Hei Onreclit Gewroken. No. 2. Zeven en Negentigste Jaargang. 1895. Y RIJD Ad 4 JANUARI. IJSKELDER. Recognitiën. Verkiezing. G-evonden Voorwerpen, FEUILLETON. REKENINGEN Buitenland. Nederland. wegens in 1894 aan de gemeente ALKMAAR gedane leveringen worden ingewacht vóór 10 Jannari 1895wat betreft de gasfabriek en de gemeente-reiniging bij den Directeur van dien tak van dienst en wat de overige takken van dienst betreftter gemeente secretarie of, wat de openbare werken be treft bij den gemeente-architect. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per maanden voor Alkmaar f 0,80; fianco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën s Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnunmc r Zij, die genegen mochten zijn, den ijskelder voor het jaar 1895 te pachten op de ter gemeente-secretarie ter lezing liggende voorwaarden, worden verzocht vóór Dinsdag '8 Januari 1895 aan 'burgemeester en wethouders schrif telijk op te geven, voor welken prijs zij dien kdder willen pachten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de legger der over 1895 verschuldigde recognitiën voor het gebruik van tot den openbaren dienst bestemde gemeente-eigen dommen of werkenheden tot een invorderbaar bedrag van 544,86 vastgesteld en ter invordering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. Alkmaar, De Secretaris, 2 Jan. 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERSvan ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat 'de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad in plaat s van wijlen den heer J. C. V O N K, zal plaats Lebbe® ten Stadshnize op Dinsdag 29 Januari 1895, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uren en de ter- stemming, zoo noodig, op* Dinsdag 12 Februp.ri d.a., gedurende dezelfde uren. Burgemeester en Wethouders voovnoemd A. MACLAINE PONT. AlkmaarDe Secretaris, 2 Jan. 1895. NUHOUT VAN DER VEFiN. gedurende de maand December 1894. Een roten kranseen kussensloop en 2 veterseen zwarte glacé handschoen een roode dames-handschoen een huissleutel.; een hondeahalsbandwaaraan penning een portemonnaie., inh. 0,90; een knot zwarte sajet een koperen bus van een wagen een stalen rozenkrans een grijze jongenBmuts een portemonnaie, inh. f 0,02, een dop van een sportwagen een gouden oorknopje een zakmes; een bruine handschoen; een zilveren rozenkrans in étuieen mandjeeen r. c. kerkboekje een fantasie- oorbel met blauw steentje; twee slentek aan een ket tinkje ©en bloedkoralen kettinkje met .gsuden tonnetje een r.e. kerkboekje; een portemomraie inh. ƒ0,07 en koraleneen rozenkrans een r. e. kerkboekjeeen knip mesjeeen ledige pertemonnaieeen haarspeldeen kin derkousje een paar militaire handschoenen een zwarte jongenspet; een rozenkranseen zwarte zakinh. een zakje sago en een zakje kaneeleen kinderrokje en een paar kousjes; een -vergrootglas; een ring van een para pluieeen zwarte tricot handschoeneen huissleutel een portemonnaieinh. 0,21een kippenkorfeenige wantjes; een rood-koralen armband met koperen slniting; «en bloedkoralen armbandje met gouden slotje; een beursjeinh. f 0,73en een bloemstnkje. Alkmaar, De -Ccmmissaris van Politie voorn., i Jan. 1895. P. G. C. J. FUNDTER. VAK EDM LTALL. Vertaald door Güjllette. 71) Joscelyn was van opinie dat, ofschoon deze tweede lag bij Newbury eene overwinning mocht heeten het mcces grooter en gewichtiger had moeten zijn. De troepen inder Skipton, Balfonr, Waller en Cromwell hadden zich :ranig gehouden, maar Manchester had allen zeer teleur gesteld door, ondanks het aandringen zijner officieren teeds te aarzelen en het oogenblik vaa den aanval te erschuiven. 'Moeten wj dan altijd gedwarsboomd worden door ulke onmanlijke saletjonkers?" barstte Joscelyn onge- uldig uit. t Heeft er wel wat van," stemde Waller in, »want heb van Lord Manchester bericht dat wij de vervol- ing moeten opgeven en terugkeeren." Men luisterde echter niet naar dit bevelde troepen leven voorwaarts rukken, te meer verbitterd tegen Lord lanchester, die hen wilde terughouden van eene vervol- ingdoor zijn achteloosheid noodzakelijk geworden. Üoeh te Blewbury, waar men halt maakte, wachtte hen 'tijding dat het koninklijk leger bij Wallingford de [Tier overgetrokken was, en een streek bezet hield, waar 9 het onmogelijk konden volgen zonder infanterie. Te ver- ENTGJEIjANID. Don 30 en 31 hebben in sommige districten zware sneeuwstormen gewoed. Ii> Zuid-Dur- ham vergezelden donder en bliksem den storm. FRANKRIJK. Het hof van revisie heeft het hoo- ger beroep van kapitein Dreyfus verworpen. BIHjGARIJE. De Sobranje heeft den 28 eene zit ting gehoudendie tot 5 uren in den ochtend duurde daar de oppositie de beraadslagingen opzettelijk rekte. Nadat de begrotingshoofdstukken voor binnenl. zaken en openbare werken waren aangenomen kwam het aan hangige voorstel betreffende de amnestie aan de orde en werd aangenomen. Diens vel geus zal kwijtschelding wor den verleend aan alle uitgewekenen met inbegrip van Zankoff en Karaweloff, Uitgesloten worden wande begenadiging zij: 1°. die zich hebben schuldig gemaakt aan vergrijpen tegen bet gemeene -recht 2®. de ministers, die veroordeeld zijn wegens misdrijven gepleegd in de uitoefening van hun ambt en 3°. de officieren, medeplichtig aan de onttroning wan vorst Alexander. Eerete Kamt;. Bjj -de interpellatie van den heer Fransen v. d. Putte •omtrent de zeewering tusschen Scheveningen enden Meek wan Rolland wees de heer Fransen v. d. Putte op den storm van den 22 op den 23, waardoor het strand te Scheveningen werd ^geteisterd en het doel zij nor interpellatie is, om van de regeering de verzeke ring te ffirjgen, dat zij waakt en doet waken voor de belangen van zoovelen. Hij wijst op de geteisterde vloot, die daar aan het strand ligt en op het door den hoofd ingenieur tOonrad in de .Tweede Kamer der Staten-Gene raal en in de iPr<w. Staten gezegde, daarbij uitdrukkelijk in het licht stellende, dat de meening van den heer •Conrad was, dat da zeewering voorliet a.s. stormseizoen gereed moest zijn. Thans io dat stormseizoen aangebro ken en nn vraagt :hij «•Heeft Delfland bijtijds, na ernstige waarschuwing, de werken tot verbetering van de oeververdediging uit gevoerd of aangevangen »Zoa neen, hebben Ged. -Staten daartoe, krachtens de wet, hevelen gegeven ®.Zoe ja, wat .zijn de gevolge®, geweest wan die bevelen »Zoo neen, vindt «dan do«geering geen termen om tussehenfoeide te «komen enz. Hjj wijst er eg», dat wanneer,de wind «heden naar het NW. «uitschiet, en-er-oen springvloed komt, de gevolgen niet te «overzien njjn. Ten slotte vraagt hij aan de regeering: »Zjn door de regeering maatregelen genomen om de zeewering tusschen Scheveningen en den Hoek van Holland te doen verster ken en te bevestigen? De minister van waterstaat antwoordde, dat meermalen zware stormen ons land teisterden, doch de ge nomen voorzorgsmaatregelen bleken gelukkig nog steeds voldoende. Sedert jaren is het strand nabij Scheveningen achteruitgegaan laatstelijk in ernstige mate in Februari 1894, en dat verbetering noodig is blijkt wel hieruit, dat Delfland reeds is overgegaan tot verbetering van het strand. De toestand is tusschen Delf land en Ged. Staten besproken en de regeering heeft voortdurend het oog op de onderhandelingen gehouden. Ged. Staten hebben aangedrongen op krachtiger maat regelen en Delfland is daartoe overgegaan, door in de begrooting voor 1895 150.000 nit te trekken voor het maken van 3 hoofden. De begrooting was vastgesteld op 15 December en voordat Ged. Staten haar konden goedkeuren, kwam de storm. Ged. Staten hebben weer niet alleen de begrooting goedgekeurd, maar aangedrongen op voorziening der duinen, en Delfland verzocht, daarvoor binnen 14 dagen met eene nieuwe ramiug te komen. Ged. Staten zullen ook zeker niet verzuimen de wet van 1855 toe te passen. Intusschen bestond daarvoor nog geen aanleiding. Voorts vestigt hij de aandacht ook op de duinen in Noordhol land bij Callantsoog, alwaar ook door Ged. Staten werd aangedrongen op dadelijke voorziening nog dezen winter. Uit een en ander blijkt dus, dat de besturen die in de eerste plaats belast zijn met de zorg der zee weringen, diligent zijn. De heer Fransen v. d. Putte is niet bevredigd door dit antwoord. Geen enkel woord van geruststelling heeft hij van de regeering vernomen, hoewel wij op dit oogenblik den storm hooren loeien en niet weten, wat er van nacht nog kan gebeuren. De bespreking werd daarna gesloten en de vergadering verdaagd tot den 9, 's namiddags 2 uren. Aan de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend voor de onteigening van eigendommen voor den aanleg van een doorloopenden loswal langs de haven in de ge meente Beverwjjk, hoofdzakelijk noodig voor het lossen en laden van groenten en dergelijkehetgeen thans belemmering ondervindtdoordat onderscheidene gedeel ten van de kaden onmiddellijk langs de haven in eigen dom aan particulieren toebehooren en dientengevolge d'a gedeelten kaden waarover de gemeente de vrije beschik king heeftniet aaneensluiten. Opsterland en Weststelllngiverf. Blijkens het afdeelingsverslag werd in de eerste plaats betoogd dat de regeering evenals in den tijd ten aan zien van Hoofdplaat is geschied op minnelijke wijze had kunnen regelen de toestanden in deze gemeenten welke tot de indiening van de wetsontwerpen ter voor ziening daarin hebben geleid. Vele leden waren van oordeel, dat het gevalbedoeld in het le lid van art. 144 der Grondwet, hier niet aan wezig is. Dit werd toegelicht met de geschiedenis van de betrekkelijke Grondwetsbepaling. Voorts achtte men het geenszins bewezen, en lichtte men in den breede dit gevoelen toe dat do gemeenteraden van Opsterland en Weststellingwerf zich zouden hebben schuldig gemaakt aan grove verwaarloozing van de regeling en het bestuur der gemeentelijke huishouding. De gemeenten zelve heb- geefs smeekten Croaaweil en Waller den graaf van Man chester hoc met z ju «voetvolk bj le staanhg weigerde en toonde «een zoo sterk verlangen naar vrede tot eiken prjs, een zoo totaal gemis aan de hoedanigheden welke ia een veldheer vereisohte zjn, dat de arme generaals, die met hen» moesten samenwerken, «.wanhopig waren. In de daggn die nu walgden, schoen Joscelyn goed vooruit te gaan. Een dokter, nit Londen ontboden, had verklaard dat «de wond goed stond, en daar er honderden ernstiger gevallen waren die nanwlettende^org vereisckteu, zag men weinig naar hem om. Ongelukkig echter, bleek juist het onbeteekenende van de wond gevaar mede te brengen. Ware hj een invalide, alles was misschien goed gegaan, doch hj ken zich gemakkelijk bewegen en wilde absoluut de ongemakken waaraan de kameraden bloot stondendoelen daar velen er erger aan toe waren dan hij. Ach, de troepen leden ontzettend veel; het ge zicht daarvan zou op een minder medeljdond officier indruk gemaakt hebben. Het kwartier, eerst te Blewbury, later in Newbury Wash, was allertreurigst en, tot over maat van ellendede regen en de koude in die winter achtige Novembermaand buitengewoon groot. De paarden stierven bij honderden vele soldaten deserteerden zij die bleven, mopperden. Ook werd er veel gebrek geleden. Op zekeren dag, z j waren op marsch, men had tever geefs aan een boerenhuis om brood gevraagd, werd Jos celyn verzocht te zien wat bj door goede woorden ge daan krjgen kon. De vrouw tot wie hj zich richtte aarzelde, 't Was haar moeieljk dien blonden jongen man met zjn bleek gelaat te weerstaan zjn verbonden arm wekte haar medel jden op. Maar juist kwamen de kinderen, die bang waren voor de soldaten, de kamer binnen, en verschuil den zich achter moeders rokken. »Ik heb niets voor u, Sir," zeide de vrouw aarzelend. 'We zijn zelf met velen. Ik heb niets." »Zoo Dan zullen we een onderzoek instellen," riepen de soldaten, naar voren dringende. Een hunner ontdekte den steenen oven, en haalde in triomf een aantal brooden voor den dag. De lucht van het versche brood maakte den uitgehongerden troep half gek van verrukking In een oogwenk hadden z j den buit verdeeld en de holstede weder verlaten, waarbij een soldaat, die bijzonder veel van Joscelyn hield, hem een flinke korst in de hand stopte De vrouw, die het alles lijdelijk had moeten aan zien, stond te schreien, zoodat Joscelyn om haar te troosten zeide »De arme kerels, ze hebben geen voedsel, geen vuur geen onderkomen, eflj we doen toch ons best om jullie te verdedigen »'t Mocht wat, Sir, verdedigen is niet noodig als men ons alles afneemt en wij van honger moeten omkomen. Dan helpt verdedigen toch niet." t Is waar', zei h j stil voor zich been, en stopte de korst in de hand van een der kinderen. »Brr", zei hj later tot Waller, »'k wou dat ik Nebu- kadnezar's appetijt voor gras had. Daarvan althans hebben we hier overvloedmaar zelfs geen struik is er te vinden, waar een enkele bes aan groeit. Als er in Engeland toon- brooden waren ik zou stellig David's voorbeeld volgen Doch den volgenden dag had hij geen honger meer bj was zoo bleek en ingevallen dat majoor Newell er op aandrong, dat hj zich ziek zou melden. »Neeu men mag nu niet aau zichzelf deuken", znchtte h j mismoedig. »Zie, hoe snel onze troepen afnemen ik hond het wel uit tot wij den koning weer op zjn terug-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1