No. 132. Eerste blad. Zes en IVegentigste Of aargang 181)4. ZONDAO 4 NOVEMBER. OPVODD11VG. Vervolg van (le Raadszitting van den 31 des avonds half acht. A LKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt llliMdrng-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rjjk 1, De 3 nummers/O,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer: 3. Pr|js der gewone Advertentlën: Per regel J O,IA. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Wanneer het blijkt, dat er sommigen zijn, die het denk beeld bij uitstek belachelijk vinden, om de opvoeding van verwaarloosde kinderen tot den leeftijd vau tien of elf jaarte willen toevertrouwen aan vrouwelijke leiding dan ligt er, begrijpelijker wijze, een dubbel genoegen in, om een werk over opvoedkunde, onlangs door een hoogst- bekwame vrouw samengesteld, te bespreken. Misschien zullen sommigen wel weer schudden van 't lachen doch des al niettemin is het een feit, dat mejuffrouw I. Kooiatra, het begaafde hoofd der Leerschool voor onderwijzeressen te Groningen, in leven dige stijl, een werkje over paedagogiek schreef, dat meer dere bekendheid verdient, en veel te denken geeft. Gelijk in het tijdschrift de Gids gezegd wordt(aflev. October 1894). »Haar boek moge in de studeerkamer, aan de schrijftafel, zijn definitieven vorm hebben ontvangen, het ontstond daar niet. De stof leverde het volle leven, de school en het gezin. Het boek is een vrucht van de praktijk, het leeft en het vraagt aan practische, levende mannen en vrouwen, en niet aan dorre kamergeleerden, nog aan in conventie en routine vastgeroeste ouders zou t zoo ook kunnen Met recht kan men een dergelijk werk waar 't ons voorkomt, begroeten, als een heugel ij k verschijnsel. Immers de opvoedkunde is een vak waaraan niet de noodige aandacht geschonken wordt. Velen meenen deze kunst van zelf en zonder voorbereiding te verstaan. Wanneer nu vrouwen zich meer aan de paed igogiek gaan wijden dan bestaat er kans dat dit vak in onze wet op 't lager ondorwijs, niet langer in de tiende plaats, maar in de allereerste plaats als vereischte wordt ge steld, om in het examen voor onderwjjzer te slagen. Reeds op eeaaudor gebied, dat der ziekenverpleging hebben bekwame Nederlandsche vrouwen, de laatste jaren eene geheele omwenteling tot stand gebracht. Tal van instellingen voor verpleging van lijders van allerlei kwalen, worden door vrouwen bestuurd en op eene wijze, die boven lof verheven is. Twintig jaar geleden zon iedereen geschud hebben van 't lachen, als een jonge vrouw zich aanbood om naar Indië te gaan, tot verzorging van gewonde soldaten. Doch tegenwoordig wijzigen onze opvattingeu zich snel. Thans leest niemand met verbazingmaar slechts dank bare waardeeriug gevoelendedat tal van verpleegsters van 't Witte Kruis zich aanmelden voor Indië om in de militaire hospitalen dienst te doen. En naar onze meening is de tijd niet meer ver, of de Staat zal tot verzorging van verwaarloosde kinderen, de hulp van bekwame Nederlandsche vrouwen wel moeten inroepen. Laat ons er rond vooruit komen, de Staat ver vult zijn taak van opvoederten opzichte van verwaar loosde kinderen tot nu toe, niet naar behooreu Bij de oprichting en het onderhouden der Cadettenschool wordt geen geld gespaard. Dit is lofwaardig en goed. En met genoegen ziet men deze jongelieden als waren zij oud-gedieuden, voorbij marcheeren, de grootsten voorop. Doch het gaat onzes inziens, niet aan, dat de Staat ook op ander gebied de taak van opvoeder op zich ne mende, niet alle mogelijke zorg daarvoor besteedt. Want men mag uiot uit het oog verliezen, dat in een gesticht als te Alkmaar, zich bevinden knapen, die wel is waar do wet overtraden, maar na onderzoek door de n rechter bevonden werden, zonder oordeel des onderscheids te hebben gehandeld. Eu wat betreft de kinderen be neden 10 jaar, tegen heu kan volgens de wet, geen straf vervolging worden ingesteld. Wanneer men nu aan de jongsten dezer arme verlaten verwaarloosde schepsels eon tehuis wil verschaffen, waar de gevolgen van veel ellende van gebrek en van slechte voorbeelden moeten horsteld worden, dan bestaat er, ons erachteus, geen boter middel, dan om vrouwen, die begrip van de opvoedkunde hebben en daarover hebben nagedacht, gelijk gemelde schrijfste r aan 't hoofd eener dergelijke inrichting te plaatsen en hen voor deze hoogst moeielijke taak die evenveel toe wijding, als zorg en liefde vereischt, flink te beloonen. Het geld zou goed besteed zijn het betreft hier een gewichtig staatsbelang. Immers zegge vier duizend drie honderd kinderen worden jaarlijks in ons land in eon of anderen vorm door de justitie gestraft. Het cijfer neemt gestadig toe. In 1892 werden 976 mannelijke en 144 I. Kooistra. Zedeljjke opvoeding. Uitg. Wolters 1894. geb. f 1,25. vrouwelijke jeugdige beklaagden door de arroudissements rechtbanken veroordeeld. De zedelijke opvoeding laat derhalve niet weinig te wenschen over voor belasting betalende burgersdie telkens nieuwe gevangenissen moeten bekostigen is het een zaak van zuinigheid, om dezen toestand te verbeteren Zoo mogelijk moest men de slechtheid van kinderen voor komen, zegt de schrijfster, door hen tijdig over te bren gen in eene reine, waarlijk opvoedende omgeving. En heeft de schrijfster niet gelijk wanneer zij zegt Het zedeljjk peil der opvoeders moet worden verhoogd, zoodat zij, in hunne qualiteit. van voorbeeldenmeer op voedende kraeht kunnen ontwikkelen de zuster weten schappen hygiène en paedagogiek moeten /neer worden beoefend door allen die tot opvoeden zijn of kunnen worden geroepen. Het onderwijs moet worden opgedragen aan degelijk ontwikkelde en bekwame mannen en vrouwen van karakter, die voor hunne bekwaamheid en hun gewichtig en moeie lijk werk een behoorlijke belooning ontvangende klassen zullen veel minder talrijk moeten zijn, opdat de individualiteit van eiken leerling tot haar recht kan komen. Over het gemis van samenwerking tusschen huis en school, zegt de schrijfster Wanneer twee personen eene fabriekszaak drijven trachten zij 't eens te worden, omtrent de wijze waarop zij hunne zaak tot bloei hopen te brengen zij houden elkaar voortdurend op de hoogte der zaken, deelen elkaar hunnen inzichten mee, zij streven er naar, te werken als één persoon met dubbele kracht. Terecht. Verbeeldt u dat beide compagnons in tegengestelde richting arbeiden. Dan zou de een, den arbeid van den ander ongedaan maken, dan zouden de zaken in het ho.rderd loopen. Op deze wijze wordt met weinig woorden volkomen duidelijk gemaakt, waarom samenwerking vau ouders en onderwijzer dringend noodig iswanneer 't geldt de zeer gecompliceerde, moeielijk te kennen menschenziel. Hoe men tegenwerking aantreft, bedoeld als samenwer king leert 't volgende Het kind wil zich thuis gaan beklagen over een on billijke behandeling van den onderwijzer »Hou je maar gauw stilik wil geen klaehten over de school hooron jij hebt ongelijk." Een kind heeft op school straf gehad en wordt nog eens gestraft. Er zijn ouders die zich er op beroemen, dat zij op die wijze den onderwijzer helpen. Maar een verstandig onderwijzer kan er niet op gesteld zijn dat de ouders op die manier zich »plns royalistes qne le roi" toonen. Over de zoogenaamde vrije- en orde-oetoniugen laat Mej. Kooistra, zich uit in dezer voegekinderen zijn gesteld op resultaten vandaar zeker, dat ze bij 't mar cheeren graag hard de hakken op den vloer laten neer komen dat is ten minste een hoorbaar gevolg. Zagen ze bij al dat strekken van armen en beenea nog maar de gaten, die ze slaan in de luchtMaar zelfs die voldoening hebben ze niet. Onwillekeurig donkt men aan rijksopvoedelingen, wan neer men leest: »Een kind moet nu en dan pret hebben. Laat het zingen laat het lachen laat het vliegen en elders onder de gelukkigste dagen van een kind moet zijn verjaardag behooron." Wanneer het kind dan, later mensch geworden terug ziet op zijne jeugd, dan steken zulke dagen boven het ove rige landschap uitals hooge bergtoppen omueveld met rozigen schjjn." En wat zegt men van deze teekening Daar komt een kleine jongen aan. Eene koek is stevig op zijn eenen arm gebonden. Wat zwaait hij met dien arm, wat stapt hjj hoog! Ben je jarig, jongentje Geen antwoord. Maar de mond vertrekt zich tot een blijden lach en de oogen schitteren hel opnatuurlijk is hij jarig. Zie, dit vindt hij nu juist zoo prettig: die koek vertelt aan iederdat hij vandaag een heel bjjzonder jongentje is. Zij is eene onderscheiding, een ridderorde. Eveu gelukkig geslaagd, is het achtste hoofdstuk over straffen. Het eindigt aldus Moeielijk is de kunst van straffen. Gelukkig de opvoe der die haar verstaat gelukkigdie de kinderen zoo weet te leiden dat hij haar maar zelden noodig heeft. Doch genoeg reedswie in behagelijken vorm, de be ginselen wil ieeren kennen van de opvoedkunde, de kunst, die er naar streeft om zich eiken dag minder noodig, en ten slotte zich geheel overbodig te maken, verrijkt zijne boekenrjj met dit werk. Menigeen zoekt tegen St. Nicolaas naar een present dat zijn beurs niet te veel kwaad doet en waarvan de begiftigde in omgekeerde evenredigheid tot den prijs nut en genoegen zal hebben Zou het boekje »Zedelijke opvoeding", wellicht het ge schenk zijn dat men zoekt Vijftien leden waren tegenwoordig. 33. Rapport van de kamer van koophandel en fabrieken op oen door den Raad in hare handen om advies gesteld request, gezonden door de Nederlandsche Protectionistische Landbouwvereeniging te Utrecht aan H. M. de Koningin- Weduwe Regentes, tot invoering van een tijdelijk schaal- recht voor tarwe, rogge en koolzaad. Aan den anderen kant van den afdruk vau dat request staat een opstel gedrukt, waarvan niet blijkt, aan wie het gericht is. Ook de kamer ontving een gelijkluidend papier en heeft het als een niet behoorljjk aan haar ingediend verzoek ter zijde gesteld. VVat de zaak zelve betreft, de invoering van schaalrechtcn, acht de kamer zich ontslagen in herinnering te brengen welk fiasco deze maatregel elders heeft gemaakt. In ieder geval meent zij, dat er voor den Raad geen aanleiding bestaat zich op het terrein van de algemeene handelspolitiek te begeven. De gemeente besturen zijn bevoegd de belangen van hunne gemeenten en van hunne ingezetenen voor te staan bij den Koning. Daaruit volgtdat zij zich binnen de grenzen van het gemeentebelang blijven bewegen. Reeds op dien grond meent zij, dat de gemeente niet geroepen is, de kwestie van vrijen handel of bescherming te gaan bepleiten voor het koninklijk gezag. Zij neemt daarom de vrijheid de Raad behoudens beter te adviseeren het request voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt, op voorstel van den Voorzitter, de circulaire voor kennisgeving aangenomen, afgescheiden van de motieven, in het rapport der kamer ontwikkeld. 34. Het in zake don afvoer van vuil- en waschwater uit de celgevangenis genomen besluit is reeds in het vorige nummer vermeld. 35. Is overgegaan tot het benoemen van een lid der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het be heer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendom men gedurende hot nog loopende gedeelte 1894, in plaats van den heer J. VI. de Sonnaville, tot wethouder benoemd en thans in die hoedanigheid als Voorzitter der commissie opgetreden. Bij de eerste stemming bekomt de heer Canters 6, ieder der heeren Bosman Conijn en de Wit 2 stemmen en ieder der heeren v. d. Bosch Goede en Rentmeester 1 stem. Bij de tweede vrije stemming wordt benoemd do heer Canters met 8 stemmen de heer Bosman had 4 en ieder der heeren de Wit en Goede 1 stem. Een blanco biljet werd gevonden. 36. Is in behandeling genomen de gemeente-be grooting voor 1895 naar aanleiding van het door de sectiën uitgebrachte rapport. Behalve de wijzigingen, welke in de begrooting moes ten wordeu gemaakt naar aanleiding van verschillende besluiten genomen na het opmaken dier begrootiug werden de volgende besluiten genomen. De op volgnr. 45 voorgedragen verhooging van de jaarwedde van den ambtenaar ter secretarie L. van der V egt van f 700 tot f 800 werd goedgekeurd. Voor de noodzakelijke herstelling der kadastrale kaart oectie A werd f 50 uitgetrokken. Over enkele ter vernieuwing voorgedragen straten werd stomming verlangd, omdat men bij den gespannen staat der gemeente-begrooting meende dat die vernieuwing nog wel kon worden uitgesteld nu voor de straten toch reeds zulk een aanzienlijk bedrag was uitgetrokken. Dat uitstel werd door andere leden ten sterkste bestreden omdat het gevolg van dat uitstel zou zijn dat over een paar jaren eene veel grootero uitgaaf zou moeten worden gedaan, daar de toestand der voorgedragen straten werkelijk verbetering eischte. Met 10 tegen 5 stemmen van de hoeren Conijn Boelmans ter Spil! Goedo de Lange en Vonk werd tot de verlegging van het Ritsevoort besloten mot 12 tegen 3 stemmen van do heeren Conijn, Boelmans ter Spill en Vonk tot het vernieuwen a. van de Zoutsteeg b. van de Laat tusschen de Schoutonstraat en de Koor straat. Op do verbetering van de Steeueubrug en het maken van een bestraat voetpad vau deuf Berger weg naar het rechtsgebouw werd door meerdere leden aangedrongen. Een bedrag van f 30 word nog toegestaan voor het maxen van een of twee nieuwe banken in de Harddra verslaan, nu de ronde bank in de nabijheid verdwenen is. Hoewel de commissie van bijstaud voor de gemeente werken baar gevoelen omtrent de demping van de Geest reeds uitgesproken heeft, zoo hebben burg en weth. die demping nog niet overwogen en nog geene uitge werkte plannen laten maken, omdat voor deze vrij be- langrijke uitgaaf op het oogenblik toch geene gelden beschikbaar zijn en burg. en weth. de uitvoering van dat werk niet zoo dringend noodig oordeoleual achten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1