No. 122. Zes en Negentigste Jaargang. 1894. V R IJl) A G OCTOBER. LOMBOK. FEUILLETON. ALkMAARSClIË OOIRAM. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Fr|]s der gewone Advertentlën: Per regel j 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS- TEE ZOON. Telefoonnummer: 3. Een onzer stadgenooten is zoo welwillendons tor openbaarmaking af te staan een particulier schrijven gedagtoekend uit Ampenan, '28 Augustus 1.1., van iemand, behoorende tot de equipage van een der schepen aldaar. Deze schrijft daarin o. a.: Och och wat beleveu we treurige dingen naar mjjn besto vermogen zal ik het u trachten te verfellen. Gis teren voor veertien dagen oordeelde de generaal de ma rine niet meer noodig dus gingen er drie schepen, die nog al wat reparatie noodig hadden, naar Soerabaya. De .Hendrik" naar Macasser en daarna zou de .Koningin Emma' gaan. Binnen een maand zouden ook de troepen inrukken. De .Hendrik" zou binnen een weok terugkomen, en de .Emma" inmiddels nog zoolang blijven liggen, om één miljoen oorlogskosten in ontvangst te nemen en dat naar S. te brongen, een verandering in plan, waar de egoipage niet veel in zag, doordat te S. nu de choleratijd weer aanbreekt. Woensdag 1.1. kreeg de vloot 2.5 ton en vrijdag weer 2 ton toen zouden we er weer 2.5 krijgen, waarschijnlijk zaterdagmiddag of zondagmorgen. Ondershands hoorden we dat 't betalen lang niet meer zoo gewillig ging en dat de Balineezen niet te vertrouwen waren (dat was zaterdagsavonds) en 't was waar, 's nachts om half twaalf beproefden ze den generaal te overrompelen. Maar nu eerst een schets van hot terrein. Do basis vau de hollandsche krijgsverrichtingen vormt Ampenan, waarin een artilleriepark. Eén bataljon lag beneden en twee boven den wegdie geheel mul zand dwars over het geheele eiland loopt en midden door Mataram, een versterking 1600 el in 't vierkant, opgetrokken van klei, die zeer hard droogt en met houweeleu niet te be werken isdaarbij maken de kogels er gewoon gaten in geen bressen, van binnen zijn 't allen afdeelingen langs de muren die een voor een te verdedigen zijn kortom een pracht van een versterking. Hoe of waarommaar de twee andere bataljons heb ben gewoon bivak gemaakt tusscheu die sterkte en Tja- kra Negraeen soort buitenverblijfonder de bijzon derheden kan ik u nog noemen een vischvijver, waarin alle soorten van zeevisch verder een strafplaats voor edelen en een voor minderen. De generaal, resident, staf enz. resideerden op Tjakra, dat met Ampenan door een telefoon verbonden was. Nu was woensdag, onder aanvoering van kolonel Lawick Pabsthet halve bataljon van beneden uitgerukt tot een verkenning in de bergen, en een ander half bataljon van boven voor hetzelfde doel een anderen kant uit. Zaterdagavond kwam de kapitein van Ampenan bij den generaal en moet toen gezegd hebben", dat er iets broeide, de passers (markt) waren verlaten enz., waarop de generaal besloot dadelijk van kwartier te veranderen, daar hij ook reeds iets gemerkt had, nau welijks was alles naar het bivak verplaatst of er vond een hevige klewangaanval plaatsdie met groot VAN IlUA'A LÏALL. Vertaald door Guillette. 36) Bij het woord .verraad" speelde er een vreemde gloed in Joscelyn's oogen »Als", antwoordde hij,zijn stem beefde van ingehouden toorn .als mijn eigen partij mij wantrouwt en een verrader noemt, dan zullen mijn verzekeringen van onschuld weinig baten. Ik verzoek mijn vijanden, die mannen van eer zijn, naar waarheid te ver tellen wat er de vorige maand geschied is." .Goede hemel. Sir William," barstte Arthur Denham uit, .noemt u dat verraad, te vechten wanneer anderen vluchten hardnekkig te weigeren zich over te geven alléén te staan tegenover velen, neergeveld te worden, in bewnsteloozen toestand van zijn papieren te worden beroofd, als gevangene door de stad gesleurd, gebonden aan de stijgbeugels van een royalist Noemt u dat ver raad, weerstand te bieden aan bedreigingen en omkooperij, aan aller drang om den sleutel tot het cijferschrift te geven? Moet hij door u .verrader" worden genoemd, hij, die een paar dageu geleden, op dezelfde plaats verrader en afvallige werd gescholden, die de grootste geestelijke marteling heeft moeten doorstaan, vervloekt en verloo chend door zijn eigen vader?" Waller luisterde met aandacht naar deze uitbarsting van verontwaardigingop zijn gelaat stond echter niet te lezen wat er in hom omging. Hij keerde zich tot Sir John en verzocht ook zjjn beschouwing van de zaak te mogen hooren. De ex-gouverneur voldeed bedaard, ietwat humoristisch aan zijn verzoek, zoo beknopt mogelijk, en besloot met »En nu, mijne Heeren, zal ik, om er een eind aan te makenSir William die vermaarde depêches ter hand stellen, welke hij, denk ik, evenmin zal kunnen lezen als ik, tenzij Mr. Heyworth hem den sleutel geeft." verlies (70 man) teruggeslagen werd; dit was het laatste bericht per telefoon, want de rakkers sneden do dradou af. Weldra kwam er spionnenboricht, dat er tusscheu de 5 a 6000 man Balineezen tusschen Ampenan en Mataram lagon dat de generaal niet veel ammunitie en vivres had was bekend dus kunt u begrijpen wat een spanning er heerschte. Salvo's, snelvuur en daartusschen kanonschoten weerklonken den geheelen nacht tot half vier toe. Zondagmorgen kwamen zo van Ampenan versterking vragen, dus ging onze landingsdivisie met geschut naar den waltoen waren ze hier beneden 800 man sterk maar niet genoeg om aanvallend op te treden Dat heb je van zoo'n aanslibbing tusschen Rijn en Maas. Zon dagnacht bleef het schieten aanhouden, maar de uitkijk in de mast zag maar geen verandering. Op Ampenan vroegen ze nog meer versterking om een uitval te doen; nu we konden uiterlijk nog 50 man missen en die gingen daar de generaal ook aan 't verplaatsen was. Daar verscheen om twaalf uur, na een tocht van zes uur, de voorhoede aan 't strand. Dadelijk ging de stoom - sloep met twee sloepen er heen om gekwetsten iu te nemeu, zoo ook van de Hendrik en Maetsuiker (ziokon- schip); onderwijl zagen wij hoe langer hoe meer soldaten uit den boschrand komen en bracht na een half uur de stoomsloep den generaal aan boord, een kapitein en oen le luitenant met doorschoten been, dat was al wat over was van tien stafofficieren plus twee generaals Generaal van Ham kroeg zondag een schot in den buik zijn paard werd ouder hem weggeschoten maar niettemin bleef hij nog oen half uur 't kommando voeren. Het delven van een graf voor hem, zondag, kostte alleen al 't leven aan 10 kettingjongens. Zondagavond liet de generaal de laatste 25 patronen nitdeelen om, zooals hij zeide, 2-4 vijanden te vellen en do laatste voorjezelf. De paarden zijn nagenoeg allen doodge schoten evenzoo de muilezels voor 't veldgeschut, zoodat 't moest achtergelaten worden en daarbij 300 dooden on dit alles uit ongelsche gen erenbinnengesmokkeld onder engelsche vlag Het was een onbeschrijfelijk treurige stoet, uitgeput van vermoeidheid, lijdende aan honger en dorst, eerst de voorhoede, daarna een 100 man zwaar gekwetsten in linnen Langmatteu aan een bamboestok bengelende, ge dragen door kettingjongens daarna nog een troepje half dooden, die nog konden loopenwaaronder zelfs eenige soldatenvrouwen en daarna de hoofdtroep. Door een toeval heeft 't. halve bataljon van boven zich kunnen aansluiten, maar 't andere waande ieder verloren. Om acht uur van avond, de gekwetsten waren juist aan boord van het ziekenschip gebracht om morgen naar Soerabaija vervoerd te worden begonnen ze weer te poeieren 't slaat geen uur over maar daar weerklonk plotseling een hoornsein en zagen wij een lantaarn langs 't strand links bewegen, dat moesten de verlorenen zijn en het was werkelijk zoo een kolonne van 120 man Joscelyn ware geen mensch geweest zoo hij niot een oogenblik triumf gevoeld had. Hij meende ook op Sir William Waller's gelaat een zweem van een glimlach te zien toen deze hem wenkte en den sleutel tot het raadsel vroeg. Na dezen gegeven te hebben, ging hij weor naar zijn plaatsje bij den haard terugen bleef zacht mot Arthur Denham staan praten. Weldra voegde Waller zich bij hen, en zeide, Joscelyn de hand toestekend »Mr. Heyworth, ik vraag vergiffenis; ik heb u ver keerd beoordeeld Erfzonde Smith heeft mij op een dwaal spoor gebracht. Ik ben anders niet gewoon aan praatjes geloof te slaan ook kwam het verhaal van dien kerel mij terstond apocrief voor. Ik doe mijzelven nu duizend verwijten dat ik mij heb laten verleiden er geloof aan te slaan. De laster bestaat evenzeer in aanhooren en ge- looven als in spreken." Daarop zich tot een der officieren keerende, gebood hij Erfzonde Smith te roepen. Eenige minuten later verscheen de ex-pedagoog, die, na één blik op de gezichten dor aanwezigen, slim genoeg was onmiddellijk den stand der zaken te begrijpen. .Uw verhaal, Mr. Smith, komt niet met de feiten overeen, is mij gebleken," begon Sir William op schorpen toon »U schijnt wat te haastig te zijn geweest met de gevolgtrekking dat Mr. Heyworth aan het hem toever trouwde verraad had gepleegd, en, ofschoon uw vroegere krijgsmakker geen woord ten uwen nadeele gesproken en mij niet zelfs omtrent u ingelicht heeft verneom ik van anderen dat gij er slechts op uit waart aan zelfbe houd te denken en er van door zijt gegaan zonder een enkelen slag te slaan. Was het niet zoo, Mr. Heyworth Het zien van Erfzonde Smith's kaalgeschoren hoold en zoetsappig, schijnheilig gezicht wekte in Joscelyn tor- stond den ouden tegenzin, maar om niet onrechtvaardig te zijn deed hij zijn best dit te onderdrukken. .Ik had bevel gegeven naar het bosch te vluchten," was Joscelyn's antwoord .want wij waren verre iu de minderheid, ik zag hierin de eenige kans om de depêches te redden. Toen mijn paard onder mij werd doodgescho ten, stonden de manschappen werktuigelijk tegenover den vijand pal, allen, behalve Mr. Smith. Doch hij had gelijk in het bosch de wijk te nemen menigeen zou op een was terecht, do troep zelve was verstrooid, wat zal daar- ven terecht komen En al dat wee en jammer door te goed vertrouwen 1 Ampenan is goed versterkt van middag nog vivres eu ammuuitie in overvloed, maar het is zoo jammer van do twee droge maanden die verloopen zijn De Balineezen zullen er wel onder komen want do bevolkiug is met ons en een gevestigd pernt bezitten we eenmaal. Mijn berichten zijn allemaal van hooreu zeggen. Van Mataram naar Tjakra Negara is een kwartier ze worden steeds van achter de muren beschoten en konden zelf niets raken, zonder bressen van zwaar geschut is het niet te bestormen. Dat de vijand hot niet geraden achtte zich met de onzen te meten, blijkt 'niorui t dat toon ze zich er doorheon geslagen hadden en daarna stand hielden, ze niet moer verontrust werden. De meesten hebben beenwonden. Aan een brief van een officier, die den terugtocht van de colonne Vau Lawick van Pabst heeft meégemaakt ontleent de Java-Bodo de volgende bijzonderheden De luitenant-kolonel ontving te Batoe Klian van den generaal een schriftelijke ordor^ gedagteekend 26 Aug., om op het bivak Tjakra Negara torug te trekken met inachtneming van veiligheidsmaatregelen. Aan dit bevel gohoor gevende, was de troep ongeveer samengesteld als volgteen peloton int', onder den 2 luit. F. Kalff, daarop de sectie genie ouder 1 luit. Van der Staaij, vervolgens do rest van de compagnie Christan, daaarna do artillerie, do ambulance en do trein en de compagnie Lindgreen als achterhoede. Zooals reeds bekend is, ontving men het eerste lichte vuur bij het doortrekken van het Balak- en Narmauda-riviortjo daarop werd de colonne met rust gelaten tot binnen de huizencomplex van Tjakra Negara, waarvan de Baliërs de steenen poort uitnoodigend open hadden gezetdoor die poort kunnen slechts twee man te gelijk naar binnen. Nauwolijks was de le compagnie een vijftien meters tusschen de elkander rechthoekig kruisende straten doorgemarcheerd, of zij kreeg overstel pend repoteorvuur uit op buiklioogto in de muren aan gebrachte schietgaten, die onze militairen dus meest in den romp troffen. Luitenant Kalff ziet den doodelijk getroffen overste Van Lawick in den zadel wanke len en snelt met uitgebreide armen toe om hem op te vangen, doch krijgt een kogel in het hart, zoodat hij met zijn chef iu zijn armen dood nederstortluitenant Van der Staaij, te Atjeh eervol vermeld, schiet naar voren om het commando over de spits op ziéh te nemen en sneuvelt insgelijks onmiddellijk te gelijkertijd wordt de luitenant Musch gewond. Om zich een oogenblik staande te houden en den staart der colonne in te wach ten, neemt kapitein Christan met het restant van zijn compagnie stelling in een der huizenblokkon van daar uit maakt hij vergezeld van den kapitein van den staf Willemstijn en gedekt door een sectie een ver kenning naar het noordoostelijk gedeelte van Tjakra, in een open sawah gelegen bivak dat hij verlaten oogenblik van paniek hetzelfde doen. Wel moet ik be kennen dat hij het recht niet had een zoo leelijke vlek te werpen op mijn eer." »Ik hob verkeerd gehandeld," klonk de stem van Erf zonde on vraag Mr. Heyworth nederig vergiffenis. Ge loof mij het was niet zoo gemeend." .Welnu, heeren, dan zullen wij er niet verder over spreken", besloot Sir William. .Het, voornaamste is dat door de eerlijkheid en rechtschapenheid van Mr. Heyworth het ons gelukt is dit sterke kasteel meester te worden zonder noemenswaard verlies. Indien hij deze missive had gelezen toen men er hem toe drong, zou Sir John Den ham geweten hebben dat er een aanval op handen was, en natuurlijk de noodige toebereidselen gemaakt hebben om ons te ontvangen." .Sir," zeide Joscelyn, .één ding zou ik u gaarne ver zoeken namelijk Sir John, Mr. Denham en de andere gevangenen even hoffelijk en vorschoonend te behandelen als zij het mij gedaan hebben." .Goed gezegd," hernam Sir William. .Geloof mij, jonker, het is voortdurend mijn streven de tegenpartij zoo wel willend mogelijk tegemoet te komen. Want vindt men niet brave mannen aan de eene zoowel als aan de andere zijde Al staan zij als paralelloopende lijnen zoover van elkaar dat zij wel nooit tot één gebracht zullen worden 1" Joscelyn Heyworth en Arthur Denham hebben deze beeldspraak nimmer vergeten. Zij scheidden met innig leedwezen want er bestond tusschen hen eene eigenaardige, innige vriendschap, zooals men meer aantreft bij menschen, die veel van elkander verschillen. Wij kunnen op tweeërlei wijze door het loven gaan hetzij als vrienden van een stil, eentonig bestaan angstig vermijdend wat onzen smaak kan beleedigen en onze ovortuiging kwetsen of bij alle verschil in godsdienst of politiekeen hoogere eenheid zoeken in het samen mensch zijn. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1