No. 37. Berate blad. Zeven en Bïegentigste Jaargang, 1895. ZONDAG 3 MAART. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dlssdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,§ö; franco door het geheele rgk 1» De 3 nummers fO,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Frys der gewone Advertentlëm Per regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3. Tot zetter voor 's Rijks directe belastingen al hier is door den Commissaris der Koningin benoemd de heer C. Janssen Cz., ter vervanging van wijlen den heer J. C. Vonk. Aan de uitnoodiging van de afdeeling Alkmaar van „Patrimonium" had in den avond van den 1, een zeer talrijk publiek gehoor gegeven. Op haar aan dringen trad alstoen n.l. in het lokaal Harmonie als spreker op de heer A. P. Staalman. Voorzitter der alkmaarsche afdeeling van deze chris telijke werkliedenvereenigiug is de heer H. Wolzak die met gebed de bijeenkomst opende en den aanwezigen hot welkom toeriep. Hij herinnerde daarbij hoe er een tijd is geweest, ook in ons land, dat de beste christen voor den besten burger werd gehouden, doch hoe deze schoone overtuiging na de revolutie op zij werd gezethoe de christen sinds dien tijd vaak werd geacht te behooren tot hot niet-deukend deel der natie. Niettemin bleef men in wijden kring in het christendom een zegen zien voor land en volk en steeds nam dat in kracht toe. Niette min beweert de Christen niet, alles te weten; ook hij wenscht te worden terechtgezet on geleid op de kronkel paden van het sociale leven, echter op geen anderen grondslag dan op dien van het hoogste gezag. Spr. stelde daarop den heer A. P. Staalman aan de vergadering voor. Vóór de pauze behandelde deze Kamer-afgevaardigde voor het hoofdkiesdistrict den Helder de „roeping van den christen-democraat". Na de pauze kwamen daarna nog de graanrechten aan de beurt, zoodat het gelukkig was dat slechts één persoon aan het toen opengestelde debat deelnamwant het word op die wijze toch reeds bijna half twaalf, vóór men huiswaarts keeren kon. De heer Staalman legde er den nadruk op dat hij hoewel aangenaam verrast door de uitnoodiging der alk maarsche afdeeling zich eenigszins bezwaard gevoelde eenvoudig burgerman als hij zich noemde op te treden in eene stad van advocaten en geleerden. Bij voorbaai riep hij hunne welwillendheid in. Intusschen acht hij hot altijd eene eer, optetreden voor Patrimonium, niet alleen omdat zij eene werkliedenvereetiiging is, maar ook omdat zij het woord van God erkent als het hoogste gezag. Het is dus eene ordelijke vereemging wier richt snoer is Gods woord. Bij de kenze van een onderwerp had spreker er op te lettendat Patrimonium niet is eene zuiver politieke vereeniging. Het mag echter ook voor de leden dezer vereeniging van gewicht worden geachtom te wetBn hoe zij als burgers van den staat ook buiten deze vereeniging hebben optetreden. Uit den aard der zaak is de christen een democraat en geen demooratie is zoo juist omschreven als die voort vloeit uit het christendom. Dat hij dns toch spreekt van christen-democraat, vindt hierin zijne oorzaak, dat men de zen wel te onderscheiden beeft van den sociaal - demo craat. Wij staan op christelijk standpunt; de sociaal-demo craat gaat van revolutionaire beginselen nit. Wij strijden onder de christelijke vaan van den Heer der heir scharen. De mannen der revolutie kuauen wij niet ontmoeten in hetzelfde kamp, tenzij er beginselverzaking plaats heeft. Als een sociaal-democraat onze tenten binnendringt, dan komt hij om zich op de hoogte te stellen van onze zwakke punten en daarmede zijne winste te doen. Van groot belang is het dns, dat onze voor posten goed zijn uitgezet en wij zorgvuldig waken, dat onze vijand niet rondom onze tenten kome. Niet dat dat wij de tegenwoordigheid van den sociaal-democraat vreezen, maar wij moeten ons behoeden voor overrompe ling, die schande en smaad brengt in het leger. Christen democraten bij de socialisten anders dan gewapend, wacht n voor hen ze zijn verraders en ontrouw aan onze vlag. Zij zijn gevaarlijk omdat zij in de ure des gevaars hnnne wapens zullen wegwerpen. Zij onderscheiden zich dan ook in ieder opzichtook in de praktijk. De socialist kent slechts één doelver heerlijking van den mensch terwijl het ideaal van den christen-democraat is verheerlijking van God. De socialist verkeert in de dwaze veronderstellingdat er van den bedorven mensch iets goeds te maken is. Hij droomt zich een tijdperk van geluk, waarin als allen eenmaal zijn beginselen zullen hebben opgenomen de ellende van de aarde zal verdwenen zijn. Het is moeielijk om in ernst aan te nemen, dat er ontwikkelde mannen zijn die zoo iets in trouwe gelooven. De ondervinding doet daarvoor maar al te veel in tegenovergestelden zin blijken. De socialist noemt alle wandaad een gevolg van het bederf der maatschappij. De christen-democraat is van meening, dat de mensch, die leeft buiten en zonder God, tot alles in staat is ook tot diefstal. Sproker ver dedigde deze stelling met een beroep op een aantal spreuken uit den Bijbel met een blik op toestanden in Frankrijk en Italië op de omstandigheid dat ook bij ons te lande hooggeplaatste personen notarissen advocaten enz., zich meermalen door bedrog en diefstal verrijken. Waar de meeste bevoorrechting is, in die krin gen wordt het meest gestolen. De socialist noemt overspel een gevolg van treurige levensomstandigheden. Hij hecht aan onze bonden tegen de prostitutie en aan onze middernachtzending niet de minste waarde. De oorzaak ook daarvan is, volgens hem eenvoudig de verrotte maatschappij. W ij zeggen, dat de ontucht het grootst is bij de bovendrijvende klasse; de paleizen der schandelijkste onzedelijkheid in de groote steden worden door de grooten der aarde onderhouden. Onder de hoogere standen komt/echtbreuk het meest voor. Men komt dan ook gemakkelijk tot de overtuiging, dat de zonde het meest gevonden wordt onder de bevoor rechten. Voor ons staat het vast, dat verbetering van den mensch een onbegonnen werk is. Men heeft door onderwijs en beschaving den mensch trachten optevoeren tot een ideaal schepsel. Men is reeds zoover gekomen, dat men den kin deren op school een boterham of eene portie roode kool toedient. Maar ondanks dat onderwijs is de werkloosheid grooter dan ooit. Do misdaden nemen toe, de gevange nissen zijn overvol. Dronkenschap en ontucht nemen on- ustbarende afmetingen aan. Jaarlijks komt op ieder Nederlander, groot of klein, per hoofd 20, als een offer aan Bacchus. Mag men onder die omstandigheden niet zeggen, dat de millioenen, aan het ouderwijs in Nederland besteed weggeworpen zijn Het einddoel van den christen-democraat is: verheffing niet van het sehopselmaar van den God aller genade. De christen is niet geroepen te overwinnen. Hij behoeft dat niet te doen, want Jezus heeft gezegd: «Ik heb de wereld overwonnen.'1 Toeh is er voor ons nog veel te doenwijchristenen, strijden voor de eer van onze vlag voor den naam van onzen grooten veldheer. Wij treden naar voren om te strijden tegen den smaad hem aangedaanin regeering wet of wat dan ook. De christen strijdt dus niet in de eerste plaats om eigen voordeelvoor verbetering van zijn toestand of voor de ear eener partijgroep. Drijfveer mag dat bij hem nooit zijn. De christen-democraat ziet zich tot taak gesteld om te strijden tegen het inpompen van verfoeilijke leerstel lingen. Hij moet de wegneming bevorderen van alle beletselen, die het christelijk onderwijs in den weg staan. Op die wijze moet bij bevorderen dat de kinderen des volks worden gebracht tot God. In gemis aan waardee ring van het zoogenaamde nautrale onderwijs staat spr. niet alleen zoo zegt hij. Ook mannen als Pierson v. d. Wijk en v. d. Meulen geven er een alles behalve vereerend oordeel over, waartoe spr. eeaige aanhalingen doet. Tal van onderwijzers aan openbare scholen zijn met anarchis tische en socialistische denkbeelden besmet en voeren de kinderen in de handen van den satan en zijne dienaren Dat de christen-democraat daartegen strijden moetligt in den aard der zaak. Van den tegenwoordigen minister van Houten is op dat punt niets te verwachten. Hij legt er zich bij neerdat op de school «de weerschijn der omgeving valt," hoe schadelijk voor de maatschappij de geest dier omgeving ook zijn moge. De roeping van den christen-democraat is, de regeering, die haar heiligste plicht verzaaktte wijzen op hare gevaarlijke positie. De toekomst van ons volk wordt toch geheel door het onderwijs beheerscht. Het zaad der revolutie begint reeds vrucht te dragen getnige de beide gestrafte gemeenten in Friesland, Het verspreiden van revolutionaire begrippen wil de minister niet tegengaan, maar gaau de verdwaalden de beginselen practisch toe passen als in Opsterland en Weststellingwerf dan voegt de heer van Houten hun toedat hij hnn dat wel zal afleeren. Spr. noemt dat wreed en een gevaarlijk spel. Op alle klachten over den ondragelijken toestand antwoordde de minister slechts met verhoogden belastingdruk en met den sabel der maréchaussee. Van mannen als de minister van Houten, een van de velen, wi6r opleiding geschiedde aan de academiën, een van hen, die de wereld volstrooiden met allerlei leugenachtige begrippenvan die soort van mannen hebben wij christen democraten genoeg. Wij kennen de producten hunner beginselen uit de praktijk. Vaart eenmaal hun geest onder het volkonder de armen dan zal men last van hen krijgen. Dat is alleen te beletten, wanneer de staat ophoudt een bepaalde richting van onderwijs met alle kracht te stennen en daardoor de concurrentie van het bijzonder onderwijs, zoowel wat het lager, als het middelbaar en hooger betreft, mogelijk wordt gemaakt. Onder andere misstanden vestigt spr. nog de aandacht op de gebrekkige rechtspositie van den soldaat. Hij wijst op het leven van den soldaat in de kazernes, die hij ware pestholen noemt, waar Gods woord gelasterd wordt en de drank het brein verwart. Daartegen ook op te komen is de dure plicht van den christen-democraat. De toestand der arbeidende klasse acht spr. mede allertreurigst. Het kapitaal heeft geheel de vrije hand. Tot de vrouwen en kinderen der arbeiders toe drijft dit in de werkplaatsen. Als het lichaam echter dier arbei ders is gesloopt en afgewerkt, dan kan hij zich aanmel den in het armenhuis, waar hij dan misschien bij de gratie van een armvoogd een onderkomen vindt. Spr. vestigt verder de aandacht op de groote verschillen van pensioenen bij hooger en lager geplaatsten. Zoo ont ving een marine officier, die onlangs, bij het afschieten van een kanon is gewond, f 2300,— f 2400,— een kanonnier, die beide armen mist, een wekelijkscbe uitkeering van 5,80 a 6, De christen-democraat wil wel geeD gelijkheid zij erkennen meester en knecht, maar tegen dergeljjke onrechtvaardige verschillen hebben zij optekomen. Eu daarin moeten zij niet verslappen. Voortdurend moeten zij doen zien, dat hunne kaarsen brandende zijn. Er bestaat goede hoop, dat weldra het kiesrecht zal worden uitgebreid. Geschiedt dat, laat ons dan ook mannen ter Tweede Kamer zenden, die bereid zijn, daar het goed recht des volks te bepleiten, geen heeren meer, die onze wenschen en behoeften niet verstaan en wier ernst meermalen alles te wenschen overlaat. De tegen woordige Kamer is niet eene afspiegeling van het volk, maar van de heeren onzer natie. Het is eene verzameling advocaten, leeraren, notarissen, baronnen, graven enz. op wier bekwaamheid, voor een groot deel, spr. niet het minst wenscht af te dingen, doch bij wie de vrees, om hunnen standgenooten iets onaangenaams te zeggen, zoo groot is, dat zij zwijgen, waar spreken plicht is. En als zij spreken, geschiedt dat in zulke parlementaire vormen, dat er de kracht van verloren gaat. Het gevaar, om in de Kamer het karakter te beder ven, is zeer groot, maar uiterst groot voor den volks man, niet gewoon als hij is, aan zooveel vleierij en vor melijkheid. Als hij zich aan de besmetting daarvan niet weet te onttrekken, dan wordt hij de slaaf der regeering, wien het niet in den zin komt, haar het leven lastig te maken Spr. smeekt Godes hulp af, om hem te stennen de gevaarlijke klippen te ontzeilen en hem zijn woord te doen strekken tot licht op de onbekende baren. Hij besluit zijne rede met den wensch, dat God ook nit Patrimonium mannen moge verwekken, met heiligen ernst, tot heil van Nederland. Na de pauze betrad de heer Staalman opnieuw het spreekgestoelte, om zeer kort een overzicht te geven over den strijd over de graanrechten, waarin hij zich, zoolang hem nog altijd geen beter middel tot herstel van den slechten toestand bekend is, zeer beslist schaart aan de zijde van hen die in het instellen daarvan voor het overige niet graanbonwende deel onzer natie nn jnist niet zulk een groot bezwaar zien. Hij is eventueel in de Kamer geneigd om tot het tot stand komen eener dergelijke heffing op onze grenzen mede te werken Nadat de heer Wolzak de voorzitter vervolgens de gelegenheid tot debat had opengesteld maakte daarvan de heer G r o e b e gebruik die den heer Staalman op verschillende punten aanviel; hij betwistte o. a. dien heer het recht het werk van den sociaal-democraat dat van den duivel te Doemen, evenzoo meende hij, waren er ook onder de godsdienstloozen nog wel knappe menschen. De heer Staalman antwoordde en in zijn repliek gaf een zijner opmerkingen betreffende het revolutionair karakter van «Recht voor Allen" en den heer F. Dom-da Nieuwenhnis aanleiding tot eenige verstoorde uitroepen in een hoek der zaal, waaraan, op uitnoodiging des voor zitters, echter spoedig een einde kwam. De aandacht van belanghebbenden zij gevestigd op achterstaande advertentie waarbij de jongelieden die wenschen deeltenemen aan een cursus tot opleiding van onderwijzers worden uitgenoodigd zich vóór 17 Maart a.s. aantemelden bij den heer H. van den Berg, hoofd der eerste openbare school voor onvermogenden. Daar alleen bij genoegzame deelneming bedoelde cursus zal kunnen doorgaan is het wenschelijk, dat men met eventueele aangifte niet te lange wachte. In onze opgave omtrent den door de Kegelveroeni- ging „de Unie" te houden kegel wedstrijd is eene kleine onjuistheid geslopen. De prijsuitreiking zal niet op 5, maar op 12 Mei plaats hebben, terwijl voor den k o r p swedstrijd niet werd vermeld, dat de 7e prijs be staat in eene groot bronzen medalje. Den 1 werd door den gouverneur van Pesch, van de Koninklijke Militaire Academie, vergezeld van een officier voor den inwendigen dienst dier inrichting, den le lnit. Makking, een bezoek gebracht aan de Cadet tenschool met het oog op te nemen maatregelen eventueel noodig voor eene behoorlijke aansluiting van beide inrichtingen. Hrj bezichtigde de gebouwen en woonde eene inspectie der cadetten bij. Op de aanbeveling voor rechter in de arr. recht bank te Groningen komt voor de heer mr. J. A. G. Gocklnga, rechter in de arr. rechtbank alhier. Door het bestunr van de remonstrantsche gemeente alhier, is, met ingang van 1 April e.k., van de sollicitanten de heer D. Tates benoemd tot organist. De opbrengst van de liefdadigheidsuitvoeringden 25 door de rederijkerskamer „Holdijk" gegeven, bedraagt f 122.50 welk bedrag aan algemeene armen in bons is en zal worden uitgegeven. De «Reserve II" brak den 1 het ijs langs Kogerpolder en de Nanernascbe vaartden 2 kwamen dan ook reeds weder de marktbooten van Krommenie en Assendelft hier aan. De «Alkmaar Packet" vertrok den 2's morgensvan hier naar Amsterdam, over den Kogerpolder, om de Zaan te breken. Over de Alkmaarder Meer schijnt nog niet wel mogelijk het ijs is daar nog zoo dik, dat, naar een onzer berichtgevers meldt, den 2 van uit Akersloot over het ijs eene slede ter vischvangst uitging, waarop een schuitje, om in geval van eeuig onheil te gebruiken, Blijkens achterstaande advertentie is de geregelde dienst der booten thans weder hersteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1