MAGDA. No. 19. Zeven en Xtfegentigste «faargang. 1895. WOENSDAG 13 FEBRUARI. Buitenland. FEUILLETON. 4LKMAARSCIIE Uil RAH. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rjjk f 1, De 3 nummers fO,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prtys der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. SCHOOLVËRZIJin. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat op heden ter gemeente secretarie ter lezing is gelegd de staatvermeldende volgens art. 81, 2e lid der wet op het lager onderwas, de namen der kinderenboven de 6 en beneden de 12 jaren die niet voorkomen op de lijsten der op 1 Januari 1895 schoolgaande kinderen. Ouders of verzorgers van op dezen staat voorkomende kinderen verkrijgen geene ondersteuning, geneeskundige hulp uitgezonderd, vanwege de gemeente, tenzij zij aan- toonen dat hunne kinderen ten onrechte op dezen staat zijn gebracht of het niet schoolgaan van deze aan hen niet is te wijten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MAOLAINE PONT. AlkmaarDe Secretaris, 12 Febr. 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. HELQ1E. Den 9 is uitspraak gedaan in het anar chistenproces. Muller en Westcamp zijn tot altoosdurenden, Broich en Bach tot 10 jaar dwangarbeid, Vossen tot 4, Wilke en Schlebach tot 3 jaar, do vrouw van den laat- sten tot zes maanden gevangenis veroordeeld de overige zijn vrijgesproken. De socialist Anseele heeft den minister van justitie een plakkaat getoond, dat in een der weverijen te Gent aangeplakt was geweest en waarop stond Wie mij een persoon weet op te noemen, dfe in mijne werkplaatsen arbeidt en lid is van de (socialistische) vereeniging Vooruitzal een franc belooning ontvangen. De naam van den aanmelder zal worden verzwegen. Het is verboden brood te koopen van de bakkerij van „Vooruit." De naam van den fabriekant was daaronder geplaatst. DITITSCHLAND. De Keizer heeft in de Militaire Vereeniging te Berlijn eene voordracht gehouden over de noodzakelijkheid eener samenwerking van leger en vloot, speciaal in verband met den ehineesch-japanscheu oorlog. Bestuurders van de Nordd. Lloijd hebben aan de be manning van de Wildflower voor het redden van 20 over levenden der Elbe f 1200 geschonken en besloten de begrafeniskosten, te voldoen van de aangespoelde lijken. Reeds zijn hier en daar verscheidene lijken aangespoeld en herkend. Het horloge van een persoon was blijven stilstaan op 11 minuten over 7. Bij de berlijnsche tram maatschappij zijn 300 paarden ziek geworden tengevolge van de inspanning wegens de sneeuw en den schadelijken invloed van het pekelwater. De rechtbank te Berlijn heeft een sigarenmaker, die terecht stond wegens majesteitsschennisdoor op de openbare straat zonder oenige aanleiding allerlei belee- digende uitdrukkingen tegen deu Keizer geuit te hebben en bekende, anarchist te zijn veroordeeld tot 3 jaar opsluiting. Het openbaar ministerie had slechts 1 b, jaar geëischt. De weigering der commissie uit den Rijksdag om de voorstellen goed te keuren tot uitbreiding der disciplinaire macht van den voorzitter zal tengevolge hebben, dat de heer von Levetzow zal aftreden als voorzitter. Den 9 des nachts is bij een brand in de Severinstraat te Kenlen een 24jarige dame in de vlammen omgekomen. Een jongeman die door een sprong uit een raam trachtte te ontkomen brak de wervelzuil. Rijksdag. Den 9 hield de heer von Stumm zijne aangekondigde interpellatie over het voorkomen van het verlies van menschenlevens bij het vergaan van schepen, in verband met het vergaan der Elbe. Het gedrag van den kapitein en de bemanniug was voorboeldig geweest. Hij besprak de noodzakelijkheid van staatstoeziiht op den scheepsbouw en op het geven van betere voorschriften tot voorkoming van aanvaringen op zee. De Rijkskanselier, prins von Hohenlohe, verklaarde, dat de regeeringen hare aandacht gevestigd honden op de zeewaardigheid der zeeschepen en op de maatregelen, die aan boord voor de veiligheid genomen zijn door het staatstoezicht, evenals op het nemen van internationale maatregelen tegen aanvaring en op het voorzien van schepen met reddiugstoestellen. Hij sprak de hoop uit, dat de regeling ter voorkoming van aanvaringen op zee, op de conferentie van 1890 te Washington vastgesteld, vóór den volgenden winter bij alle zeevarende mogendhedeu in werking zal getreden zijn. De regeering nam met de geheele natie levendig aan deel aan het vreeselijk ongeluk van de Elbe. De verwijten, in buitenlandsche bladen over de leiding van het schip uitgesproken, misten iederen grond. Het vaderland mocht trotsch zijn op deze zeelieden, die mannenmoed toonden en onder het volbrengen van hunnen plicht den dood vonden. De algevaardigde Jebsen verklaarde, dat het onnoodig was, den duitschen scheepsbouw door voorschriften aan banden te leggen.' De sociaal-democraat Singer bepleitte staatstoezicht op den scheepsbouw. Minister von Bötticher deed uitkomen, dat in Duitsch- land naar evenredigheid minde" schepen verloren gaan dan b. v. in Engelandwaar toezicht op de schepen bestaat. De afgevaardigde Lieber betwijfelde, of voorschriften wel iets zouden helpen als een woeste engelschman zich op zee er niet aan stoorde. De heer von Stumm bleef van gevoelen, dat werkelijk toezicht noodig was en hij geloofde niet, dat het staatstoezicht zoo kostbaar zou worden. ENLELANO. Den 6 des nachts had in de Timsburij- kolenmijn, nabij Radstock (Somerset) eene ontploffing van steen kolenstof plaats, waardoor zeven van de negen aldaar werkzame mannen omkwamen. Volgens eene officieële opgave zijn op of nabij de britsche kust van 20 December tot 17 Januari 400 per sonen omgekomen en 586 gered. In Londen heeft het in den nacht van den 7 op den 8 in het zuid-oostelijke district 35 graden gevroren. Den 7 bleef een omnibuskoetsier dood op de bok zitten; de leidsels waren in zijne handen vastgevroren. Lagerhuis. Minister Buxton deelde den 8 mede, dat de regeering van Nieuw-Zuid-Wales het scheidsgerecht over de Costa-Rica-zaak aanvaard le en dat de regeering thans in overleg met de koloniale regeering was getreden over den juisten vorm van het scheidsgerecht. De heer Balfour, minister voor Schotland, heeft bij de beraadslagingen over het adres van antwoord op de troon rede o.a. verklaard, geen voorstander van bescherming te zijn en de kracht der argumenten ten voordeele van vrijhandel te erkennen. Maar als, tengevolge van de daling der waarde van de landerijen, de landbouw ach teruitging en de boerenarbeiders gedwongen werden naar de steden te gaan, dan zou men genoodzaakt worden andere dan enkel economische overwegingen te doen gelden. Naar zijne meening ging Engeland een crisis op landbouw- en handelsgebied te gemoet, waardoor een onderzoek noodig werd naar alle omstandighedendie den maatschappelijke!! toestand raken. Den 11 is bij de voortgezette beraadslaging over het adres van antwoord op de troonrede een amendement van deu parnellist John Redmondwaarin verklaard wordtdat de tijd gekomen is om het Parlement te ontbinden en de kwestie van Home Rule aan de uit spraak der kiezers te onderwerpen verworpen met 256 tegen 236 stemmen. Minister Bryce verklaarde, dat de Board of Trade geen bevoegdheid heeft het wrak van de Elbe te doen springen of door een boei kenbaar te maken omdat het dichter bij de hollandsebe dan bij de engelsche kust ligt. FRAKKRIJU. Aan den, door zijne regeering terug geroepen italaanschen gezant te Parijs Res9mann is het Grootkruis van het Legioen van Eer geschonken. Hamer. Een voorstel van den socialistischen afge vaardigde Goujat om een krediet van 100.000 francs te verleenen voor de nabestaanden der slachtoffers van de mijnramp te Monceau-les-Mines werd met bijua 400 stemmen verworpendaarentegen dat der regeering, om 30 )00 francs toe te staan, met bijna algemeene stemmen aangenomen. ©OSTENRI JK-llONttARIJE. In het begin van de vorige week werd te Weenen een advocaat, Roth- ziegel genaamd in zijn studeervertrek vermoord gevon den. Aanvankelijk kon de politie geen dader ontdekken. De eenige persoon, waarop het vermoeden viel, was een klerk van den advocaat, Eichinger genaamd. Sommige omstandigheden pleitten voor, doch andere tegen hem. Er waren echter redenen om zijne vrouw in hechtenis te nemen en zoodra Eichinger dit hoorde, zeide hij, dat zij onschuldig was en hij bekennen zou. Volgens hem zou hij den advocaat met een hamer dood geslagen hebben uit zelfverdediging. Van de drie in den laatsten tijd gepleegde moorden waren de daders onbekend gebleven. SPANJE. Door het koude weder is de gezondheids toestand te Madrid zeer slecht. Gewoonlijk sterven 62 personen daags thans is dat cijfer geklommen tot over de 100; den 7 was het zelfs 115. Vooral de influönza maakt vele slachtoffers. 2) Novelle van Deboea van de Velde. Zoo waren herfst en winter voorbijgegaan. De lente kwam dat jaar bijzonder vroeg en Magda schreef, dat zij nn spoedig op reis zou gaan. Zij ging niet alleen met mevronw van Telmen, nog een heer en eene dame, goede bekenden van laatstgenoemde zouden hen verge zellen naar het buitenland. Wel had Magda nog gaarne een bezoek in haar vroeger tehuis gebracht, doch er waren nog zoovele nitnoodigingen die ze aangenomen en nog zoovele bezoeken die ze af te leggen had en dan al de drnkte van het in orde brengen van haar toileter zou dus wel niets van komen. Het speet haar wel, dat zij nu het huwelijk van Anne, dat tegen Augustus zou plaats hebben, ook niet kon bijwonen, maar in September, als ze weer van de reis terug waren dan hoopte zij toch haar lief oud pleegmoedertje en trouwe vrienden te bezoeken, dan kwam zij uitrusten bij hen. In den Hartzwaar het reisgezelschap gernimen tijd vertoefde, maakte Magda kennis met een jong schilder, die daar was om schetsen te maken. Theodoor van Herfried gevoelde zich terstond aan getrokken door de schoonheid van het jonge meisje niet alleenmaar ook door hare bevallige kinder lijke manierenhaar ongekunstelde openhartige aard Hij zocht op allerlei wijze haar gezelschap en Magda gevoelde zieh gestreeld door zjjne huldezij genoot bij zjjne geestige opmerkingen en fijne scherts. Als hij uitwijdde over de kunstals hij verhaalde van zijn worstelen en strevenzijne eerzucht en teleurstelling dan luisterde zij met schitterende oogendan klopte haar hart nu eens van bewondering en dan weer van medelijdendan kwam het haar voordat het zalig moest zijn zijn lot te deelen ook zelfs al moest men zich ontberingen getroosten; en het beeld van den goeden blonden Frits Ronner werd bij haar geheel op den achtergrond gedrongen door den schilder met zijn dweepende oogen en golvende zwarte knevel. Onverholen sprak Magda hare bewondering uit over zjjn werk en zij gaf als hare meening te kennendat hij een schitterende toekomst tegengingen hij hij liet zich dat vleiende oordeel aanleunen en toonde het ten hoogste te waardeeren. Een tijd lang zetten de jongelieden ongehinderd hun spelletje voort. Mevronw van Telmen had in den Hartz onde bekenden aangetroffen en vond het dus wel aan genaam dat Magda zich zonder haar amuseerde en mijnheer en mevronw Hove, hare reisgenooten, bekom merden zich weinig om het geval, zij konden toch niet verhinderen wat mevronw van Telmen scheen goed te keuren? Spoedig echter begon het in het oog te loopen, dat Herfried gedurig Magda's gezelschap zocht en er tusschen die twee een meer uaD vriendschappelijke ver houding bestondthans waren er gedienstige personen die er mevronw van Telmen over spraken en zich ver plicht rekenden haar mede te deelen dat die Herfried een gelnkzoeker was, die overal waar hij verscheeD, het hof maakte aan jonge meisjes met eenig fortuin maar ze weer veronachtzaamdezoodra hij ontdekte dat de bruidschat niet medeviel. Van dien stonde af aan begon mevronw van Telmen zooveel zij kon dien intiemen omgang te verhinderen. Zij liet Magda niet meer alleen nitgaan; zij scheen op eens belang te stellen in Magda's lieve lingsplekjes en als de schilder dan kwam om wat met zijn ideaal te praten, vond hij hare gouvernante of soms ook de andere reisgenooten bij haar. Herfried was, hoe teleurgesteld ook, altijd even beleefd en hoffelijk, meestal bleef hij maar zeer kort, gewoonlijk gaf hjj voor, dat hij aan het werk moest, daar de tijd van zijn verblijf in den Hartz begon in te korten en hij de schilderij waaraan hij bezig wasgaarne wilde af maken. Eenige dagen achtereen zagen de dames hem zelfs in het geheel niet, ook de andere gasten bespeurden weinig van hem. Vaak gedurende dien tijd bespiedde mevrouw van Telmen Magda's gelaatdoch zocht er te vergeefs teleurstelling op; het meisje scheen den schilder niet eens te missen. Natuurlijk stelde dit de dame zeer gerust. Zij vermoedde niet, dat de jongelui in de morgen uren, terwijl zij en de meeste gasten nog sliepen, elkaar al hadden gesproken en het wegblijven van Herfried volstrekt niet toevallig was. Op zekeren dag verscheen de schilder onverwacht weder in den gezelligen kring Hij kwam, zooals hij vertelde, afscheid nemen, daar hij nog eenige dagen naar Holland ging om vervolgens een reis naar Italië te ondernemen. »En uwe schilderij P" vroeg mevrouw van Telmen. »Die is af, maar moet alleen nog wat bijgewerkt worden, ik hoop dat in Holland te doen", was het antwoord. »En zullen we haar dan niet zien?" vroeg mevrouw Hove. »Geduld maar, mevrouw, ik hoop die later te exposeeren, voor het oogenblik kan ik aan uw verlangen niet vol- doen, hoe streelend mij nwe belangstelling ook is. Het zal mij echter een groote eer zijn als de dames haar later willen komen zien." Bij het afscheid nemen hield Herfried Magda's hand wel iets langer in de zijne dan bepaald noodig was en keek hij volgens het oordeel van sommigen die altijd meer zien dan een ander, haar wel wat diep in de oogen doch overigens w*a er op de houding der jonge lieden geen aanmerking te maken, al ontging het me vronw van Telmen niet, dat Magda sterk bloosde en hare stem beefde toen zij den schilder vaarwel zeide. Nu, maar dat was ook met vreemd; welk meisje kon geheel onverschillig blijven voor de bewondering van een kunstenaar Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1