Buitenland.
Nederland.
vindtinmiddels is de sectie bergartillerie door ver
lies aan bediening en muildieren vastgeraakt in een
modderslootde luitenant der infanterie Broekman
biedt zich aan om met oenige vrijwilligers de kanonnen
te gaan halen men kan ze echter niet los krijgen en
moet zich bepalen tot het medenemen der sluitstuk
ken. Toen na eenige uren wachten de trein en de ach
terhoede niet aankwamenzag kapitein Christan zich
genoodzaakt met achterlating van de dooden en zwaarst
gewonden noordelijk van Tjakra in de sawah te débou-
cheeren en ongeveer den loop der Djankoe-rivier vol
gend door de rijstvelden met het overschot zijner com
pagnie op Ampenan terug te trekken dat des avonds
te 11 uur bereikt werd de kapitein van den staf Wil-
lemstijn heeft dezen geheelen tocht tot het eind toe
medegemaakt.
De officier van gezondheid le bl. van Dijk aanvan
kelijk aangewezen om deze colonne te vergezellen, werd
op het laatste oogenblik wegens ziekte vervangen door
zijn nog steeds vermisten collega Ujlaki. Eerstgenoemde
is hier gis'eren aangekomen en gaat Zaterdag met een
spoedcertificaat wegens leverziekte naar Europa.
Aan een brief, d.d. 29 Aug., van luitenant H. Valken
burg uit Ampenan gericht aan zijne oudersin het
Handelsblad opgenomen, is het volgende ontleend
»Ik schrijf n dezen brief uit Ampenan, doch
ik had niet gedachtor nog ooit te komen. Den 23
kregen wij plotseling des avonds om 6 uur bericht, dat
er een aanval zon plaats hebben gednrende den nacht.
Hot voornaamste hoofd hier, Gocsti Djilantiek, was van
uit het binnenland opgerukt en had zich hier langzamer
hand met zijne volgelingen verzameld. Op zichzelf werd
hier niet veel acht op geslagen, en ook omdat wij reeds
bijna twee maanden te Tjakra Negara waren en er nooit
iets gebeurde, was men wat zorgeloos geworden en had
geene versterkingen aangebracht. Bovendien waren de
bataljons verdeeld en de helft van elk bataljon het bin
nenland ingestuurd. Om 111/2 uur 's nachts van den 25
werden wij plotseling gealarmeerd en kregen vnnr uit
het paleis van den vorst, dat aan den overkant van den
weg langs ons bivak liep, op ongeveer 30 tot 50 meter
afstand.
Het paleis is omgeven door muren van 5 M. hoog en
1 M. dik. Zonder dat wij het wisten, hadden zij daarin
schietgaten gebroken en die met modder dichtgemaakt.
Daartegenover stonden wij met een paar stukken geschut
en onze compagnieën, maar geheel ongedekt. De uitwer
king was dan ook verschrikkelijk. Van mijno compagnie
werden achtereenvolgens de kapitein en de andere luite
nant neergeschoten, zoodat ik commandant werd en zoo
duurde het schieten voort tot 's morgens 7 ,/2 uur. Toen
was van de afdeeling, die ik eerst gecommandeerd had,
van 30 man nog 6 man over. Het is bepaald een wonder,
dat ik niet getroffen werd, want het was voortdurend
een ware hagelbui van kogels en rechts en links vielen
de soldaten om mij heen, terwijl wij blijkbaar niet de
minste uitwerking hadden op de zware muren, waar de
kanonkogels niet doordrongen. Des morgens hadden
wij dan ook van de 450 man, 14 dooden en 94 gewonden
en moesten wij terugwijken. Wij waren natuurlijk doodop:
den geheelen nacht heb ik in slaapbroek en kabaai ge
staan, omdat er geen tijd was om ons te kleeden. Wij
zijn toen teruggetrokken in een tempel, die ook door
muren omgeven was en waar wij dus niet veel gevaar
meer liepen, doch moesten het bivak opgeven. De ruimte
in. dien tempel was echter klein en wij lagen tusschen
alle dooden en gewonden, terwijl er geen verbandmid
delen meer waren, omdat men er totaal niet op gerekend
had.
Het ergsto was echter dat onze munitie opraakte.
Tegen 8 uur werd het wat rustiger en toen werden vier
boden uitgestuurd, om te trachten Mataram te bereiken
en versterking te vragen. Dit is slechts op een '/4 uur
afstandsdus had men daar alles kunnen booren. Het
werd echter 10 uur en er kwam niets. Later vernamen
wij, dat die boden afgemaakt waren.
Om 10 uur werd toen een raad belegd en uitgemaakt,
dat wij verloren waren, als wij geen uitval beproefden.
Alles werd nu voorbereid voor den aftocht, doch veel
hoop was er niet. Alleen de 100 gewonden vorderden
200 man om te dragen, dus bleef er niet veel over. Niets
mocht dan ook meegenomen worden dan wapens en het
geen wij droegen aan kleeren. Ik moest dus ook alles
achterlaten.
Zooals wij wel dachten, was de terugtocht verschrik
kelijk. Voortdnrend langs die muren met schietgaten
loopendeontstond er een ontzettende paniekalles
schreeuwde en gilde en drong samen, zoodat de gewon
den achterbleven. Ik was commandant van de voorhoede
en liep er met den generaal met opgeheven armen voor,
om de manschappon tegen te houden, doch ten slotte
waren wij zoover vooruit, dat wij halt moesten houden,
om op de gewonden te wachten. Er kwam echter niets,
want zij waren teruggevlucht en toen ging het maar
weer verder langs een omweg naar Mataram, waar het
7e bataljon lag.
Toen wij daar eindelijk aankwamen, werden wij van
uit het bivak beschoten, terwijl er een kanon omgekeerd
op den weg lag. Het 7e bataljon had het even zwaar
te verantwoorden gehad en was ree 's vroeger verjaagd
naar een nabijgelegen kerkhof', dat ook weer door muren
omgeven was. Hier werden wij toen opgenomeu en ver
zamelden ons met 600 man in eene ruimte, waar geen
150 man behoorlijk in konden. Overal waar men keek,
lagen dooden en gewonden, waaronder veel officieren.
Nu waren wij voorloopig gered en hadden het geluk,
dien nacht niet meer overvallen te worden. Het was echter
geen benijdenswaardige toestand, want wij zaten in het
stikdonker maanlicht was er niet en men kon geen stap
doen of men trapte op gewonden en dooden.
Generaal van Ham werd dadelijk bij het begin van
den aftocht zwaar gewond in de borst en de armen en
zoo ging het met verscheidene officieren. Er werd op
nieuw beraadslaagd wat ons te doen overbleef. Het
beste was terugtrekken, doch de teruggeslagen troep met
alle gewonden van Tjakra Negara was niet aangekomen
en scheen ingesloten. Wij bleven dus den geheelen nacht
wachten en intusschen kwam de andere helft van ons
6e bataljon terug, doch ook met veel gewonden en ge
sneuvelden.
FRAATKRI.IK. De oud-minister Waldeck-Rousseau
is te Saint-Etienne met 829 stemmen tot lid van den
Senaat gekozen. Ongeveer 60 stemmen werden op een
paar andere personen uitgebracht.
President Oasimir Perier heeft den 7 met zijne ge
malin de najaarswedrennen te Longchamp om den ge-
meenteraadsprijs van 100.000 francs bijgewoond. Die
hoofdprijs is gewonnen door het engelsche paard Best
Man van den heer Wallace Johnstone.
De regeering heeft vier fransche oorlogschepen uitge
zonden om de zeemacht in de chineesche wateren te
gaan versterkenterwijl te Brest nog drie kruisers en
een transportschip voor hetzelfde doel gereed gehouden
worden.
«RIFKFATLAA». Alle officieren die terecht
stonden wegens hun aanval op de redactie van het dag
blad Acropoliszijn door het gerechtshof te Athene
vrijgesproken.
ITALIË. Vóór het bijeenkomen der Kamer zal een
koninklijk besluit verschijnen, waarbij hervormingen in
het bestuurbezuinigingen ten doel hebbende worden
ingevoerd. Het ministerie zal voorstellen dit besluit tot
wet te verheffen en dan tevens de kwestie van vertrouwen
stellen. Mocht dit voorstel geweigerd worden dan zal
het ministerie de ontbinding der Kamer in overweging
geven.
OOÜTEARIJH-IIOIVGARIJE. De zitting der
oostenrijksche delegatie is gesloten.
Toen alle zaken afgehandeld waren dankte graaf
Kalnoky uit naam van den Keizer de vergadering voor
de vaderlandslievende toewijding, waarmede zij hare taak
had vervuld.
Baron Chlumecky, de voorzitter, deed in zijne sluitings
rede uitkomen dat de arbeid der vergadering talrijke
uitkomsten had opgeleverd Hij hoopte, dat de te kennen
gegeven wensch naar vermindering der militaire lasten
niet zonder uitwerking zou blijven, en achtte het een
verblijdend feitdat de verklaringen der regeering het
vertrouwen van het land en de kansen op vrede hadden
vergroot.
De Kamer van Afgevaardigden heeft den 9 besloten
de kennisgeving der Magnatentafel betreffende de ver
werping van het wetsontwerp op de vrijheid van eeredienst,
den 17 in behandeling te nemen.
Minister Weker diende de ontwerpbegrooting in,
waarbij de gezamenlijke ontvangsten geraamd worden
op 467,811,057 en de uitgaven op 467,792,748 florijnen,
zoodat er een overschot is van 18,309 florijnen. Hij ver
klaarde daarbij, dat het begrootingsontwerp op degelijke
grondslagen berust; de regeering zal blijven streven naar
de bevestiging van het krediet van den Staat, ten einde
de mogelijkheid te openen een 3 pets. leening te sluiten.
De voorraad goud is voldoende voor de munthervorming,
waarvan de begrooting naar de financieele commissie is
teruggezonden.
Door een der leden werden aan dien minister inlich
tingen gevraagd over zekere door hem afgelegde verkla
ringen welke in een parijsch blad waren opgenomen.
De minister antwoordde, dat men hem ten onrechte die
woorden had toegedichtwant de vaderlandsliefde van
den adel van Transylvanië is boven allen twijfel ver
heven Hongarije zal de Rumeuen altijd beschouwen als
burgers, die dezelfde rechten genieten als de andereu.
De Magnatentafel heeft met bjjna algemeene stemmen
het wetsontwerp betreffende de geloofsbelijdenis der kin
deren uit gemengde huwelijken bij derde lezing aange
nomen. Daarna is den 10 met 102 tegen 96 stemmen
besloten over te gaan tot de artikelsgewijze behandeling
van het wetsontwerp tot invoering van registers van den
burgerlijken stand. Ten slotte werd dat ontwerp aan
genomen.
FORTllGAIi. Salmeron, een van de bekende leiders
der republikoinsche partij in Spanjeis te Lissabon
alwaar hij verbleef, door de politie in hechtenis genomen
ton gevolge van een feestmaal, hem door de republikeinen
aldaar aangeboden aan boord van een der schepen in de
haven. Nadat Salmeron twee uren in de gevangenis had
vertoefd, werd hem het verblijf in Portugal ontzegd.
RlTRIiAATR. De Keizer zal naar Korfu vertrekken:
prof. Leijden uit Berlijn zal hem daarheen brengen.
8PA1SJE. Den 5 is een vuurwerkfabriek te Madrid
in de lucht gevlogen. Een man kwam om en vieranderen
werden vreeselijk gewond.
JAPAN. Daar de meeste ministers zich verzetten
tegen het uitschrijven eener leening in het buitenland
is besloten, eene tweede binnenlandsche leening aan te
gaan van f 125.000.000. Dit bedrag met de voorgestelde
nieuwe belastingen zal het totaal in de schatkist brengen
op J 325.000.000.
CRISTA. De italiaansche gezant te Peking heeft den
italiaanschen agent te Seoul gelast, volkomen onzijdig te
blijven en aan het chineesche departement van buitenl.
zaken eene nota gezonden om het aan te raden eene vreed
zame houding aan te nemen. De gezant heeft evenals
de vertegenwoordigers van Engeland, Frankrijk en Rus
land geweigerd genoegen te nemen met eene nota van
genoemd departement, waarbij beperking werd gebracht
in het recht op vrij verkeer der onzijdige mogendheden
in de wateren van Korea.
Uit thans bekend geworden bijzonderheden blijkt, dat
het verdwijnen van Sheng, den hoofdmanderijn van Tientsin,
een gevolg is van het volgende feit.
Sheng was de neef van Li Hung Chang en genoot tot
voor korten tijd het volle vertrouwen van den onderko
ning Kort voor dat de oorlog uitbrak, werd hem opge
dragen wapenen en krijgsvoorraad voor de keizerlijke
troepen te koopen naar gelang de troepen uit het bin
nenland kwamen om naar Korea gezonden te worden
zouden de wapenen onder hen uitgedeeld worden. De ge
weren en patronen werden gekocht en aan de troepen
uitgedeeld, maar in het gebruik bleken zij zoo goed als
waardeloos te zijn zoodat te Peking en Tientsin her
haaldelijk klachten inkwamen.
Li Hung Chang stelde persoonlijk een onderzoek in
en toen kwam uit, dat Sheng van duitsche agenten 300,000
geweren van oud model had gekochteene verzameling
afgedankte wapens van verschillende europeesche legers.
Hij had daarvoor 2 taels per stuk betaald, en aan de
schatkist 9 taels in rekening gebrachtzoodat hij onge
veer 7,500,000 opstak. De patronen waren van slechte
boedanigheid en van verschillend modelook daaraan
verdiende hij nog een aardig bedrag.
De onderkoning liet zijn neef bij zich komen en verweet
hem zijn oneerlijke handelingen. Sheng deed geen moeite
te ontkennen de onderkoning was ten hoogste gebelgd,
en het stormachtig onderhoud eindigde daarmededat
hij Sheng een paar geduchte muilperen toediende. De neef
ging naar zijn paleis en durfde zich niet meer in het
openbaar vertoonen hij vroeg verlof wegens redenen van
gezondheid en verkreeg dat ook. Waar hij nu zit, is niet
bekend.
Volgens een gerucht, dat echter nog niet bevestigd is,
zouden 40,000 japanneezen in de nabijheid van Shanghae
geland zijn. Een ander bericht verzekert, dat eene andere
macht ontscheept is bij Newsjang. Er zijn vele japansche
oorlogsschepen gezien bij de haven van Takau.
Verder wordt bericht, dat er den 9 eene schermutseling
zou hebben plaats gehad tusschen de japansche en chi
neesche voorposten ten noorden van de Jaloe-rivier, waarbij
de japanneezen teruggeworpen werden en verplicht waren
de rivier weer over te steken
De chineesche oorlogsschepen te Port Arthur zijn thans
geheel hersteld en zullen heden zee kiezen.
De engelsche en russische gezanten zijn te Tientsin
aangekomen en gaan onmiddelijk door naar Peking.
Tweede Kamer.
Zitting van den 10.
Ingekomen een brief, houdende mededeeling van het
overlijden van het kamerlid Land. Zal met een brief
van rouwbeklag beantwoord worden.
De commissie voor de verzoekschriften deelde mede,
dat zij den heer S m e e n g e tot voorzitter had gekozen.
Het eerst werd in behandeling genomen het wetsont
werp houdende machtiging op de Algemeene Re
kenkamer tot verevening van niet in uitgaaf genomen
pensioenen.
De hoer V e e g e n s bracht, als eerste spreker over
dit wetsontwerp, een woord van hulde aan het overleden
medelid der commissie van rapporteurs Land, die den 5
nog deel genomen had aan den arbeid der afdeelingen.
De minister van oorlog sloot zich namens de regeering
bij in het begin zijner rede geheel aan bij de waardee-
rende woorden, gewijd aan de nagedachtenis van den heer
Land, wiens plotseling overlijden ook de regeering ge
troffen had.
Dit wetsontwerp werd aangenomen met 64 tegen 21
stemmen.
De minister van oorlog erkende, dat aan pensioenraden
voor militaire pensioenenop de instelling waarvan de
heer Veegens aangedrongen bad, voordeelen verbonden
waren, maar ook practische bezwaren, welke hij, in over
leg met zijnen ambtgenoot van marine, wil trachten uit
den weg te ruimen.
Het wetsontwerp tot onteigening voor den aanleg van
een scheepvaart-kanaal van Engelen naar de Henriette-
waard werd na bespreking tusschen de heeren Conrad,
do Beaufort (Wijk)Mutsaers en den minister van
waterstaat met algemeene stemmen aangenomen, nadat
de minister verzekerd had, dat gelet zou worden op de
ingebrachte bezwaren tegen de technische uitvoering.
Het wetsontwerp tot goedkeuring van art. 15 der voor
waarden van vergunning voor den aanleg en de exploitatie
van een stoomtramweg van Samarang naar Cheribon werd
zonder bespreking aangenomen.
Het wetsontwerp betrekkelijk de teruggaaf van het
waarborgkapitaal der spoorweg-concessie Samarang
Cheribon werd bestreden door den heer C r e m e r, die
uit den loop der zaak aantoonde, dat de concessionarissen
niet aan hunne verplichtingen hadden voldaan, zoodat
de Staat het volste recht had om de waarborgsom tot
zich te nemen. De Staat deed dit eehter niethij had
zich lankmoedig betoond en herhaalde malen uitstel
verleend.
Voortzetting den 11, 's namiddags half twee.
Provinciale heffing in Ztiiilholland.
Een wetsontwerp is ingediend tot bekrachtiging eener
provinciale heffing in Zuidholland (heffing van veergeld
voor het pontveer over de Oude Maas tusschen Roon en
Goldschalksoord gemeente Heincnoord).
Provinciale belastingen.
Elf wetsontwerpen zijn aangeboden ter bekrachtiging
van provinciale belastingen in de verschillende provin
ciën voor 1895.
Voorgesteld wordt in de onderscheidene provinciën een
gelijk getal opcenten te heffen als voor 1894 is toege
staan, behalve in Noordholland, Friesland en Groningen.
Voor Noordholland wordt het aantal opcenten op de
grondbelasting voor de ongebouwde eigendommen niet
één verhoogd, in verband met de raming van renten
wegens geldleeningen en van de kosten voor de uitvoe
ring van het provinciaal reglement op de wegen.
In Friesland en Groningen zullen de uitgaven worden
gedekt bij vermindering van het getal opcenten op de
grondbelasting onderscheidenlijk met drie en ééu en van
die op het personeel met anderhalf en één.
Tot rapporteurs over hoofdstuk marine der Staats-
begrooting voor 1895 zijn benoemd de heerou de Ras,
Goekoop, van Vlijmen, Guijot en A. Smit; over hoofdstuk
financiën de heeren Houwing, Tijdeman, Drucker, van
Alphen en Bonman.
Roord te fichagen.
Den 9 is op het graf der vermoorde vrouwen op
de algemeene begraafplaats alhier een monumentale ge
denksteen geplaatstdie eene blijvende herinnering zal
zjjn aan de vreeselijkste misdaad die ooit bij menschen-
heuchenis in deze gemeente heeft plaats gehad.
Het geheel is vervaardigd van kunstmatigen zandsteen,