen dikwijls verhuizen om dichter bij zijn werk te zijn, om lastige buren enz. De heer Kerdijk was het geheel met hem eens. Niet de laagste kring der bevolking is het dus sprak hij waarin vergelijkenderwijs verhuizingen hot meest voor komen maar men zal die in grootor getal aantreffen onder werklieden die iets beter zijn gesteld, vooral in onze grootste steden. Ook hij lichtte die waarheid uit voerig toe. Van verschillende zijden werd met cijfers, ten gevolge van nauwkeurig onderzoek op verschillende plaatsen ver kregen, het bewijs geleverd, dat de meeuing der Regee ring onjuist was. Geen enkel bewijs werd daar tegeuover gesteld, geen enkel cijfer tot verdediging van het wetsontwerp aan gevoerd. De Minister erkende, dat hij geen statistiek kou over leggen. Hij gaf geen enkel bewijs, geen enkelen grond 14) DOOR PAUL LINDA U. 0-0 HOOFDSTUK V. voor zijn meening op. Maar, zeide hij, zoolang het tegen deel niet gebleken ismag de Regeering op goede gronden haar meening voor de ware houden. Op goede gronden! En hij gaf geen enkelen grond. Gij moet mij maar het tegendeel bewijzen Werd ooit te voren op die wijze een wet verdedigd Het Handelsblad noemde het ontwerp een monster van wetgeving. De Voorzitter van Burgerplicht te Amsterdam ver wachtte een nieuw ontwerp en sprak de hoop uit, dat de Minister met het gehouden debat wel ziju voordeel zon doen. Nu komt, na de stemming, een ander verdediger van den Minister, de Arnhemsche Courant, met de opmerkelijke verklaring, «dat het zeer goed mogelijk is, dat de kies wet bij de nieuwe Kamer in zulk een vorm wordt inge diend, dat eenige ernstig gemeende bezwaren tegen de vroegere redactie worden weggenomen." Maar waartoe dan de Kamerontbinding Waarom dan al de Kamerleden geweerd, die een ont werp bestreden, dat door niemand meer wordt verdedigd en door niemand wordt teruggewenscht V Op welken grond worden die leden thans bestreden 'l Alleen door verdachtmaking. Alles komt inderdaad hierop neer Zij zeggen wel dat zij voor een uitbreiding van de kiesbevoegdheid zijn, zoover de Grondwet toelaat, maar zij meenen het niet." Toch stemden 80 leden voor artikel 3, dat tot grond slag van kiesrecht aanneemt het voorzien in eigen onder houd en in dat van het huisgezin. De hier bedoelde Kamerleden ontkenden alleen dat dit kan worden opge maakt uit een driemaandelijksch verblijf onder hetzelfde dak, en dat wordt eigenlijk door niemand meer verde digd. Zij willen onderscheid makeu tusscben werkman en werkman, en niet alle werklieden en alle arbeiders toe laten. Juist, want dat zou algemeen stemrecht ziju, en de Grondwet verbiedt hen toe ter laten, bij wie geen ken- teeken van geschiktheid of maatschappelijken welstand te vinden is. De Miuister wilde ook niet alle werklieden en alle arbeiders toelaten, maar alleen hen van wie op eenigen grond mag worden aangenomen dat zij voorzien in voedsel dekselwoning en de noodige verwarming voor zich en hun gezin. De schuldige aan de mislukking der kieswet is de Minister zelf. Zijn ontwerp was onverdedigbaar en onaan nemelijk. Hij weigerde betere bewijzen voor het bestaan van het aangenomen kenteeken zelf in de wet te brengou of van anderen over te nomen, behalve dat van den heer de Meijier, dat op zijn aandrang werd gewijzigd en min der goed gemaakt, en de hoogst gebrekkige, thans ook niet meer verdedigde amendementen van de heeren van der Feltz en Farncombe Sanders. Toen de meerderheid in haar welwillende gezindheid om ten slotte zoo mogelijk tot overeenstemming te komou en het werk der Regeering niet te doen mislukken, het In de kringen der berlijnsclie tooneelliefhebbers was in den herfst van 1873 slechts van het nieuwe stuk sprake, dat binnenkort in het koninklijke Schauspielhaus voor het eerst zou worden opgevoerd. Het droeg den titel Hercules en Omphaleen de schrijver er van was dr. Hugo Hall. De naam van onzen vriend was sedert eenigen tijd in de wereld van den Thiergarten buitengewoon drok over de tong gegaan. Iedereen wist dat de jonge dichter met de elegante en geestige mevrouw Leonie Welshoim op den allervertrouwelijksten voet stond iedereen, behalve de gelukkige heer Felix Welsheim die schitterende zaken deed op de Beurs en die op zijne mooie vrouw en zijne rijke huishouding niet weinig trotsch was. Leonie on Hugo hadden zich in het eerst alle mogelijke moeite gegeven om hunne strafbare verhouding voor de wereld te verbergen. Dit was hun eenen tijd lang ook gelukt. Van lieverlede echter worden zij zorgloozer en veroorloofden zich deze of gene kleine onvoorzichtigheid, die, opgemerkt en voortverteld, voor de «vrienden van ons" de beteekenis erlangde van een symptoom. Men knoopte dergelijke kleinigheden met welbekende feiten samen, het oen liet zich verklaren door het ander en op deze wijze ontstond en verspreidde zich eene opvatting, aan wier juistheid geen verstandig mensch meer behoefde te twijfelen. amendement-de Meijier had aangenomen, bleek de Minister van zienswijze veranderd en werd eensklaps tot algemeene verbazing van de Kamer en haren voorzitter het wets ontwerp ingetrokken. Ook Dr. Schaepman verklaarde zich daardoor «verrast' en Professor de Louter, een verdedigei van de plannen des Ministers schreef in het Vaderland van 31 Maart: «De onverwachte intrekking der kieswet en de spoedig daarop gevolgde ontbinding der Tweede Kamer hebben het vaderland in eene zoo ernstige crisis gebracht als sedert tal van jaren niet is beleefd. Als het waar is wat thans hier en daar beweerd wordt, dat die intrekking voor enkele Kamerleden geen verrassing was en niet onverwacht kwam, is de zaak nog veel erger. Daarom zullen wij dat maar niet gelooven. Het is voor de toekomst van het vaderland te hopen, dat zulk een houding van een minister uief worde goed gekeurd en zulk een onverdedigbare ontbinding niet gelukke. Men zag immers Leonie en Hugo voortdurend samen en men bespeurde hoe zij bij alle mogelijke gelegenheden blikken van overeenstemming en van verstandhouding met elkander wisselden. Men deed de ontdekking, dat al diegenen, die aan dr. Hall mishaagden door Leonie werden afgescheept en de een na den ander uit haar salon verdween. Men merkte ook op dat Leonie zich sedert eenigen tijd minder dan vroeger afgaf' met coquet teeren, blijkbaar omdat haar hart thans niet meer vrij was en zij zich onder een scherper toezicht voelde. Het verradelijkste echter was hare rustolooze agitatie ten gunste van Hali's tooueelstuk. Ieder, van wien zij meende dat hij ten voordeele of ton nadoelo van dit stuk iets uit richten kon werd door haar met bijzondere onderschei ding bejegend en met al de kunstgrepen van vrouwelijke sluwheid zóó lang bewerkt, tot zij zich van eene wel willende houding zijnerzijds verzekerd had. Zij zelve koesterde inderdaad voor het dichtwerk, dat onder hare oogen was ontstaan, de warmste en hartelijkste belangstelling. Van deszelfs kunstwaarde hield zij zich ten innigste overtuigd, en zij beloofde zich een zeer beslist succes er van. Zij vond dat de leidende gedachte de temming van den sterken man door de zwakke, teedere vrouw met echt dramatische kracht opgevat en geheel in den modernen geest behandeld was. En toen Hugo een paar maanden na den eersten heimelijken kus haar het laatste bedrijf had voorgelezen, was zij hem onstuimig om den hals gevallen en had vol hartstocht en zaligheid uitgeroepen «Ik ben trotsch op je!" Zij had hem het handschrift afgenomen, en Welshoim had een paar uren lang de halve stad moeten rondrijden, om eenen schoonschrijver op te snorren, aan wien de schat onder absolute geheimhouding tot kopieeten kou worden toevertrouwd. Dezen man had zij eene hooge be looning toegezegd voor de meest mogelijke snelheid, stipt heid en discretie. Hot afgeschrevene liet zij vel voor vel afhalen, en zij woekerde met elk oogenblik. De brief aan den intendant-Generaal, den heer Von Hülsen, was, op haar aandringen, door Hugo reeds voor het klaarkomen der kopie verzonden geworden. Ook had zij do middelen HEMjilU. Den 17 des avonds, is te Antwerpen op bevel van den rechter van instructie in hechtenis genomen mevrouw Joniaux echtgenoote van den hoofd ingenieur van den waterstaat in de provincie Antwerpen, onder verdenking van drie leden harer familie, een zus ter, een broeder en een oom van haren man vergiftigd te hebben om zich te bevoordeelen met de sommen waarvoor deze personen verzekerd waren. DIJITSC1II.AAD. De commissie uit den Rijksdag heeft den 18 met 17 tegen 11 stemmen verworpen het ontwerp voor eene belasting op tabak. De beraadslagin gen zijn daarop afgebroken. Het wetsontwerp komt niet meer in deze zittiug van den Rijksdag in behandeling den 19 wordt deze gesloten. Den 24 wordt de inschrijving geopend op de nieuwe Rijksleening van 96.000.ÓOO. E\UIfliA\U. I.iiacrilDen 16 diende minister Harcourt. de be grooting voor 1895 in. De wijze, waarop het land de malaise in den handel is te boven gekomen, bewijst, zeide hij, dat men niet moet luisteren naar den raad van voorstanders van be scherming of do raadgevingen betreffende don standaard Do uitgaven worden geraamd op 95,458,000 pd. St., de ontvangsten op 90,956,000 pd. st.er is dus een tekort van 4,502,000 pd. st. Het aflossingsfonds voor de schuld, voortvloeiende uit de wet op het leger en de vloot, wordt geschorst; er zal bovendien eene vermeerdering zijn in de ontvaugsten, voortspruitende uit de Suez-kanaal-aandeelen. Er blijft dan nog een tekort van 2,379,000 pd. st.; dat hij wil dekken door eene ingrijpende hervorming der successie-rechten, af wisselende, naar gelang van de grootte der nalatenschappenvan 1 tot 8 pet., te heffen van de weten te vinden om gedaan te krijgen dat het handschrift niet «gedeponeerd bij paperassen van gelijken aard", maar onverwijld gelezen werd. Zoo geschiedde dan ook het on- geloofelijke. Einde Juni was Herkules en Omphale inge zonden geworden en reeds drie dagen daarna kwam de jubelmare «Aangenomen Leonie had wel is waar niets anders verwacht maar toch was zij overgelukkig. En zij veroorloofde haren manhaar tot verheerlijking van dezen grooteu dag oenen prachtigen armband te schenkendien zij al lang met begeerige blikken bij oenen juwelior bewonderd had. Hare geestdrift voor Hall's tooueelstuk was ook op deu goeden Felix overgeslagen. Welsheimdie hel derste en wakkerste aller beursmanuen die in alle din gen van het practischo leven de laatste was om zich een rad voor de oogen te laten draaien Welsheim ont wikkelde tegenover zijne vrouw een haast idiotisch te noemen naïviteit. Zij wond hem letterlijk om haren duim. Zij deed met hem alles wat zij wilde en dan praatte zij hem voor dat hij tot alles, wat zij van hem gedaan had ge kregen eigenlijk toch het initiatief genomen had. Zij liet hem aan eene snoertje dansen als een pop en toch ver keerde hij in den heiligen waan, dat hij alleen den schepter zwaaide en dat hij eene buitengewoon meegaande en in schikkelijke vrouw had die zich in alle dingen naar hem voegde. Zijn vertrouwen in haar was even onbeperkt als blind. Met Hugo dweepte hij, en als hij hem ineen paar dagen niet gezien had omdat de jonge man dan op uren kwam tijdens welke de heer des huizes op de Beurs of op hot kantoor was dan maakte hij zich on gerust en verlangde naar hem. Welsheim kende natuurlijk van Hugo's tooueelstuk tittel noch jota, maar niettemin was hij vuur en vlam er voor. Zijne verhouding tot Leonie had overigens aan Hugo in de oogen der wereld een eigenaardig re/ie/gegeven. Velen, die nooit eeneu enkelen regel van hem gelezen hadden beschouwden hem met een zeker meesmuilend welgeval len. De minnaar van de schoone Leonie Welsheim, naar wier gunst zoo velen gehunkerd hadden en allen ver geefs was zeker niet do eerste de beste. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1