Zes en Negentigste Jaargang.
1804.
V R IJ RAG
23 NOVEMBER.
Amsterdamsclie Brieven.
PARIJSCHE BRIEVEN.
NO. 140. Tweede bind.
Deze Courant wordt IMnsdag-, llonderdag- on
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs poi
maanden voor Alkmaar f 0,80fianco door het
gohoele rijk 1,
Do 3 nummers O,G«. Afzonderlijke nummers 3 ets.
IA N
Prijs der gewone Advertentlëns
Por regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brioven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 3
IIGAKRKDKOCKRIJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat zij in hunne hedon
gehouden vergadering p.an P. DE PRENNE, koopman,
wonende alhier, op zijn verzoek vergunning verleend
hebben tot het oprichten eener sigarend rogerij
in het nieuw te bonwen perceel achter het perceel aan
het Vijvertje, wijk A Nr. 17.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
21 Nov. 1894. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
XXIV.
Deloonsverliooglng onderde diamantbewerkers
is tot hiertoealthans voor het oog der wereld een
groot succes voor de werkstakers Met zeldzame een
stemmigheid zijn den patroons eischen voorgelegddie
met zooveel klem werden voorgedragen dat aan geen
schipperen te denken vielzoodat voorloopig alles word
toegestaan.
Eenige jaron geleden was do diamantnijverheid een
milde bron van bestaan voor duizenden. Do loonen
welke in dien zoogenaamden Kaapschen tijd werden ver
diend waren hooger dan in eenig ander vak van han
denarbeid waarvan het gevolg was dat de beoefenaren
met groote snelheid in aantal vermeerderden. De kort
te voren in Zuid-Afrika ontdekte Kimberley-groeven
leverden echter zulke overvloedige grondstoffendat de
arbeidsmarkt door dien toevloed niet morkbaar werd ge
drukt. Dat was voor menig diamantslijper een aanmoe
diging om er maar op los te leven zonder zorg voor de
toekomst en zich met oen weelde te omringen als alleen
gefortnneerden zich kunnen veroorloven. Zij die toch
reeds niet al te vast in hun schoenen stonden vonden
in de loonen der diamantbewerkers de zoo gewenschte
gelegenheid om aan hun drankzucht en minder edele
hartstochten te voldoen anderen sloegen een toon aan
als stempelden hunne grove verteringen hen tot do eerste
ingezetenen der stad. Alles te zamen gonomen werd het
parvenu-achtige type van den diamantslijper een der on
aangenaamste van Amsterdam slechts genietbaar voor
hen die van het gewonnen en zoo geronnen geld pro
fiteerden.
Hoogmoed komt ten val, zegt het spreekwoord, on de
diamantbewerkers hebben daarvan de waarheid in al haar
verschrikkelijkheid moeten ondervindon. In Zuid-Afrika had
zich het machtige De Beer's-syndicaat van de Kimberley-
diamantmijnen verzekerd en daarmede do regeling van
de diamant-productie in handen gekregen. De ontwerper
van dit grootsche plan was de heer Cecil Rhodes, de
Eerste Minister der Kaapkolonie, die zeer goed begreep,
dat in den prijs van het edelgesteente een groote daling
zou komen wanneer de markt steeds overvloedig werd
voorzien. Daarom wist hij met de macht van het geld de
productie in handen te krijgen en nu was het aan hem
om de waarde der diamanten voortdurend hoog te houden.
Dat plan was veelomvattend, maar niet minder gewaagd.
Immers, de kans bestond, dat nog op andere plaatsen
in Zuid-Afrika diamanten werden gevondendie met
Kimberley zich konden metenzoowel ten opzichte
van quantiteit als van qualiteiten dan was aan alle
schoone voornemens onverbiddelijk de bodem ingeslagen.
De heer Rhodes is echter onder een golukkig gesternte
geboren. Wel word de Wesseltou-mijn in den Oranje-
Vrijstaat ontdekt, maar deze dreigende concurrentie werd
uit den weg geruimd wijl de De Beer's Company deze
groeve bij de hare wist in te lijven. Ook dreigt in den
tegenwoordigen tijd gevaar vau te Kolfiefontein gevonden
diamanten, doch bij de enorme opbrengst van de Kim
berley-mijnen leggen deze nauwelijks gowijht in de schaal.
Bovendien had de heer Rhodes altijd in zijn voordeel,
dat hij door zijne hooge staatsbetrekking in de kaap
kolonie zich faciliteiten kon verschaffen, voor een ander
onbereikbaar. Zoo worden voor de bewolking der mijnen
ten deele zoogenaamde «bandieten gebruikt, dat zijn wets
overtreders, die door Kaapscbe gerechtshoven tot dwangar
beid zijn veroordeeld. Verder voerde hij te Kimberley het
Kazerne-stelsel" in, dat alle werklieden in de mijnen
verplicht hunne inkoopeu in de magazijnen van het syn
dicaat te doen en wist hij een wetsontwerp van do
Kaapsche volksvertegenwoordiging te verkrijgen, waarbij
strenge straffeu werden bepaald op het aankoopen van
diamant zonder voldoende verklaring der herkomst. Deze
wet, in Zuid-Afrika algemeen bekend onder den naam
van' I. D. B. (d. i. Illicis Diamond Buying) heeft uit
stekend gewerkt en de vele diefstallendie overal waar
goud en edelgesteenten zijn gevonden aan de iudustrie
gevoelig afbreuk hebben gedaan, te Kimberley tot een
minimum beperkt.
Heeft het zooevengenoemde kazerne-stelsel begrijpelij
kerwijs verderfelijk gewerkt voor de nijveren der diaman-
tenstad en van hen ellendige proletariërs gemaakt
schrille tegeustelling met de schattendie in hunne
onmiddellijke nabijheid werden gedolven het optreden
van de De Beer's Company heeft in Nederland nog veel
verder ieikende gevolgen gehad. In 1888 begon de stij
ging van den prijs der ruwe diamanten en het syndicaaat
zag daardoor zulke enorme geldsommen in zijn kas
vloeien dat het nog minder grondstoffen op de markt
bracht om de waarde nog meer te doen klimmen. Het
koord kan echter ook te strak gespannen worden want
in 1889 was de ruwe diamant zóó duur, dat de amster-
damsche juweliers met de fab icage ophielden daar zij
voor de geslepen diamant niet eens zooveel konden krij
gen als de ruwe hun kostte.
Do dagen van ellende die toen aanbraken voor de
amsterdamscho diamantbewerkers waren werkelijk vreo-
selijk. Geleefd als er was van de hand in de tand was
in de meeste gezinnen er niet aan gedacht om in de vette
jaren zich to wapenen tegen de komende magere. Er
moest gebroken worden met het weelderige leven van
voorheen doch dat niet alleen de getuigen van de dagen
van voorspoed de fraaie meubelen en kostbaarheden
verhuisden naar lommerd en opkooper en werden niet
meer gerempl aceerd.
Een kleine concessie van den kant dor Do Beer's kon
niet nitblijven en zij deed dat ook niet. De prijs van de
ruwe diamant werd een weinig verlaagd on daardoor
kwamen de juweliers weer in het bezit van nieuwe zij
het ook kleine voorraden. Wilden zij die met winst
van de hand zetten dan moest op de bewerking aan
zienlijk worden bespaard. Dat viel trouwens nietmooie-
lijkwant de diamantbewerkers zoowel snijders als
kloversverstellers en slijpers hadden in den tijd van
armoede geleerd heel wat lager eischen te stollen. Een
uniform-loontarief word wel-is-waar niet ingevoerd, maar
gemiddeld waren do loonen 65 a 70 procent lager dan
in den zoo hoog geroomden Kaapschen tijd. De weten
schap, dat een halve ei beter is dau oen lodige dop deed
de diamantbewerkers aan den arbeid gaan en blijven.
Onder die omstandigheden viel natuurlijk het socialis
tische zaad bij hen in een vruchtbaren akker. Wilden
aanvankelijk de leerstellingen van Domela Nieuwenhuis
bij de Israëliet >n geen wortel sehieton, tijdens de malaise
in de diamantindustrie kregen deze ook hare aanhangers
bij die zonen van Israël, welke door den achteruitgang van
het diamantvak leerden, wat armoede heeft te beteekenen.
Het vakblad De Diamantbewerker ademde dan ook in
den laatsten tijd een stork socialistischen geost.
Daardoor werd voortdurend het besof lovondig gehou
den dat voor slavenloonen werd gewerkt en men slechts
een gunstige gelegenheid moest afwachten om daarin ver
betering te brengen. Voor eenige weken scheen het of
men tot de wanhopige conclusie was gekomen, dat hier te
lande de toestand wol altijd even treurig zou blijven en
er slechts heil van do Nieuwe Wereld te wachten was.
Met het oog op do hooge invoerrechten door Uncle Sam
vau geslepen diamanten gehevenwas men op het denk
beeld gekomen met ruwe diamanten naar Amerika te gaan
en die daar te slijpen waardoor men zich aanzienlijke
winsten voorspiegelde luderdaad schijnt dat plan niet
zonder levensvatbaarheid doch zooals het altijd gaat
de padzoekers hebben met groote moeilijkheden te kampen
gehad en hnn collega's te Amsterdam voor navolging
gewaarschuwd toen hun niet dadelijk alles voor den
wind ging.
Terwijl alzoo uog weinig licht in de toekomst scheen,
kwam er plotseling een redmiddel. Het De Beers' syn
dicaat had het om verschillende redenen wenschelijk ge
vonden de hoeveelheid diamanten die zij anders gedu
rende een geheel jaar verkochtmet korte tusschenpoo-
zen na elkander aan de markt te brengenwaarvan het
directe gevolg was, dat de juweliers zooveel werk hadden
te vergoven als maanden achtereen het geval niet was
geweest. Daarmee trof toevallig samen een met succes
bekroonde loonsbeweging van do timmerlieden en de ty
pografen als van zelf vroegen de socialistische diamant
bewerkers zich af, of ook voor hen de tijd niet rijp was
om door werkstaking gedaan te krijgen, wat goedschiks
toch niet zon worden toegestaan. Niet zonder aarzeling
werd die vraag beantwoordwant georganiseerd waren
de mannen niet en mislukte de strike dan was men
verder dan ooit van honk.
Aanvaukelijk had do beweging oen voor de arbeiders
zeer ongunstig verloop. Op de eorste werkplaatsen, waar
men met een hooger loontariof aankwam, kreeg men nul
op het rekest en toen men met werkstaking dreigde,
word de patroon nog onverzettelijke!-. Propaganda maakte
de beweging echter algemeener en toen het corps der
werkstakers voldoende talrijk was, trok men naar de
fabrieken om daar de cjllega's to. werkstaking over te
halen en, zoo mogelijk, hun den arbeid te verhinderen.
Dit gelukte maar al te best en woldra waren de stakers
duizenden sterk. Daar zij van verschillende patroons
werk onder handen hadden, bleef den juweliers niet veel
anders over dan toe te gevenzij vergaderden in het
geheim en besloten alle eischen in te willigen.
Zoo zijn wij teruggekomen bij hetgeen waarmee wij
begonnen dat namelijk de loonsbeweging onder de dia
mantbewerkers tot hiertoe, althans voor het oog der
wereld, een groot succes voor de werkstakers is geweest.
Is zij dat dan alleen schijnbaar, zal menigeen na die
uitspraak vragen. Hetgeen wij in de laatste dagen van
verschillende diamantbewerkers vernamen, geeft ons het
recht om op die vraag een bev stigend antwoord te geven.
Reeds het feit, dat op de patroonsvergadering, waar meer
dan honderd werkgevers bijeen waren en de pers strikt
werd geweerd, met op één na algemeene stemmen werd
besloten om zonder eenige restrictie den stakers hun zin
te geven, wekte bij sommigen achterdocht. Zoo groote
eenstemmigheid en zulk een volslagen gemis aan pogin
gen om to marchandeereD deed bij nadenkende personen
de b inge vrees ontstaan, dat 't hier gold een recuier pour
mieux sauter. Werkelijk schijnen dezulken 't bij het rechte
eind te hebben gehad.
Nauwelijks was het werk hervat, of het begon hiermee,
dat de bazen veel hooger eischen stelden aan het gesle
pen goed dau tot hiertoe het geval was. Klovers, wier
werkzaamheid altijd was geroemd, hoorden nu voor het
eerst het verwijt dat door hen niet genoeg zorg aan hun
werk was besteed en ook de beoefenaren van de andere
afdeelingen van het diamantvak bemerkten spoedig, dat
zij voortaan veel meer op de stang zouden gereden wor
den. Dat was eveu wel hot ergste nog niet. Den afgeloopeu
Maandag, don dag waarop het werk wordt gedistribuoerd,
kwamen verscheidene slijpersbazen mot leege zakken op
de werkplaatsen en dat, terwijl zij vorige weken volop
arbeid hadden uit te deelen. Verschillende juweliers
hadden hun verklaard, dat het ruwe goed op was, doch
geen diamantslijper kan dat gelooven. Meer en meer
wint het vermoeden veld, dat de toegevendheid der pa
troons* niets anders is geweest dan een slinksch middel
om het werk, dat nog onder handen was, afgemaakt te
krijgen en dat zij verder hunne grondstofien onder zich
houden, totdat der werkliodeu nood deze dwingt om zoo
veel van hunne eischen te laten vallen als den werkgever
goeddunkt.
Wanneer dat inderdaad het geval is, dan gaat Am
sterdam in dat opzicht een alles behalve opwekkelijkeu
winter tegemoet. Volgens een matige berekening moeten
in de hoofdstad omstreeks vijftieu duizend menschen
direct of indirect bij de diamant-nijverheid zijn betrokken,
zoodat van haar wel en wee ontzaglijk veel afhangt.
Gelukkig zijn or daarnevens teekenen die de hoop
doen koestereu dat in andere vakken de werkloosheid
dezen winter veel minder groot zal zijn. De wereld
tentoonstelling voor het hotel- en reis wezen belooft
een bron van werkverschaffing te worden. Dezer dagen
zagen wij do teekeuingen voor de hoofdgebouwen en
wanneer alles inderdaad zoo wordt uitgevoerd valt er
heel wat te doen voor decorateurs, timmerlieden, schilders
enz. De tentoonstellingscommissie stelt zich voor in de
wintermaanden alles zooveel mogelijk vooruit te lafen
klaarmaken en daarbij heeft zij de zeer lofwaardige be
paling gemaaktdat alleen werklieden die langer dan
een jaar te Amsterdam verblijf houdendaaraan te werk
mogen worden gesteld. Wanneer men zich herinnert
dat do wereldtentoonstelling van 1883 voor honderden
arbeiders bet lokmiddel is gewoest om naar de hoofdstad
te verhuizen en dat zij daar zijn blijven hangenhet
proletariaat vermeerderend ook toen de expositie reeds
lang tot het verleden behoorde dan mag men de com
missie wel zeer dankbaar zijn dat zij Amsterdam voor
een herhaling van die ramp wenscht te behoeden. Ook
is het een wijze maatregel geweest van het comité uit
de vakvereenigingen om de bewuste bepaling ter kennisse
te brengen van alle werkliedenvereeuigiugen in Nederland;
ter voorkoming van wederzijdsehe teleurstelling is het
noodig dat allo ambachtslieden in de provincie weten
dat zij niet naar Amsterdam moeten komen in de hoop,
dat er aan de tentoonstellingsgebouwen wel wat te ver
dienen zal zijn
De aanbesteding van den bouw van het nieuwe
post- en telegraafkantoor vervult insgelijks menig
amsterdamsch werkmanshart met blijde hoop. Jammer
maar dat het geduld op zulk een zware proef wordt
gesteld De minister van waterstaat wil het nieuwe ge
bouw laten verrijzen op de plaats van het oude postkan
toor die zooveel grooter is geworden door de afbraak
van verscheidene onteigende perceelen. Daarentegen is
de directeur-generaal der posterijen en telegraphic van
oordeeldat het terrein niet groot genoeg is en door
eenigo bouwkundigen heeft hij een nieuw terrein laten
zoekendat zij gevonden hebben tusschen Spuistraat
N. Z. Voorburgwal, Wijde Steeg eu Rosmai ijnsteeg. Daar
voor is echter weder onteigening noodig en dat de mi
nister huiverig is om voor dit doel weer gelden aan te
vragen, laat zich gereedelijk verklaren. Nietten onrechte
zou hij daardoor het vorige kabinet en de vorige kamer
het verwijt op den hals laden vrij onbekookt te werk
te zijn gegaan.
Inmiddels behelpt zich de post en de telegraphie in
de eerste stad des lands in loodsen die volkomen onge
schikt zijn voor het doelen hunkert de werkman naar
het einde van het gehaspel opdat de goede dagen die
hij zich droomtzullen aanbreken.
XXXII.
Parijs 15 November 1894.
9 November. Wanneer men de couranten opent, zou
men zich bijna in Rusland gelooven want alles spreekt
van Ruslandvan den overleden en van den nieuwen
Keizor van de aanstaande begrafenis van Alexander III
enz. enz Zoo lazen wij b.v. in »le Gaulois", dat de
opperste, de hoofdkok van den overleden Czarmonsieur
Krantz zeer treurig is over den dood van zijnen heer.