tesovemet Hei Oiireclit Gewroken. No. 120. Tweede blad. Zes en Negentigste Jaargang. 1894. ZONDAG 7 OCTOBER. FEUILLETON. V Ml VUISfll K COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs pei maanden voor Alkmaar f 0,80fianco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentiën s Per regel 0,16. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3 Een kind en vooral een uogentieude-eeuwsch kind kan begrijpen dat hetgeen Socrates over het landbouw bedrijf gezegd heeft, geheel en al verouderd moet wezen. Twee duizend jaren twintig eeuwen ervaring zijn wij rijker vooral in de laatste twintig jaar gingen we met zulke reuzenschreden in kennis, bekwaamheid en wijsheid vooruitdat Socrates er zelfs verbaasd over zou staan als hij het had mogen aanschouwen. Bovendien weet ieder dat het oude Griekenland niet te vergelijken is met Kennomerland en Alkmaar niet met Athene. Het kou evenwel zijn dat enkele lezers in een verloren oogenblikuit nieuwsgierigheid toch wel een paar dezer verouderde meeningen wilden weten. Zij zijn te boek gesteld door een der leerlingen van Socrates Xenophon. De wijsgeer zelf heeft geen geschriften na gelaten. Hetgeen omtrent Socrates tot ons kwam werd opge- teekend door zijne discipelen. Het onderwerp wordt meestal behandold in den vorm van samenspraken. Zoo ook hier. Socrates wordt sprekendo ingevoerdhij vraagt inlich tingen omtrent den landbouw aan een verdicht persoon die verondersteld wordt met dit bedrijf volkomen op de hoogte te zijn. Oppervlakkig zou men denken dat So crates uit de volheid van zijn wijsheid zou zeggen: „Ziet, menschen zooals ik het zeg, is de waarheid, en iemand, die er anders over denkt, weet er niets van." Dit zou meer op den redeneertrant van onzen tijd gelijken maar 2000 jaren geleden dacht men er anders over. Niet Socrates spreekt alleenmaar het heet dat Isomachus hom inlichtingen verstrekt. Zoo vraagt Socrates aan Isomachus „Hoe komt het toch, Isomachus, dat, terwijl hetgeen op den landbouw betrekking heeftzoo gemakkelijk te leeren valt(zoodat alle menschen even goed bekend zijn met de beginselen van dit bedrijf) dat allen niet in hun zaken slagen, maar dat dezen in over vloed leven en meer dan genoeg hebben terwijl genen zelfs niet het noodige zich kunnen verschaffen maar bovendien nog schulden maken „Ik zal het u zeggen, Socrates", antwoordt Isomachus. „In het landbouwbedrijf is het noch de geleerdheid noch de onwetendheid die te weeg brengtdat de een in overvloed leeft en de ander zonder hulpmiddelen blijft. Nooit zult gij kooren vertellen dat iemand geruineerd is, omdat hij op alle plaatsen het graan niet gelijkmatig Zie XenophonEconomie, Hoofdstuk XX, XV V VAN EDNA I.VAI.Ij. Vertaald door GuilI/ETTE. 35) Op het marktplein namen zij afscheid van Barnaby, en reden stapvoets de laan in, die naar het park van het kasteel leidde. Hier hielp Robin haar van het paard, en Rosamond, bovend van verlangen, trippelde het grasveld ovei naar den reusachtigen boom die ze voor het rendez vous had bestemd. Cymro ging naast haar op het gras liggenvol ongeduld wachtte zij wel een uur lang, de oogen onafgebroken op dat gedeelte van het kasteel ge vestigd dat uit het park zichtbaar was. Eindelijk ont waakte de trouwe hond uit zijn sluimering. Hij stak de ooren op, en rende van vreugde blaffend het pad in. Ook Rosamond sprong overeind zij begreep, zij gevoelde het, dat Joscelyn in aantocht was, Joscelyn, dien zij niet ge zien had sedert zijn vlucht, toen zij in het prieel afscheid genomen h.dlen. Rosamond 1" klonk eensklaps zijn stem haar tegen »hoe ter wereld kom jij hier?" Een oogenblik kon zij geen woord uitbrengen zij klemde zich aan hem vast, bevend over al haar leden. Mijn lief zusje," fluisterde hij, haar eene kus gevend. »Welke vriendelijke fee zendt je tot mjj om mij te vertroosten, juist nu ik mrj zoo ongelukkig voel »'t Was geen fee.. Er kwam weer een lachje op haar gezicht. »Ik heb zelf alles bedacht, ik ben er met Rarnaby en Robin. Maar wo mogen geen tijd verliezen. Niemand weet iets van het plan dan ik. Ik kom je bevrijden, Joscelyn; kijk, neem dat paard, dat ginds, bij het hek, aan den boom gebonden staat. Blijf niet gezaaid heeftnoch omdat hij de wijnstokken op een weinig geschikten grond heeft geplantnoch omdat hij niet het nut kende van eggen en ploegen noch omdat hij niet wistdat de grond door bemesting vet en vrucht baar moet worden gemaakt. Maar veeleer zult gij wel hooren zeggenDie man oogstte geen graan van zijn veldomdat hij geen zorg gedragen heeft om het behoorlijk te bemestencn die man oogstte geen druiven, omdat hij niet paste op zijn wijnstokken, en die man teelde noch olijven noch vjjgendat komt omdat hij niet het noodige deed om ze te verkrijgen. Van dezen aard is het verschil tusschen verschillende landbouwers, en hot ligt veel meer daarin, dan dat men van iemand denktdat hij eenig vernuftig landbebou- wings-pro cédé uitgevondeu heeft. Zoo zijn er ook generaals, die in de oorlogskunst een gelijke graad van geleerdheid bezitten maar die beter of slechter zijn al naar mate van hun ijver en werk zaamheid. Wat de generaals weten dat weet iedereen ongeveer maar ook bij de legeraanvoerders zijn er som migen die hun kennis gebruiken en anderen die dit niet doen. Aldus weet bijvoorbeeld iedereendat het beter is wanneer men op het grondgebied des vijands komtom in zoodanige orde te marcheeren dat men gereed is, als het nood geeft, om goed te kunnen vech ten maar sommigen nomen dien regel wel in acht en anderen niet. Iedereen weetdat het 't beste is om nacht en dag voor de legerplaats schildwachten uit te zettenmaar sommigen zorgen er voor dat dit gebeurt en anderen dragen er geen zorg voor. Op diezelfde wijze zegt en weet iedereen wel, dat mest een zeer goede zaak voor den landbouw is en ook weet men hoe veel en goede mest verkregen wordt; doch som migen dragen zorg voor goede bemesting en passen op dat. geen mest verloren gaat, terwijl anderen dit ver onachtzamen." De slotsom van dit gesprek luidt dan ookdat de akker den ijverigen en den zorgeloozen landman doet kennen. Een zeer gewichtige zaak is, aldus vervolgt Isomachus iets verder, voor het al of niet welslagen van den land bouw dat hij die zich met de boerenknechts bemoeit den slag heeft om zijn ondergeschikten te bevelen som migen van hen waken er voor, dat de tijd goed met werken besteed wordtterwijl anderen hier niet voor waken. De een besteedt zijn tijd goed en de ander ver laat het werk voordat het uur van rust geslagen heeft. Hetzelfde geldt van 't werk er is een groot verschil praten, maar vlucht nu het nog tijd isvóór dat iemand ons hier vindt." Joscelyn zag vol liefde in de groote oogen, angstig naar hem opgeslagen, en zei, met aandoening in zjjn stem •En heb je dat alles zelve voor mij bedacht »Ja," hernam Rosamond gejaagd. »Maar o, Joscelyn, vraag nu niets en ga dadelijk 1 Gooi mijn zadel maar op den grond, Barnaby zal 't later wel op zijn paard leg gen. Kom mee!" En zijn hand grijpende, trachtte ze hem voort te trekken; doch Joscelyn, haar tegenhoudend, spreidde vlug zijn mantel over het grasveld uit, dwong haar naast hem plaats te nemen, en zei, den arm om haar heenslaande »Ziezoo Nu eerst samen praten. Wat heb je een mooi plannetje bedacht, lieve kind. Weet je wel dat je je aan allerlei gevaren blootstelt om mijnentwil Maar je bent er mij zoo mogelijk te liever om." »Neen, neen," pleitte Rosamond. »Praat toch niet lan ger ga heen! Waarom houdt je mij vast?" »Omdat ik je teleurstellen moet, en dat spijt me voor jou. Ik kan niet vluchten." Het gezichtje betrok zóó allerdroevigst, dat Joscelyn zich bukte en haar andermaal een kus gaf. Kijk," ver volgde hij, »het is onmogelijk, omdat ik mjjn woord go- geven heb. Ik zou anders natuurlijk niet in het park mogen wandelen." Maar gevangenen doen altijd hun best te ontsnappen Is dit dan zoo verkeerd? Koning Richard isimmersook ontvlucht, toen Blondel hem gevonden had." Hij had zijn woord niet verpand, hij had iet beloofd geen pogingen te doen om vrjj te komen, dat maakt groot verschil. Indien het niet met de eer streed, ik zou het stellig doen. Maar nu zou je dat zelf niet meer willen. Of wil je dat ik oen woordbreker word Rosamond barstte in tranen uit. »Zeker wil ik dat Wat is een woord, een belofte, vergeleken bij jouw vrij heid Ik weet niet wat je bedoelt met eer, 't beteekeut niets, 't is enkel een naam »'t Is het gewichtigste dat wij in ons omdragen," gaf hij bedaard ten antwoord. »'t Is iets goddelijks, 't Is het tusschen de lieden die aan 't werk zijn eenigen voeren stipt uit wat men beveelten anderen doen niet wat men zegt, maar zijn er op uit, voorwendsels te bedenken ten einde zich 't gemakkelijk te maken. Op een andere plaats deelt Isomachus mede, dat hij voor zorgvuldige en bekwame lieden een onfeilbaar middel weet om door 't landbouwbedrijf rijk te worden. Hij zegtMijn vader heeft dit altijd toegepast en heeft het mij geleerd. Nooit stond hij mij toeom een goed bewerkt stuk grond te koopen maar hij raadde mij aan om een akker te koopen, die niet goed bebouwd en verwaarloosd was tengevolge van onachtzaamheid en onbekwaamheid van den vroegeren eigenaar. Op deze wijze doende hebben wij menig stuk land hooger in waarde gemaakt dan de koopprijs. Elders merkt Socrates op dat de landbouw zulk een goeden invloed op 's menschen karakter heeft. In alle andere vakken bewaart men voorzichtig en zorgvuldig de geheimen van de kunst, terwijl de landman, zelfs hij die 't meest bekwaam is, aangenaam vindt dat men hem gadeslaat. Ondervraag hem naar de wijze waarop hij te werk gaatdan zal hij de middelen niet verzwijgen die hij te baat neemt on tengevolge waarvan hij gelukkig ge slaagd is. Zeer eigenaardig is ook de plaats in 't aangehaald werk waar Socrates den lof van 't landleven met niet minder vuur, als onze dichter Poot, verkondigt Hij spreek goed, die gezegd heeft dat de landbouw de mooder en de voedster is van de kunstvaardigheid, want als de landbouw goed gaat dan bloeien de andere bedrijven, terwijl daarentegen waar het land braak blijft liggen de andere bedrijven ook te niet gaan, te land en ter zee. Critobulus een van Socrates leerlingen hoort dezen lof en werpt zijn leermeester tegen »Dit alles wat Gij zegtschjjnt mij wel zeer mooi toemaar van mijn kant zeg ik dat de meeste rampen van den landbouw toch niet te voorzien zijn door den mensch. Want hagel, vorsten somtijds droogte of buitengewone regen en ziekten van 't gewas vernietigen menigmaal wat toch met zorg beraamd is en goed werd uitgevoerd; en som tijds deed plotseling een ziekte zeer goed verzorgde schapen op een zeer ongelukkige wijze omkomen I" Doch Socrates dit hoorende antwoordde Maar ik dacht ten minste, O Critobulus, dat Gij wel wist, dat de wil der Goden in alles heerscht, niet minder in de zaken die den landbouw betreffen als in de zaken van oorlog." bewustzijn eener volmaakte rechtvaardigheid." •Juist", sprak een stem achter hem, en opziende zag hij Arthur Denham. •Aha", lachte Joscelyn, »hier is mijn gevangenbewaarder! Denham mag ik je mijn zusje Rosamond voorstellen Rosamond sprong verschrikt overeind toen zijdoor haar tranen heen een donkere, statige gestalte voor zich zag. Ontsteld riep zij uit O wees alsjeblieft niet boos op hem hij heeft geen schuld Ik heb het bedachtik alleen. Het paard staat bij het hek ik wilde dat hij er mee vluchten zou, maar heb hem niet kunnen overhalen. O, geloof mij toch Joscelyn heeft geen schuld Tot oenig antwoord bukte Arthur zich en kuste haar op de wang. »U ziethij is de laatste om iets te doen wat niet eerlijk is. U hebt niet gedacht aan hetgeen recht is en onrecht." Rosamond voegde hare tranen afom dezen vriende lijken cipier, met een zoo zachte stem beter te zien. Maar..." hernam zij, »Jervis zegt altijd in den oorlog en in de liefde is alles geoorloofd." Ja," zei Arthur Denham, er zijn er meer die zoo spreken. Jervis deukt er zoo over, dit weet ik. Doch bij beide partijen donken de beste mannen niet alzoo en als mijn gevangene uw raad opgevolgd had en gevlucht wasdan zou hij allereerst ophouden uw held te zijn nietwaar •Ja stamelde Rosamond, met een trillend lipje. ik begrijp het nu een klein boetje, dat het niet recht is, maar o met een snik »ik ben zoo doodmoede!..." Arm kind! mijn beste kleine zus!" riep Joscelyn, wat zullen wij beginnen? Hoe minder men hier van je komst weethoe beter of ik zou vragen je in het kaBteel te mogen. Ik zal haar een glas wijn en iets te eten halen..." zei Arthur Denham. •Neen ik heb geen honger", viel Rosamond hem half schreiend in de rede »er is iets in de zadeltasch, vleesch- pasteitjes en een paar broodjes. Ze waren voor Joscelyn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 5