Nieu wj aars wenschen
No. 153. Eerste blad.
Zes en Negentigste Jaargang.
1894.
ZONDAG
23 DECEMBER.
OUDEJAARSAVOND
MAANDAG, den 31 December,
N ieuwjaarswenschen
a 25 cents a contant,
De landbouw en het goud.
Nederland.
In het nummer Nan den
zal weder gelegenheid bestaan tot het
plaatsen van
van 1 tot 5 regels.
ALK1IAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
maanden voor Alkmaar f O,SOfianco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,Ofl. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
DE UITGEVERS.
ii.
Gelijk in het voorgaand artikel gezegd is, bleef na
de bimetallistische Meeting van 18 Juni te 's-Graven-
hage, waar voornamelijk voorstanders van den dub
belen standaard gehoord werden, het Hoofdbestuur
van de Hollaudsche Maatschappij van Landbouw, gesterkt
in zijne overtuiging.
De uitstooting van het zilver de waarde vermeerdering
van het goud; de waanzinnige protectie, welke wij goud
landen verloenen aan vreemde stateD, als b.v. Argentinië,
zie daar de oorzaak van ons lijden op landbouwgebied.
Deze overtuiging leidde het Hoofdbestuur ertoe, om
in de vergadering van 17 December jongstleden, een adres
aan H. M. de Koningin voor te stellen, waarbij aan
H. M.'s Regeering verzocht wordt, bij de overige belang
hebbende mogendheden, de oplossing van het muntvraag-
stuk op bimetallieken grondslag te doen bevorderen.
Jhr. Rochuesen was uitgenoodigd om dit request toe
te lichten.
Hij betoogde met klem van redenen, en op even wel
sprekende als onderhoudende wijzedat de zilveront-
munting niet slechts eene kunstmatige daling der prijzen
van de voornaamste voortbrengselen van den landbouw
heeft teweeg gebrachtmaar dat het voortduren van de
wanverhouding tusschen goud en zilvernog veel be
denkelijker toestanden dan wij thans beleven na zich
zal slepen.
Wanneer de landbouw zich dientengevolge niet meer
ontwikkelen kan, en de kosten van het bedrijf niet meer
kan goed maken(fan zullen rampen ons overkomen
die ontzettend zijn; totale verarming van het platteland,
werkeloosheid, hevige sociale tegenstellingen enz.
Herstel van goud en zilver in alle landen is volgens
den spreker, het eenige redmiddel en het wordt derhalve
eeu plicht der regeeringen om het bimetallisms te steunen.
In één woord gezegddoor 't goud is de landbouw
geknakt en blijft de bloei voortdurend belemmerd.
Het spreekt wel van zelf, dat het voorstel van het
Hoofdbestuur, om aan de regeering een verzoekschrift
ten gunste van het internationale bimetallisms aan te
bieden bij acclamatie door de vergadering werd aan
genomen.
Alleen het feit, dat op 't oogenblik een rijksdaalder
tweemaal zoo dik moet zijn, om met 4 rijksdaalders een
goudtientje te kunnen koopenmoet ons doen hopen
dat de marktwaarde van het zilver spoedig rijze.
Immers volgens de berekening van den heer Mees
zou de Nederlandsche Staat twee honderd millioen gulden
moeten verliezenindien men de gestoorde verhouding
hier te lande wilde herstellen. (Economist Augustus
1894 blz. 281.)
Indien de bimetallistische meetings en verzoekschriften
dus de waarde van het zilver doen stjjgen, dan zal ieder
dit toejuichen en gaarne daaraan willen meêwerken.
Tegen het indienen van voormeld requestkan op
zich zelf dan ook geen gegrond bezwaar worden in
gebracht.
Eene geheel andere vraag is evenwelof het stand
punt door het Hoofdbestuur der Hollandsche M. v. L
ingenomen en door den heer Rochussen verdedigd
grifweg moet worden aangenomen als juist en onweer
legbaar.
Wie zou niet met ons wenschen dat de oorzaak van
't kwaad eens en voorgoed ware ontdektDat n.l. de
moeielijke tijden, die we beleven enkel en alleen zijn te
wijten aan de voorliefde tot een munt-materiaalhet
blinkende goud.
Doch mag deze eenvoudige oplossing ons bevredigen
ter wille van hare eenvoudigheid en omdat zij door
kundige lieden wordt gegeven
Is het a priori aannemelijk dat voor de tal van on
gunstige verschijnselen in onze hoogst ontwikkelde
samenleving slechts ééne oorzaak zou bestaan
Wellicht is mogelijkdat de mindere welvaart van
den landman hier te lande zich ten deele verklaart
door de zilver-ontmunting; maar mag men verder gaan,
dan deze zeer voorzichtige phrase te uiten wanneer tal
van andere feiten zijn aan te wijzen, die niet minder
nadeelig waren
In dezelfde vergadering van 17 Decembertoen het
bimetallisme was afgehandeld en het protectionisme aan
de orde was gesteldmerkte de heer Korteweg uit
Putten terecht op dat de spaarpenningen die in den
goeden tijd werden overgehouden, belegd zijn in dezelfde
Amerikaansche spoorwegen en stoomvaartlijnendie
voor zoover zij nog intresten geven dit doen door
vervoer van landbouwproducten naar onze markten en
de prijzen hier laag houden.
En wat de ongunstige toestand van 't oogenblik be
treft valt het tegen te sprekendat de langdurige
droogte van 1893 duizende guldens gekost heeft Eu
heeft het mond- en klauwzeer van dit jaar niet wederom
groot nadeel berokkend
En moet men den financiëelen achteruitgang ook
niet zoeken ten deelein eene meer weelderige levens
wijze waardoor evenals in de stedenonze uitgaven
zijn toegenomen buiten verhouding tot onze inkomsten?
Zetten wij de tering naar de nering tegenwoordig
Werkt het financiëel gunstigdat in den boerenstand
de zoon hetzellde bedrijf leert als zijn vaderonver
schillig of er voor hem plaats is of niet
Ook zal men moeten toegeven, da„ de landman ge
drukt wordt door hooge belastingen, stoomgemalen, die
niet bepaald noodig warenduur landbonw-crediet, ver
hooging van successierechten (in sommige gevallen 161/2
vermogensbelasting, invoerrechten in 't buitenland gehe
ven van bijna alle produktenenz. Maar boven en
behalve dit alles moet men erkennen als een zeer ge
wichtige factor der depressie, de bij uitstek lage vracht
prijzen terwijl de vervoermiddelen overal toenamen.
Evenmin lijdt het twijfeldat bebouwing van maag
delijken gronddie geen mest en geen stoombemaling
behoeftonzen landbouwer drukt.
Uitgestrekte gronden in Noord- en Zuid Amerika
Britsch-Indië Rusland Australië zijn ontgonnen ter
wijl door de voortreffelijke inrichtingen van transport
de producten zonder te bederven van elders worden
aangevoerdnaar de Europeesche marktplaatsen.
Inderdaad redenen genoeg die met elkaar zonder
zilverontmuntingden troosteloozen toestand van 't
meerendeel onzer landlieden verklaren.
Is het bimetallisme gelijk het wordt verkondigd, niet
te eenzijdig en daarom onjuist?
»Doch wat nood zal men vragen. »Te veel ijver
schaadt niet. Een hartstochtelijk bimetallist is allicht
een welsprekend redenaardien wij gaarne aanhooren."
In 't aanhooren ligt geen kwaad mits men aan den
inhoud van een request en toelichtingen niet hetzelfde
geloof hecht als aan den cathechismus. Want als men
gelooftdat zilverontmunting alleen, kunstmatig de prij
zen heeft doen dalen, en dat dientengevolge de landbouw
in nood verkeert, dan wordt bijkans onweerstaanbaar de
gevolgtrekkinglaat ons de prijzendie kunstmatig
gedaald zijnook kunstmatig verhoogen en wel door
heffing van invoerrechten.
Wel is waar heeft het hoofdbestuur van de H. M. v. L.
verklaard, dat het vrijhandelsgezind blijft gelijk in 1885,
doch het zal thans moeieljjker dan toen het protectio
nisme kunnen keeren.
Tweede Hamer,
Den 20 bleef de heer Beelaerts van Blok
land bij de behandeling der begrootlng van water
staat voor 18!>ë aandringen op invoering van den
Midden-Europeeschen tijd en stelde op nieuw de volgende
motie voor, thans in gezelschap van de heeren Drucker,
van Gijn, Harte, Plate en Seret»De Kamer, over-
wegende, dat wettelijke voorziening tot het verkrijgen
»van eenheid van tijd wenschelijk is, gaat over tot de
»orde van den dag.
De minister van waterstaat verklaarde o. a.,
dat hij over de droogmaking der Zuiderzee niet
zou uitweiden. Definitieve rechten van concessionarissen
zullen niet toegekend worden buiten de wetgevende
macht om. Dergelijke handeling is van deze regeering
niet te wachten.
De heer H e 1 d t drong aan op vaste aanstelling van
de kantonniers, opdat deze niet meer van de aannemers
afhankelijk zijn. Ook zou hij wenschen, dat de aannemers
van Rijkswegen en Rijkswerken verplicht werden, hunne
werklieden te verzekeren.
De minister houdt vol dat de bezoldiging van
wegwerkers een taak is van de aannemers en niet van
het Rijk. De verzekering van werklieden, bij aanneming
van Rijkswerken, aan de aannemers op te leggen, zou
voor het Rijk financieel nadeelig zijn, want de aannemers
zullen eenvoudig het bedrag voor de verzekering op de
aannemingsom verhalen.
De heer H e 1 d t had gaarne gezien dat het Rijk in
dat opzicht aan de particulieren een voorbeeld had ge
geven
Den j^l werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd
het wetsontwerp, inhoudende afwijking van de regels der
gemeentewet ten behoeve van Alkmaar.
In de ochtendzitting werd de behandeling der begroo
ting van waterstaat voor 1895 voortgezet en in de avond
zitting ten einde gebracht. Tal van onderdoelen werden
besproken. De minister antwoordde op den door den heer
Heemskerk ondersteunden aandrang van den heer Staalman
om op Texel aan het Oostereind een haven aan te leggen
in het belang van de visscherij dat op Toxel reeds
één haven bestaat (die van Oudeschild). Wordt op een
tweede aangedrongen, dan moet zeer nauwgezet onder
zocht worden,of die tweede haven in derdaad zoo dringend
noodig is als beweerd wordt. Het der regeoring aange
boden plan is bovendien te duur en het provinciaal be
stuur dient eerst om te zien naar een eenvoudiger plan.
Bij art. 76 (Stoomgemaal te Schellingwoude) droog de
heer Rutgers van Rozenburg aan op spoedige vervan
ging van het oude stoomgemaal, waarvan de ketels ver
sleten zijn. Te meer reden bestond er voor bespoediging,
omdat de waterstanden in den laatsten tijd buitengewoon
hoog zijn. Wanneer de dijken van Schermerboezem en
Amsterdam doorbroken, hoeft de waterstaat dit op zijn
geweten. Hij geeft voorts den wenk om het oude stoom
tuig niet dadelijk op te ruimen, maar het te behouden
om desnoods het nieuwe bij te springen.
De heer Conrad komt op tegen de bewering van
den heer Rutgers, dat als de dijken van Schermerboezem
bezwijken, de Waterstaat dit op zijn geweten heeft. Wan
neer de dijken van Schermerboezem doorbreken, is dit
de schuld van het bestuur van dien boezem, omdat het geen
stoomgemaal maakt om den polder voldoeude van water vrij
te houden. Hetzelfde geldt voor Amsterdam. Wanneer dus
de dijken daar ter plaatse doorbreken is dit geenszins
aan den Waterstaat te wijten.
De minister verklaart zich bereid de vervanging
van het oude stoomgemaal zooveel mogelijk te bespoedigen.
Omtrent da bestemmiug van het oude stoomtuig kan hij
thans nog geene beslissiug nemen.
De heer Rutgers van Rozenburg houdt vol
dat, wanneer het Noordzee-kanaal voldoende wordt afge
malen, noch Amsterdam, noch Schermerboezem een stoom
gemaal noodig hebben.
De heer Conrad geeft toedat wanneer de Staat
der Nederlanden het Noordzee-kauaal zoover laat afmalen,
dat alle boezemwateren kunnen afvloeiener zeker geen
andere stoomgemalen noodig zijn voor Amsterdam en
Schermerboezem. Maar dat is eene verplichting, welke
men van den Staat niet kan vorderen.
Bij art. 78 (Uitbreiding schutsluis IJmuiden) drong de
heer Conrad aan op spoedige voltooiing van dat werk.
De minister antwoordde, dat de meest mogelijke spoed
wordt betracht. De mogelijkheid bestaat, dat reeds vóór
de voltooiing van het geheele werk de sluizen in dienst
kunnen genomen worden. Waarschijnlijk einde 1896.
(Wordt vervolgd).
Bij kon. besluit van den 19 is benoemd tot com
missaris van politie te Maastricht de heer J. A. Franken,
gepens. Ie luitenaut der infanterie, thans werkzaam aan
het centraal bureau van politie te Rotterdam.
Te Schiedam is tot gemeente-ontvanger benoemd de
heer C. R. Bentfort, gemeente-ontvanger te Vlaardingen,
met 16 van de 21 stommen.
Amsterdam. Het lijk van jonkvrouw de Court
is naar Gotha gebracht ten einde in den lijkoven ver
brand te worden.
De heer W. B. G. Molkenboer, directeur van 's Rijks
normaalschool voor teekenonderwijzers alhieris door
den groothertog van Luxemburg benoemd tot officier in
de orde van de Eikenkroon.
Heemskerk. De heer W. Seiguette is met 76
van de 105 stommen tot lid van den Raad gekozen.
Uitgeest. In de 3e vergadering van »Nut en
Genoegen' trad deze week als spreker op de heer A. D.
Wempe, pred. te Alkmaar. Spreker stelde zijne hoorders
in kennis met de nog te weinig bekende humoristische
schetsen van den Noorschen schrijver Lars Dilling, wiens
pennevruchten de kennismaking dubbel waard zijn. Vóór
de pauze las hij «Hel loon eens dichters'«Vrouwen
handen" en »De familie gaat naar buiten.' Deze laatste
schets wekte den lachlust in hooge mate opevenals
«Eene lentemijmering" van den Ouden Heer Smitsdie