Est Onreclit Gewroken De Troonrede. No. 114. Zes en Negentigste Jaargang. 1894. V R IJ I) A O 21 SEPTEMBER. FEUILLETON. UMI V lHStlH. COURANT. Doze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door bet geheele rijk 1, De 3 nummers f O,O®. Prp der gewone Advertentiën: Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Geen enkel der bladen, sedert 18 September verschenen, verzuimde zijne lezers te doen opmerken dat de troon rede zich door hare lengte onderscheidt. De redacteur der Amsterdamsche Courantop wiens schrijftafel waarschijnlijk een passer gereed lagom nauwkeurig de lengte te meten heeft bovendien opge merkt dat deze redevoering driemaal zoolang isals die van het vorige jaar en tweemaal zoolang als in 1892. Van deze eigenschap der troonrede gevolg van rijkdom van inhond, kan men echter zeggen, evenals in de fabel van la Fontaino »C'est la son moindre défant.'' Het is evenwel een houehelijk feit, dat, algemeen ge nomen de plannen dezer nieuwe regeering niet slechts veel belangstelling, maar ook veel instemming vinden. Wel is waar luidt het oordeel eenstemmig, dat, meet kunstig gesproken het onmogelijk zal zijn in den tijd van oen jaar ij1of 1/4 of '/g van het program af te werken. Het zou reeds voldoening genoeg geven indien de voornaamste onderwerpen ter sprake kwamen. Sommigen zijn bevreesddat zells dit niet kau ge schieden. De uitvoerigheid in aanmerking nemendewaarmede men in (en ook buiteu) onze vertegenwoordiging de zaken bespreektdikwijls omdat de sprekers zich den tijd niet gnnnen om kortheid te betrachten moet men wel toegeven dat voor die vrees maar al te veel reden bestaat. Daarom zon men wenschen dat do troonrede ditmaal niet slechts tot program der regeering strekte, maar tevens de agenda moge zijn volgens welke de verschil lende ontwerpen van wetgeving op elkaar zullen volgen. Immersdan wordt de vertegenwoordiging allereerst geroepen tot hervatting harer studiën omtrent het kios- recht. Zij zullen ditmaal spoedig tot een positief resultaat knnnon leiden, omdat dit onderwerp, bijkans van alle denkbare oogpunten uit is beschouwd. Onbegrijpelijk is dat plotseling, na zooveel beweging, na zooveel misbaar over het kiesrecht-vraagstuk, de be langstelling der natie in eens verflauwd schijnt te zijn. Er ligt iets kinderlijks in deze wispelturigheid. Wanneer een kind een geliefd stak speelgoed moot mis sen en de zorgzame moeder weet een ander voorwerp voor den dag te halen, dan wordt in eens het leed ver geten. Is het bij de Nederlandsche natie ook zoo Geduld wordt gevraagd voor de regeling der gemeente- finauciën, doch wij nemen gaarne aan, dat dit zeer moeie- lijk onderwerp nog niet voldoende kan zijn voorbereid. Hoeveel genoegen het doet, dat de vruchten van den arbeid van prof. v. d. Hoeven het militair strafrecht en de wet op de krijgstucht, tor tafel komen, toch is het krijgskundig gedeelte van het program, parlementair uit gedrukt, het minst bevredigend. Slechts verbetering der doode weermiddelen wordt voorgespiegeld nieuw mate rieel der zeemacht, bewapening der landmacht, inundatie. Een nieuwe legerwet, waarbij de verouderde schutterij vervalt en volkswapening in de plaats daarvan treedt blijft een pinm votum. Zal de troonrede van '95 dienaangaande geruststel lender zijn De wetsvoordrachten omtrent land- en tuinbouwonder- wijs en het subsidieeren van middelbare scholen voor meisjes kunnen zeer gemakkelijk tot stand komen zij znllen weinig tegenkanting ontmoeten. Het sociaal ge deelte van het program loopt veel eer die kans. Toch is het juist dit, waarvoor de regeering alle hulde zij gebracht. Immers met eenige samenwerkingkan op dit gebied veel tot stand komen. Twee dier onderwerpen waren reeds in wettelijken vorm gebracht, en zijn dus min of meer onderzocht. De heeren Pytterseu en Schimmelpenninck van der Oye hadden een ontwerp betreffende de kamers vaD arbeid ingediend; hun taak, thans door de regeering overgeno men, bracht de intrekking van dit wetsontwerp met zich. Hetzelfde geldt van het toezicht in fabrieken de vorige minister van waterstaat had een veiligheidswet gereed. Zij kau gewijzigd dienst doen. Nieuw daarentegen is het denkbeeld om eene facul tatieve verzekering van werklieden met medeworking van den Staat, in te voeren. Zijn wij goed ingelicht, dan heeft de Directie van de Rijkspostspaarbank reeds ge durende langen tijd gegevens verzameld. Dus kan de ver wachting hoog gespannen zijn. Ook de verplichte verzekering van handswerklieden tegen gevolgen van ongelukken verdient volle sympathie. Eéne ziusnede der troonrede waarin van verhooging der opbrengst van bestaande belastingen gesproken en waarmede hoogstwaarschijnlijk een verscherpt toezicht op de bedrijfs- en vermogensbelasting bedoeld wordtis minder duidelijk. Dit punt is ondergeschiktgeen nieuwe belastingen staan voor de deur en daarmede kau men in den tegen- woordigen tijd, zich getroost gevoelen. In het geheel genomen, verdienen derhalve de plannen der rogeering, naar onze moeniug, krachtige ondorsteuning. De teleurstellende ervaring der laatste j iren op staat- VAN EDNA lil'ALIi. Vertaald door Guillette. 29) Vader", kwam Dick andermaal smeekend tnsschen - beide»u zult toch niet toestaan dat Joscelyu op die manier door de straten gesleurd wordt Hij is nog suf vau die slag van zooeven hij kan zoover niet loopen." Maar Sir Thomas had zijn hart gestaald tegen den trouweloozen zoon Dick's verzoek werd ruw van de hand gewezen. Het eenige wat hem geoorloofd werdwaren een paar woorden tegen Joscelyn «Hier is je degen,'' en hij stak het zwaard in de schede. Niemand heeft je gezegd hem over te geven foei wat een denk heeft Jervis in je helm geslagen »Neen dien helm kan ik niet velen," zei Joscelyn met zwakke stem. «Mijn hoofd doet zoo zeer. Laat een van de manschappen hem dragen." »Kon ik je dezen schandelijken tocht besparen zuchtte Dick. »Dat is onmogelijk; ik weet het. Maar het doet me goed je te zien, Dick. Ik zou je heel wat willen vragen was mijn hoofd slechts in orde." »Nu mijnhesj'", zei een stevige soldaatmet zijn ros naderbij tredenden Joscelyn liet zich geduldig vast binden aan den stijgbeugel van den zoon van den smid te Shortell. De man scheen noode het bevel uit te voeren, doch Joscelyn die zich in gewone omstandigheden ver maakt zou hebben met het knorrige gezicht van den soldaatliet alles lijdelijk toe. Blootshoofd met bleek gelaatde lippen vast opeengeklemd, met de rechterhand zich ^asthondend aan de manen van het paard, strompelde hij de straat af. De weg stond vol menschen, ieder ruw woord bereikte hem. »Goede hemel, 't is een van de Heyworths! De zoon, die naar den vijand overgeloopeu is «Zijns vaders naam zoo te schande te makenVervloekte Rondkop." »Zoo'n huichelaar! Zie hem eens! Dat heeft hij nn van zijn verraad Weg met de rebellen Joscelyn werd zoo mogelijk nog bleekerdoch toen het schelden en uitjouwen toenamschudde hij de blonde lokken naar achterenhield zich zoo recht mogelijken keek om zich heen met fier zelfbewustzijn. Sir Thomas zag het en dacht «Hij is toch de beste van de jongens!" Op eens hield de cavalcade halten daar Jervis naar hem toe kwam, vroeg hij wat er gaande was. »Men heeft Sir John Denham te paard zien voorbij gaan. Hij zal naar de kerk zijn. Als wij hier afstijgen, en te voet dien weg inslaan moeten wij hem op het kerkhof tegenkomen." Eenige klokken hadden het luiden gestaakt, alleen die van de groote kerk liet zijn statig gebom hooren toen de zonderlinge stoet het nanwe kerkhoflaantje tnsschen de graven doorreed. Sir John Denham verdween juist in de kerkdeur. »Ik zal de gevangenen vóór de dienst begintover leveren", zei Jervis»ik zal Sir John opzoeken De gemeente was reeds gezeten maar in die dagen was spreken in de kerk meer geoorloofd dan nn. Jorvis kreeg den Gouverneur van het kasteel terstond in het oog. Deze van middelbaren leeftijd mot een hoog verstandig voorhoofd, een ziunelijken mond, zat dicht bij den preekstoel en ging onmiddellijk met Jervis mede, om te hooren wat die zonderlinge stoet in het kerkgebouw te maken had Sir Thomas met een quasi-boos onver schillig gezichtDick doodsbleek er uitziend als ware iedere stap hem te veel, daarachter de soldaat die, blijk baar niet van harte den jongen Parlomentsofficier aan een touw leidde wiens bruine rok, oranjesjerp en prach tige gouden lokkeu zijn bleekheid te meer deden uitkomen. Dat hij op deze wijze in het midden der gemeente werd gebrachtdat de bitterheid van zijn vader en broeder tot in Gods Huis bleef bestaan was voor Joscelyn de kundig gebied moge geen twijfel in de tookomst wekken, wanneer mannen het roer van 't 3chip van Staat sturen, wier woorden geen ijdelo klanken zijn die eigen krach ten kennen eu geen beloften plegen te doen zonder bij machte te zijn om zo te volbrengen. Tweede Kamer. De benoeming van nar. Gloichmau tot eersten candidaat op de lijst voor voorzitter geschiedde met 83 van de 89 stemmen die van den heer van der Schrleck met 48 van de 90 stemmen de hooi Borgesius had 25 stemmen. De heer de Beaufort, de derde candidaat, kreeg 41 van de 81 stemmen de heer Boigesius had er 33. De afdeeliugen benoemden tot voorzitters de heeren de Beaufort (Amsterdam), Viruly, Rutgers, Borgesius en van Karuebeek tot onder-voorzitters de heeren Land, Conrad, Smeenge, Seret en Michiels tot leden voor de samen stelling van het adres van antwoord de heeren de Beau fort (A), Bool, Lohman, van Alphen en van Bijlandt (Gouda). Kamers van Arbeid. De heer Pyttorsen heeft bericht dat hij in overleg met de regeering, het door hem ingediende wetsontwerp tot instelling van Kamers van Arbeid intrekt Nloord te Metingen. Men schrijft ons Zoover wij hebben kunnen nagaan, is nog het volgende omtrent den moord aan het licht gekomen. Een veertien dagen voor het ontzettende misdrijf zei Klaas Boes de moordenaar, tegen zijn kameraad J. Oadshoorn. den 16-ja- rigen zoon van onzen algemeen geachten en onlangs ge pensioneerden politieagent Oudshoorn, dat bij zoo verlegen om geld was dat hij er wel een moord om zou willen begaan. Dat moest dan maar gebeuren op vrouw Bute en haar nichtjezei Klaaswant die hadden wel wat geldvolgens zijne moeniug. Jandie met Klaas op denzolfden meubelwinkel werkte, hechtte niet veel waarde aan do woorden vau Boesen verzweeg ze. Na den moord zei Klaas echter tegen hem dat «hij het gedaan had" en stopte den verbaasden jongen een poosjo later een muntbiljet van tien gulden in de hand. Niet wetendewat daarmee aan te vangen en Klaas zeker niet hebbende durven verraden, verstopte Jan het geld boven in een der torentjes van het Oude Slot, door ziju vader bewoond. Ook aan zjjne ouders heeft Jan niets van het geval medegedeeld. Naar men zegt, op aanwijzing van den gevangen Klaas Boes heeft de justitie zich met de zaak ingelaten en heeft Jan Oudshoorn ook volledig bekend en het ver borgen muntbiljet aangewezen. De beklagenswaardige jongen heeft reeds een verhoor oudergaan eu kan voor- loopig niet op den meubelwinkel worden toegelaten. Men beseft de diepe smart der oppassende ouders die door de stilzwijgendheid van hun zoon in zulk een beklagens- waardigen toestand zijn gebracht. laatste druppel in zijn lijdensbeker. De kerk te Farnham was voor hem vol herinneringen Hier waren Dick en hij vijf jaren geleden bevestigd acb, hoe pijnlijk het contrast tnsschen dat oogenblik on nuEn ofschoon men hom thans niet uitjouwde zooals de menschen op straat ge daan hadden, de stille verbazing, de blikken van min achting en afkeuring waren even hard. Want Joscelyn was nog bij lange geen gehard soldaat, evenmin gepantserd door onverschilligheid. Hij was jong, fijngevoelig gesteld op de liefde on achting van wie_ hem omringden de brandstapel waro hem minder pijniging geweest dan die wandeling midden door de kerk. Velen waren opgestaan zelfs op de banken geklommen om hem beter te zien, op de galerijen keek men met nit- gerekten hals wè,t er gaande was Joscelyn voelde aller blikken op hem rusten doch nog erger wachtte hem. »Sir John als Gouverneur, van do stad lever ik u vijf krijgsgevangenen over sprak Sir Thomas met een stem die niets van ziju aandoening verried. »Vier staan buiten te wachten hun kapiteinvroeger mijn zoonthans een onterfde rebelzal n zijn zwaard overgeven." Een diepo blos overtoog bij deze wreede woorden Jos- celyn's gelaatmedelijdende gemeenteleden waren innig met hem begaan toen hij zijn degen losgespte en zwijgend, tot in de ziel getroffen, aan Sir John Denham overreikte. »De predikant, heeren", klonk de stem van den koster, en allen namen hun plaatsen weder in. Joscelyn keek zijn vader aan hun oogen ontmoetten elkander. Sir Thomas' blik bleef even strak hoewol al dien tijd zijn sympathie was met den zoon dien hij in woorden verloochendedoch misschien nooit zoo lief had gehad als op dit oogenblik. Wat den gevangene betreft, na dien ijzigen blik van zijn vader zag bij niets meer hij kon zich nauwelijks staande houdenheel de kerk draaide. Op eens voelde hij een krachtige hand op zijn schouder leggen en Dick's stem »Kom hier zitten. De kerk begint; hierin althans zijn wij eensgezind." «Dick blijft mij nog trouw"... dacht Joscelyn, doch hoorde steeds do ontzettende woorden; «vroeger mijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1