No. 28,
Zeven en ÏWegentigste Jaargang,
1895.
WOENSDAG Telefoonnummer: 3.
6 MAART.
KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN,
Beraadslaging over het voorstel van
burg. en weth. tot verbouw van
de openbare burgerschool.
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt IMasdag-, Donderdag- eu
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rjjk 1,
De 3 nummers /"O,O®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
COURANT.
Prjjs der gewone Advertentiën:
Per regel J 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
te ALKMAAR.
VEBGADERlld op Woensdag, den 6 Maart
1895 des avonds ten half acht uur, ten Stadshuize.
De Secretaris,
Mr. W. C. BOSMAN.
KIEZERILIJITK1.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat de lijsten der
Kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-
Oeneraal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, op
heden vastgesteld, ten raadhuize aangeplakt, en gedurende
14 dagen, des morgens van 9 tot de3 namiddags 2 uren,
op de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter
lezing nedergelegd zijn.
Bezwaren tegen die lijsten kunnen gedurende dien tijd,
onder overlegging der noodige bewijsstukken op onge
zegeld papier bij den gemeenteraad worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
5 Maart 1895. De Secretaris
NUHOITT van der VEEN.
K1EZGBILIJITB1V.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, naar aanleiding van het 2e lid van art. 35 der
wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad No 37) bij deze ter
algemeene kennis, dat bij de herziening der lijsten,
aanwijzende de personen, die bevoegd zijn tot het kiezen
van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de
Provinciale Staten en den Gemeenteraadde namen der
volgende personen, wegens het verliezen van oen of meer
der gevorderde vereischten of uithoofde van overlijden
daarop zijn geschrapt, als
A. Wegens het verliezen van een of meer der gevor
derde vereischten
Frsderik Pieter AdolfPieter BakkerLambertus
Bierboom, Cornelis Bronner, Jan Brouwer, Hendrik
Cassee, Anthonins Hendricus Josephns van Daaihoff,
Kornelis Antbonie Dane, Jan Dekker, Simon van Diepen,
Sipke Doorewaard, Dirk van Egmond, Antonie Hendrik
Elfrink, Pieter Eriks, Jan van Eijk, Cornelis Groot,
Johannes Jacobus Groothoff, Johannes Hartog, Johan
Herman Hermes, Gerardus Hilkhnizen, Josephus Egbertus
Ibink, Ohristiaan Nicolaas van den Idsert, Johannes
Hendricns Impink, Jan Jansen, Arnoldus Jansen Manen-
schijn, Arien Joman, Hendrik de Jong, Jan George de
Jong, Jacob Jongert, Karei Hendrik Jung, Isaac Keesie,
Pieter Kolpa, Abraham van der Kop, Gerrit Kraakman,
Floris Gerardus Lambertus Laudman, Johannes Lauwers,
Pieter Leguit, Cornelis Luk, Hermanns Lijnbach Jr.,
Hendricus Anthonius Morsch, Johannes Josephns Nelis,
Johannes Matthias Nijssen, Petrus van Ommen, Gerrit
van der Park, Gerrit Pater, Carel Lodewijk Pedroli,
Cornelis Ponders, Albertus Jacobus Rodrigo, Willebrordus
Roskam, Meijert Schenk, Joachim Seegers, Joseph Serfaas,
Nicolaas Smoreuberg, Willem Spierdijk, Arie Stam, Jan
Stavenuiter, Johannes Adrianus Steenmeijer, Gerrit Sij-
brands, Joseph Tander, Jan Terhaak, Daniel Toepoel,
Gerardus Adrianus den Toom, Jan Jacob Vaske, Christia
nas van Veen, Hendrik de Veer, Dirk Ven, Klaas de
Vendt, Pieter Veth, Willem Vissch«r, IJsbrand Kuindert
Marie Vogelezang, Pieter Waijboer, Wilhelm Weber,
Huibert van Weenen, George Willem Conrad Westenberg,
Hans Willem Wijbenga eu Gerrit Zevenhuizen.
B. Wegens overlijden.
Hubertus Balvers, Jacobus van Beek, Gerrit Blaanboer,
Hendrik Blumink, Johannes Albertna van den Bosch,
Hendrik Jacobus Bruinvis, Meinardus Cohen Stuart,
Joost Karei Crum, Johannes Cornelis Donnee, Jacob van
Dort, Hendrik Gelder, Willem Frederik Karei Gouwe,
Klaas Groot Dz., Pieter Helder, Jacob Helling, Hen
dricus Johannes Hofstee, Willem Cornelis Keesom,
Theodoras Lambertus Koorn, Mr. Johan Paulus Balthazar
van der Mandere, Dr. Joost Alderts Mensonides, Reindert
Nierop, Aart Roos, Johannes Jacobus Schouten, Jacob
Stekelbos Pieter IJsbrand Twisk Cornelis Vermeer
Jacob Cornelis Vonk en Johannes Franciscns de Wijs.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
AlkmaarDe Secretaris,
5 Maart 1895. NUHOUT VAN DER VEEN.
De heer van den Bosch verklaartdat hij in de
vorige raadsvergaderingtoen het voorstel tot het ver
bouwen der openbare burgerschool door bnrg. en weth.
werd ingediend met genoegen vernam dat dit college,
daar waar nieuwe lasten in uitzicht werden gesteld, reeds
dadelijk op middelen bedacht was geweestom die lasten
zoo min mogelijk bezwarend te maken en wel door het
voorstel om hooger schoolgeld te heffen. Dat in de speciale
commissie benoemd om dat voorstel te onderzoeken en
van dat onderzoek verslag nit te brengenzich geen
enkele stem tegen die verhooging van schoolgelden ver
hief, acht hij een verblijdend verschijnsel; daaruit blijkt
toch van don erstigen wil om de bargers niet onnoodig
zwaarder te belasten. Maar met bijzondere belangstelling
nam hij kennis van het voorstel der meerderheid van die
commissie betrekkelijk de schoolgeldheffingmet welk
voorstel hij gaarno ten volle medegaat. Dat voorstel
komt naar zijne opvatting toch niet alleen zeer ten goede
aan de belastingbetalende bargers maar brengt boven
dien de lasten op de schouders van hen die ze plicht
matig behooren te dragen namelijk op die der ouders.
De ouders hebben niet alleen het rechtmaar ook de
plicht te vervullen hunne kinderen op te voeden en
moeten evenals iederde lasten dragen welke onaf
scheidelijk aan de plichten verbonden zijnevenzeer als
zij de vruchten daarvan trekken. Het is een voorstel
dat z. i. alleszins rechtvaardig is te noemen.
Wat den verbouw zeiven betreftdeelt hij volkomen
het gevoelen der commissiedat die noodzakelijk is, als
de toestand zoo bl ft als hij nu is en voor dat geval kan
hij zich wel vereenigen met het overgelegde bouwplan
dat werkelijk zeer eenvoudig en practisch is. Maar hij
gelooftdatwanneer de Raad eerst eens begon met de
schoolgelden in den voorgestelden zin te wijzigende
toestandwaarin de school nu verkeertniet zoo zou
blijven. Hij zon daarom op het oogenblik alleen willen
behandelen het voorstel van de meerderheid der commis
sie, wat betreft de schoolgeldheffing en dan de gevolgen
van die verhoogde heffiug willen afwachten. De moge
lijkheid is bij aanneming dier heffing toch niet uitge
sloten, dat het getal leerlingen verplaatst wordt. Mocht
werkelijk na de invoering dier verhoogde heffing blijken,
dat die verbouw niet noodzakelijk was dan zou de ge
meente van deze nieuwe uitgaaf ontheven worden. De
belastingbetalende bargers zondeu daardoor gebaat zijn
en andere nattige en noodzakelijke werken waarvan de
uitvoering nu bij gebrek aan middelen achterwege moet
blijven zouden ter hand genomen knnnen worden, zooals
bij voorbeeld, het dempen der Geest of het veranderen
van het gasthuis, omtrent welk gesticht de verslagen
wel gunstig luiden doch dat z. i. niet aan de meest
bescheiden eischen voldoet.
De heer de Lange verklaai., dat de commissie wel
degelijk overwogen heeft den invloed welken sehoolgeld-
verhooging op het aantal leerlingen zou uitoefeuen. Eu
eenparig is hare opvatting, dit eene geringe schoolgeld-
verhooging geen noemenswaardigon invloed op het aantal
leerlingen zal uitoefenen. Daarom behoeft de verbouw
welke werkelijk geen uitstel kan lijdenniet uitgesteld
te worden. Hij is dus zeer tegen het denkbeeld van den
heer van den Bosch.
Ook de heer Bosman verklaart sterk tegen dat
denkbeeld te zijn. Al vermindert het aantal leerlingen
door schoolgeldverhooging met een derde dat hij sterk
betwijfelt dan blijft de verbouw dezer school even
noodig. De toestand dezer school is reeds sedert jaren
ten eenenmale onvoldoende en verbetering mag niet langer
uitgesteld worden. De Raad moet z. i. eerst den bouw
behandelen en daarna de schoolgeldheffing.
De heer Kraakman verzekert, dat de commissie
zeer ze Is er geaarzeld zon hebben den verbouw dezer school
te ondersteunen als zij overtuigd was geweestdat de
verhooging van schoolgeld den thans zoo onvermijdelijken
schoolbouw had kunnen doen uitstellen. De toestand van
die school is zoodanig dat er inderdaad geene noemens
waardige vermindering te verwachten is. Die toestand is
reeds sedert jaren her minder gunstig: vóór 4 5 jaren,
toen het aantal leerlingen 60 minder was dan tegenwoor
dig werden reeds ernstige klachten gehoord en nn be
hoeft het zeker geen betoog, dat voor die klachten thans
nog veel meer grond bestaat dan toen. Wanneer men
weetdat de hoogste klasse van deze schoolde voor
bereidingsschool tot de Rijks hoogere burgerschool40
leerlingen telt en dat in de middelste klassen reeds 54
leerlingen zitten, dan begrijpt men, dat de toestand on
houdbaar is en dat vermindering van het aantal leerlin
gen met een paar geen noemenswaardigon invloed zon
uitoefenen. Uitstel van den verbouw is naar het oor
deel der commissie niet aan te bevelen.
De heer van den Bosch is door deze antwoorden
nog niet overtuigd. Het moge waar zijndat de toestand
al jaren slecht is thans zal verandering gebracht worden
in het bedrag van het te heffen schoolgeld. Welke de
invloed daarvan zal zijn hetzij groothetzij klein is
niet bekenddoch hij zou dien invloed willen afwachten,
want het zon dan knnnen blijken dat op min kostbare
wijze in de behoefte aan verbetering zon knnnen worden
voorzien. Het bewandelen van dezen weg zon zeer in
het belang der gemeente kunnen zijn.
De heer Bruinvis zou dit denkbeeld van den heer
van den Bosch een zeer gevaarlijke proefneming achten.
De gevolgen daarvan welke niet te voorzien zijn, zouden
wel eens van dien aard knnnen wezen, dat men op een
veel minder geschikt oogenblik tot vergrooting zon moe
ten overgaan vooral wanneer men rekening houdt mef
de sterke vermeerdering der bevolking. Hij is daarom
beslist tegen uitstel van den bonw.
De heer Oanters is nog om eene andere reden
tegen het denkbeeld van den heer van den Bosch. Bij
aanneming daarvan zouden wij in een cirkeltje rondgaan.
Wanneer de Raad zich eens voor een verhoogd schoolgeld
verklaarde, zonder iets beters daarvoor te leveren, dat
wil zeggen zonder de schoollokalen te laten verbeteren
om welke in uitzicht gestelde verbetering de verhooging
van het schoolgeld jnist voorgesteld wordt, dan zou de
proef wel eens geheel knnnen mislukken.
De heer van den Bosch antwoordt den heer
Oanters, dat het schoolgeld aan deze school altijd werkelijk
te laag is geweest en dat het volstrekt onnoodig is
meer te leveren, omdat er meer geheven wordt. Dit
gaat z. i. niet op.
De Voorzitter gelooft nooitdat de verhooging
van schoolgeld goedgekeurd zou worden wanneer de Raad
eerst besloot meer geld te heffen en de school onveranderd
liet. Een dergelijk beslait zon aanleiding geven tot klachten
bij de onders der leerlingen waarvan verscheidene op
verbetering aaudringen. Als voorbeeld, dat d6 toestand der
school bij de onders bezwaar ondervindt, haalt hij aan, dat
de president dor arrond. rechtbank aan het hoofd der
school schriftelijk bericht heeftzijn zoontje de school
niet meer te zullen laten bezoeken, zoolang de tegenwoordige
onvoldoende toestand blijft bestaan eu bet hoofd der school
heeft gemeend, van dezen brief aan burgem. en weth.
keDnis te moeten geven. Door dien onvoldoenden toestand
wordt op die school geen goed onderwijs gegeven ook
de klassen zijn veel te sterk bevolkt. Daarom moet de
gemeente maatregelen nemen, dat het onderwijs goed
worde.
De heer van den Bosch verklaart dan niet langer
bezwaar te hebben tegen de behandeling van den school
bouw in de eerste plaats.
De heer Goede zou het voorstel van de meerderheid
der commissie in zake de schoolgeldheffing gelijktijdig
met het verbouwingsplan in stemming willen brengen.
De hoer de Lange verklaart, dat de commissie
medegaat met het voorstel van bnrgem. eu weth., om
eerst het bouwplan en daarna de schoolgeldheffing in stem
ming te brengen. De Voorzitter verklaart daarop,
eerst het bouwplan in stemming te zullen brengen. Hij
deelt echter namens bnrg. en weth. mede, dat zij gevolg
zullen geven aan de door de commissie geuite wenschen
ten aanzien vau de vergrooting van eenige lokalen en
aan den wensch der plaatselijke commissie van toezicht op het
lager onderwijs om van de bovenverdieping een nood
uitgang te maken. Ook vereenigen zij zich met het denk
beeld om het lokaal voor vrije- en ordeoefeningen der
gymnastiek met den overdekten gang voorloopig achter
wege te laten. De heer Oanters vraagt, of de bouw
van laatstgenoemd lokaal later dan niet veel meer zal
kosten
De Voorzitter beantwoordt die vraag ontken
nend behoudens het verschil in prijs der bouwmaterialen
van dan en nn. Overigens merkt hij nog op dat er
voor den bouw van dat lokaal volstrekt geene noodzake
lijkheid bestaat. Nog onlangs heeft de regeering een
bouwplan voor eene school in eene gemeente, welke sub
sidie aan het Rijk vroeg volgens artikel 49 der onder
wijswet, waarin een lokaal voor orde- en vrije oefeningen
opgenomen was laten wijzigen omdat daarvoor geene
noodzakelijkheid bestaat.
De heer Kraakman wenscht nog eenige punten
aan de overweging van bnrg. en weth. aan te bevelen.
Van de twee bovenlokalenwaarvan de commissie de
grootte zon willen veranderen zou hij na het hoofd
der school te hebben gehoord het voorlokaal het grootst
willen maken. In den gang zou hij bij den trap op een
voudige wijze eene afsluiting willen maken tnsschen boven-
en benedenlokalen, ter vermijding zooveel mogelijk van
tocht en eindelijk een in het plan ontworpen plaatsje
onoverdekt willen laten, als bevorderlijk aan de frisch-
heid met het oog op de daarop uitkomende privaten.
De Voorzitter verklaartdat burg. en weth. die
verschillende wenschen zullen overwegen waarna met
algemeene stemmen zonder hoofdelijke stemming, het bouw
plan aangenomen wordt.
Daarna komt het voorstel tot schoolgeldheffing, aan de
orde.
De heer Boel mans ter Spill verklaart tot de
minderheid der commissie te behoorendie met het voor
stel van burgemeester en wethouders medegaat. Vooreerst
moet hij opkomen tegen de meening, dat door het verbouwen
dezer school op de wijze als thans aangegeven is, boven
de behoefte zon worden gegaan met andere woorden
meer zou worden gedaan dan noodig is. Tot nog toe ver
keerde in deze gemeente hij die niets betaalde voor het
onderwijsin den besten toestand en hij die het meest
betaalde in den slechtsten toestand. Uit het feitdat
men thans in dien toestand verbetering zal brengen
volgt echter volstrekt nog nietdat het schoolgeld moet
worden verhoogd. Burg. en weth. hebben die verhooging
even wel voorgesteld en daarom zal hij zich er bij neerleggen.
Het is geen nieuwe school en nn burg en weth. gemeend
hebbenden bestaanden toestand zooveel mogelijk te
moeten eerbiedigen gaat hij daarin mede. Werd deze
school alleen bezocht door kinderen van gegoede bargers,
het ware nog een ander gevalmaar verre van dien.
Deze school wordt bezocht door de kinderen van burgers
in alle nuances. En dan vindt hij eene verhooging met
4 per kind eene gelukkige greep. Die verhooging is
niet bezwarend en laat de bestaande opklimming in de
zelfde verhouding bestaan. Bij het voorstel der drie leden
wordt de sprong veel grooterreeds in de derde klasse
wordt het schoolgeld van f 12 op f 20 en in de vijfde
klasse van 16 op j 24 gebracht. Daarbij vergete men