han&endWs. No. 75. Zes en Negentigste »faargang 1891. V I! IJ A G 22 JUNI. Stadsberichten. Feuilleton. Roman uit hot Berlijnsche leven. VT' f*) SCHE COll Dezo Courant wordt, I>iosd»g-, IJooderdag- on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprgs per 8 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het goheele rijk 1» De 3 nummers f 0,08. Frljs der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer Ter gemeente-secretarie te ALKMAAR is verkrijgbaar a. een afdruk van hot door burg. en weth. aan den ge meenteraad uitgebrachte Verslag omtrent den toestand der gemeente over 1893 tegen betaling van Een gulden b. een exemplaar van het Gemeenteblad No. 43, inhou dende de op 28 Mei 1894 door den gemeenteraad vastgestelde Verordening op de regeling van het hrand wezen tegen 25 centen. Naar wij vernemeu, zijn door burgemeester en wet houders uit de 27 sollicitanten voor de betrekking van onderwijzeres aan de Se openbare tusschensehool alhier aan den gemeenteraad voorgedragen de dames 1. D. Haverkorn, Winkel 2. E. Broekman, Zaandijk en 3. J. J. Camphuis, Spanbroek. Woensdag, den 20, werd in het lokaal D i 1 i g e n- t i a do gewone jaarlijksche vergadering gehouden vau alle onderwijzers en onderwijzeressen in het arrondissement Alkmaar. Te half elf opende de voor zitter, de heer J. Nuhout van der Veen, arrondissemouts schoolopziener, de vergadering met een hartelijk welkom tot alle aanwezigen125 personen, waaronder 24 onder wijzeressen, de heer W. Kooiman, burgemeester van Koedijk en een drietal oud-onderwijzers wien hij in 't bijzonder nog vele bezoeken aan deze voor hen blijkbaar aangename vergaderingen toewenschto. Hij deelde voorts mede, dat er dit jaar weinig veranderingen hadden plaats gevonden ééne school was er bijgekomenwaarvan het hoofd ter vergadoring was on één hoofd, ook aanwezig, was op zijn verzoek door den raad eervol ontslagen. Alvorens tot de lezing der notulen over te gaan gaf hij het woord aan dames en heeren, die een paar zangnummers ten beste zonden geven. Onder directie van den heer A. P. Zeilmaker, worden daarop zeer verdienstelijk ten ge- hoore gebracht: »Mei" v. F. Schubert en «Hymne' v. F. Silcher waarop een welverdiend applans der ver gadering volgde. Hierna was aan de orde do lezing der notulen De voorzitter deelde daarop mede dat de districts schoolopziener door ambtsbezigheden en de burgemeester van Znid- en Noordschermer door familieomstandigheden verhinderd waren ter vergadering te verschijnen. Verder meende hij der vergadering geen ondienst te doen met het z. i. voornaamsto voor te lezen nit een door den minister toegezonden verslag omtrent het examen voor de Mij. tot bev. van toonkunst ter verkrijging vau eene acte voor bevoegdheid tot het geven van onderwijs in den zang. Uit een exemplaar dat ter beschikking van elk der aanwezigen werd gesteldwerden daarop de vereischten medegedeeld en uit de lijst der genoemde werken tot voorbereiding voor het examen, ter aanschaf fing in de bibliotheek aanbevolen Eldar sproken en zingen". Daarop ontving de heer H. Sellemans, hoofd der school te Driehuizen, gem. Noord- on Zuidschermer, het woord ter inleiding van „het steilschrift". Inleider begon met de modedeeling dat hij de uitnoodiging van den schoolopziener had aangenomen, in de veronderstel ling, dat met steilschrift werd bedoeld het tegenwoordig zooveel besproken loodrechte schrift; hij beloofde slechts eene inleiding te zullen levoren, die, naar hij hoopte, tot vruchtbare gedachtenwisseling aanleiding zou geven en niet eene verhandeling over dit onderwerp. Spr. gaf daarop het volgende historisch overzichtThans nu het steilschrift zoo vaak het onderwerp van tal van be sprekingen uitmaakt, doet zich allereerst de vraag voor »is steilschrift iets nieuws?'' Hot antwoord moet hierop ontkennend zijn. Wij kunnen zelfs zeggen, dat het steil schrift iets zeer »ouds" is. Oorspronkelijk toch word alle schrift in loodrechten stand geschreven en het schuine schrift bestaat dan ook maar sedert drie oeuwen. De helling (45°—40°), waaronder wij het thans kennen, is zelfs nog van zeer jongen datum. Om ons van oen en ander te overtuigen behoeven wij slechts een blik te slaan in het werkje »Algemeene ophelderende verklaringen van het Oud-Letterschrift" en oen daarbij bohooreud boek met 48 steendrnkvoorbeeldon, uitgegevon door de Maat schappij tot nut van 't algemeen 1818 Dezo verzameling is hoofdzakelijk bijeeugobracht door Jacobus Koning wion zeker een woord van lof toekomt voor de keurige collectie waarin eene gerogelde opklimming voorkomt van do 13o tot de 18e eeuw. Uit genoemde voorbeelden blijkt, dat men vóór 1461 geen ander dan steilschrift kende. In een brief van David van Bourgondie treft men voor het eerst sommige letters in schuinen stand aan, n.l. die met oogen en staarten. Hetzelfde valt op te merken omtrent handschriften van Johau Rnijter (1476), Walraven van Bredorode (1456), Joost Bnyk Sijbrandszoon (1535), Gijsbort Janszoon (1549) Willem van Oranje (1562). In 1570 GDtmoeten wij voor het eerst oen opschrift van Jan van l'ersijn, waarin alle letters in eenigszlns schuinen stand voorkomen. In dit opzicht vond hij vele navolgers o.a. prins Mauritsblijkens stukkon dagteekeuende uit hot jaar 1586. Johan van Oldenbarneveld schreef zelfs zeer regelmatig schuin en in diens schrift was do holling aanzienlijk grooter dan in bovengenoomde voorbeelden Opmerking verdient het, dat met het schuiner worden van het schrift tevens do oud-hollandsche lettervormen verloren raakten en men hoe langer hoe meer het itali- aansche schrift nabij kwam, zoodat het geschrevene door Johan van Oldenbarneveld veel meer op het laatste dan op het eerste gelijkt. Jacobus Koning zegt in zijn «Op- helderende verklaringen''De stukken van 1200, 1300 en 1400 vonden wij doorloopoud ongemeen fraaier geschre ven, dan vele van de twee volgende eeuwen, iets waar mede hij dus eigenlijk reeds voor de belangen van het steilschrift opkomt. Dat het schuinschrift eerst naderhand zijne intrede heeft gedaan kan ook nog blijken uit de verschillende verhandelingen over do schrijfkunst. Van Jan van don Velde, onderwijzer te Rotterdam, o.m. in 1605 «het Fondomentboek", waarin lettertypen voor het hollandsch (duitsch) schrift in nagenoeg loodrechten stand voor komen. Dat over de schuinte der letters nogal verschil bestond, blijkt o. a. uit de werken van Jan Pas, waarin zij pl. m. 60 0 bedraagt en een eenw later, toen 45° algemeen aan gegeven werd in de methode van Rijkens (1825), Boone kamp (1825) en Gonka (1830). Dat in het begin dezer eeuw zooveel werkjes over het schrijfonderwijs zijn ver schenen, hebben wij hoofdzakelijk te danken aan de Maat schappij tot nat, van 't algemeen, die geen moeite 3paarde om het schrijfonderwijs te verbeteren, daarom verschil lende prijsvragen uitschreef en zich zelf met de samen stelling der methoden belastte. In de laatste jaren is de helling van het schrift nog toegenomen, zoodat in sommige methoden geschreven wordt onder een hoek van 40 graden. Spr. vond ia de teekeningen van vroegore scholen, waar de kinderen bij den wand geplaatst waren en met het schrijf boek op de knie voor zich zaten, mede een bewijs, dat van schuinschrift geen sprake kou zijn. Vroeger had men, zooals velen weten, kunstenaars op het gebied van schrijven, maar met de stalen pen schijnt deze kunst op den achtergrond g laakt te zijn. Er werd en wordt heiaas nog veel meer gelet niet hoe maar wat men schrijft. Slecht schrijven werd zelfs gewoonte en deze gewoonte bewimpeld en als deugd gerekend, zoodat het een soort vau eer of voornaamheid was onduidelijk te schrijven of ten minste oene onleesbare handteekening te maken. Velen der aanwezigen zonden zich z.i. herinneren hoe tal van opmerkingen over het enkele goed zitten bij het schrijven te vorgeefs waren. Do wetenschap, hier do gezondheids- loer, moet hier de zaken regelen en deze schuift verschil lende kwalen op rekening van de school. In Duitschland zijn Berlin en Romboldt in Wurtemburg begonnen met hunne hygiünische opmerkingen daaromtrent en zij worden na dien'tijd door velen gevolgd. Monig dnitsch geleerde hoeft het loodrechte schrift toegepast en allen mooudon, dat het schrijfboek recht voor den leerling en de letter midden tusschen de oogassen moet liggen. Spr. had ook eene proefneming gedaan en zijne ervaring pleitte er voor in de volgende gevallen 1°. Geelt het steilschrift den leerlingen eene betere houding, de romp blijft loodrecht of wellicht oenigszins gebogen, evenals het hootd. Beide armen rusten voor twee derdon op de tafel en omdat de rechter schrijft en de linker hot blad steunt, is men wel gedwongen tot oene goede houding. De schouders blijven recht en de oogen zijn ongeveer 25 30 duim van het blad. 2°. Waarborgt het schrift het voordeel van een latere leesbaarheid. 3°. 't Geeft eene groote waarborg voor de houding die aangenomen moet worden bij het werk te huis. 4°. Het steilschrift loert vlugger aan en gaat vooral bij den aanvang in de laagste klasse gemakkelijk. 5°. Zou men kunnen aauvoeren't, noemt minder plaats in. DOOR PAUL LINDAU. 39) —o-o— Zij had hem strak aangekeken met wijd geopende oogen. Het joeg haar eer,en zekeren angst aan, hoo Hugo het binnenste van haar gemoed doorzienhare ongespro ken woorden verstaan en daarop geantwoord had zooals zij verwachtte. Ja, hij begreep baar! En hem had zij werkelijk willen verstootenkunnen verstooten, ter wille van dien andoren? Ja, het was onbegrijpelijk! Maar hij wilde haar zelfs het onbegrijpelijke vergeven. Hij beminde haar waarachtiglijk en zijne liefde was lankmoedig zijne liefde verdroeg alles en hoopte alios Zij glimlachte beschaamd, dankbaar, hartelijk. Zij wilde hem de hand der verzoening reiken. Doch eone zekere aarzeling weerhield baar nog. Zij wachtte tot Hugo, die immers volkomen moest beseffen welko verandering er thans in haar plaats greep, hare hand vatten zou. Hoezeer verlangde zij or naarhem die hand over te laten den drnk der zijne vnrig te beantwoordenen in eene tecdere omhelzing den band opnieuw te bezegelen Eu ook om Hugo's lippen speelde thans een zalige glimlach en gelijk zij het gohooptgelijk zij bet geweten had tastte zijne rechterhand zoekend naar de hare Daar word aan de deur geklopt, eu over den drempel trad Jean, leuk en afgemeten als altijd, om zijnor meesteres een kaartje te overhandigen en daarop terstond achteruit te stappen tot aan de deur eu in mi litaire houding het antwoord te verbeiden. Leonie verbleekte. Hugo had onmiddellijk geradon wie de spollebrekor daar buiten was. Er viel trouwens niets te raden want, een vluchtige blik op het buiten- sporig groote kaartje was genoeg om iemand den met kolossaio gotbischo letters gedrnkten naam Ernst Val lini" te laten lezen. Hngo boog zich voorover uaar Leonie en fluisterde haar innig smeekend toe »Ik bezweer je ontvang hem nu niet Zij echter haalde de schouders op, wierp oenen vlnch- tigen blik naar Jean die als wezenloos in de lncht stond te staren keek vervolgens Hugo gemelijk aanen sprak tot hom zacht maar scherp On mogelijk. Neen. Dat gaat niet I Laat mijnheer binnen komen", liet zij, zich tot den bediende wendend, er luide eu beslist op volgen. Jean maakte zijne buiging en verdween. «Nu? Wat gaat go uu doen?" vroeg Leonie aan Hugo, die zijnen hoed opgenomen had eu haar nadorde. »Ik ga weg." «Waarheen »Dat weet ik niet." >Ge knnt zóó niet heengaan. Blij f ten minste nog tien minuten! Wat eon figuur laat ge mij maken, als ge nu inoens wegloopt «Laat mij laat mij! Het is beter, dat ik heenga!" stiet Hngo tusschen zijne tanden uit. «Ge moogt mij zóó niet compromitteeren «Als ge wilt dat ik n niet compromitteer, laat mij dan gaan Ik sta er niet voor in dat ik mijzelven zal kannen boheerschen «Blijfbeval Leonie. «Op uwe verantwoording dan!' antwoordde Hugo, terwijl het roede vonkte in zijne oogen. Met eene roos in het knoopsgateenen zoetigeu glim lach en een stralend gelaatzorgeloos en zelfbehagelijk als immer, trad Vallini biunonboog voor Leonie, knsto haro hand en zeide nadat hij met Hugo Hall eenen zeer vluchtigon groet gewisseld had «Mag ik hopen, mevrouw, dat u niet verstoord op mij is omdat ik gisteren «O het trof eigenlijk zoo goed mogelijk viel Leo nie hem in de rede: «Ik had n gistoren toch niet kun nen outvaugen. Ik was ongesteld.' «Achachriep Valliniop eenen toon van de innigste deelneming: «Was u souffreereude «Alloen maar een weinig ouwel. Het had niets te beduiden." «En nu vandaag?" «Dank u! Alweer geheel op orde. En goedgehumeurd óók Mijne goede vrienden zorgen wel dat ik niet lan derig behoef te worden liet zij er glimlachend op volgen, met de bedoeling om Hngo die met gofronste wenk brauwen een weinig zijwaarts op het tapijt staardemee in het gesprek te betrekken. «Ja ja Dat geloof ik gaarne antwoordde Vallini louter om eone pauze aan te vullen want Hugo bleef oubewegolijk en zweeg. Hij tuurde maar steeds op het bonte patroon onder zijue voeten en scheen zich om zijn gezelschap en om hetgeen er gesproken werd in hot minst niet te bekommeren. Hij bomerkte ook niet hoe Vallini hem met een vluchtig glimlachje zijdelings aankeek en daarop Leonie eeu knipoogje toewierp. Leonie gor&akte niet licht in verlegenheid maar dit maal voelde zij zich toch alles behalve op haar gemak eu het wilde haar niet gelukkendoor het opwerpen van het, eeno of andere thema de conversatie aan het vlotten te brengen. Er ontstond alweder eene pauze. Het was zóó stil, dat men do kleine pendule op do schrijf tafel kon hooren tikken. «Het maakt haast op mij den indruk", zeide Vallini eindelijk, «alsof mijne komst hier een interessant gesprek had doen afbreken «O, iu het geheel nietantwoordde Leonie losweg »U verwondert n misschion over de stilzwijgendheid van dr. Hall Ja, die heeren dichters die hebben zoo hunne eigenaardigheden Zie uu toch eens, waarde vriond zoo wendde zij zich tot Hugo, «tot welke ver keerde gevolgtrekkingen do originaliteit al leiden kan Uwe afgetrokkenheid heeft mijnheer Vallini In den waan gebracht dat hij ons stoort 1" «Zoo?" antwoordde Hngo gerekt«Over de vraag, of iemand hier stoort, heeft niemand anders te beslissen, dan u, de vrouw des huizes." «Heel geruststellend klinkt dit voor mij niethernam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1