Poolsch Bloed,
No. 30. Tweede Mad. Zeven en HTegentigste Jaargang
1895.
ZONDAG
10 MAART.
Amsterdainsciie Brieven.
FEUILLETON.
Buitenland.
NATALY YON ESCHSTRUTH.
ALKMAARSCHIi COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonne) nentsprijs pol'
maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
geheele rijk 1,
De B nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgavers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnui
ter: 3
Zij die met 1 Mei a s. iu aanmerking
SF-"W wenschen te komen voorONDBttWIJlER
aan de 2e openbare school voor onvermogenden te
A L K M A AR (hoofd de heer C. J. R e i z i g e r), op
f 630, jaarwedde worden verzocht, zich onder over
legging der bij de wet gevorderde stukken bij vracht
vrije brieven te wenden tot het gemeentebestuur vóór
18 Maart a.s.
Volgens raadsbesluit van 13 September 1894 No. 11
zal gewicht gehecht worden aan het bezit der akte
van bekwaamheid in de beginselen der
landbouwkunde.
TOELATING VAN LEERLINGEN OP DE
TlJIIGIiEN- EN AKHENICHOLEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
noodigen belanghebbenden die met 1 Mei a.s. kinderen
op een der openbare scholen voor onvermogenden of op een
der openbare tusschenscholen toegelaten wenschen te zien,
uit, daarvan uiterlijk vóór 1 April 1895 aangifte te doen
bij de hoofden dier scholen onder overlegging van het
geboortebriefje en het inëntingsbewijs der kinderen, waar
voor toelating gevraagd wordt.
Voor de aangifte aan do eerste tussclienschool
(hoofd de heer A P. Zeilmaker), bestaat de gelegenheid
aan het schoolgebouw op den Koningsweg, des morgens
tusschen 8^ en 9 uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
AlkmaarDe Secretaris,
5 Maart 1895. NUHOUT VAN DER VEEN.
IV.
Wat niet moeielijk was te voorzien en door ons dan
ook nog geen drie maanden geleden werd voorspeldis
geschied bij het tooneel- en het operagezelschap
van den heer J. de Droot is de krach gekomen.
Nog geen drie weken geleden waren wij in het Paleis
om met eenige honderden mee te doen aan de clowu-
achtige hulde die toen den heer de Groot bij zijn vijf
en twintigjarige tooneelloopbaan werd gebracht; toen ging
de ovatie aan den stichter van de Nederlandsche Opera
nog van een leien dakje en bracht de heer de Groot een
deel der hem gebrachte hulde met bescheidenheid over
aan den orkestmeester de la Fueutetoen was 't nog
alles schittering in de costumes en de toiletten en haalden
de heeren hun harten nog op aan de verrichtingen der
aardige balletteuses nu heeft diezelfde orkestmeester,
voor wien de heer de Groot nog wel een Christophorus-
ordetje had weten te bemachtigen waarmee hij hem op
zijn benefice-avond had willen verrassen zijn directeur
eensklaps in den steek gelaten omdat hem na den lsten
Maart zijn volle tractement niet meer kon worden uit
betaald nu pruilen de aardige danseresjes en danken zij
den hemeldat de leden der ontbonden gezelschappen
ten minste nog een voorstelling hebben willen geven om
DOOR
haar reisgeld te bezorgen opdat zij naar haar vaderland
kunnen terugkeeren nu komt eerst aan het lichtwelke
schatten de geforceerde concurrentie met de opera-van
der Linden heeft gekost.
't Is wel een treurige afloop. Toen de Groot jubileerde,
schreven de courantendat de wondere eigenschap van
dezen man was zijn vermogen om alles wat hij wilde
tot stand te brengen na een kwart eeuw schijnen zijne
beschermgeesten hem in den steek te laten.
Of zouden de opera- en tooueelgezelschappen, die zich
op de puinhoopen van vroegere grootheid hebben gevormd,
ten slotte nog meer levensvatbaarheid bezitten dan de
vorige? Zou het wellicht blijken, dat het uit een finan
cieel oogpunt toe te juichen isdat de eerste en duurste
krachten zich hebben teruggetrokken en nu een nieuw
leven wordt aangevangen waarin niet langer het wan
hopige behoeft gedaan te worden om met de kunstin
stelling op het Leidsche Plein te wedijveren, 't Is meer
geziendat ondernemingen die zich op den eersten rang
niet konden handhaven schitterden op den tweeden.
Wat de opera betreftbestaat het comité van recon
structie uit de solisten Schmier Dons en Ooini en de
koristen Benavente en Culp. Het geüeele orkest heeft
zijn medewerking toegezegd en zelfs bestaat er mogelijk
heid nu de boel geheel in de war is geloopendat ook
de heer de la Fuente terugkeert. De meest bekende so
listen als Maurits de Vries, van Loo mej. Estella de
Vita en mej. Stella de la Mar zijn heengegaanwaarmee
het first rate-cachet is vervallen.
De overgeblevenen gaan nu echter tegen verminderde
prijzen spelen en znllen daardoor een categorie van men-
schen bereiken die dolgraag een opera zien maar voor
wie de entrée te hoog is om daarvan dikwijls te kunnen
genieten.
Ook het tooneelgezelschap heeft goede krachten verloren
als de dames Róssing Ude en Mulder en de heeren van
Knyk Malherbe en Smith. Er zijn intusschin ook min
stens even bekwame leden geblevoD onder regie der
heeren Potharst en Kiehl zullen deze nu den strijd om
het bestaan voortzetten. Alle hoop is nu gevestigd op de
komende tentoonstelllngsdagen, waarvan men zich te
Amsterdam gouden bergeu droomt, 't Schijnt werkelijk,
dat de ervaring van de vorige expositie nog niet diep
genoeg is doorgedrongen toen werd de boog zoo sterk
gespannen dat nog jaren lang de naweeën zich hebben
doen gevoelen.
De politie merkt het ook al geducht, dat een bijzondere
attractie die vele vreemdelingen zal lokken in aantocht
is. Zij merkt dat door de sterke toestrooming van vrouwen
zonder beroep die in de hoofdstad toch al genoeg ge
vonden wordenmaar waarvan het er nu letterlijk be
gint te krioelen, 's Avonds vormen zij een groot per
centage van de voorbijgangers in de stratenen wee hij,
die met geld in den zak en met door drank benevelde
zinnen zich door haar sirenenstem laat verlokken. Dan
komt hij in een roofhol terechtwaar hij geheel nitge
schud wordt en waarop geen verhaal schijnt te zijn.
Van de week wandelde ik met een politie-ageut van
veel ervaring en als vanzelf kwam het gesprek op de
2)
Het gekrijt wordt minder luid, de oogjes vallen zacht-
kens toenog een paar snikjes, en de kleine is aan de
borst haars vaders rustig ingeslapen. De graaf keert nu
naar zijn zetel terug en zit opnieuw met verlangen uit
te kijken naar de min, die hij uit de naastbijmaar op
verscheidene mijlen afstand van het slot, gelegen stad
heeft doen ontbieden.
Zijne lippen trillen van zenuwachtige aandoeninghij
neemt een boek op, dat hij snel doorbladert, om het zeer
spoedig weer neer te leggen.
De groote klok vermeldt met zwaren helderen slag
het uur.
In den corridor doen zich haastige voetstappen hooren
en een oogenblik later treedt de oude Ewald de zaal
binnen.
«Heer graafbegint hij.
«Is de wagen er, is Hans vraagt de graat
haastig, terwijl hij zich gereed maakt naar de deur te
snellen.
»Neen, uwe grafelijke genade," zegt Ewald, misnoegd
en ongeduldig het grijze hoofd schuddende, «het is een
troep landloopers die brutaal genoeg waren om aan te
kloppen, en smeeken uit barmhartigheid te worden opge
nomen. Het is een in lompen gekleede man met zjjne
vrouw en twee kinderen." En terwijl de oude dienaar
nu nog dichter neigt tot het oor van den graaf, voegt
hij er bij «Naar hun uiterlijk te oordeelen zijn het Pool-
sche insurgenten, die over de grenzen zijn gevlucht! Dat
goed is als pek, wie er mee omgaat wordt er door be-
verdorvenheid in sommige achterbuurten. Ik kan hier ter
plaatse niet alles over vertellen maar toch genoeg om
te doen beseffen, wat er in een metropolis als Amsterdam
zoo ongeveer huist. Vooreerst dan bestaan er dieven
benden met een voortreffelijke organisatie. Zij houden
beraadslagingen in hun eigen taal met helers en maken
een plan de oampa me op met zooveel overleg dat het
voor de politie later bijna niet mogelijk ishet kluwen
te ontwarren. Als zij zich aan het werk hegeven zijn
er zooveel posten uitgezet en zooveel voorzorgsmaatregelen
genomen dat het al een wonder zou wezen wanneer
de politie hen betrapte. Bovendien zulk een agent zou
zonder aarzelen onschadelijk worden gemaakt.
De leden van dat dievengilde wonen meestal met
vrouwen wier taak het iskolonialen met handgeld
afgemonsterde matrozen of provincialen mee te troonen
naar plaatsen waar zij in de macht zijn der souteneurs
en al hunne penningen moeten afstaan. Dat souteneur-
stelsel is vooral door de duitschers ingevoerd en heeft
voel navolging gevonden bij de prostituees van wat hoo-
geren rang. De middelen die deze gebruiken om aan
den kost te komen zijn overigens geen haar beter dan
van de meiden uit de beruchte stegen. Doch zooals wij
zeiden een courant is niet de plaats om daarover zoo
uitvoerig te spreken.
In den gemeenteraad krijgen wij het prostitutie-vraag-
stuk ook weer. Eenige leden hebben voorgesteld het
houden van bordeelen te verbieden en nu worden er door
christelijke vereenigingen vergaderingen op touw gezet
om aan dat voorstel moreelen steun te schenken. Ons
schijnen die meetings een eigenwijs oordeelen over zaken,
waarvan men geen verstand heeft. Waar de medici bijna
zonder uitzondering de wenschelijkheid van bordeelen
betoogen omdat deze althans eenigszins het nog erger
kwaad van de clandestiene prostitutie tegengaandaar
dient de leek te zwijgen en vrede te hebben met hetgeen
een noodzakelijk euvel wordt geacht. Wij twijfelen dan
ook nietof de meerderheid in den raad zal in dien
geest beslissen. Toch is het goeddat de zaak weder
eens ter sprake komtal was het maar alleen wijl
daardoor op het ergerlijke brutale optrodeu der prosti
tuees nog eens de aandacht gevestigd wordt en daartegen
maatregelen zullen worden aanbevolen.
smetwij mogen dus wel hoogst voorzichtig zijn, uws
grafelijke genade
Een geweldige rakwind vaart huilend langs den gevel
en jaagt de ijskegels kletterend tegen de vensters. Graaf
Dynar, die aanvankelijk ontmoedigd was terruggetreden,
doet haastig een schrede naar de deur.
«Zijn er kinderen bij, zegt gij vraagt hij onthutst,
kinderen Eu zou ik dan die ongelukkige menschen
in zulk weêr een onderkomen weigeren Neen, dat nooit
en terwijl zijn edel voorhoofd zich nog dieper fronst
beveelt Gusta.if Adolf zijn dienaar met ongeduldig gebaar
hem voorbij te laten naar de trap.
Doch de onde Ewald overschreed voor de eerste maal
de grenzen der gehoorzaamheid. Hij legde de hand op den
arm zijns meesters en zeide met smeekenden blik »Neem
ze toch niet in het slot op, genadige heer, zij hebben een
stervend kind bij zich. Wie weet wat dat kind scheelt
en welke besmetting zij wellicht hier binnen brengen
In den paardenstal is ruimte genoeg, ze kunnen daar een
behoorlijk onderkomen vinden, die landloopers! ze znllen
toch waarlijk wel niet verwend wezen, en
»Een stervend kind riep de graaf ontroerd en meê
warig uiten zonder den oude te laten uitspreken, dnwde
hij hem bijna barsch op zijde en snelde door den corri
dor en de trappen af.
In de groote gewelfde vestibule zat, beschenen door
het matte, roodachtige licht van twee groote lampen
aan den voet van een bronzen beeldgroepeen jonge
vrouw gehurkt, met een stervend wicht op den schoot
welks ijskoud lichaampje zij aan haar bevende borst
trachtte te verwarmen.
Nevens haar knielde de gestalte van een man, wiens
lompen het hemd op borst en schouders bijna geheel
bloot lieten, terwijl zijn eveneens ongedekt hoofd er met
de lange haren en ongeschoren baard woest en verwil
derd uitzag. Bibberend vouwde hij de verkleumde handen
en trachtte ze door zijn adem een weinig te verwarmen
Naast hem, in een jas zijns vaders gewikkeld, lag een
bleek en uitgeput knaapje in onrustigen slaap op de kille
steenen.
DUITSCHLANID. De Keizer is den 6 des morgens
van Wilhelmshaven naar Helgoland gegaan, om de door de
laatste stormvloeden aangerichte schade in oogenschouw
te nemen.
Rijksdag. Den 6 waren de tribunes overvol Aan
de orde was het voorstel-Hasse om de naturalisatie van
vreemdelingen te bemoeielijken en tevens strengere be
palingen te stellen op het vertrek uit den Staat. Na
eene stormachtige beraadslaging werd het voorstel ver
worpen.
Over het voorstel van den antisemiet Liebermann, hou
dende maatregelen tegen immigratie van Joden ging
men tot de eenvoudige orde van den dag over.
Bij het kraken der treden het hoofd opheffende, zag
de havelooze den graaf aan, terwijl hij van smart over
stelpt stamelde
«Monsieur le comte
Graaf Dynar blikte ontroerd in het doodsbleeke gelaat,
welks koolzwarte oogen hem zoo deerniswekkend aan
staarden, terwijl het vloeiend Fransch den fijnbesneden
mond al bevend ontsnapte.
Twee groote, haastige schreden brachten den graaf
naast de knielende vrouw zijn hooge gestalte boog zich
medelijdend over haar schouders naar het nu bijna leven-
looze wicht.
«Wat scheelt hem?" vroeg hij bekommerd.
«Bevroren!" klonk het als een wanhoopskreet uit den
mond van den armen Pool. «Geef ons om Godswille een
weinig melk, een warmen doek misschien kunnen wij
hem nog in het leven behouden." En terwijl zijn tranen
op het doodsbleeke gezichtje vielen, drukte hij zijn kind
met onstuimige smart aan de borst.
Tot in de ziel geroerd, gaf de graaf iu der haast eenige
bevelen aan de nieuwsgierig gapende bedienden, waarna
hij zelf het op de steenen sluimerende knaapje in de
armen nam om het naar boven te dragen.
«Volgt mij!" zeide hij vriendelijk tot de vreemde
lingen.
Hoe licht woog de teöre last op de forsche armen
Hoe mat en droevig mager dook het donker gelokte
hoofdje tusschen de breede plooien van het kamergewaad
des gebieders van Proczna
Op de teenen, als om den slaap niet te storen van
het knaapje, welks tandjes zelfs in den sluimer nog klap
perden van koude, trad de graaf het zooeven verlaten
vertrek weer binnen en legde het sidderend lichaampje
op de zachte kussens van den divan. Met bijna moeder
lijke teederheid spreidde hij het zachte voetendek over
den kleine, streek de natte haren van het voorhoofdje
weg en wendde zich vervolgens tot de zwervers, die hem
zwijgend gevolgd waren.
«Ewald," gebood hij den knecht, «breng dadelijk eenige
kleeren van mij en zeg aan je vrouw dat zij voor droge