1
SËeven en Itfegentigste Jaargang.
1895.
ZONDAG
10 MAART.
NO. 30. Eerste W»d.
ALKllAAltSCHË COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Baterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rjjk 1.
De 3 nummers ƒ0,0®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Pr(|g der gewone Advertentfën»
Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
II.
Werd in bet voorgaand opstel betoogd dat zeer ver
klaarbaar zijn sommige tekortkomingen bij den nitwen-
digen bcuwwat sierlijkheid betreft, toch geldt dit
niet van allen.
Misschien kan het aanstippen van eenigo fouten er
toe medewerken dat voortaan bij het ontwerpen van
nieuwe plannen meer gelet wordt op do regels der
schoeno bouwkunst.
Dat wij op den goeden weg zijn lijdt geen twijfel
maar het is er verre van afdat wij den eindpaal be
reikt hebben. Een sprekend voorbeeld van volslagen
gemis aan kunstzin levert het stadhuis op, in zijn tegen
woordige gedaante.
Het ligt voor de kand datindien men een gebouw
"restaureertzooveel mogelijk bewaard moet blijven het
oorspronkelijk karakter.
Daardoor behoudt men de historische waarde die het
gebouw bezit. Het beeft toch geen zin om iets anders
in de plaats te Stellen van het bestaandetensij bet
bijzonder leelijk is.
Het stadhuis was alles behalve leelijkhet was opge
trokken in laat gothischen stijl, terwijl de ramen en de
trap reeds den renaissance-stijl vertoonden gelijk meer
malen in een overgangs-tijdperk het geval is.
Nauwkeurige teekeningen van het stadhuis zijn niet
bewaard gebleven. Het mocht onzen ijverigen oudheid
kundigeden heer Bruinvis, aan wien wij voor Öe ge
schiedenis dezer stad zooveel te danken hebbenniet
gelukken eene oude teekening ot plaat uit het stof der
archieven op te delven waaruit men met zekerheid kon
nagaan hoe de gevel in bijzonderheden geweest is.
Toch ziet men uit van der Wonde's kroniek van 1746
o. a. dat de leuning van de trap vroeger door balasters
gedragen werd.
Boven den ingang van het politiebureau is niets te
zien van den houten gothischen baldakijn, die daar thans
prijkt.
Thans heeft men onherkenbaar gemaakt tot welken
tijd het gebouw behoort.
Het gothisch torentjegaf men het aanzien van een
minaret, als ware het stadhuis eene moskee.
Op gemelde plaat heeft daarentegen de bovenspits een
zuiveren renaissanee-vormgelijk de accijnstoren.
De middenstijleu - der kozijnen, die oorspronkelijk van
steen waren zijn vervangen door houten met zandsteen
bestrooide stijlen.
Aan hout het uiterlijk te geven van steen is een
nieuw procédé. Aan zulk boerenbedrog het gebruiken
van dergelijk surrogaat in de bouwkunst hebben onze
reuaissance-meesters zich voorzeker nooit schuldig gemaakt-
Door een en anderen ook gelijk de heer van Nieu-
ikerken zegtdoor het phantaseeren van nienwe profi-
.leeringen is het stadhuis zijn karakter volkomen kwijt
;geraakt. (2)
Merkwaardigals bewijs van onvermogen van onzen
tjjd om iets nieuws voort te brengen dat den goeden
smaak geen geweld aandoetis een dubbel huis onder
éen dak aan de Laat.
Hier heeft de bouwmeester het duurzaamste materiaal,
den blauwen hardsteen aangebracht in het bovengedeelte
van den gevelterwijl onderaan zandsteen werd gebruikt,
<aen materiaal van mindere stabiliteit.
Voor een leek kan het begrijpelijk zijn dat het duur
zaamste materiaal beneden en het lichtere boven behoort.
Diezelfde ontwerper schijnt zich evenmin rekenschap
gegeven te hebben van het feit, dat de profileering van
(1) Wij vinden, dat men aan het stadshuis alhier begonnen
is te bouwen a0 1509 [tegelijk met de oude Doelen, nu Chris
telijke school], en dat het a° 1520 volbouwd was
dat in 1594 of 1595 daaraan „een schoone zael met een
„keuken getimmerd (is)wordende dese nieuwe zael genaemt
„de Prince Zael of Hof van zijn Excellentie."
Het oude Raadhuis heeft op dezelfde plaats gestaanhet
geld, tot het bouwen van het nieuwe benoodigd werd door
Kerkmeesteren „verzorgd". De laatsten zijn thans niet meer in
zulke goede geldelijke omstandigheden om znlke groote stuk
ken te bestaan.
(2) Bouwkundig Weekblad 10 Maart 1894 (bladz. 10),
dragende constrnctie-deelen geheel anders is dan voor
een bekronend onderdeel, zooals de gevellijst.
De zelfbedachte, blauw en wit geverfde kapiteelen en
de hardsteenen borstwering-lijsten van dit gebouw ver
wekken onze bewondering evenmin.
Wij gebruiken opzettelijk een zachte uitdrukking. Im
mers de opeenvolging van gelijk en gelijkvormige mo
tieven bij de pilastersdie de zooeven vermelde kapiteelen
(t"U overigens niets) dragenverraadt de grootste armoede
van vormen. Diezelfde armoede bemerkt men tot zijn
verdriet zelfs aan winkelpuienwaaraan het kostbaar
materiaal niet gespaard werd.
Het weinige begrip van schoone bouwkunstdat de
ontwerper schijnt te hebbenvalt bij den pilaster-bouw
sterk in bet oog.
Het zou onnoodig zijnom de aandacht op deze bij
zonderheden te vestigen indien men niet bevreesd be
hoefde te zijn dat het publiek en de ontwerper wellicht
zelf ookin den waan ging verkeerendat het toch
wel mooi was.
Een ander voorbeeld van een winkelpui, waarvan o.i
de kosten niet evenredig schijnen aan de schoonheid
vindt men aan de Mient.
Op een lomp stuk kostbaar graniet als onderdeel
plaatste men een miniatnurkolommetje.
Ook gelooven wijdat men den ontwerper onrecht zou
doen indien men zijne architectonische kennis afmat
naar de profileering der kroonlijst.
Een andere foutwaar men tegenwoordig telkens in
vervaltis dezedat niet genoeg gelet wordt op de
goede verhoudingen der onderdeelen van een gebouw.
Wanneer men b.v. te Haarlem op het marktplein voor
de vleeschha! staatdan ziet men aanstonds do schoone
vei houdingen door verdeelende lijstwerken verkregen
Is de gevel van de nieuwe burgeravondschool te Alk
maar eveneens harmonisch door een lijst verdeeld?
Niet alleen is deze lijst zwaar en meer vooruitspringend
dan noodig is, maar volgens onze meening veel te hoog
geplaatst.
Waarom Wordt niet dientengevolgezonder reden
de beneden-verdieping te hoog en de boven-verdieping
te laag
Een gelijksoortig gemis van goede verhoudingen trekt
ook de aandacht bij een pas gerestaureerd huis aan den
Heilooër straatweg. Hier was men wellicht gebonden
aan het bestaande
Wanneer men eenmaal bniten de poort is dan mag
men de cadettenschool niet overslaan.
De ontwerpers hebben, in hun voorliefde voor renais
sance-vormen hun rijke boekerij ten behoeve van dezen
gevel geplunderd. Vandaardat gelijktijdig fransche
italiaansche en hollandsche motieven zijn toegepast. Op
zichzelf is de keuze goed doch de combinatie maakt
dat het gebouw geen karakter vertoont. De vier gelijk
en gelijkvormige dakramen naast elkaar op de vleugels
zijn allerminst gelukkig en zeker van eigen vinding
Het hoofdgebouwmidden tusschen de vleugels had
imposanter kunnen zijn. Het is spichtig. Nu maakt het
gebouw niet den indruk van een geheel. Het is een rij
huizen.
Juist omdat het streven zich openbaartom geluk
vroegeraan de gevels veel zorg te besteden is het te
betreuren dat het doel zoo dikwijls gemist wordt. Gemis
aan eenvoud is daarvan dikwerf de oorzaak.
Was men in den Bergerhout gelukkiger dan in de
Heilooörhout
In tegenstelling met de echt-hollandsche gebouwen van
vroeger die men zou bijna zeggen een opgeruimd en
vroolijk aanzien hebben, heeft het nieuwe rechtsgebouw,
dat door midden-eeuwsche kunst geïnspireerd werd een
buitengewoon zwaarmoedig en somber aanzien.
De oSieiSele stijldie waarin vele regeeringsgebouwen
van den laatsten tijd zijn opgetrokkenschijnt ook hier
zijn invloed te hebben doen gelden.
Een vreemdeling die toevallig den Singel langs wan
deltmoet zichzelf afvragenhoe komt deze vreemde
eend in de bijt? In de geheele stad zal hij niets vinden
dat hem herinnert aan het rechtsgebouw.
Zoo ooitdan had men hier alle gelegenheid om de
stad onzer inwoning met een kunstwerk te verrijken
waarvan de stijl in overeenstemming was met de gebou
wen die men hier vindt.
Wat wil men meereen schilderachtige omgeving
hoog opgaand geboomte en geen belendingen
De ontwerper wist waarschijnlijk niet, dat men weldra
in de onmiddellijke nabijheid een gevangenis zou doen
verrijzen zoodat de poortwaarop met groote letters in
het latijn Rechtvaardigheid" staat gebeiteld van bniten
gezien, de ingang zou worden van de daarachter gelegen
cellen.
Men kon blijkbaar over een groote ruimte en over
voldoend kapitaal beschikken en heeft van beide zaken
die zoo dikwerf ontbreken dan ook gebruik gemaakt.
Toch getuigt de verdeeling van de groote ruimte van
groote onbeholpenheid.
Het kantongerecht heeft de grootte van een vertrek
in een gewoon huis.
Bovendien zijn alle vertrekken voor het doel waar
voor ze bestemd zijn te klein met uitzondering van
de rechtszaal, met groen biljartlaken behangen.
Ter wille van de verdeeling der vensters bracht men
do dorpels zoo aan dat zij indien men het vertrek
binnenkomt het uitzicht belemmeren.
Hoewel geen geld gespaard is voor versieringenheeft
men de zuinigheid betracht bij de ramen, zoodat in elk
raam slechts één ruit open kan.
Doch behalve deze fouten die men had kunneu ver
mijden indien de plannen waren samengesteld na overleg
met hendie het gebouw moeten gebruiken moet men
erkennen dat het rechtsgebouw het best geslaagd is uit
een architectonisch oogpunt, altijd van buiten beschouwd.
Men kou voldaan zijn indien de motieven van versiering
aan vele nieuwe winkelpuien met evenveel zorg gekozen
waren, als die van het rechtsgebouw.
Doch genoeg kritiek reeds afbreken is altijd gemak
kelijker dan opbouwenen de beste architecten staan op
dezelfde plaats als de beste stuurlui.
KHHJKIjAIH©. Den 7 heeft een stneadoor, Taylor
genaamd, in de wijk Pooting te Londen, zijne vrouw en
zes kinderen vermoord en daarna zich zeiven van het
leven beroofd; een kind hoewel zwaar gewond, wist te ont
komen. Hij stood als een oppassend en matig man bekend;
hij was lang zonder werk geweest en toen hij werk ge
kregen had, werd hij door de influenza aangetast. Hij
schijnt nit wanhoop tot deze daad te zijn overgegaan.
Tweede Hamer.
Den 8 namen de heeren Pyttersen van Alphen, Pijn
appel en Lohman nog deel aan de beraadslaging over de
motie-Gerritsen. Eerstgenoemde zon gaarne daaraan zijne
stem geven. De tweede beaamde in beginsel de motie,
maar achtte haar te algemeen en door de formnleering
er van kwalijk uitvoerbaar. Hij stelde de volgende
motie voor
„De Kamer, van oordeel, dat het wenschelijk is bij
bouwwerken van Rijkswege, die bij aanneming en binnen
de grenzen van ééne gemeente zijn nit te voeren, bijal
dien het in zoodanige gemeente gebruikelijk is bijzondere
bepalingen omtrent loon en arbeidsduur in de bestekken
op te nemen, met dat gebruik rekening te houden
gaat over tot de orde van den dag."
De heer Pijnappel ontwikkelde verschillende bezwaren
en de heer Lohman verklaarde op hetzelfde standpunt te
staan als de heer Pijnappel. Daarna sprak de minister
van waterstaat.
Deze verklaarde, dat de regeering zich niet kon onder
werpen aan maatregelen van gemeentebesturen, waarop
zij hoegenaamd geen invloed uitoefent. Hare aandacht
was steeds op dit onderwerp gevestigd en mochten er
misbruiken aan het licht komen, dan zou zij niet aarzelen
daartegen maatregelen te nemen. Bij het stichten van
gebouwen kwam hem een werktijd van elf uren zooals
sedert jareu toegepast wordtvoldoende voor en ook
wenschelijk met het oog op de belangen van het toezicht.
Van de noodzakelijkheid om door bepalingen ten aanzien
van het loon tegen mogelijke misbruiken te waken, was
tot heden niets gebleken. Onder de werking der open
mededinging waren de loonen overal, doch voornamelijk
bij de uitvoering van Rijkswerken, aanzienlijk gestegen.
Nadat de heer Gerritsen uitvoering zijne motie
tegen de aangevoerde bedenkingen verdedigd en de wij
ziging van den lieer van Alphen overgenomen had, stelde
de heer Borgesins sluiting der beraadslaging voor dat
met algemeene stemmen aangenomen werd. De gewijzigde
motie werd daarna verworpen met 38 tegen 36 stemmen.
Tegen stemden de heeren Boolvan Bylandt (Apel
doorn), Mees, Haffmans, van Deinse, Schimmelpenninck,
Michiels v. Verduynen Troyen, v. Kerkwijk, Pijnappel,
v. Gijn, Walter, v. Vlijmen, Goekoop, v. Bylandt (Gouda),
Conrad, d' Ansembonrgh, Basten-Batenburg, v. d. Schrieck,
Harte, v. Dedem, Guyot, de Beaufort (Wijk), Rooyaards,
de Ram, Smits v. Oyen, Tydens, Everts, van Karnebeek,
PlateVos de WaelT. Mackay, Travaglino, v. d. Kun,
de Beaufort (Amsterdam)v. d. Berch v. Heemstede
Hintzen en de voorzitter.
Vóór stemden de heeren Pyttersen Drnckervan
Alphen Meesters Lely Schepel BorretM. Mackay