N ieuwj aar sw enschen. 1804. No. 156. Eerste blad. Zes en Negentigste Jaargang. 30 DECEMBER. MAANDAG, den 31 December, N ieuwj aar sw enschen a 25 cents a contant, 1» 0 STER IJ E N. In het nummer Tan den OUDE JA ARS A V ON D zal weder gelegenheid bestaan tot het plaatsen wan yan 1 tot 5 regels. KAM KR Tan KOOPHANDEL en FABRIEKEN, ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar f ©,8©; Banco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer s 3 De Courant van DINSDAGAVOND «al NIET worden uitgegeven. DE UITGEVERS. Op den Nieuwjaarsdag (Dinsdag 1 Januari) is het kantoor geopend als op den Zondag n.l. van 9 50—11,5© 's m. en van 1,108,1© s av.(Greenwich tiid), met dien verstande evenwel dat gedurende die uren mede postwissels en spaarbankzaken worden be handeld. Postpakketten daarentegen worden met aange- nomen. te ALKMAAR. VERGADERING op Woensdag, den 2 Ja nuari 1893des avonds ten half acht uur, ten Stadshuize. Punten van behandeling: Onderzoek geloofsbrieven. Verkiezing van bestuur. Ingekomen stukken. De Secretaris Mr. W. C. BOSMAN. Wanneer de twaalf slagen van de torenklok ons dreunend in de ooren klinken, en wij in den avond van 31 December afscheid nemen van een voor altoos ver dwenen jaarkringwie onzer is zoo sterk, dat hij weer stand kan bieden aan een gevoel van weemoed, dat hem onwillekeurig overmeestert Hoeveel verwachtingen met den aanvang des jaars gekoesterd, bij den laatsten klokslag beseft men het, zijn ijdel gebleken hoeveel iïlusiën zijn verloren en bij hoeveel gezinnen is de voorspoed, waarop gehoopt werd, uitgebleven Waarom het te verhelen V Teleurstelling heeft het afgeloopen jaar, bijna in alle opzichten teweeg gebracht. Voor den landman, die na het slechte en droge jaar 1893, de noodige veerkracht vond, in de hoop, dat betere tijden weldra zonden aanbreken gaven de ongekend lage prijzen der producten eene misrekening, tengevolge waarvan menigeen het bedrijf zijner vaderen moest opgeven. Mond- en klauwzeer tastten den veestapel aan juist het oogenblik dat de prijzen zich eenigermate schenen herstellen De gedrukte toestand van handel en industrie was ,n dien aard, dat herinnering daaraan overbodig schijnt. Was 1894 oeconomisch ongunstig op politiek gebied was het even onvrnchtbaar. Na den weinig verkwik- kelijken strijd, die het geheele land in beroering bracht, kwam niet veel meer tot stand, dan een nieuw ministerie. Voor onze stadgenooten was het zeker eene groote voldoeningdat Mr. Willem van der Kaaij daarin de plaats bekleedt, die zij hem reeds lang hadden toegedacht. Doch voor eene regeering is meer noodig dan bewinds lieden met toewijding bezield en bekwaam voor hnn taak. De regeering behoeft den steun van een welwil lend gezind parlement. En wie de scherpe partij-ver houdingen in 's lands vergaderzaal gadeslaat, ziet niet in, dat alleen dan, wanneer buitengewone zelfbeheersching plaats maakt voor hartstochtelijke redeneering het doel van dit ministerie, kiesrechthervorming, herziening van het personeelregeling der gemeente-financiën bereikt kan worden In het afgeloopen jaar kwamen wat de middelen van den Staat betreftverrassingen aan het lichtdienaar wij hopen ons bespaard zullen blijven in 1895. De opbrengst van de vermogens- en bedrijfsbelastingen viel tegen; misrekeningen, die door scherper controle van de ijverigste fiscale ambte- op te van naren niet zijn goed te maken. Door het Departement van Oorlog bleken 14 tonnen gouds, meor dan geoorloofd was, te zijn uitgegeven, terwijl groote kosten voor nieuwe bewapening der infanterie weiden in uitzicht gesteld. Wanneer men de balans van hetafgeloopen jaar opmaakt, is do droevige geschiedenis van het Lomboksche verraxl, door de wijze waarop het geleden échec hersteld werd door een dapper leger per slot- van rekening datgene wat het meeste vertrouwen voor de toekomst inboezemt. I Immers de natie heeft, gelijk de Minister van Justitie van haar verlangde, niet gevraagd: »Aan wien de schuld?" maar gevoeld, dat althans een schuld onbetwist zij, namelijk die van het Nederlandsche Volk aan wedn- wen en weezen. t Voor België was het jaar 1894 niet minder van gewicht. Beantwoordt het nieuwe stelselwaarbij het meer voudige stemrecht word ingevoerd, aan de verwachtingen Voor de liberale partij zeker niet. Zoowel de socia listen als de clericalen wonnen tal van zetels. Welke gevolgen daaruit voor het regeeringsbeleid voortvloeien is evenwel nog niet na te gaan. In Frankrijk waren schandalen aan de orde van den dag. Een officier, Dreyfuss, pleegde verraad jegens zijn vaderland, door de geheimste plannen van het ministerie van oorlog te verklikken. Geen wonder, dat in dit land waar eerlijkheid en goede trouw zeldzaam ziju president Carnotdu onkreukbare, eukel en alleen we gens zijne rechtschapenheid, werd bewierookt en vereerd. In hooge mate pijnlijk moet het voor het Fransche volk geweest zijn dat juist deze hoogste Staatsdienaar verraderlijk werd vermoord. Een tirau, een despoot, een autocratisch alleenheerscher kan zulk een lot verwachten laar niet het hoofd van een republiek. Zoo dacht men. Voorwaarmoeielijk zou het ziju om in de geschiedenis te vinden een politieken moorddie zoo weinig gemotiveerd isals die van 24 Juni van dit jaar. Korten tijd na Carnot stierf als banneling, Irankrijks wettige" Koning, de graaf van Parijs. Vruchteloos heeft hij gewacht op de gelegenheidom zijn land te dienen. Teleurgesteld gelijk iemand moet zijn die ziju levens doel mistontving hij op zijn ziekbed de tijding dat Casimir Périerde kleinzoon van den minister zijns grootvadersde plaats had ingenomendie hem naar vorstenrecht toekwam. De zucht om het koloniaal gebied nit te breiden heeft Frankrijk in het afgeloopen jaar niet kunnen weêrstaan. 21 November ging een legercorps van 15000 man onder zeil naar het eiland Madagascar; een dier moderne kruistochten, die geen verhevener doel hebbendan ver meerdering van koloniaal bezit en waarvan het voordeel twijfelachtig is voor een volk, dat weinig neiging toont om zich in de veroverde koloniën te vestigen. In Engeland trad Gladstone af, toen het Hoogerhnis de Home Rule voor Ierland verworpen had om plaats te maken voor Lord Roseberry, die Gladstone's politiek voortzet. Engeiand's politiek beleid was in 1894 niet ongelukkig steeds wist men Egypte bezet te honden, niettegenstaande alle beloften om het te ontruimen. I Bleef de Enropeesche vrede bewaardontegenzeg gelijk is de dood van Czaar Alexander III, wiens krachtig gestel door eene pijnlijke ziekte gesloopt werdeen groot verlies. Immers hij vermocht de Dnitsche supre matie te breidelen. Aan dezelfde ziekte als de Czaaroverleed ook de erfgroothertog van Weimar, evenwel ver van zijn va derland. Zelfs de weinig beteekenende rol die aan Dnitsche Vorsten na 1870 nog overbleef, heeft hij niet mogen vervullen. Hoewel in het begin van het jaar (27 Januari) de Keizer van Duitschland, door de verzoening met Bismarck, blijken gaf van meer bezadigdheid, bleek het toch in den loop van het jaar wederom hoe moeielijk het is hem te dienen. Caprivi toch moest van het Staatstooueel aftreden. Hoe sterk de klassenstrijd in Duitschland is aangewakkerd, bleek wel den 7 December j 1. toen bij de inwijding van het nienwe gebouw voor den Rijksdag, de sociaal-democraten bij het »Hoch!" op den Keizer bleven zitten. Den Keizer, wiens lijfspreuk is: £ic volo sic ju beo zal deze historische zitting ongetwijfeld verbaasd hebben. Te Turijn overleed de man die voor Hongarije had willen zijn wat Willem de Zwijger voor ons vaderland geweest is, de grondvester der vrijheid. Lajos Kossuth, de held van den Hongaarschen vrijheidsoorlog van i848, werd 1 April te Budapest ter aarde besteld. 2500 kransen dekten het lijk 1 In de lijst van beroemde dooden bekleeden Billroth te Weenen en Helmholtz zeker eene eereplaats en Ferdinand de Lesseps, die 7 December 1894 overleed f Een kwart eeuw geleden, 17 November 1809, was bij, zoowel als Frankrijkop het toppunt van grootheid toen Napoleon III en de schoone Keizerin Eugenie, ge volgd door een vloot van tachtig schepen, het Suez- Kanaal openden. Doch niemand is gelukkig voor zijn dood en na Panama, weet men niet of men de Lesseps moet rang schikken onder de groote mannen of de groote avonturiers. Wanneer men ten slotte een blik werpt naar het verre Oosten waar de nieuwste verdelgingswerktuigen die het Europeeseh vernult uitvond in praktijk worden gebracht, of naar het verre Westen waar de burgertwist nog niet is beslecht, dan bedenkt men bij zich zelf, dat het duizendjarig rijk van vrede en voorspoed nog op verre na niet is aangebroken en dat de wensch »veel heil en zegen in het nieuwe jaar" geenszins overbodig is Eerste Kamer. Bij de behandeling der Indische begro«tlnK voor 1893 op den 28 droog de heer van Alphen zeer aan op versterking onzer krijgsmacht in Indië, daar ze vele verliezen lijdt, behalve op Lombok, omdat velen het klimaat niet kunnen verdragen. Ons gezag in Indië breidt zich steeds nit. Op Lombok, wellicht ook op Bali, zal een krijgsmacht moeten worden gevestigd en in Atjen steeas een behoorlijke macht uoodig ziju. De heer Pijnacker Hord ij k verheugt zich over het iongste telegram, waaruit blijkt, dat de expeditie op Lombok afgeloopen is. Hij brengt den minister daarvoor oprecht hulde. Of de expeditie noodzakelijk en on vermijdelijk is geweest, blijft altijd eene twijfelachtige zaak. Maar alle beschouwingen na den afloop nebben zeer geringe waarde. Zoodra besloten was tot de expeditie, heeft hij zich onvoorwaardelijk daarbij neergelegd. Hij heeft medegeleden bij het verraad, medegejuicht bij de overwinning. Groote verliezen hebben we geleden op Lombok stierven meor en werden meer gewond dan m creheel Indië in 10 jaar tijd, Atjeh incluis. Bovendien moest een enorm aantal worden verwijderd wegeDS ziekte. Daarom verheugt hij zich, dat de expeditie als geëindigd wordt beschouwd, al betreurt bij dat nog twee bataljons moeten achterblijven. Zeer zou hij t bejammeren, als 't waar is, dat in Januari een expeditie naar Karang Asem zou moeten worden gezonden, al erkent hg dat de onvermijdelijkheid daarvan zeer goed mogelijk is, in welk geval hij er zich geheel bij neerlegt en het beste toewenscht. Uitvoerig bespreekt hij het program der plannen des ministers en de bewering, dat het zwaartepunt der gon- vernementeele handelingen in de laatste jaren niet zon gelegen hebben te Buitenzorg, maar op het 1 lein. Ue heer Schimmelpanninck van derOye zou zich over de Lombokzaak van kritiek onthouden, in afwachting van het beloofde onderzoek. Een woord van hulde ligt meer op zijn weg. Allereerst dank aan God, die ons ver oorloofd heeft onze historische roeping in Indië te ver vullen, die hoofdzakelijk strekt om het zedelijk element te verheffen. Bopen wij, dat het licht vau t Evangelie worde verkondigd onder de heidenen, die vrouw en kin deren nog krissen en 't verraad niet afkeuren Hulde aan de officieren en minderen die dappere kerels zooals dr. Uljaki ze noemt Hij zet verder uiteen, dat een ver sterking der legermacht bepaald noodzakelijk is. De heer W e r t h e i m besprak de financiëele kwestie, in verband met de wisselvallige uitkomsten der cultures, i Zonder overijling moet naar uitbreiding der spoorwegen gestreefd worden. Ook drong bij aan op vermindering van het jeneververbruik, vooral op beperking en.regeiing van dat verbruik in cantines. De heer C r e m e r s verzocht, als 't eemgszins mogelijk was te zorgen dat een expeditie naar Bali achterwege bliiv'e. Te dien aanzien ondersteunde hij het gevoelen van deu beer Pijnacker Hordijk. Uitbreiding van ons direct gezag achtte hij niet wenschelijk en men loopt kans ook daar te komen in 't zelfde geval als op Lombok. De minister van koloniën verzekerde in zgn antwoord o.a., dat hij niet de overtmging had dat het ooit in de bedoeling lag van den Gouverneur-Generaal I een expeditie naar Bali te ondernemen. Hem was mete 1 bekend van het zenden van troepen naar Bah. Hij laat de zaak geheel aan de prudentie van het indisch bestuur overmaai nit een telegram van 19 November bleek dat bij een bezoek van onze ambtenaars in Karang-Asem de ontvangst zeer behoorlijk was en de hoofden volkomen welgezind waren. De opmerkingen over de gewenschte wijzigingen in het regeeringsreglement zon hg te zgner

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1894 | | pagina 1