Gemeenteraad van Alkmaar.
346e STAATSLOTERIJ.
Ns. 10423 10650 16605 19578 en 20227 1000
Ns. 14160 en 20845 ƒ400; Ns. 3293, 4598, 13182,
14447 en 19262 f 200Ns. 6494 7048 7405, 12007,
13224 en 13903 f 100.
5e klasse, 4e lijst, 14 Sept.
Ns. 5958 en 20693 f 1000; ns. 1041, 7045, 8561 en
18270 f 400; ns. 3735, 4330, 5648, 11673 en 18118
f 200; ns. 10245, 10565, 12529, 13263, 13981, 14286,
17200 en 20348 f 100.
Vergadering Donderdag 13 Sept. 1894
T
het kerkgebouw der R. Kath. gemeente aan dezelfde
gracht, stonden de leden der plaatselijke afdeeling van
den Nederlandschen roomsch-katholieken volksbond ge
schaard, die, tijdens de stoet aldaar passeerde, het bonds
lied aanhieven. Op den weg naar het spoorwegstation
reden H.H.MM., vóór zijden stationsweg bereikten, door
de eerepoort, waarnevens geschaard stonden de besturen
der volgende vereenigingen met banieren Israëlitisch
college »Nut en vermaak", Israëlitische vereeniging
»Eendracht baart genoegen", Nederlandsche nationale
werklieden vereeniging ondor de zinspreuk «Door orde en
spaarzaamheid tot welvaart", Onderofficiers-vereeniging
voor zee- eu landmacht »Vaderland en Oranje", vereeni
ging «Ontwaakt bij tijds", Onderofficiers-vereeniging der
zeemacht «Admiraal de Ruiter", Ziekenfonds «Helpt elkan
der", Gymnastiek- en excercitie-vereeniging «Propatria",
Scherm- en gymnastiek-vereeniging «Oefening kweekt
kunst", Schildersvereeniging «Oefening kweekt kennis",
Nationaal christ. geheel onthouders-vereeniging afd.
Helder, de afd. Helder van de vereeniging «Patri
monium", Timmerlieden-vereeniging «Door eendracht
welvaart", Afdeeling Helder van den Nederlandschen
roomsch-katholieken volksbond en afdeeling Helder van
den Nederlandschen bond van oud-onderofficieren. In rij
tuigen gezeten, bevonden zich tevens aldaar de nog in
leven zijnde oud-strjjders van 1830/32 mot de banier van
de vroegere plaatselijke afdeeling der Metalen kruis-ver-
eeniging.
Aan het station was weder eene groote menigte ver
zameld om den Koninginnen uitgeleide te doen. Ook wij
waren daar en 't trof ons te bemerken hoe de jeugdige
Koningin weder aller harten stormenderhand had veroverd.
Alle monden vloeiden over van lol voor hare lieftallig
heid; het blonde koningskind was elks lievelingen niet
minder elks trots. In menig hart welde de stille bede
op: moge zij even voorspoedig opgroeien als tot hiertoe
en daarop volgde de dure eedWij zullen haar trouw
zijn en steunen en in de ure des gevaars mag op ons
gerekend worden.
Zoo brengt een koninklijk bezoek vorstin en volk nader
tot elkander.
Met het innigste leedwezen zag men den koninklijken
trein vertrekken. Men had de hoop des Vaderlands nog
zoo gaarne in zijn midden bobouden
In de uren van poësie en de vereering van een
Koningin door haar volk heeft veel dichterlijks wordt
het proza bet zwijgen opgelegd. Maar nauwelijks is de
poësie voorbij of haar tegenvoeter komt met dubbele
kracht huar rechten opeischen. Zoo ging 't ook in den
Helder want nauwelijks waren de Vorstinnen uit het
gezicht verdwenen of het was een algemeen sauve qui
peut om wat eten te krijgen. De restaurants werden
letterlijk bestormd en de kluchtigste tooneelen werden
daar vertoond. Uw briefschrijver noch zijn vrouw hadden
iets gekregen wanneer niet een list to baat ware geno
men. Een geheimzinnig bezoek aan de keukenprinsessen
en we hebben gesmuld aan biefstuk met doperwten.
Lang hadden wij echter geen tijd want om half acht
werd onze tegenwoordigheid vereischt bij de goudelvaart.
Wij begonnen aan het Westplein eu om tien uur arri
veerde do bootenrij in de Koopvaarders Binnenhaven.
Zelden zagen wij zulk eene lange reeks van Iraai ver
lichte vaartuigen. Door een zachten wind gracieuselijk
bewogen schommelden de lampionseen tooveraebtig
effect teweeg brengende. Muziekcorpsen op verschillende
booten geplaatst, deden opwekkende wijsjes hooren die
aan deu walkant door honderden mee geneuried werden.
Eindelijk was men aan de woning van den burge
meester gekomen waar het wapen van den Helder in
heldere gasverlichting zijn schijnsel over de naaste om
geving wierp. Plotseling siste een vuurpijl door de lucht
in de hoogte uit elkander spattend in tal van hel ge
kleurde sterretjes een langgerekt »Ah" uit den mond
der menigte doortrilde de lucht Met prijzenswaardige
korte tusschenpozen werd nu verder hot geheele vuur
werk afgestoken dat geleverd was door de firma J. B.
Horsten Zoon te Amsterdam. In een opgewekte stem
ming als mon was, vonden do meeste nummers oprechte
bewondering. Vooral bij het slotstuktoen in vurig
schrift een «Hulde aan Koningin Wiihelmina" boven het
watervlak geschreven stond, daverde het langs den oever
van handgeklap en bijvalsbetuigingen.
Men was erkentelijk voor het vele schoone, dat do dag
had opgeleverd en had behoefte aan die erkentelijkheid
uiting te geven. Daarom vond algemeene instemming
het denkbeeld om aan den burgemeester, die onvermoeid
was werkzaam geweest om het feest zoo goed mogelijk
te doen slageneen serenade te brengen. De muziek
van het corps torpedisten speelde daarbij een vroolijken
marsch en het volk juichte, zonder vrees voor schorre kelen.
Hoe lang de feestvierders nog wel nagefuifd hebben,
zou ik niet kunnen zeggen, want na zulk een welbesteden
dag achtten wij ons volkomen verantwoord, toen wij ons
te 12 uur ter ruste begaven.
Intusschen mag dit verslag niet geëindigd worden
zonder een eeresaluut aan de Heldersche burgerij en de
vele vreemdelingen voor de hoogst ordelijke wijze, waarop
zij hebben feestgevierd.
En revenant de la revue hebben wij ons meer
dan een uur te midden van dichte drommen opgehouden
en het trof ons. hoe algemeen het besef was, dat men
aan de Konninginnenals uiting van dankbaarheid voor
haar overkomst, verplicht was zich zoo kalm te gedragen,
dat de hulp van politie en soldatenmacht bijna nergens
noodig was. Volgens de geruchten zouden de Vorstinnen
het volgende jaar in den Helder terugkeeren wij kun
nen ons voorstellen, dat H H. M.M. zich gaarne willen
ophouden te midden van zulk eene van Oranjeliefde
blakende en welgezinde bevolking.
5e klasse, 3e lijst, 12 Sept.
des namiddags l'/2 uur.
No. 9. Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 16 leden. Een vacature.
De vergadering geopend zijnde,
1. stelt de Voorzitter voor, over te gaan tot de be-
ëediging van de heeren mr. F. F. Karseboom en C. Bos
man, tegen wier toelating geene bezwaren ingekomen
zijn. Daartoe wordt besloten de heeren Karseboom en
Bosman leggen de vereischte eeden at en nemenna
gelukwensching door den Voorzitter, zitting.
2. Daarna worden de notulen der vorige vergadering
gelezen en goedgekeurd.
3. Stelt de Voorzitter voor, over te gaan tot het
onderzoek der ingekomen geloofsbrieven van den heer
G. T. M. van den Bosch. Daartoe besloten zijnde, noodigt
de Voorzitter de heeren Boelmans ter Spill de Lange
en Rentmeester uitzich daarmede te belasten. Op voor
stel dier heeren wordt tot zijne toelating besloten.
4. Deelt do Voorzitter mede, dat reeds in handen der
vaste commissie van financiën om bericht en raad gesteld
zijn de begrooting van het burgerweeshuis voor 1894,
een bezwaarschrift van H. J. Erkamp en een van W.
Burger alhier tegen den aanslag in de plaatselijke directe
belasting, dienst 1894, en een door Ged. Staten in handen
van don Gemeenteraad om bericht en raad gesteld adres
van den heer K. E. Scheld, leeraar aan de Rijks hoogore
burgerschool, waarbij hij in hooger beroep komt van een
door den Raad genomen besluit op zijn bezwaarschrift
tegen zijnen aanslag in de plaatselijke directe belasting,
dienst 1894
dat burg. en weth. zich na het onderhoud met den
districts-schoolopziener op den 12 gewend hebben tot
Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken met eeu
adres in zake de Rijks normaallessen.
Voor kennisgeving aangenomen.
5. Brief van burg. eu weth., waarbij zij in voldoening
aan de toezeggingin de laatste vergadering gedaan
de redenen mededeelen welke hun aanleiding hebben
gegeven tot het niet toepassen der bepalingen omtrent
■nlnlinunc-loon eu maximum-werktijd bij de on
langs plaats gehad hebbende aanbesteding van den verbouw
van het stadshuis. Zooals uit de overgelegde lijst van in
schrijvers van de uitvoering van dit werk zal blijken,
wa3 laagste inocbrijver E. Kalverboer te Akersloot. Zij
vonden echter geene vrijheid, het werk aan dien laagsten
inschrijver te gunnen, omdat deze hun geheel onbekend
was, welk bezwaar te meer woog, omdat dit werk in de
uitvoering eigenaardige moeielijkheden zou opleveren, waar
toe plaatselijke kennis der toestanden voor een goede uitvoe
ring een allereerst vereischte was. Vandaar dat zij het
werk gunden aan den daarop volgenden inschrijver C.
Grootegoed. Deze inschrijver had bij toepassing dei-
bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-werktijd
ingeschreven voor 236 meer, terwijl de overige te Alk
maar wonende inschrijvers mede voor 200 a300 meer
hadden ingeschreven, dan bij de uitvoering van het werk
onder de gewone bepalingen. Dat verschil in prijs kwam
ons veel te hoog voor. Bij de behandeling dezer zaak was
voorop gezet, dat die bepalingen gerust ingevoerd konden
worden, want dat in de praktij keen werktijd van hoogstens elf
uur en een loon van 18 centen voor een volslagen ambachts
man en 14 centen voor een volslagen sjouwer- of opper
man bijna reeds regel was. De aannemingssom had dus,
mocht er verschil gemaakt zijn geworden, even hooger
moeten zijn. Het verschil bedroeg nu echter ruim 3' 2 pet.
een bedrag, dat ons veel te hoog voorkwam. Van daar
dat wij geene vrijheid vonden, de gemeente met die hoogere
uitgaaf te belasten.
Verlangt de Raad dat die bepalingen steeds toegepast
worden, dan verdient het toch aanbeveling een zeker
percentage (b. v. 2 pet.) vast te stellen voor het ver
schil dat tusschen de aannemingssom, berekend op de
gewone wijze of met inachtneming dier bepalingen zal
mogen bestaan. Burgemeester en wethouders weten dan
waaraan zich te houden en de gemeente loopt niet ge
vaar, dat zij nadeel ondervindt van dergelijke met een
goed doel voorgeschreven bepalingen.
Voor kennisgeving aangenomen.
De heer Boelmans ter Spill betuigt zijn dank voor de
verstrekte inlichtingen.
6. Dankbetuiging van den heer A. A. de Groot, voor
zijne benoeming tot tijdelijk assistent-leeraar in het hand-
teekenen aan de burgeravondschool.
7. Gelijke dankbetuiging van den heer J. W. Wil-
lemsen Dzn.
Ns. 6 en 7 voor kennisgeving aangenomen.
8. Verzoek van bewoners van het Ritsevoort (oost
en westzijde tot aan de Vrouwenstraat) en van de Vrou
wenstraat om afdoende verbetering van de rioleering
aldaar, welke tegenwoordig zeer veel te wenschen overlaat.
Deze verbetering zou naar hun inzien het best kunnen
geschieden door hef hemelwater enz. af te voeren naar
de in de onmiddellijke nabijheid gelegen Singelgracht
in welk geval het lange en slecht werkend riool naar
de Oudegracht buiten gebruik zou kunnen worden gesteld.
Gesteld in handen van de vaste commissie van bijstan d
in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatse
lijke werken en eigendommen.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden
ter lezing gelegen hebbende stukken.
9. Voorstel van burg. eu weth. tot het afschrijven
van 236.61 van den post voor onvoorziene uitgaven in de
gemeente-begrooting voor 1894 op den post aandeel der
gemeente in de kwade posten der grond- en personeele be
lasting geraamd op f 2300daar genoemd aandeel
2536.61 bedraagt. Aangenomen.
10. Rapport der speciale commissiebenoemd in de
vergadering van 29 Augustus, tot het onderzoeken van
de twee door burg. en weth. ingediende plannen omtrent
de wijze, waarop afdoende verbetering zon kunnen worden
gebracht in den afvoer- van vuil wasch- en hemel
water uit de strafgevangenis alhier, met verzoek te
beslissen, aan welk plan de Raad de voorkeur geeft, ten
einde den Minister van Justitie, overeenkomstig zijn ver
zoek met die beslissing bekend te kunnen maken. Na
eene plaatselijke opneming heeft de commissie zich den 3
met de haar opgedragen taak onledig gehouden.
Eenparig is zij van oordeel, dat de tegenwoordige toe
stand onhoudbaar is en dat het bestaande riool uit de
strafgevangenis naar de waterkom of vijver in den hout
opgeruimd moet worden. De in de laatste dagen opge
dane ondervinding heeft het wenschelijke dier opruiming
nog nader aangetoond. Van af den 17 Aug. is het was-
schen in de gevangenis gestaakt, doch de toestand is niet
noemenswaard verbeterd. De stank is vrij sterk gebleven,
een trouwens volkomen te verklaren verschijnsel bij een
geheel stilstaand water. De overtuiging, dat hierin zoo
spoedig mogelijk verandering moet komen is daardoor
nog meer versterkt. Bestaat te dien aanzien eenstemmig
heid dit is niet het geval ten aanzien van de wijze
waarop afdoende verbetering zou kunnen worden ver
kregen. Drie leden der commissie zijn van oordeel
dat die verbetering het best zal kunnen worden verkregen
door het leggen van een riool naar de Hoevervaart bij
de Verlaatjesbruggen twee leden daarentegen geven de
voorkeur aan een riool naar die vaart bij de Kalkovens-
brug. Eerstgenoemde drie leden wijzen in de eer3te
plaats er opdat het rioolgelegd wordende in den
Kalkovenswegzou uitloopen nabij de bij den Egmon-
dermeer in onderhoud zijnde brug over de Hoevorvaart,
welke den Kalkovenswegbij de gemeente Alkmaar in
beheer en onderhoudmet den Meer- of Hoerenweg ver
bindt. Langs den Kalkovensweg loopt evenwijdig met
dien weg eene slootwelke zich nabij die brug met de
Hoevervaart vereenigtzonder dat de juiste grens zoo
van het eene als het andere water bekend en te vinden
is. Door die sloot wordt van tijd tot tijd in den Een-
drachtspolder water ingelaten door den duiker of schuif,
die zich daarin even voorbij den spoordijk bevindt.
Verder wordt in de Hoevervaart op ongeveer 90 el af
stand van genoemde brug een inlaat voor den Egmondermeer
govonden. Werd het riool langs den Kalkovensweg ge-
legd dan vreezen die leden dat hieruit moeielijkheden
zullen voortvloeien met de betrokken polderbesturen met
het oog op de niet te vermijden vermenging van het
rioolwater met het water in de Hoevervaart waardoor
bij het inlaten van water in genoemde polders dat vuile
water daarheen zon worden afgevoerd. Die moeielijkheden
zijn niet te vreezen bij de Verlaatjesbruggen.
Bij dit groote voordeel voegen zich andere voordeelen.
De stroom bij de Verlaatjes is oneindig sterker dan bij
de Kalkovensbrug door de grootere hoeveelheid zuiver
water, duinwater, dat hier uit verschillende polders onder
Egmond-biunen uit den Bovenpolder den Robonsbos-
poldereen gedeelte van den Egmondermeer en den
Bergermeer wordt afgevoerd. Daardoor zal het vuile
water spoediger over eene grooter oppervlakte verspreid
eu verdund worden en de mogeljjkheiddat daarvan
last ondervonden worde, aanzienlijk geringer worden. De
kans dat het water stil staat zal door den grooteron
toevoer van water hier minder voorkomen dan bij de
Kalkovensbrug. Het feit, dat zich nabij de Verlaatjes
sedert jaren eene wasscherij bevindt, welke nimmer aan
leiding tot klachten heeft gegeven ploit voor de mee-
ning, dat het uitloopen van dit riool te dezer plaatse al
zeer weinig merkbaar zal wezen. Sedert 17 Augustus
wordt op die bleekerij al het goed gewasschen, dat vóór
dien tijd in de strafgevangenis werd verricht en ook
thans doen zich geene bezwaren voor. Alleen zal het
aanbeveling verdienen bij de uitmonding van het riool
het vaarwater van tijd tot tijd uit te diepen hetgeen
natuurlijk geen bezwaar kan opleveren. Bovendien kan het
riool naar de Verlaatjes bijna in eene rechte lijn gelegd
worden. Slechts ééne ombuiging behoeft daarin gemaakt
te worden, terwijl het riool naar de Kalkovensbrug, be
halve meerdere ombuigingen, nog door den spoordijk zal
moeten worden gelegd.
Om al deze redenen vreezen deze drie leden geene over
wegende bezwaren van een besluit om de uitmonding van het
riool nabij de Verlaatjesbruggen (aan de oostzijde zal waar
schijnlijk het aanbevelingswaardigst zijn) te doen plaats
hebben wanneer het door dat riool af te voeren vuil-
en waschwater beperkt blijft tot dat, afkomstig van het
tot de strafgevangenis en het huis van bewaring behoo-
rende en daarin verpleegde personeel. Werd in die
strafgevangenis eene uitgebreide waschinrichtiug gevestigd,
dan zouden zich allicht bezwaren voordoen, welke thans
niet te verwachten zijn. Deze leden stellen dns voor
burg. en weth. te machtigen aan Z. E. den Minister
van Justitie mede te deoien dat de Gemeenteraad van
oordeel is dat het bestaande riool zoo spoedig mogelijk
opgeruimd moet worden dat voor het leggen van een
riool Daar de Verlaatjesbruggen eene afdoende verbetering
zal worden verkregen, mits door dat riool alleen afgevoerd
worde het vuil- en waschwater van het tot do strafge
vangenis en het huis van bewaring behoorende en daarin
verpleegde personeel.
De twee leden die aan een riool naar de Kalkovens
brug de voorkeur geven gronden hun gevoelen hierop.
Op den voorgrond stellendedat het in het algemeen
hoogst aanbevelenswaardig is dergelijke riolen zoo ver
mogelijk van de bebouwde kom der gemeente te laten
uitloopen zagen zij dit riool het liefst gebracht naar
het Noord-Hollandsch Kanaal doch nu dit op zoo
niet onoverkomelijke, dan toch hoogst gewichtige be
denkingen schijnt te stuiten wenschen zij het te laten
uitloopen, daar, waar de minste hinder of last daarvan
te verwachten is. En die hinder zal, wanneer het riool
uitloopt bij de Verlaatjesbruggen, veel grooter zijn, dan
bij do Kalkovensbrug. Het vuil water uitloopende bij
laatstgenoemde brug in de Hoevervaartzal door den
langen wegdien het moet afleggen eer het bij de
Verlaatjesbruggen komt, zoo geheel met het zuivere water
vermengd en daarin opgelost zijn dat daarvan in het
geheel geen last te verwachten is. En dit voordeel zal
in tijden van droogte en van stilstaand water van nog
veel meer belang zijn.
Zij twijfelen volstrekt niet, of de bewoners der in deu
omtrek van de Verlaatjesbruggen wonende perceelen zullen
in dergelijke tijden in de eerste plaats last ondervinden
en bovendien de vele wandelaars die over de bruggen
naar den Hout gaan. Daarentegen zijn bij de Kalkovens
brug slechts een paar woningen op eenigen afstand en is
het verkeer daar zoo geringdat het riool weinig
bezwaar zal opleveren. Bovendien zal eventuëele stank
in de open vlakte veel minder bezwaarlijk zijn dan in
de bebouwde kom. Mede mag niet uit het oog worden
verlorendat slechts een deel van het water van de
Hoevervaart door de Verlaatjes stroomt, het andere deel
gaat direct naar het kanaal door het Bergersluisje; met
deze omstandigheid dient ook ter dege rekening te wor
den gehouden wanneer men vergelijkingen wil maken