N ederland. Ingezonden stukken. hoofdsom der geheele bezitting, zoo van roerende als onroerende goederenzullende echte? bij kleine erfe nissen eene vrijstelling gegeven worden ingeval de bijkomende belasting van 1 pet. betaald is. Deze hervorming zou volgens hem in de toekomst de jaarlijksche ontvangsten doen vermeerderen met 3 '/2 a 4 millioen, dit jaar met 1 millioen pond sterling. De inkomstenbelasting wordt van 7 op 8 stuivers per pd. st. verhoogd, maar aan de inkomsten uit landerijen en huizen worden zekere kortingen verleend om op die wijze den grondeigendom tegemoet te komen. Ook wordt de korting, welke de jaarlijksche inkomens tot 500 pd. st. genieten, verhoogd. Verder stelde hij voor, de belasting op bet gedistilleerd te verhoogon met 6 stuivers per gallon, en die op bier met 6 stuivers per vat. De eind-uitkomst dezer hervormingen zou een overschot zijn, door den minister geraamd op 291,000 pd. st. De oud-minister van financiën, Goschen, noemde deze begrooting in alle opzichten tegenstrijdig. De voorstellen betreffende het recht op thee en de verhooging der rech ten op het gedistilleerd en het bier werden bij eerste lezing aangenomen. De beraadslaging over de overige begrootingsvoorstel- leD werd verdaagd. Den 17 deelde de onder-minister van koloniën mede. dat de overeenkomst betreffende Matabeleland voorbereid wordt en reeds vrij ver gevorderd is. De onderhande lingen met Transvaal geschieden echter per post en dit is de reden, dat de schikking niet vóór het eind der maand aan het Parloment kan overgelegd worden. Dien dag is het wetsontwerp tot afschaffing van de parlemen taire vertegenwoordiging der universiteiten bij eerste lezing aangenomen, evenals dat, waarbij de bevoegdheid van het Hoogerhuis, om zijn veto uit te spreken over door het Lagerhuis aangenomen wetten, afgeschaft wordt. Deze beide wetsontwerpen waren niet door de regeering verlangd. Een amendement van Balfour op de regee- ringsmotie tot het benoemen van een commissie tot regeling der schotsche aangelegenheden werd met 252 tegen 219 stemmen verworpen. Den 20 wordt de beraadslaging voortgezet. KOOKUEUE1V. Het Storthing heeft den 16 met 60 tegen 51 stemmen aangenomen een voorstel van den afgevaardigde Engelhardt, om eene bijzondere commissie in te stellen voor de behandeling der begrooting voor een eigen consulaatswezen. Aan het einde der zitting diende de minister van marine het voorstel in, bij wijze van proef, op de werkplaatsen der marine een arbeidstijd van 48 uren per week in te voeren. i Verkiezingen. S t e e n w ij k. De centrale anti-rev. kiesvereenigiug heeft voor de herstemming den heer J. Meesters JRz. (lib.) candidaat gesteld. Eist. De anti-rev. kiesvereenigiug Nederland en Oranje heeft besloten, zich bij de herstemming tusschen de heeren de Meester en v. Basten Batenburg te ont houden. Amsterdam. De kiesvereenigiug Grondwet heeft den 17 met algemeeue stemmen besloten bij de herstemming te stemmen op de heeren mr. J. G. Gleich- man jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg mr W. H. de Beaufort en mr. M. J. Pijnappel; Burger plicht de heeren mr. J. A. Levy W. K. M. Vrolik en mr. M. W. F. Treub Nederland en Oranje de heeren mr. J. A. Levy W. K. M. Vrolik. #ir. M. W. F. Treub en mr. W. H. de Beaufort. Gouda, De centrale anti-rev. kiesvereenigiug Nederland en Oranje hetft besloten don heer Th. G. G. Valette krachtig te stennen. Haarlemmermeer. De liberale kiesvereenigiug, die bij de eerste stemming den heer mr. H. Ph. de Kantor steldeheeft thans besloten den heer Reekers te stennen. Wijk bij Duurstede. Do heer S. M. van Wijck die alhier met jhr. mr W. H. de Beaufort in herstemming komten over wiens houding ten opzichte der kieswet eeuige twijfel bestond, heeft in het N. Dagbl. te Utrecht verklaard, dat hij gaarne eventueel bereid zal zijn mede te werken tot uitbreiding van het kies recht in den geest van dr. Schaopman de heer van Wijck stemt in met de resolutiën aangenomen op de deputaten-vergaderiug te Utrecht. Bij kon. besluit van den 14 is met ingang van 1 Mei a.s. benoemd tot directeur van het post- en tele graafkantoor te Vlieland do heer H. M. Hijlkema, thans directeur van het telegraafkantoor en brievengaar der aldaar. Den 17 is tusschen Vucht en Bokstel door den trein een man overreden en onmiddellijk gedood. De arr. rechtbank te Rotterdam heeft den 17 den duitscben ingenieur Weibel, die de vorige week torecht- stond wegens poging tot doodslag, vrijgesproken. Hjj had in een bierhuis eenige revolverschoten gelostwaar door do kastelein Schlicker in het onderlijf was getroffen, maar hij verklaarde slechts geschoten to hebben om de aandacht van buiten te trekken daar men hem afzette en bij weigering van betaling te lijf wilde. Do coöperatieve Handelsdrukkerij te Leeuwarden keert over 1893 lO'/j pcc. op de aan deel en uit; boven dien genieten de werklieden f 3000 in de winst en wordt in hun pensioenfonds een bedrag van f 686.14 gestort. Op de 3pets. geldleening der gemeente 's-Gra- venhage, groot f 500.000, is ingeschreven voor f 2.567.000; zij is gegund tegen 1007/8 pet. De Toynbee Travellers Club te Londen heeft be sloten met Pinksteren, tusschen 12 en 20 Mei, eeu uit stapje te doen naar Rotterdam, 's-Gravenhage, Leiden, Haarlem, Amsterdam, Volendam, Hoorn. Alkmaar enz.' deze tocht zal per hoofd slechts 48 kosten. Dan 17 is door do Provinciale Staten van Noord brabant met algemeens stemmen (56) benoemd tot hoofd ingenieur van den provincialen waterstaat den heer H. van Scbevichaven. ,De verpachting van het grasgewas van den dijk van den polder Berksneer bracht over 1894 f 1279,50 op, tegen f 1224,90 ten vorigen jare. Amsterdam. De Tweutscbe Bankvereeuiging keert over 1893 6'/4 pet. dividend uit. Volgons het Handelsblad is bet gasverbruik in het eerste kwartaal van dit jaar bijna een half millioen kubieke meter minder dan in gelijk tijdvak van 1892 waardoor de gemeente eene vermindering van inkomsten lijdt van bijna f 200,000. De Koninklijke West-Indische Maildienst keert over 1893 8 pet. dividend uit. De gewezen vleeschhouwer M., op wien vermoedens gevallen waren in zake den moord op den slachter Schut, te Amsterdam, heeft kunnen bewijzen, dat hij den nacht van den moord doorgebracht heeft in de Toevlucht voor onbehuisden in de Zwanenburgerstraat en dat hij dit gebouw eerst verlaten heeft, nadat de moord was ge pleegd. Den 17 zijn de zes voor onderwijzer geëxamineerden geslaagd, nl. J. A. Huijskens van Naarden, F. W. Schreu- der, L. J. Verhagen, L. Dorsman, W. Kooiman en J. J, Spruit, alhier. tCnktiuizen. Uit een onderzoek, op last van het dagelijksch bestuur ingesteld naar deu toestand der regen bakken en privaten is gebleken, dat bij 168 perceelen geen regenbak aanwezig was, terwijl 321 regenbakken wegens te geringen inhoud niet aan de voorschriften der politie-verordening voldeden. De toestand der privaten laat voel te wenschen bij 16 woningen was zelfs geen privaat. Ilrsem. In een gezin alhier heeft zich een geval van pokken voorgedaan. Westgrattdijk. Tot onderwijzer aan de openbare lagere school is benoemd de heer M. Bosma, Berkhout. Met den benoemde stond op de voordracht geplaatst de heer C. van Deelen te Kesteren, Westzaan. Bij den veehouder Jb. Vos is eene koe aan miltvuur gestorven. Womer, Mej. C. M. Adelink te Oudkarspel heeft hare benoeming tot onderwijzeres alhier aangenomen met ingang van 1 Juni as. Den 10 is gekozen toe lid van den gemeenteraad de beer A. Meijer Cz. met 121 stemmen voor een tweede lid wordt herstemd tusschen de heeren D. Wakker met 70 en A. Bakels met 58 stemmen. De heer W. Schoen maker bekwam 41 stemmen. De raad heelt besloten den Donderdag te stellen tot algemeenen trouwdag. Zaandijk. Alhier is voor twee gezinnen, die uit hunne woning gezet zijn, geen woning te verkrijgen, ook niet door bemiddeling van het algemeen armbestuur. Het eene gezin behelpt zich in een gewoon open schuurtje het andere houdt, met toestemming van den burgemeester, tijdelijk nachtverblijf in het arrestantenlokaal. Men tracht nu een voor het leger onbruikbaar geworden soldatentent te verkrijgen voor hun verblijf. Heerhugowaard. Beroepen bij de ned. herv. gemeente de heer ds. D. Sijpkens, Schellinkhout. Bergen. Ook hier heeft zich een geval van pok ken voorgedaan bij iemand, die in den laatsten tijd te Alkmaar gewoond had. A'oordseheriner. Bij de herv. gemeente alhier is tot predikant beroepen de heer A. Wunder, Noordgouwe. Opmeer. Tot hoofdingeland van de vier Noorder Koggen, voor deze banne (vacature-J. van Leeuwen) is benoemd de heer C. Renzenaartot voorzitter van het dagelijksch bestuur de hoer P. Vriend, beiden alhier. Den 15, des avonds, is te Tietjerk de groote water molen van den hoor J. S. Hoekstra door den bliksem getroffen en uit elkander geslagen, zonder brand te ver oorzaken. Op 200 e! afstand van den molen waren stukken bout in den grond geslagen. Den 17 des ochtends is een knaapje van 9 a 10 jaren door de Westlandsche stoomtram nabij Valkonbosch onder Loosduinen overreden en onmiddellijk gedood. Antwoord van den keer Treub. Aan de Redactie van de Alkmaarsche Courant. Mijnheer de redacteur. In het Handelsblad van heden zie ik, dat de heer Van der Kaay in uw blad een ingezonden stuk plaatste naar aanleiding van eene «nieuwe, van mij afkomstige, aller- bedenkelijkste telastlegging". Ook ditmaal bud tie heer Vau der Kaay niet de bo- leefdheid er voor te zorgen, dat mij een exemplaar van hot blad, waarin hij tegen mij polemiseert, werd toege zonden. Mr. van der Kaay weet blijkbaar nietdat het inachtnemen van die beleefdheid welke meer is dan een vorm tusschen eerlijke tegenstanders steeds ge bruikelijk is. Althans van ter zijue moest ik dezer dagen vernemen, dat do heer Van der Kaay vóór de eerste ver kiezing een ingezondon stuk in het Vaderland plaatste waarbij zijnerzijds eene «allerbedenkelijkste telastlegging'' tegen mij geuit werd. Tot op den huidigeu dag heb ik evenmin het nummer van het Vaderland, waarin het be doelde stuk staat, als het nummer van uw blad, waarin het stuk van 14 April j.l. werd opgenomen, ontvangen. Dit ter kenschetsing van de wijze waarop door mr. vau der Kaay den strijddien wij strijden, gestreden wordt. Indien er hier van protesteeren sprake kau zijn dan heeft de heer Vau der Kaay niet tegenover mij te protesteeren, maar is het aan mij te protesteereu tegen de wijze waarop de heor Van her Kaay den strijd, die een zakelijke strijd behoorde te zijn en te blijven, voert. Meent mr. van der Kaaijdat ik dingen zeg die ik niet verantwoorden kan. laat hom dan het aanbod aan nemen, dat ik openlijk in het bijzijn van de hoofden der conservatief-liberalen in Alkmaar deed en dat hem wel niet onbekend zal zijn laat hem met mij in een open baar debat treden. Dat zal den kiezers meer licht geven dan het plaatsen van stukken, die de tegenpartij óf niet óf eerst nadat andere bladen ze overnemen, ouder de oogen krijgt. Ik verklaar mij thans nogmaals bereid en openbaar debat over do Kiesrecht kwestie op een door hem te bepalen avond n door hem te bepalen plaats in het dis- rlct met den heer Van der Kaay te hou- en. Indien d.e heer Van der Kaay daarbij 11e persoonlijko kwesties ter zijde laat, kan hij er van verzekerd zijn dat ik dat veneens doen zal. Na deze bereidverklaring kan ik over het ingezonden stuk van mr. van der Kaay kort zijn. De hoofdgrief die ik daartegen hebis dezedat hij gelijk zijni geestverwanten in de kiesrechtzaak thans telkens doen de aandacht van de hoofdzaak tracht af te leiden. Er wordt aan de kiezers niet gevraagd een bewijs van goed gedrag of een rood paspoort aan den minister Tak te geven. Wat hun gevraagd wordtis uitspraak te doen over de richting waarin zij het staatsbestuur wenschen geleid te zienuitspraak te doen over de vraag of zij door het steunen van mannen als Van der Kaay en de zijnen het kiesrechtvraagstuk als een struikelblok op den weg der hervorming willen laten staan dan wel dat vraagstuk tot zoover bet binnen de grenzen der grondwet tot oplossing te brengen isnaar de meest liberale op vatting wenschen opgelost, te zien. Waar dat de vraag is, waarom het gaat en daar om gaat het is de kwestie of de minister van bin- nenlandscbe zaken op 8 en 9 Maart een flinke houding aannam of nietbijzaak. Overigens houd ik wat ik te dezen aanzien in de vergadering te Alkmaar zeide op het gezag der door ,nÜ genoemde personen niet alleen van mr. de Kanter staande. Of mr. van der Kaay vrijdagmorgen, 9 Maart, vóór de stemming hoewel niet officiëel vernomen heeftdat de minister bij de aanneming van het amen dement-de Meijier de wet zou intrekken weet ik niet dat heb ik dan ook niet beweerd. Wat ik beweerde was dat vele Kamerleden het wel wisten en die bewering houd ik vol. Maar ik vraag mij af, waarom mr. van der Kaay thans zóó sterk drukt op het ontbreken eeuer officieels verklaring van de ministers tafel, dat bij aanneming van het amendement-de Meijier de wet zou worden ingetrok ken Immers algemeen bekend is het, dat mr. van der Kaay den grondslag van het ontwerp des ministers met de grondwet niet te rijmen achtte en dathijduszijn stem over dat amendement niet ander zou hebben bepaald, al had hij officieel vernomen, datde minister bij aanneming daarvan zijn ontwerp zou intrekken. En heeft het hameren op de houding des ministers op 8 en 9 Maart geen ander doel dan hem de sympathie der kiezers te ontnemen, dan acht ik deze tactiek, waar bet een zakelijken strijd geldtgelijk ik reeds zeide weinig aanbevelenswaardig. Mr. van der Kaay die zoo uit de hoogte oordeelt over alle tegenstanders die hij op zijn weg ontmoet, mocht waarlijk wel den raad ter harte nemen, welke dezer dagen door den heer A. C. Wert- heim aan de N. Rott. Ct. gegeven werd «Medicijnmees ter, genees u zeiven". In zijne op 2 April j.l. te Alkmaar ge houden rede gaf mr. van der Kaay tenzij de officieele, door het bestuur der Cen trale Liberale kiesvereeniging bezorgde uitgave dier rede niet deugt van het door hem zelf als eerste onderteekenaar in Augustus van het vorige jaar inge diende amendement eene scheeve, met de werkelijkheid niet stroo kende, voorstel ling, waarbij een der bedenkelijkste zij den van dat amendement werd verzwegen. Ik wil gaarne aannemendat dit geheel te goeder trouw geschiedde, maar meen toch dat hij, wien zoo iets is overkomen, wèl doet, niet te hard over tegenstanders te oordeelen. U, mijnheer de redacteurdankende voor de mij ver leende plaatsruimte, verzoek ik U beleefd een exemplaar van de courant, waarin dit stuk zal worden opgenomen, aan Mr. van der Kaay te doen toekomen. Hoogachtend, Uw dienaar, TREUB. Amsterdam, 17 April 1894. Ten einde te zorgen, dat de heer Treub het stuk onder de oogen kreeg, heeft de heer Van der Kaay ons uitdrukkelijk verzocht, een afdruk te zenden o a. aan amsterdamsche bladen. Wij verzonden dien dan ook zóó tijdig, dat deze het tegelijk met ons blad konden openbaar maken. Het doel werd bereikt, want de heer Tr. deelt in bo venstaand mede, het schrijven uit het Handelsblad te hebben gelezen. Nu de heer Treub zooals blijkt volkomen ten on rechte hoog opgeeft van het beweerde verzuim, dat hem geen exemplaar der Alkmaarsche Courant werd toegezondenmeeneD wij onze bevreemding te mogen te kennen geven, dat een candidaat zoo weinig blijken geeft van belangstelling in hetgeen er in het betreffende district omgaat, dat hij zelf niet zorgtgedurende den tijd der verkiezing, een daar verschijnend hoofdblad onder de oogen te krijgen. Niemand zal eiscben, dat de heer Tr. steeds alle provinciale bladen leest. Maar nu hij candidaat is in dit district, en de verkiezing loopt over zulk eene be langrijke quaestie, schijnt het ons toch wel wat zonder ling toe, dat hij ook dan zelfs geen aanleiding vindt, een hoofdorgaan in dit district onder ziju bereik te heb ben. Wat ons betreft, na een eenvoudig verzoek daartoe, hadden wij hom gaarne geregeld iD deze dagen ons blad toegezonden. Door een dergelijk verzoek ware althans belangstelling in hetgeen er in dit district gebeurt, door hem aan den dag gelegd. Het verwijt valt dus op hem zeiven terug. Waar wij het stuk van den heer Tr. in zijn geheel plaatsen, niettegenstaande het voor het meerendeel loopt over zaken, waarop hij in het laatste schrijven van den heer Van der Kaay niet werd aangevallen, en het dus feitelijk buiten de orde is, daar geschiedt dit alleen, om den heer Tr. deu grond te ontnemen voor het vermoeden als zon in ons blad den aangevallene geen gelijk recht geschieden als den aanvaller. Toch schijnt het ons, dat de heer Tr. dat recht wel wat ruim opvat. Redactie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 2