No. 15. Tweede Mad. leven en XVegentigste Jaargang:
1895,
ZONDAG
3 FEBRUARI.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Buitenland*
Hit Breda.
ui.
CHE COI IIAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs pol
maanden voor Alkmaar ƒ0,80; fianco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlëni
Per regel 0,16. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
Parijs 27 Januari 1895.
Onze vorige brief handelde bijna uitsluitend over de
politiek, daarom willen wij ditmaal liever een ander
onderwerp kiezen. Volstaan wij dus met de mededeeling,
dat het den heer Bourgeois niet gelukte een nieuw
ministerie te vormen, doch dat de heer Ribot gelukkiger
was. Wij zullen nog wel gelegenheid hebben op de ver
schillende leden van het nieuwe ministerie terug te komen,
heden echter denken wij aan geheel iets anders, en wel
aan een prachtig drama, met buitengewoon succes ver
toond op het tooneel van het »Second Tbéatre francais,
»l'Odéon": »Pour la couronne", drame en cinq actes en vers
de Monsieur Framjois Coppée. De dichter Francois
Coppée heeft zichzelven overtroffen. In dit drama evenaart
zijne poësie, evenaren de dramatische toestanden die van
de schoonste treurspelen der fransche letterkunde, en
Corneille, Racine, Victor Hugo zouden niet geaarzeld
hebben dit krachtige meesterwerk met hunnen naam te
onderteekenen. Onbegrijpelijk noemen wij het daarom,
dat de verschillende schouwburgdirecteurenaan wie
Coppée gedurende vele jaren dit drama aanbood, er de
schoonheid niet van begrepen, hoe Porei, de vroegere
directeur van het Odéon, meende aan Coppée zei ven een
dienst te bewijzen door »Pour la Couronne" te weigeren,
hoe het mogelijk was dat het comité de lecture van het
Théatre Francais koud bleef onder de lezing van dit
krachtige treurspel, hoemaar genoeg, de nieuwe
directie van het Odéon toonde een beter inzicht te hebben
en greep het haar aangeboden fortuin met beide handen
aan, en de wakkere troep van dit théatre verdedigde
het stuk op eene wijze, welke aller bewondering ten
volle verdient.
De handeling van dit drama verplaatst ons in de vijf
tiende eeuw, in de bergen van den Balkan, waar de strijd-
haftige bevolking der Turken den doorgang belet, en het
Christendom verdedigt tegen den Islam. De veldheer
Michel Brancomir overlaadt zich met roem en eer, her
haaldelijk werpt hij de indringers terug en verslaat de
Turken, zoodat hij door het volk op de handen wordt
gedragen. Michel heeft tot echtgenoote in zijn tweede
huwelijk, eene eerzuchtige vrouw, Bazilide genaamd, deze
wenscht dat Michel koning zal worden, doch de land-
heeren, de Boyards kiezen den vromen vaderlandslievenden
bisschop Etienne. Michel en Bazilide zijn over deze keus
bijzonder vertoornd, zij willen de kroon dragen, voor die
kroon zijn zij tot alles in staat en op raad van de vrouw,
zal de beroemde veldheer zich verstaan met den afge
zant der Turken, hij zal den vijand door de bergpassen
voeren, en hem het voortdringen tot de Christenlanden ver
gemakkelijken door het sein niet te geven wanneer de
Turken naderen. Dit sein bestaat in het ontsteken van
een brandstapelwanneer de eerste stapel brandt, worden
overal vuren ontstoken en loopt het volk te wapen, blijft
dus dit eerste sein uit, dan trekken de troepen der Musel-
mannen ongestraft voorwaarts en worden de Christenen
overrompeld. De prijs van dit verraad zal zijn de kroon
voor Michel en Bazilide. Doch de veldheer heeft een zoon
uit zijn eerste huwelijk, Constantin Brancomir, die juist
terugkomt van eene overwinning en als krijgsgevangenen
een gewonden pacha en eene jonge vrouw, Militza, mede-
voert. Op bevel van Michel Brancomir wordt de gewonde
pacha vermoorddoch het meisje wordt door Constantin
in bescherming genomen, hij troost haar, en hoewel zij in
het Turksche leger een zondig leven leidde, hij beurt
haar op met zachte woorden, en wanneer Militza tot
hom zegt: »Je vis dans le ruisseau", dan antwoordt Con
stantin »le ciel peut s'y mirer." De jonge man wordt
voor zijn edele daad beloond, want Militza verhaalt hem
de samenzwering tusschen zijn vader, Bazilide en den
gezant der Turken. Den volgenden nacht zullen de be
wakers verwisseld worden in den voornaamsten bergpas;
daar waar de romeinsche triomfboog staat van Trajan,
daar zal Michel het verraad plegen, de wachters weg
zenden, en alleen bij den brandstapel blijven, welken hij
niet zal ontsteken. En thans komen wij aan het derde
bedrijf, bijna gehe -1 gevuld door het tooneel tusschen vader
en zoon, waar in den nacht Constantin zijnen vader be
zoekt en hem trachtaf te brengen van zijn noodlottig verraad,
waar de zoon beurtelings verwijt, smeekt en dreigt, waar
de vader hem trotsch beveelt, hem Michel, alleen te laten,
tot eindelijk het oogenblik nadert dat de Turken nabij
zijn, waarop het te laat zal worden, en de vijanden in
wilde horden het Christenland zullen overetroomen. Dan
begaat Constantin een daad, waartoe hij als vaderlander
komen moet, hij zelf wil het sein geven, moet het dus
zijn, dan zal hij over het lichaam van den verrader, van
zijn eigen vader, zijn land en zijn volk redden. De degens
worden getrokken, Michel Brancomir stort doodelijk ge
wond neder, nog roept hij Vadermoorder, wees gevloekt",
doch Constantin
Eerst het sein het vuur in den brandstapel
het vuur vlamt omhoog, andere signalen antwoorden, het
kanon dreunt en kondigt het alarm aan, en dan spreekt
de zoon tot de sterren
»Gij zijt getuigen, sterren, blikken van God
»Maar bij dit lijk en bij deze vlam,
»Durf ik U aanzien en U mijn ziel vertoonen,
»Mijn vader ging zijn land en zijn geloof verraden
»Sterren ik heb mijn vader gedood, oordeel mij!"
Na dit bedrijf was het publiek gewonnen. Een storm
van toejuichingen bewees hoezeer de dramatische toestand,
een zoon, geplaatst tusschen twee zulke dure plichten,
het publiek had aangegrepen, en toen in de volgende
bedrijven, door toedoen van Bazilide, Constantin zelf be
schuldigd werd van verraad, en hij om de eer van zijn
vader te redden zich smaad en straf liet opleggen, ter
wijl hij met één woord zijne eigen onschuld kon bewijzen,
toen Militza om hem voor verdere schande te bewaren
den geliefden man en daarna zichzelve dooddetoen
was er aan de geestdrift geen einde meer, toen moest
Coppée zich avant-scène vertoonen, en deelde hij den
triomf met zijne moedige vertolkersde artisten van
het Odéonen don volgenden dag was er in de ge
heele pers slechts ééne stem één lofzang op den dichter,
die de dramatische letterkunde verrijkte met een kunst
gewrocht waarop alle Franschen tot in alle eeuwen met
trots zullen wijzen. J. M. T.
EBAVHiRUK. De Senaat nam den 31 het amnestie-
ontwerp in zijn geheel aan met 216 tegen 7 stemmen.
Hamer. Den 31 werd beraadslaagd over de krediet
aanvraag voor de begrafenis van maarschalk Canrobert.
De zitting was zeer rumoerig. De voorzitter van den
ministerraad werd heftig aangevallen door de uiterste
linkerzijde en de socialisten. De heer Ribot stelde de
kwestie van vertrouwen, waarna het ontwerp aangenomen
werd met 288 tegen 152 stemmen.
Den 1 is een voorstel tot afschaffing van het gezant
schap bij den Paus verworpen met 348 tegen 165 stemmen.
OOSTEARIJH-IIOAGARIJE. Na een veel be
wogen zitting heeft de Boheemsche Landdag, op voorstel
van den gouverneur, eene voordracht verworpen van een
jong-czechisch afgevaardigde, om de wet op de ministerieële
verantwoordelijkheid ook van toepassing te doen zijn op
den gouverneur van Boheme.
SEAAJE. De Kamer van afgevaardigden heeft het
wetsontwerp goedgekeurd, waarbij het uitvoerrecht op lood
wordt opgeheven.De Noorder-spoorwegmaatschappij weigert
haar tarief voor het vervoer van granen te verminderen.
De Senaat heeft een modus vivendi goedgekeurd voor
de handelsbetrekkingen met de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika en de Antilles.
Do onderhandelingen, welke de invoering van bescher
mende rechten voor granen ten doel hebben, zullen niet
tot de gewenschte uitkomst leidon. De houding der regee
ring in deze zaak geeft aanleiding tot verzet bij eenige
groepen der Kamer.
ZWITSEREAAR,, De anarchisten, op wie het bevel
tot uitzetting van toepassing waszijn in hechtenis
genomen.
BUID-AERIKA. -Op een den 27 te Pretoria ge-
honden feest naar aanleiding van den verjaardag van
keizer Wilhelm, bracht Paul Kruger een dronk uit op
den duitschen keizer. Hij zeide o. a., dat het oogenblik
gekomen was om nauwere betrekkingen tusschen de
Transvaal en Duitschland aan te knoopen. Hij ver
geleek de Transvaal bij een klein kinddat tusschen
de mogendheden was ingeslopen. Wordt het door de eene
bedreigd dan kan het bij eene andere steun zoeken.
Hij verklaarde verderdat hij getracht had eene
schikking met de engelsche onderdanen tot stand te
brengen maar zijne pogingen waren mislukt ten gevolge
van de opgewondenheid der engelschen en hunne wei
gering om aan 's lands verdediging deel te nemen.
Het deed hem echter genoegen te kunnen melden, dat de
britsehe regeering zich steeds vriendschappelijk jegens
de Transvaal had gedragen.
ii.
De Cadetten-almanak voor 1895 is dan toch eindelijk
verschenen en zooals wij reeds vroeger mededeelden
voor een niet onbelangrijk deel gewijd aan de expeditie
naar Lombok.
Vóóraan prijken de officieren, die in den Lombokschen
krijg het leven lietende generaal-majoor van Ham, de
luitenant-kolonel van Lawick van Pabst, de kapitein van
Erpecum en de luitenants Abelevenvan der Staaij
Dooremans, Kotting, van Oppen, de Graaf, Valkenburg,
Musquetier en Jhr. Alting van Geusau.
Later vinden we nóg een portret van den luitenant
Musquetier, met een weemoedig geschreven ln Memoriam.
In vorm en indeeling komt deze almanak overeen met
de vorige 17 der nieuwe serie; wat hem vooral onder
scheidt van de vorigen is het »Woord vooraf", waarin
wordt medegedeelddat dit wellicht de laatste Cadetten-
almanak zal zijn.
De redenen daarvoor aan te geven achten wij onnoodig;
misschien wijzigen zich de omstandigheden wel. In elk
geval zouden wij het niet-verschijnen van het jaarboekje
betreuren. De jeugd is blind voor hetgeen vele jaren
verder ligt. Zij weet niethoe weldadig de aandoening
is van ouderen van dagenwanneer zij een voorwerp in
de hand nemen dat terugvoert naar jonge jaren naar
de beste, de vroolijkste, de meest zonnige dagen der jeugd.
En dat doet zoo'n almanaklang vergeten in een
hoekje van de boekenkast om eindelijk eens te voorschijn
gebracht te worden en de beste plaats te krijgen op de
schrijftafel of het rekje.
Het Jaarverslag herdenkt als gewoonlijk hetgeen de
hoofden en harten der jonkers in 1894 in beweging
bracht; met kwalijk verborgen spijt wordt de afschaffing
van vele oude Academiegebruiken aangestipt; met geest
drift wordt herdacht het bezoek der beide Koninginnen
op 25 September 11.
Na het jaarverslag vinden we een opstel van den
kapitein der genie W. Cool, waarin de Lomboksche
gebeurtenissen worden beschreven.
Aandoenlijk-eenvondig zijn de woorden, waarmede door
een der redacteuren van den almanak, den cadet W. H.
C. H. den te Tjakra-Negara gesneuvelden luitenant
H. A. Ch van der Heijden wordt herdacht
»»Hub is gevallen"", waren de fluisterend uitgesproken
woorden die een diepen indruk op ons maakten. Hij
was de tweede der kameraden, dien wij vol illusie voor
»het krijgsmansleven, bezield door hun roeping, hadden
vzien vertrekken en die thans reeds den dood hebben
vgevonden op Lombok's slagvelden.
»Wij allen hebben je gekend Hub sympathiek als
»je waart, hebben je hooggeschat als een vriend, die
«steeds iets voor den kameraad over hadtje benijd
>om je levenslustigopgewekt karakterdat overal
«vroolijkheid en gezelligheid bracht."
Dat zijn woorden uit het hart
Ook het Mengelwerk begint met eene dichterlijke her
innering (van Curpow-Rieder) aan den droeven nacht
van 25 Augustus.
Rustig slaapt de jonge luit'nant
In 't bivak aan 's vijands kust.
'n Schoone droom van roem en liefde
Heeft hem zacht in slaap gesust.
Eu nóg ziet hij zijn geliefden
Moeder en aanstaande vrouw
En hij droomt zich 't loon der dapp'ren
't Kruis voor Moed, Beleid en Trouw.
Plots'ling rijst hij uit zijn droomen
't Krijgsrumoer heeft hem gestoord
Maar onmidd'lijk stort hij neder
Niet gesneuveld, neen vermoord!
Een zeer lezenswaardig opstel van den oud-cadet
J. C. van Stadengetiteid Jong Holland's Worstelstrijd
behandelt eene episode uit de krijgsgeschiedenis der Zuid-
Afrikaansche Republiek.
Een Feestlied van een anderen oud-cadet is blijkbaar
alleenlijk ter wille van de goede bedoeling des schrijvers
opgenomen. Het steekt treurig af bij den overigen
inhoud van het boek. Het is klappermanspoëzie.
Oneindig veel beter is het gedichtgetiteld Lombok
dat wij hier overnemen
Lombok Lombok kreet van rouwe
Kreet van lijden kreet van smart
Yoor zoovele vrouwen moeders
Voor zoo menig ouderhart.
Lombok Lombok kreet van eerbied
Van bewond'ring van ontzag
Voor de helden d&ar gevallen
Voor de eer van Neörland's vlag.
Lombok Lombok kreet van geestdrift
Van verlangen naar den strijd
Voor ons land en Koninginne
Vallen wij tevreé verblijd
Alles wat in den almanak voorkomt over Lombok is
gloedvol en goed geschreven; ditzelfde kan nog van vele
andore bijdragen worden gezegd. Een Sonnet van W.
is schoon gedacht en fraai gebouwd. Klewangeen
goede bekende uit den almanak van 't vorig jaar gaf
Losse grepen uit Mirza - Schaf]ys liederen waarin de
auteur dier losse grepen zich op nieuw van zeer
gunstige zijde doet kennen.
Erica leverde een heldendicht in optima Jorma
»Piëzo Asymptotus" getiteld een gedicht Jan Cadet
(vrrj naar den Schoolmeester) en een andergetiteld
Een douche. Een dergelijk veelzijdig dichterlijk talent
ontwikkelt Renda in Een Fabel, Hoop. Heliolatrie en Twijfel.
Andere gedichten zijnSluimering en Waarheid en
Droom van Leo In den tram van W., Aan van
Helkwin, Om Middernacht van v. H., Twee Sonnetten van
J., Assaut-voorbereiding van Rijmelaar, Eigen oefening,
Klage eines Asymptoten van Curpow-Rieder en 't Wil
helmus van Nassouwe van Genta.
Geen enkel dier gedichten is bepaald slecht te noemen;
de meeste zijn echter van middelmatig gehalte en slechts
een enkel verheft zich daarboven.
Ook in de veelheid der poëzie openbaart zich de jeugd,
evenals in de voorliefde voor het dramatische dat in
vier van de vijf goedgeschreven prozastukjes doorstraalt.
Eene schets door Irneh WallyTe laat door BVoor
teekenen door X en vooral Een strijd door Curpow Rieder
ademen dat droefgeestige en sombere waarvan onze ge-