parijschjOrïevenT Zes en Negentigste Jaargang. 1894. ZON I) A (j 8 JUL I. Arbeiderswoningen N ederland. NO. 8'«» Eerste blad. SCHE CÖUMN Deze Coura.nl wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar 0,8©franco door bet gebeele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. Frtyg der gewone Advertentiën: Per regel j 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan do Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Heeft eenerzijds de uitbreiding van onze gemeente in den laatsten tijd ongetwijfeld het goede gevolg, dat er j betrekkelijk veel werk is en meer vraag naar werkkrach ten anderzijds staat daar tegenoverdat de prijs van goede woningen voor arbeiders-gezinnen eerder stijgt dan daalt. Wol is waar, zal een aantal van elders gekomen met selaars timmerlieden schilders enz., die bij den bouw van de cadettenschool van de cellulaire gevangenis en van 't rechtsgebouw werkzaam waren na voltooiing daarvan de stad weder verlaten, maar ongetwijfeld zal menigeen hier blijven. Immers Alkmaar gaat vooruit, en indien mon de stad onzer inwoning vergeljjkt met andere plaatsen in Noordholland, met Hoorn, Enkhuizen, Me- demblik, Schagen, den Helder, dan gaat onze gemeente zelfs zeer veel vooruit. De bevolking neemt toe en derhalve is er alle aanlei ding voor hen, die werk vonden, om eerst voorloopig te blijven en vervolgens voor goed. De vermeerdering der bevolking heeft verhooging van den prijs van bouwterrein tengevolge, en daaruit vloeit noodzakelijkerwijze verhooging der hnurwaarde voort. Dit is, zoo men wil, een schaduwzijde. »Zou er iets aan te doen zijn" aldus rees bij ons de vraag, »om dit onmiskenbare nadeel te temperen?" Zon het thans geen geschikt oogenblik zijn, om eene bouwvereeniging tot stand te brengen, die zich ten doel stelt, goedkoope en goede arbeiderswoningen te stichten en te exploiteeren Behalve wegens de omstandigheden waar wij zooeven op wezen is er nog iets van algemeeuen aard, waarom dit plan aanbeveling verdient, naar ons oordeel. Het is een feit, dat de huurprijs van een eenvoudige woning in geen redelijke verhouding staat tot het kapi taal, noodig om die te koopen. Zelfs is de huurprijs te hoog, vergeleken bij do som geldsdie men behoeft om eene geheel nieuwe woning te stichten. Deze opmerking is niet nieuw en heeft niet uitsluitend betrekking op deze gemeente. Integendeel. Hetzelfde verschijnsel deed zich in grootore steden tel kens voor, en trok herhaaldelijk de aandacht. Reeds in 1847 werd te Amsterdam het plan opgevat om door samenwerking een poging te wagen tot verbe tering van de arbeiderswoningen. Het kapitaal der vereeniging, die eenige jaren later in 1852 werd opgericht, bedroeg in 1890 652000, belast met een schuld van 270000. Aanvankelijk en bij oppervlakkige beschouwing is men geneigd om de te hooge huurprijzen, uitsluitend toe te schrijven aan de geldzucht van huiseigenaars. Dergelijke verwijten zijn even gemakkelijkals het moeielijk is om aan grieven tegemoet te komen of ze weg te nemen. Naar onze meening ligt veeleer de oorzaak, dat een arbeider veel huur moet betalen, aan het feit, dat hij I slecht de kunst verstaat om met anderen zich te veree nigen. Is dit niet zeer verklaarbaar Is samenwerking niet moeilijk Behoeft men, om door coöperatie voordeel te behalen, geen groote mate van zelf beheersching en bekwaamheid van hen die zich aan 't hoofd stellen Is kritiek niet gemakkelijker dan uitvoering Ook het woning-vraagstuk laat zich in theorie uiterst eenvoudig aanzien. Indien toch de huurprijs hooger is dan een redelijke rente van het kapitaal tot aankoop der woning vereischt, vermeerderd met de onkosten van herstelling en onder houd, dan zal dat verschil toch gemakkelijk in de beurs van de huurders gebracht kunnen worden dat is toch niet moeilijk, zoo denkt men allicht. Maar hoe eenvoudig dit alles in theorie is, in de prac- tijk stuit men op allerlei bezwaren, waarvan we enkelen nader wenschen te beschouwen. Doch vooraf mogen gaan enkele opmerkingen van algemeenen aard. »Gesteld eens dat men eene coöperatieve bouwvereeni ging had tot stand gebracht", zoo kan men vragen, »ge- I steld dat men aan 10 gezinnen een verbeterde huisves ting had verstrekt, wat beteekent dit dan nog »Meu maakt zich toch niet diets op deze wijze do soci ale quaestie op te lossen." Tegen dergelijke redeneering is niet veel meer in te brengen, dan dat, indien de sociale vragen eenmaal op gelost worden, een coöperatieve bouwvereeniging te Alk maar die oplossing niet tegenhoudt, en dat in afwach ting ieder het zijne kan en moet doen om volgens do bestaande organisatie hulp te bieden, waar dit mogelijk is. Men behoeft dan ook niet verder te gaan dan te erkennen, dat de wouing voor den arbeider van ontzettend groot gewicht is, al is het slechts in afwachting van den tijd (bijaldien deze aanbreekt), waarop iedereen ge heel naar zijn zin van staatswege gevoed goed gekleed en gehuisvest wordt. Leerplicht, goed onderwijs, onthouding van sterken drank, pensioenverzekering, goedkoope woningen, men noeme dit alles zoo men wilsociaal lapwerkmits men slechts niemand aanraadt om oude schoenen weg te werpen, in de hoop dat hij wol nieuwe present zal krijgen, die hem goed passen. Een andero tegenwerping luidt: »:neu make zich toch geen illusie van den invloed der woning op de ar beiders; verbetering van hunnen toestand is alleen te verkrijgen door inwendige zending, door redelijke en ver standelijke ontwikkeling door kerk of school." Hij, die zoo redeneert, handelt even dwaas als de boor, die handen vol zaaikoren in een moeras werpt in de hoop, dat het wolig zal opschieten, en er niet aan denkt om den grond behoorlijk door afvoerkanalen voor te bereiden. Neen bij de vorbetering van den toestand van den arbeider begiune men vóór alles met de vorbetering der woning. Ook al gelukt het nu voorloopig slechts voor 10 geziunen een goedkoop huis te stichten, goed ingericht, goedkoop, van duinwater voorzien, liefst met een tuintje er voor en niet al te klein, dan is er geen enkele reden om eene derge lijke onderneming met geringschatting aan te zien. Een goed voorbeeld vind navolging. De Engelschman zegtAs the home, so the people (zoo de woning, zoo 't volk). En hoeveel hangt samen met ons »home" Wat helpt vermindering van werkuren waarnaar men streeft, als de woning slecht en onaan genaam is De vermindering van den werktjjd wordt een nadeel in plaats van een voordeel, als do kroeg trekt, in plaats van 't huis. Doch er is meer blijft 't arbeidersgezin gozond, dan kan het in den regel, wat men noemt er door scharrelen, ziekte brengt het echter een groote schrede achterwaarts. Welnu, de gezondheidstoestand hangt samen met dien der huisvesting. De slotsom waartoe men derhalve komt is deze dat inderdaad elke poging om, zelfs op kleine schaal, aan werklieden een goedkoope en gezonde woning te verschaffen eene ernstige zaak is, die aanbeveling verdient, die belangstelling noodig heeft, die ondersteund moet worden en niet het minst door de arbeidende klasse zelf. Kau men de theoretische bezwaren tegen de uitvoering van het plan betrekkelijk licht tellen, practische moeie- lijkheden zijn er zeker te overwinnen. Waarin deze bestaan, zullen we in een volgend artikel uiteenzetten, naar aanleiding van het bekende rapport, in December 1890 uitgebracht en gedrukt voor rekening der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. XXII. Parijs, 5 Juli 1894. Hetgeen wij thans gaan schrijven is meer een terugblik op de gebeurtenissen der jongste dagen. De moord op president Carnotde verkiezing van zijnen opvolger, de plechtige, prachtige begrafenis, de Message", zooveel als boodschap of troonrede van den heer Casimir-Périer, dit alles leverde ruime stof voor gesprekken en lange artikelen in alle bladen. Even stilstaande bij de begrafenis van den diepbetreurden Carnot, wijzen wij op het groote getal bloemen en prachtige kransen. Er waren er zelfs zoo veeldat het niet mogelijk was, ze allen in het Pantheon te ontvangen, en den volgenden dag verdrong zich het publiek voor dit gebouw om te genieten van den schoonen aanblikwelke deze bloemenschat aanbood, welke in groote stapels rondom het Pantheon lag opge hoopt. Wel beweren sommigen, dat teveel geld werd uitgegeven voor bloemen welke zoo spoedig verwelken, wel schijnt het dat enkele bloemisten wat al te duur hebben gerokenddoch de Franschmanen vooral de Parijzcnaar houdt veel van uiterlijk vertoon. Bij eene gewone begrafenis gaat de lijkwagen reeds prachtig ge bloemd door de straten en waar te Parijs zooveel geld voorhanden is, mocht men voor Carnot gerust drie millioenen franken aan kransen uitgeven. Ook voor de weduwe voor mevrouw Carnot en voor hare kinderen zal deze dag steeds een onvorgetelijke blijvende regeering was van plan geweest aan deze verdienstelijke vrouw een pensioeu aan te biedenmaar mevrouw Carnot heeft dit gewoigerden in een briefdoor haar geschreven aan den afgevaardigde Moline, verklaart zij dat de prachtige nationale begrafenis het grootste en eenig waardige eer- bowijs is, hetwelk Frankrijk den ovorledene kon aanbieden. De verkiezing van don heer Casimir-Périer is door alle republikeinen met vreugde begroet, dat wil zeggen door alle gematigden, hetzij zij tot de vroegere koningsgezinde of tot de oud-repnblikeinsche partijen behooren. Daar entegen zijn de socialisten en audore -isten volstrekt niet ingenomen met deze verkiezing dat is allicht het beste bewijs, dat de meerderheid der ledon van het congres eene goede keuze dood. Ook het aanblijven van het ministerie Dupuy is een goed teeken algemeen is men van gevoelen, dat Frankrijk op het oogenblik een denkend hoofd heeft in den heer Casimir-Périer en eene hand om dio gedachten uit te voeren in den heer Dupuy. De heer Casimir-Périer gaat door voor een rijk man, men beweert dat zijn persoonlijk fortuin ongeveer 40 millioen franken bedraagt. Door zijne benoeming tot president der fransche republiek ontvangt hij thans een vast jaargeld van GOOduizeud francs. Dit bedrag is bij geene enkele wet vastgesteld het wordt ieder jaar boven aan geschreven op do lijst, der begrooting en zou dus kunnen worden verhoogd of verlaagd, doch sedert het jaar 1871 is hof onveranderd op 600duizend francs gebleven. Eene gelijke som wordt uitgetrokken voor de kosten van vertegenwoordiging en reizen, zoodat de president iedere maand tweemaal 50duizend fr. ontvangt. Aan het avond blad Le Jour (de dag, dus een vreemde titel voor een avondblad) outleenen wij nog de volgende bijzonderheden: Hot salaris van den president begint van af den dag, dat zijne verkiezing officieel wordt door inschrijving in de Staatscourant: de heer Casimir-Périer moest dus op jongstleden Zaterdag 30 Juni, het traktement ont vangen van drie dagen, en dan niet het tionde van ééne maand, doch wel drie dertigste deelen van honderd dui zend francs, zijnde 9999 fr. en 99 centimes. Zeer waarschijnlijk heeft men de som rond gemaakt tot 10 duizend francs door er die ééne centime bij te doen. In vroeger tijden was het traktement van het hoofd van den staat in Frankrijk nu eens raeor dan eens minder. In 1791 vaardigde de Nationale Vergadering een besluit uit, inhoudende dat 25 miilioen franken per jaar aan den Koning en zijn huis werden toegestaan. Het volgende jaar, toen de Koning vielwerd dit besluit natuurlijk weder ingetrokken. In het jaar VIII van de eerste fran sche republiek werd bepaald, dat de eerste consul jaar lijks een half millioen zou ontvangendoch vier jaar later gaf Napoleon aan zichzolven weder de 25 millioen, welke Lodewijk XVI had genoten. Dit salaris steeg tot 32 millioen voor Lodewijk XVIII en Karei X en daalde tot 13 millioen voor Louis Philippe, doch Keizer Napo leon III nam weder 25 millioen. De gekroonde hoofden genoten dus veel moer dan de presidenten en consuls en het tegenwoordige traktement is niet hoog, wanneer wij bedenkendat een president van zulk een groot land zijn stand moet ophouden door vele feestenreizen en liefdadigheid. Ditmaal zal ook het Nationale feest van 14 Juli de gevolgen ondervinden van den moord van president Carnot. Deze dag zal in alle kalmte worden herdacht, doch van feestvieren, dans en muziek is geen sprake. Andere jaren zien wij reeds weken van te voren in alle wijken van Parijs groote en kleine „affiches" op de muren, welke de bewoners dier verschillende wijken oproepen tot sa menwerking, tot het uitsteken van vlaggen, illumineeren enz. enz., doch thans is dit niet het geval: 14 Juli volgt te kort op treurige gebeurtenissen en dat dit feest om zoo te zeggen geheel in stilte zal voorbijgaan is wel het beste bewijs van de gehechtheid der anders zoo luchtige vroolijke Franschen aan hunnen overleden president. Hopen wij, dat onze volgende brieven wedor over meer aangename onderwerpen kunnen handelentegen onze gewoonte moesten wij wat heel lang bij de politiek stilstaan. Den 4 is het Zendiugsfeest op Middachten onder goed weder gehouden. Het aantal bezoekers was minder groot dan vroeger het werd geschat op omstreeks 5000. De burgemeester der gemeente Opsterland heoft aan de onderwijzers medegedeelddat de met 1 Juni 1.1. verschenen jaarwedden niet uitbetaald kunnen worden wegens volslagen geldgebrek, als gevolg van het tusschen den raad en ged. staten bestaande verschil van gevoelen over de gemeente-begrooting voor 1894waaromtrent nog geene beslissing is. De raad meent eenparigdat de ingezetenen niet hooger belast kunnen worden en dat de gemeente hooger subsidie van het Rijk moet ontvangen. Sehagerhrug. Door het hevige on weder van den 7 morgens ontstond brand in eene leegstaande boeren-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1