Uit Breda.
Kantongerecht te Alkmaar.
hl
A. de Bas, vice-president van de rechtbank te Amster
dam tot plaatsvervangende leden T. Huyser van Reenen,
expert te Amsterdam, en J. B. Wiersma, directeur der
Ned. Amerik. Stoomv-Maatschappij te Rotterdam.
Bij kon. besluit van den 6 is, als blijk van
goedkeuring en tevredenheid, de asilveren medalje en
een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij kon. besluit van
22 September 1855 No. 64, toegekend aan:
D. Bleeker, schipper van de te Einden thuis behoorende
tjalk Arendina. wegens de met behulp van zijn zoon
op 13 Aug. 1894 volbrachte redding van twee zeelieden
uit Delfzijl, wier boot door den storm was ondergeloopeu
K. van der Linde, reeder te Brouwershaven wegens de
in vereeniging met anderen volbrachte redding, op 29
Dec. 1894, van vijl tjalkschippers en hunne gezinnen,
wier schepenvoor Brninisse geankerd liggende, door
den storm op het punt waren te vei gaan.
Voorts de bronzen medalje en een loffelijk getuig-
schritt aan
J. Bleeker, zoon van genoemden schipper wegens zijne
hulp bij de redding van twee zeelieden hiervoren ver
meld J. de Beer en Y de Beer, visschers te Terschel
ling, wegens de redding van 4 schipbreukelingen op 22
Dec. 1894; H. J. Peterson, tapper te Amsterdam, id.
van eene vrouw uit het water aan de Lijnbaansgracht
aldaar, in den avond van 1 Oct. 1894; M. Kleyn, onder-
opzichter der Zuiderzee-politie te Edam, id. van oen kind
uit de Voorhaven aldaar op 27 Dec. 1894P. Beoman,
schipper, 0. G. Bartelse, L. Korbijn, A. A. de Jonge,
A. Vermaat, varensgezellen, te Brouwershaven en J,
Jnmelet, varensgezel, te Brninisse, wegens de vermelde
redding van vijf tjalkschippers en hunne gezinnen G.
P. Mook en W. Risart, agenten van politie te Amster
dam, wegens de redding, de eerste van eene vrouw, de
laa st» vau twee kinderen uit een brandend huis in de
2de L aurierdwarsstraat aldaar, in de nacht van 30 Nov
op 1 Dec. 1894J. Kosters, agent van politie te Rot
terdam, wegens betoondeu moed bij het redden van een
man uit de Maas, in den nacht van 26 op 27 Doe 1894;
A. J. de Booy, eerste-luit. van het lste res. veld-art
te Utrecht, wegens het redden van twee kinderen uit
den Leidsehen Rijn aldaar, op 8 Jan. 1895.
Bij kon. besluit van den 7 is benoemd tot burge
meester van llpendam met ingang van den 15 de heer
R. van Dam, secretaris dier gemeente en van Wijdenes
met ingang van den 23, do heer K. Zijp, secretaiis dier
gemeente.
Bij kon. besluit van den 7 is benoemd tot inspec
teur der registratie en domeinen van de dorde klasse
voor den ambnlanten dienst de heer F. de Lange, thans
ontvaLger der registratie en domeinen te Schagen
thans belast met de waarneming der betrekking van in
specteur der registratie en domeinen in de 41 divisie
van inspectie.
Amsterdam. Daar het op de begrooting voor het
sneeuw ruimen en zandstrooien uitgetrokken bedrag van
f 10000 reeds zoo goed als uitgegeven is, vragen burg.
en weth. machtiging, om op dien post nog een bedrag
van f 10000 uit te geven.
Het gerechtshof heeft Ferdinand Rosamund, besteller
van naaimachines te Delft, die door de arr. re htbank
te Haarlem wegens kerkdiefstal te Heemskerk tot 9
maanden gevangenisstraf veroordeeld was, in hooger be
roep veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf, welke straf
door den officier van justitie geeischt, was.
Haarlem. Den 7 is door het provinciaal bestuur
van Noordbolland bij enkele inschrijving aanbesteed het
onderhouden van, en het doen van herstellingen en
vernieuwingen aan de Rijks Museum gebouwen en het
daarom gelegen plantsoen te Amsterdam, bonevens het
uitvoeren van eenige bijkomende werken, gedurende de
jaren 1895 en 1896, in 2 perceelen, raming eerste per
ceel f 14450 tweede perceel f 16900 Laagste inschrijver
voor het eerste perceel de heer H. Crauwer Jr. te Am
sterdam voor f 13185; voor het tweede perceel de heer
C J. Maks te Amsterdam voor f 15356.
Den 6 heeft de gemeenteraad het voorstel aangenomen
om het gebouw der Hoogere Burgerschool te vergrooten
door de directeurswoning daarbij aan te trekken.
wees daar alleen bij het lijk zat te schreien, was mevrouw
Ronner gekomen en had haar mede naar huis genomen, en
Magda was op eigen verzoek daar gebleven. Waar zou
zij ook beter hebben kunnen zijn, dan bij de vrouw
die reeds zoolang eene moeder voor haar geweest was.
Zoo sleet Magda drie recht gelukkige jaren. Zij h id
een zacht aanhankelijk karakter en allen hielden veel
van haar.
Allen ja, maar Frits niet het minst. Hij noemde haar
zijn pleegznsje en was altijd vol teedere oplettendheid
voor haar; doch in zijn hart ontkiemden idealen, waarvan
hij niet sprak omdat hij vreesde daardoor stoornis te
brengen in den onbevangen vrijen omgang, welke er nu
tnsschen hem en het beminnelijke meisje bestond. Magda
was immers nog jong nog half een kind en bij mocht
ook nog aan geen verbintenis denken had hij niet op
zich genomen de steun van moeder en zusters te zjjn
Eerst als Anna en Clara tot hare bestemming waren
mocht bij aan eigen toekomst denkenen als hij nu
maar een enkele toespeling maakte op zijne gevoelens
voor Magdadan kon ze immers in zijns moeders huis
niet blijven
Maar al verborg onze jongman ook wat er omging in
zjjn hartaan de mogelijkheid van het ontwaken van
zulke gevoelens werd daarom toch door anderen gedacht
en op zekeren t.jjd kort vóór Magda's zeventienden ver
jaardag kwam baar voogd de tijding brengendat by
oordeelde dat Magda geen kind meer was en het dus
niet paste, dat zjj onder één dak woonde met den zoon
van mevrouw Ronneral was deze dan ook nog zulk
een bedaard en solide jongmensch. Daarom had hij een
ander thuis voor haar gezochten wel te 's-Graveuhage
bij eene dame, die vóór haar huwelijk een instituut had
gehad en die nn, weduwe geworden, gaarne jonge dames
zich wilde hebbenom de laatste hand aan hare
educatie te leggen.
Magda verzotte zich vrjj heftig tegen dit besluit, doch
de voogd antwoordde deftigdat hg nn eenmaal zoo
besloten had en mevrouw van Telmen op hare komst
ekende. Om haar met hef denkbeeld te verzoenen
Blijkens het verschenen programma zal op donder
dag, 21 Februari, te Ziorikzee, door de Centrale Ten-
toonstellings Vereeniging Landbouwbelang" eene ten
toonstelling van zaaigranen enz., gehouden worden.
Om op deze tentoonstelling te kunnen mededingen,
moeten de inzenders vóór of op 17 Februari 1895 bij
den secretaris, den heer M. C. Mulock Hoawer te
Zierikzee, eene schriftelijke opgaaf inzenden.
Toen de minister van oorlog, Seijffardt, in 1898 zijne
te weinig bekende denkbeelden omtrent de vorming van
reservekader wist te doen bezegelen door een konin
klijk besluit, waren er in het leger niet vele officieren, die
dit besluit met onverdeelde instemming lazen, al waar
deerde men 's ministers pogingen om het belangrijk vraag
stuk der vorming van kaderreserve tot oplossing te
brengen.
Wat er toch is terecht gekomen van de proef met
militie-luitenants is overbekend, en over de praktische
bruikbaarheid van milicien-sergeanten en korporaals kan
men het best oordeelen, wanneer men hen gadeslaat op
het oogenblik dat zij, te midden hunner mede-miliciens,
met onbepaald verlof vertrekken.
En nu dacht men vrij algemeen, dat ook de nieuwe
voorschriften weinig zouden bijdragen tot hot beoogde
doel, omdat geene iugrijpende wijziging der militiewet
er mede gopaard ging en het te voorzien was dat de
minister van oorlog spoedig, 't zij alleen, 't zij tegelijk
met de andere heeren van 't kabinet, zou worden om
gekegeld.
Zoo menige, nuttiger en belangrijker zaak, werd door
dat wisselen van ministerie reeds op de lange baan ge
schoven zonder dat het ooit het kiezerskorps is inge
vallen dat de zaak van 's lands weerbaarheid, wélbe-
grepen, bit'er weinig heeft uit te staan met de binneu-
landsche politiek.
En toen dan ook werkelijk minister Seijffardt aftrad,
was de verwachting algemeen, dat de nieuwe minister
zich geen vriend zou betoenen van de nieuwe regeling,
bovenvermeld. Deze verwachting nu werd beschaamd.
De nieuwe bepalingen zijn in werking, een algemeen
om zgne kunde en zijn karakter hooggeschat hoofdofficier
(de luitenant-kolonel van Dam vin Isselt) is met het
bestuur en de leiding der oefeningen belast en nu men
wat nader kennis maakt met de bedoelingen der voor
schriften wint deze wijze van kadervorming voor de
reserve, met den dag, vrienden in en buiten het leger.
*JVu men wat nader kennis maakt met die voorschriften
Zeker, want het is een vloek van militaiie verorde
ningen, dat ze zoo ingewikkeld en duister te voorschijn
treden nit de militaiie bnreanx. Berucht zijn sommige
ministerieële besluiten daardoor geworden. Het is maar
steeds gelet, grhoirdgezien en overwogenmet intrekking
in zooverre" van en met wijziging van dit eu aan
vulling van dat, waarmede zoo'n besluit aanvangt. De
leek doet zelfs geen poging om er achter te komen wat
eigenlijk wordt bedoeld en de officier moet toch al zoo
veel papier etendat hij den sleutel van den doolhof
eerst dón opspoort, winneer hij dien hoog noodig heeft.
Eu zelfs de couranten, die dan toch waarlijk door het
geven van een résumé van dit besluit iets zeer belangrijks
deden voor tal van lezers, publiceerden slechts datgene
wat hun langs ambtelijken weg werd toegezonden en
dus in ambtelijken stijl was vervat.
Wij meenen daarom een goed werk te doen, zoowel
voor de militaire als burgerlezers van dit blad, door
kort en duidelijk samen te vatten wat de nieuwe bepa
lingen voor belangrijks bevatten.
De hoofdbedoeling is dezemen wil den verstandelijk
goed ontwikkelden loteling aansporen zich de militaire
kennis eigen te maken gevorderd voor bet bekleeden
eener machtspositie in het leger, door hem zeer groote
voordeelen toe te staan.
Die positiën zijn vaandrig, adspirant-vaandrig, reserve-
onderofficier en reserve korporaal. De voor„eeJen zijn
fijnere, nettere uniform voor allen. Keuze van het korps
en garnizoen, waarbij en waar men in dienst wil treden.
voegde hij er aan toe, dat zij niet behoefde te vreezen,
dat baar leven daar eentouig zou zijn mevrouw van
Telmen verkeerde veel in de wereld eu zou baar daar
natuurlijk ook biuuenleiden. Ook had zij zich bereid
verklaard in het zomerseisoen een uitstapje met Magda
te maken naar een of andere badplaats.
Werd door allen de dag van Magda's vertrek met
droefheid tegemoet gezien, voor niemand was haar
heengaan zoo pijulijk ais voor Frits. Wat zou hij doen?
Zou hij nu sprekenzich van hare liefde verzekeren
Maar mocht hij haar we] binden Wat had hij haar
voorloopig aan te bieden Hij meende den voogd van
Magda genoeg te kennen, om er van overtuigd te zijn,
dat deze van een formeel engagement niets zou willen
wetentenzij hij kon verzekerendat hij hut meisje
binnen koit tot zijue gade zou kunnen maken. De
voogd was notaris en een man van zaken hij zon
misschien vreezen, dat de jonge Ronner zich aangetrok
ken gevoelde tot het kapitaaltje dat Magda zou mede
brengen om daarmede zijn haudel uit te breiden of
zich een zelfstandige positie te veroveren, en tevens zou
hij er niet in bewilligen dat zijue pupil een weinig
schitterende positie tegen ging, eu Frits zelf wilde zijne
moeder er niet aan blootstellen dat zij zou moeten
ontdekken een belemmering voor het geluk van haar
zoon te zijn. Neen, hij voelde het, het was zijn plicht,
Magda vrij te laten al moest hij zelf dan daar ook bij
ondergaau. Toch kon hij niet nalat'-n op bedekte manier
te trachten te weten te komen of zij hem genegen was.
Het was de laatste avond vóór haar vertrek. Magda
had al de kamers van het huis nog eeus doorloopen en
wilde nu nog even atscheid van haar lieveliugs-
plekjes in den tuin nemen. Mevrouw R >nner en hare
oudste dochtor Anne waren bezig met nog het een en
ander in orde te brengen voor het laatste sameuzijn.
Clara, die even oud als Magda was, vergezelde baar dus
alleen. Frits ging echter ook den tuin in en voegde
zich by het tweetal. Het hart van den armen jongen
was beklemd. Hoe gaarne had hjj gesproken I Clara
pinkte eenige viooltjes en gaf die aaa Magdamet het
Vergunning om buiten de kazerne te wonen. Bewape
ning, kleeding en uitrusting op kosten van den Staat.
Slechts 3 maanden werkelijken dienst, te vervullen in
eens of bij gedeelten van minstens 3 weken achtereen
verder deelnemen aan 3 oefeningen (elk van 1 dag) per
jaar en gedurende 6 maanden per jaar 3 uren per week
de oefeningen meemaken.
Gedurende het vervullen van den actieven dienst be
draagt de soldij per dag voor den vaandrig f 2 50, ad
spirant-vaandrig f l, reserve-onderofficier f 0,60 en kor
poraal f 0,40. Bovendien ontvangt de vaandrig bij
aanstelling f 200 voor uitrnsling en hoogstens f 900
toelage per jaar, de adspirant-vaandrig f 150, de onder
officier f 50 en de korporaal f 30.
Laat ons voor meerdere duidelijkheid een voorbeeld
noemen zooals de levensverzekeiingmaatschappijen (tot
leering van militaire bnreauheeren dat zoo practisch
doen.
Voorbeeld. Een jongeling van 17 jaren, goed ontwik
keld studentmoet loten en heeft dus zeer veel kans
»er in" te loten, in welk geval hij of zelf moet gaan
dienen en zijne studiën onderbreken, óf een plaatsver
vanger moet stellen.
Gebruik makenae van de nieuwe bepalingen, verbindt
hij zich voor 6 jaren bij het reservekader. Dat kost
hem niets, hij krijgt zelfs geld op den koop toe.
Van zijn 17 tot het 20 jaar brengt hij de vacantie
door in werkelijken dienstkrijgt lichaamsoefening tal
van nieuwe indrukken wat méér savoir Jaire nog dan
onze studenten gewoonlijk reeds bezitleu eu keert naar
zijne studiën terug, inens sana in corpore sano.
Nu is het voornaamste (zie boven) reeds geleden. Alleen
is hij verplicht nu en dan het mooie pikje nog eens aan
te doen en zich gereed te houden om bij mobilisatie van
het leger of dreigend oorlogsgevaar zijne diensten het
vaderland aan te biedenwat nu toch eenmaal reeds
behoort tot de tradities van het studentenleven. En onder
zulke omstandigheden heeft hij zelfs kans tot officier be
noemd te woiden.
Of door dezo regeling alles bereikt zal worden wat
wtn8chelijk is voor een leger, zullen wij in het midden
laten. De bedoeling is goedde praktijk zal de rest
leeren.
Wel schijnt het ons toe, dat die regeling de groote
verdienste heeft rekening te houden met ons, zoo niet
arair-militair, dan toch niet militaii-volkskarakter. Na de
milicien-korporaals, de mil cien-sergeanten en de milicien-
luitenants, hebben we dus nu milicien cadets.
Wy wenschen hun allesgoeds en het vaderland het besta.
Wie was het ook, die zeido, dat elke quaestie in den
groud der zaak eene sociale quaestie is
Die man had gelijk; want bij alle mogelijke bedenkingen
tegen de nieuwe rogeling eu allen twijfel aan haar wel
slagen staat dit toch als een paal boven water de over
bevolkte faculteiten onzer Hoogescholeu kunnen een
débouché vinden in het leger.
Vrij kleediug en uitrusting en f 900 'sjaars is thans
reeds om te watertanden voor menig jeugdig dokter en
advocaat.
Treurig, maar waar 1
Zitting van 8 Februari.
I. de I. Cz., Egmond aan Zee, art. 15 jachtwet,
2maal f 1 boete of 2mad 1 dag hecht.
Th. G. in 't W., Oude Wetering, dronkenschap, f 1
boete of 1 dag hecht.
Wegens straatschenderij.
0. 8ch., A O., KL R. en KI. F., Westgraftdijk, ieder
f 1 boete of 1 dag h< cht.
G. K., P. B T. B. en E. G., Oostgraftdjjk, ieder f 1
boete of l dag hecht.
P. v. E Rasteuburg, f 1 boete of 1 dag hecht.
Wegens jachtwetovertreding.
L. J. en M. D. Jzn., Schoorl, ieder f 10 boete of 3
dagen hecht.
Allen to Egmond aan Zee:
C. Z. Wz., J. de G. Sz., E. Sch. Kzn., I. St. Hz.,
H. St. Az. en E. de Gr. Jz., ieder f 3 boete of 2 dagen
hecht.
verzoek ze als eene gedachte aan hare vriendschap te
bewaren en toen Magda met tranen in de oogen dat
beloofde plukte hij een vergeet-mij-uietje en bood het
haar aan met de woorden >Iels moet ge toch ook van
mij ter herinnering behouden, Magda, wilt ge?" Hij
zag met verrukkiug hoe een blosje hare wangen kleurde,
terwijl ze het blanke handje er naar uitstrekte en
zachtjes zei: »Graag, Frits, ik zal het bij Clara's
viooltje in mijne album leggen." Toen plukte hij steels-
gewijs nog een bloemjije af en verborg het haastig in
zijue portefeuille. Hij geloofde, dat er eens een tij i zou
komen dat zij hem zou toebehouren hij voor zich zou
haar trouw blyven.
Magda was vertrokken. Het gaf eene groote leegte
in den hmselijken kring. Allen sprakeu dagelijks van
haar. Frits echter noemde haar naam zelden. Hij
scheen zich meer dan ooit aan zijne zaken te wijden.
Nu, daar was ook reden voor. Immers de oude com
pagnon was gestorven en zijn zoon voor hem in de plaats
getreden. Frits zelf was meerderjarig verklaard. Gilbert,
de jonge compagnon had zich tot algemeen genoegen
verloofd met Anne er was dus veel te regelen en het
wekte geen bevreemding, dat de jonge Ronner zijn hoofd
bij de zaken noooig bad.
In den eersten tijd schreef Magda druk. Zij maakte
voortdurend vergelijkingen tnsschen h iar vroeger tehuis
en het tegenwoordige en scheen de gezellige omgeving
zeer te missen Langzamerhand kwam er een andere
geest in hare brieven. Zij waren vol van verhalen over
allerlei genietingen waaraan zij deel nam ook scheen
zij zich bij mevrouw vaa Telmen meer thuis te gevoelen.
Schertsenderwijs schreef ze soms aan Clara over hare
vele aanbidders en hekel le hen dikwijls op de koddigste
wijzeer was geen een onder die jongeluiwelke ook
maar den geringsten indruk op baar scheen te maken.
Was het misschien, omdat baar hartje vervuld was
voor Frits
War Ét vtrvolfé.