Burgeravondschool 15 u i t e n 1 a n (1. Nederland. Ingezonden stukken. Adver te n t i n. 346e STAATSLOT ER IJ. Ns. 2156, 12273 en 20848 J 1000; Ns. 4519, 7411, 12290 en 20810; Ns. 351, 10173 en 19675 f 200 Ns. 1068, 1360, 2276, 6361, 11429,11470,13004 17197' 17625, 18611, 18970 en 19587 100. Alkmaar. HËfiMs. C0STEB A ZOON. En vraagt men waarom dit zeewerend vermogen te wenschen overlaat Omdat men niet weet wat te doen? Omdat er tech nische bezwaren bestaan? Omdat de herstelling mil - lioenen guldens zou kosten Neen niets van dit alles. In de zooeven aangehaalde memorie van antwoord staat achter de woorden »te wenschen overlaat": »Eene regeling omtrent den onderhoudsplicht der zeewering onmiddellijk benoorden Callantsoog is nog niet tot stand gekomen." Dat is derhalve de reden. In de memorie van antwoord Staatsbegrooting 1893 dus van een jaar vroeger, kan men precies hetzelfde lezen. Evenwel is er nog een gedeelte meer noordwaarts dat eveneens »te wenschen overlaat." Daarover een volgend artikel. FRAIUKIJU. Aan het déjeuner op het fort van Vaujours op den 18, ter gelegenheid van de legeroefe- ningen bracht president Casimir-Perier een toost uit op het fransche leger, dat de jongelingschap tot den vrede zoowol als tot den oorlog vormtwant de liefde voor het vaderland de eerbied voor de wetten, de onderwer ping aan het wettig gezag zijn te gelijk deugden van den soldaat en den burger. De president stelde een dronk in op de generaals die de soldaten voorbereiden voor de verdediging en de burgers voor de vrijheid. In zijn ant woord gaf generaal Saussier de verzekering van de toe wijding en de eerbiedige sympathie van Parijs, en sprak daarbij de hoop uitdat niets het zon tegenhouden in de roemrijke vervulling zijner bestemming. Casimir-Perier bracht den 19 een bezoek aan Cha teaudun. De bisschop van Chartres stelde de geestelijkheid aan hem voor en zeide, dat het de plicht van allen is zich met toewijding om den eersten overheidspersoon der republiek te scharen. Het vaderland, verklaarde de bis schop kan op ons rekenen gehoorzaam aan de leiding van den grooten Paus, volgen wij het land op den weg naar zijne nieuwe bestemming welke door den heden- daagschen tijd is geopend. De president dankte den bisschop voor de vaderlands lievende gevoelens waaraan hij uiting had gegeven en zeide, dat de republiek een bijzondere achting heeft voor de kerkvorsten die te gelijk de Kerk en het Vaderland weten te dienen. Des avonds werd den president een groot feestmaal aangeboden door den gemeenteraad. In antwoord op een toost van den burgemeester hield Casimir-Perier eene redevoering. Na eene toespeling op de roemrijke herin neringen uit het velleden van Chateaudun zeide hij Met behoud van het vertrouwen der democratie zal de regeering uit naam der verdraagzaamheid en der vrijheid de eigenlijke rechten van het bewind weten uit te oefenen en de zaak van den vooruitgang en de beschaving weten te dienen. Ik voor mij, zei hij, heb nooit eenige eerzucht gehad dan voor mijn landen ik heb het bewustzijn van mijn plicht en mijn zedelijke verantwoordelijkheid. Hij verlangt van alle goede burgers dat zij er toe me- dewerkon om van de republiek een regeeringsstelsel te maken, onder hetwelk de nederigen en de onterfden der fortuin verzekerd zijn van de zorg der openbare machten. Hij verzochtdat men de oude veeten en de vroegere twisten zou vergeten voor het werk des vredes en van den maatschappelrjken vooruitgang. Deze redevoering maakte een diepen indruk en werd levendig toegejuicht. Casimir Perier werd den 20 bij zijne terugkomst zeer toegejuicht. Aan den maaltijd bracht de president der republiek een toost nitwaarin hij deed uitkomen welke pogingen gedaan waren om de verdedigingsmid delen weder in goeden staat te brengen gedurende het tijdperk van vrede, dat Europa geniet en dat nog langer zal duren. Het fransche leger was machtiger dan ooit op den dag wanneer het vaderland bedreigd wordt zal hij met vertrouwen het vaandel begroeten. De minister van oorlog bedankte den spreker en bracht in herinnering dat Casimir Perior zelf in de uren des gevaarsin de gelederen gestreden had en het Legioen van Eer op het slagveld behaalde. De minister betuigde den presidont de eerbiedige sympathie van het geheele leger. ITALIË. De burgemeester van Rome zond den koning een telegram van gelukwenschiug ter gelegenheid van den 20 September, den dag waarop het leger van Victor Emmanuel in 1870 Rome binnontrok. De Koning antwoordde met een telegramwaarin hij dank zegde voor de hulde aan de nagedachtenis van zijn vader ge bracht er bij voegende dat de natie het volgend jaar het eerste jubilee van de eenheid des vaderlands kan vieren en tevens van het begin der verbetering van den economischen toestand. OOMTEARIJK-IIONtiARI JE. In de oostenrijk- sche delegatie hield graaf Kalnoky eene redevoering waarin hij zeide dat de betrekkingen met Frankrijk uitmuntend met Rusland goed en met Servië beter dan vroeger waren. Hij betuigde zijn leedwezen over de ver andering van het presidentschap van den bulgaarschen ministerraad maar geloofde nietdat daardoor veran dering zou komen in de betrekkingen met Bulgarije. Ver der verklaarde hijdat de betrekkingen met Roumanië, de eerste mogendheid die van hare instemming blijk gaf met het Drievoudig Verbond goed waren. De commissie voor de begrooting uit de oostenrijksche delegatie heeft reeds de begrooting van buitenlandsche zaken goedgekeurd en een motie van vertrouwen in graaf Kalnoky aangenomen die gezegd had dat het behoud des vredes het doel moest zijn van het oostenrijksch- hongaarsche beleid. 5e klasse, 8e lijst, 21 Sept. Tweede Hamer. Ontwerp-adres van antwoord. Het gewijzigd ontwerp-adres van antwoord der Tweede Kamer op de troonrede luidt Mevrouw Hoogelijk waardeerde de Tweede Kamer het voorrecht Uwe Majesteit te midden van de vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk te zientot opening van de ge wone zitting der Staten-Generaal in naam der Koningin. oor de gedane mededeelingen omtrent den toestand des Lands en der overzeesche bezittingen betuigen wij Uwer Majesteit onzen eerbiedigen dank. Ook wij herdenken met diepen weemoed de zware offers, die opnieuw van de krijgsmacht in Nederl.-Indië werden gevorderd. Terwijl wij deelen in den rouw over het verlies der dappere officieren en manschappen die hun leven voor het vaderland hebben gelaten, vertrou wen wij met Uwe Majesteit, dat de eer der wapenen op Lombok, ook na den ondervonden tegenspoed, krachtig zal worden gehandhaafd. Dat de gunstige verwachtingen, die de te velde staande oogst aanvankelijk opwekte, in onderscheidene deelen des lands niet verwezenlijkt zijn, wordt ook door ons betreurd. Wij hopen, dat intrekking van de verbodsbepalingen, welken den uitvoer van vee naar aangrenzende Rijken beletten, spoedig zal volgen. Met levende belangstelling vernamen wij de aankondi ging der gewichtige werkzaamheden, waartoe wij zullen worden geroepen. Aan de vervulling dezer ernstige en moeielijke taak wenschen wij onze beste krachten te wij den, terwijl wij het vertrouwen, waarmede Uwe Majesteit op onze toewijding een beroep doetop hoogen prijs stellen. Moge de arbeid van Uwe Majesteit en van de volks vertegenwoordiging onder Gods zegen strekken tot het welzijn van ons dierbaar Vaderland Bij beschikking van den minister van binnenl. zaken van den 17 is bepaald, dat het examen ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonder wijs in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek, voor 1894 zal aanvangen den 16 October e.k. en dat de com- missiën, met het afnemen van dit examen belast, zullen zitting houden te Nijmegen, Rotterdam, Haarlem, Deven ter, Groningen en Roermond. De samenstelling dier com- missiën wordt vermeld in de Staatscourant van den 19. In die te Haarlem zijn benoemd a tot lid en voorzitter F. J. Poutsma, schoolopziener in het district Haarlem b. tot leden 'J. A. van der Boom, onderwijzer aan de Rykskweekschool voor onderwijzers te HaarlemJ. G. Martin, ouderwijzer in de gymnastiek te Haarlem mej. J. S. de Haan, onderwijzeres aan de vormschool voor be waarschool houderessen te Amsterdam mej. A. M. Tit, onderwijzeres aan de openbare lagere school te Haarlem; c. tot plaatsvervanger van den voorzittei, W. van Mar ken, schoolopziener in het district 's-Gravenhage d. tot plaatsvervangende ledenA. J. Meijerinkonderwijzer in de gymnastiek te Haarlem; mej. Th. A. Aler, onder wijzeres in de gymnastiek te Amsterdam. De schoolopziener in het arr. 's-Gravenhage heeft aan den gemeenteraad aldaar medegedeeld dat hij zijn voorstel tot ontslag van den onderwijzer L). Boer heeft ingetrokken na eene verklaring van dezen die niet ge heel overeenkomt met die der commissie, maar toch van gelijke strekking is, zoodat z. i wordt voldaan aan den eisch, dien de schoolopziener den onderwijzer stelde, toen hij hom de gelegenheid aanbood de verklaring der com missie te onderteekenen. Wel waren de grieven van den schoolopziener van meerderen omvang dan die der com missie en worden deze door de verklaring slechts gedeel telijk opgeheven, maar de heer Snouck Hurgronje vindt het thans niet noodig meer te eischen dan waarmede hij vroeger zou hebben geuoegen genomen omdat de erkenning van ongelijk betreffende de beschuldiging tegen den heer Hölscher en de hem aangeboden verontschul digingen invloed op zijn oordeel uitoefenen ten gunste van den onderwijzer Boer, en omdat hij van meening is, dat onder die omstandigheden met eene ernstige waar schuwing kan worden volstaan. Hij verzekert, dat eene herhaling, geheel of gedeeltelijk, van geschrijf van dezelfde afkeurenswaardige strekking als voorkomt in De Volks onderwijzer van Januari en Februarihem aanleiding zou geven om daartegen met de meeste gestrengheid op te treden. De minister van binnenl. zaken heeft bet houden van tentoonstellingen van herkauwende dieren en var kens in de gemeente Schagen verboden. Egiuond aan Zee. De Prins Hendrik-stichting heeft van den heer mr. R. van Harencarspel te Malden eene gift ontvangen van f 1500, volgens den wensch van wijlen zijn zoon den heer Roeland van Haren carspel in leven civiel-ingenieur en adj. inspecteur bij de staatsspoorwegen. Schagen. Wegens voortdurende vermindering van het aantal verzekerde koeien der onderlinge vee-assurantie alhier is deze vereeniging met 1 September ontbonden. Texel. In de laatstgehouden vergadering van het departement »Texel'' der Maatschappij tot nut van 't algemeen werden tot bestuursleden gekozen de heeren F. Keijser en ds. G. Kuperus terwijl de heer S. Keijser Pz. tot penningmeester werd benoemd. Van de biblio theek was in het afgeloopon jaar een goed gebruik ge maakt. Tot commissarissen dier bibliotheek werden ge kozen de heeren S. Keijser Pz. en C. Daalder Mz. Op de lijst der sprekers voor het aanstaande saizoen werden gebracht de heeren dr. P. Jz. Proost, Koog aan de Zaan, M. van KleeffLeidendr. H. A. van der Meulen Haastrecht, en ds. G. Kuperus, den Burg op Texel. Op de voordracht voor de betrekking van hoofd der school te Zuid-Eierland waarvoor zich 24 sollicitanten hadden aangemeld in weerwil dat het salaris slechts f 750 bedraagtzijn geplaatst de heeren C. H. Geovers, Anna-PaulownaW. H. HouwenZuidbroekG. van der Molen Sommelsdijk, J. S. Schwantje, den Helder, T. Sterringa Culemborgen A. Westerhof, Krewerd gemeente Biernm. Oudkarspel. Den 20 October zal het 25 jaren geleden zijn dat de heer M. Kroon Cz. benoemd werd als secretaris van den polder Geestmerambacht (Ooster- dijk en Moleugeersen). Het zal den jubilaris zeker niet aan bewijs van waardeering van zijn arbeid ontbreken. Noordseharwonde. Den 17 is ten huize van D. Stam logementhouder aldaar, een kegelclub opgericht waarvan het bestuur bestaat uit de heeren W. van Loo, president, R. H. van Dort, secretaris, beiden te Oud karspel en D. Blom, penningmeester, Noordscharwoude. Mond- en klauwzeer. Door den plaatsvervangenden districts-veearts, den heer G. Muijs te Schagen, is mond- en klauwzeer geconsta teerd onder de koeien van A. Th. en D. H. v. R., Noord en Zuidschermer G. R. en W. R., Westgraftdijk P. K., Kamerhop, gemeente Graft; wed. P. en K. H., Oost- graftdijk J. G., P. K., P. P. en H. B., Limmen C. V. en J R., Heerhugowaard. Maatregelen om verspreiding der ziekte te voorkomenzijn reeds genomen. Bij de uitgevers Dorsman Odé te Vlaardingen ver scheen een nuttig boekje n.l. «eschfedenls van het Koninkrijk der Nederlanden van 1814—1894", door A. G. van Dijk en P. F. C. Scharp de Visser. Ieder beschaaafd mensch, die met zijn tijd mee wil leven, zal nu en dan wel de behoefte gevoeld hebben aan een beknopt overzicht van de geschiedenis van zijn land en koloniën der laatste jaren. In vage trekken staan ze ons voor den geest, die personen, die als staatslieden of anderszins een tijd lang op den voorgrond stonden die gebeurtenissen, waarin wij zoo medeleefden; maar de tijd eischt thans zooveel van ons, de indrukken volgen elkan der zoo snel opdat wij nanweljjks een oppervlakkig overzicht kunnen houden over het tijdperk waarin wij zeiven leefden. Daarom mag de uitgave van bovengenoemd boekje met ingenomenheid worden begroet. In beknopten vorm (ongeveer 150 bladz.) geven de schrijvers een volledig overzicht van feiten en gebeurtenissen van de hande lingen van personen, zonder evenwel daarbij een oordeel uit te spreken. Het boekje zal dunkt ons ieder belangstellende in de geschiedenis van dezen tijd welkom zijn maar in 't bijzonder hendie voor de hoofdonderwijzersacte stu- deeren. De heer Kanon, te 's-Gravenhage, schreef o. a. van het boekje (zie Schoolwereld 30 Augs. '94)»Er wordt veel gegeven. En wat goeds ook, dunkt me, bo vendien in zuiveren vorm en aangenamen stijl Minimumloon en Hiaxlmuiuarbeldstijd In den gemeenteraad. Mijnheer de redacteur. Beleefd verzoekt de ondergeteekende uhem eenige plaatsruimte in uwe courant te willen afstaan om aan te toonen dat niet ieder op de hoogte is van den toestand der alkmaarsche werklieden bij het bouwvak. Met belangstelling heb ik het verslag tegemoet gezien van de gemeenteraadsvergadering op donderdag, 13 Sept. j.l. Met verwondering en teleurstelling heb ik een gedeelte van dat verslag in uwe courant gelezen en wel hetgeen handelde over het rapport omtrent de laatstgehoudene aanbesteding van verbouw van het stadhuis. Met verwondering omdat ik gedacht had, dat er ge gronde redenen bestaan hadden, waarom de gunning van dat werk niet kon geschieden onder de bepalingen zooals door de werklieden verzocht was, doch de motieven, aan gevoerd om de gunning op den ouden voet te verdedigen, zijn geheel bezijden de waarheid. De steller van genoemd rapport heeft hiermede aan de werklieden getoond, geheel onkundig te zijn omtrent het uurloon dier werklieden en dit zou op de hangende zaak omtrent loonsverhooging, meer bepaald voor de timmer lieden van slechten invloed kunnen zijnniet zoozeer bij de patroons (want die weten wel zeer goed waar hun werklieden van leven moeten)maar bij het groote pu bliek, uit wiens beurs de loonsverhooging dan toch feite lijk moet betaald worden. In zijn rapport zegt de stellerdat het bijna reeds regel is, dat aan den werkman bij het bouwvak te Alk maar of eigenlijk aan den volslagen ambachtsman 18 ct. per nur wordt uitbetaald. Dit is eene bewering, die ge tuigt dat steller is óf geheel onbekend met die zaak óf zich heeft laten voorlichten door iemand die daardoor in de gelegenheid denkt te komen nog meer aan zijn werklieden te verdienen dan nu het geval is. Immers niemand, hetzij patroon of knecht, zal durven beweren dat het loon voor timmerlieden te dezer stede hooger is dan 16 ct., zelfs nog voor velen degelijke werk lieden 15 ets., voor schilders 15 ets., per uur. En welke burgerbaas onder de metselaars geeft 18 ets. per uur? Zoover mij bekend, is er niet een of zij moeten wel heel, heel erg verlegen zijn. Bij de timmer- en schildersbazen echter te Alkmaar in geen geval. DaaromM. de R. heeft het mij erg verwonderd deze bewering over de loonen in het rapport te vinden en achtte ik het dan ook mijn plichthet publiek daaromtrent beter in te lichten. Wat mijne teleurstelling betreft bij de lezing van meer genoemd rapport, deze sproot hieruit voort, dat ik met grond verwacht had, dat er na voorlezing daarvan in de raadsvergadering zich wel stemmen zouden hebben doen hooren, om datgene, wat mijne aandacht het meeste trok, ook te weerleggen. Mant immers, ook in den alkmaarschen gemeenteraad hebben heeren zitting die goedzeer goed weten wolk loou een werkman verdient. Doch niets van dien aard. Geen enkele stem ten gunste der werklieden. En evenals het maar weer door de werklieden voor kennisgeving aangenomen moet worden zónder-, wordt het door de vergadering aangenomen mèt dank. U, mijnheer de redactenr, bij voorbaat mijn dank be tuigende voor de plaatsing dezer regelen teeken ik mij, achtend, Alkmaar, 20 Sept. 1894. M. UITENBOSCH. I)e oudergeteekenden bevelen zich beleefdelijk aan tot de levering van de voor den nieuwen cursus benoodigde Boekwerken, 8chrijf- en Teeken- behoeften.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 6