Juli f
Augustus
September
October
De Voorzitter stelt voor, dit stuk ter leziBg te
leggen en inmiddels burg. en weth. te machtigen, maat
regelen te nemen tot het houden dier proef.
De heer Kraak man kan zich wel met het eerste
denkbeeld vereenigen, doch minder goed met het tweede.
Hi] zou het beter achten, dat dit voorstel eerst beter
tot het publiek doordrong en dat zoowel de raadsleden
als de belanghebbenden die misschien bezwaren tegen
deze maatregelen hebben, den zin van dit voorstel beter
begrijpen. Dien zin zet hij daarna breedvoerig uiteen,
daarbij latende uitkomen, dat het Fnidsen, bij het nemen
dezer proef, met karren, hand- of kruiwagens alleen bereden
zal moyen worden van de Spekbrug naar de Appelsteeg.
Wel zullen de palen weg genomen wordendoch hei
verbod om met paard en rijtuig hier te rijden blijft bestaan.
De Voorzitter verklaart het gevoelen van den
heer Kraakman volstrekt niet te deelenhoe eerder met
de proef begonnen wordt, hoe beter. Bestaan er bezwa
ren, en dit wil hij gaarne aannemen, dan komt de Raad
ze te spoediger aan de weet. Er gaat anders weer on
geveer eene maand verloren. Nadat de heer Kraak
man verklaaid had, zich bij het dadelijk nemeu der
proef neer te leggen, wordt des Voorzitters voorstel met
algemeene stemmen aangenomen onder de proef zal
Maandag begrepen worden, hoewel de heer de W i t op
de vraag van den heer Kraakman, of de maatregel
voor den Maandag wel noodig was, geantwoord had, dit
minder noodig te achten. De Voorzitter merkte
nog op, dat de te nemen proef ook dit wel zou aantoonen.
11. Brief van het Bestuur der Vereeniging de Am
bachtsschool voor Alkmaar en Omstreken houdende
mededeeling dat de Vereeniging in staat gesteld is de
voorwaarden van finantiöelen aard, welke aan het raads
besluit van 9 Januari 1895 zijn verbonden, na te komen.
Voor kennisgeving aangenomen.
12. Verslag van de inrichting voor hooger onderwijs
over 1894. Het getal lesuren overschreed in de eerste
helft des jaars het getal 80daar 3 leerlingen vóór de
zomervacantie een examen moesten afleggen. De uitslag
was dat één leerling toegelaten werd tot de 3e klasse
van het gymnasium te Nijmegen, één leerling met goed
gevolg het staatsexamen B aflegde en één leerling afge
wezen werd. Eén leerling, die een jaar aan deze inrich
ting leerling was geweest en toen met zijne familie naar
elders verhuisde slaagde voor het examen B. De vlijt
en de vorderingen der leerlingen in de lagere afdeelingen
zijn over het algemeen te prijzen eenige leerlingen zijn
zeer goed; slechts één leerling kon niet tot eene hoogere
afdeeling bevorderd worden. Het overgangsexamen was
publiek.
De cursus 1894/5 begon met 21 leerlingen (5 gingen
weg en 8 kwamen er bij). Van drie leerlingen wonen
de ouders elders, respectievelijk te Winterswijk, Winkel
en Ursem. De 2 oudste leerlingen kregen dagelijks 3
uur les in de oude talen de 19 andere waren in 4 af
deelingen verdeeld aan wie Woensdag- en Zaterdag
middag van 15 uur les gegeven werd in het door de
gemeente aangewezen lokaal, dat uitstekend bleef voldoen.
Voor kennisgeving aangenomen. Het verslag zal als
bijlage tot het gemeente-verslag gedrukt worden.
Weg tussclien Akersloot en Alkmaar.
13. Brief van de kamer van koophandel en fabrieken,
waarin zij weder ter sprake brengt de verbetering van
den weg tusschen Akersloot en Alkmaar langs de west
zijde van het Noordhollandsch Kanaal, waarvoor de Raad
reeds f 1000 beschikbaar stelde als bijdrage in de kosten
van beharding, door den Staat begroot op ƒ9900, welke
uitgave het Rijk voor zijne rekening wil nemen indien
door belanghebbenden lj3 deel en door de provincie even
zeer l/g deel in de kosten wordt bijgedragen Het onder
houd van den weg blijft dan geheel voor Rijks-rekening. Het
gemeentebestuur van Akersloot heeft daarenboven eene bij
drage van f 1000 toegezegd; dat van Heiloo 300 en voorts
de Binnengeesterpolder 142, de Klaashoorn en Kijfpolder
J 80, de Zwartedijkspolder f' 72, de Hempolder 31, de
Boekelerpolder f 85 en een inwoner van Akersloot f 31
In het geheel is dus door do direct belanghebbenden
toegezegd 2741. Er ontbreekt dus aan het 1/s deel
van 9900 of f 3300 nog 559, een te gering bedrag,
dan dat daardoor het welslagen der zaak zou mogen
worden in gevaar gebracht. De kamer meent grond te
hebben tot de veronderstelling, dat Akersloot zal volgen
haar toegevoegd subsidie te verhoogen, wanneer Alkmaar
voorgaat. Daarom acht zij de tot standkoming der zaak
verzekerd indien de Raad besluit de helft der ontbre
kende 559, d. i. f 279 50, voor hare rekening te nemen
en aldus het cijfer harer bijdrage vast te stellen op een
maximum van 1279.50. Zegt de Raad deze bijdrage
toedan zal de kamer zich dadelijk tot het gemeente
bestuur van Akersloot wenden tot hetzelfde doel. Uit
de overgelegde briefwisseling zal de indruk verkregen
worden dat zij niet te vergeefs bij Akersloot zal aan
kloppen en dat zij ook mag verwachten, dat de provincie
hare bijdrage van 1/3 in de kosten niBt zal weigeren
Het feitdat zoo verschillende corporation voor deze
wegsverbetering gelden toegestaan hebbenis welspre
kender dan alle betoog voor het groote belang dat
hierbij betrokken is. Met aandrang verzoekt zij dan ook
de bijdrage voor deze wegsverbetering te verhoogen tot
een maximum van 1279.50.
De Voorzitter stelt voor, dit verzoek, dat eene
bekende zaak geldt, met het oog op de aanstaande zo
mervergadering der Provinciale Staten nog heden te
behandelen. Daartoe besloten zijnde, stelt hij voor, het
verzoêk in te willigen mot dien verstande, dat hoogstens
1279.50 subsidie wordt toegezegd of zooveel minder in
evenredigheid als de aannemingssom minder dan f 9900
zal bedragen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangeno
men, nadat de heer Kraakman gewezen had op het
groote belang van dezen weg voor de bewoners van
Assendelft en Heemskerkals korter en minder kost
baar dan de Rijksstraatweg met zijne vele tollenen
de Voorzitter den heer Boelmans ter Spill toege
zegd haddat deze toezegging van verhoogd subsidie
alleen van kracht bleefwanneer het gemeentebestuur
van Akersloot Alkmaar's voorbeeld volgde.
14. Brief van de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs ten geleide van een aan den Raad
gericht verzoek van den heer J. W. Willemsen, adsistent-
leeraar in het ljjn- en vakteekenen uan de burgeravond'
schoolwaarbij hjj kennis geeftdat hij gedurende
weken en een dag door ongesteldheid verhinderd was
zijne betrekking waar te nemen dat in overleg met de
commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs en
met goedvinden van burg. en weth. zijne taak gedurende
dien tijd waargenomen is door den heer A. Droog die
daarvoor eene vergoeding moest genieten; dat die vergoe
ding ten bedrage van 19.20 door hem betaald is; dat vol
gens brief van burg. en weth. de tijdelijke voorziening in de
betrekking van leeraar aan de burgeravondschool geene gel
delijke offers van de gemeente mocht eischen; dat hij thans
verzoekt, hem die kosten terug te geven, daar hij geheel bui
ten zijne schuld zich heeft moeten laten vervangen en dat bo
vendien alle leeraren, die aan de burgeravondschool belast
zijn met het onderwijs in lijn- en vakteekenen zoovele
lessen moeten geven, dat het hun onmogelijk is, tijdelijk
de taak van een ambtgenoot geheel of gedeeltelijk op
zich te nemen. De commissie van toezicht ondersteunt
dit verzoek; het komt haar billijk voor, dat de gemaakte
kosten alsnog ten laste van de gemeente komen daar
zij geheel buiten schuld van den verzoeker gemaakt
moesten worden en daar de noodzakelijkheid van het
stellen van een plaatsvervanger hieraan is toe te schrijven,
dat het personeel der avondschool zoo weinig talrijk is
in verband met het groot aantal leerlingen en het
aantal lesuren.
Gesteld in handen van burg. en weth. om bericht en
raad, de vaste commissie van financiën gehoord.
15. Brief van P. van den Endedirecteur, en
P. Hoekstra, opzichter der gemeente-reiniging, houdende
dankbetuiging voor de gunstige onderscheiding hun te
beurt gevallen bij raadsbesluit van 27 Eebr. 1.1. No. 17.
Voor kennisgeving aangenomen.
16. Brief van diakenen der herv. gemeente, houdende
mededeeling, dat op de kiezerslijsten, dienst 1895, geene
personen voorkomen, die van hen in het burgerlijk jaar,
voorafgaande aan de vaststelling der lijst, ondersteuning
hebben genoten.
17. Gelijk bericht van de Vereeniging van den H. Vin-
centius van Paulo.
18. Gelijk bericht van diakenen dor evang. luthersche
gemeente.
19. Gelijk bericht van het r. k. parochiaal armbestuur.
20. Gelijk bericht van het bestuur der Pius stichting.
Ns. 15 tot en met 20 voor kennisgeving aangenomen.
21. Verzoek van J. Lindom verbetering van den
toestand van den weg langs zijne woningen aan den
Geestersingel bij het rechtsgebouw die bij regenachtig
weder zeer vuil en modderig is, door bestrating en door
plaatsing van nog een gaslantaarn.
Ter lezing gelegd om daarop zooveel acht te slaan
als de Raad zal vermeenen te behooren, als de daarbij
bedoelde zaak straks aan de orde der behandeling is.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de
leden ter lezing gelegen hebbende stukken.
22. Verzoek van den heer A. E. Kempees, om eervol
ontslag als lid der plaatselijke commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs, wegens zijn aanstaand vertrek
uit de gemeente.
23. Verzoek van denzelfden heer om eervol ontslag
wegens dezelfde reden als lid der gezondheidscommissie.
Beide verzoeken iugewilligd, onder dankbetuiging voor
de in die betrekkingen aan de gemeente Alkmaar be
wezen diensten.
Van de vaste commissie van financiën.
24. Rapport omtrent de rekening van de vaste com
missie van toezicht en beheer over het stedelijk muziek
korps over 1894.
De commissie stelt voordie rekening onveranderd
goed te keuren. Zonder beraadslaging aangenomen.
25. Rapport op het verzoek van het burgerlijk arm
bestuur, om een bedrag van f 83.84 af te schrijven van
een post in zijne begrooting voor 1894 en over te
schrijven op een drietal overschreden posten.
De commissie van financiën heeft geen bezwaar, mach
tiging te verleenen, behoudens het nader grondig onder
zoek der uitgaven bij het nazien der rekening.
Zonder beraadslaging aangenomen.
26. Rapport op het verzoek van regenten van het
burgerweeshuis, om machtiging tot het doen van af- en
overschrijvingen in de begrooting voor dat gesticht
voor 1894, tot een bedrag van 883 305.
De commissie van financiën heeft geen bezwaar, mach
tiging te verleenen, behoudens het nader grondig onder
zoek der uitgaven bij het nazien der rekening.
Zonder beraadslaging aangenomen.
Van Burgemeester en Wethouders.
Concierge van het Stadshuis.
27. Brief, houdende mededeeling, dat na den verbouw
van het Stadshuis de concierge van gemeentewege belast
is geworden met het schoonhouden van drie groote lo
kalen welke vroeger bij het Rijk in gebruik waren ten
dienste van de arr. rechtbank en toen door hem voor
Rijks rekening schoon gehouden werden. Het komt burg,
en weth. hoogst billijk voor, hem voor die vermeerdering
van werkzaamheden eene vergoeding te geven en zij
stellen daarom voor zijne jaarwedde als concierge met
j 50 te verhoogen en alzoo te brengen op J 600, en
deze verhooging te laten ingaan 1 Januari 1895, tijdstip
waarop die vermeerdering van werkzaamheden aange
vangen is. De commissie van financiën vereenigt zich
met dit voorstel. Zonder beraadslaging aangenomen.
Kohier hoofdelijke omslag.
28. Brief, waarbij ter vaststelling wordt aangeboden
hei kohier der plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, dienst 1895. Daarbjj wordt medegedeeld dat
ten vorigen jare tengevolge van verschillende omstan
digheden dat kohier eerst opgemaakt was den 17 Mei
en den Raad dien dag aangebodenterwijl een gedrukt
exemplaar van het kohier den raadsleden werd aange
boden in den avond van den 29 Mei. De Raad maakte
den 30 Mei toen bezwaar, het kohier dadelijk te beban
delen ,e waarvan het gevolg was dat het eerst den 27
Juni vastgesteld en door God. Staten goedgekeurd werd
den 4 Juli. Die late vaststelling heeft tot vele moeie
lrjkheden en tot nadeel voor de gemeente aanleiding
gegeven. In de zes eerste maanden des jaars werd toch
op den post hooJdelijke omslaggeraamd op 35000
niets ontvangen terwijl in de overige maanden de vol
gende bedragen ontvangen werden
November
December
3218.51
3904.91
3995.79
9494.58s (In deze maand had
de eerste vervolging
plaats).
1581.52
1357.66
f 23552 97s
Er was alzoo op 31 December 1894 sleehts '2/3 van
het geheven bedrag betaald. Daardoor moest het geheele
jaar meer tijdelijk geld opgenomen worden, ter voorziening
in de uitgaven, dan in gewone omstandigheden het geval
zou zijn geweest. Om hierin verbetering te verkrijgen,
werden maatregelen genomen om de beschrijving en de
classificatie der belastingschuldigen te bespoedigen en die
maatregelen hebben tot uitslag gehaddat het kohier
den 15 Maart reeds vastgesteld is kunnen worden tot
een belastbaar inkomen van f 1.611.260 en een invor
derbaar bedrag van f 34.642.09, berekend naar 23/J0 pet.
tegen 2J/10 pot. in 1894. Het kohier zal thans gedrukt
moeten worden, waarmede 3 4 weken verloopen. Werd
de vaststelling van het kohier tot na dien tijd door den
Raad verdaagddan zou het voordeeldat door het
bespoedigde opmaken verkregen zou wordenwederom
voor een goed deel verloren gaan. Buig. en weth. ver
zoeken daarom, het kohier dadelijk vast te stellen.
Op den voorgrond staatdat in de classificatie geene
ingrijpende veranderingen zijn gemaakthet aantal aan
geslagen personen is alleen iets grooter geworden, door
dat verscheidene personen van wie gebleken was dat
zij een inkomen hadden van f 500 f 700 onder de
aangeslagenen opgenomen zijn geworden. Wanneer ver
der in aanmerking wordt genomendat het aantal ver
anderingen, door den Raad in het door burg. en weth.
opgemaakte kohier gebracht, steeds zeer gering is geweest,
dan gelooven zij gerust de meening te mogen uitspreken,
dat het voordeel van die enkele na rijpe overweging
misschien aan te brengen verandering volstrekt niet
opweegt tegen het nadeeldat èn voor de gemeente èn
voor de belastingschuldigen uit eene vertraagde vast
stelling voortvloeit. Dat nadeel voor de gemeente is
reeds uiteengezet en dat voor de belastingschuldigen
bestaat hierin dat zij missen het voorrechtom het
door hen te betalen bedrag over een grooter tijdvak te
verdoelen. Met het drukken van het kohier in den
bekenden vorm zal na de vaststelling dadelijk een aan
vang gemaakt worden.
De heer Boelmans ter Spill verklaart tegen te
zullen stemmendaar hij de verantwoordelijkheid van
dit kohier niet op zich wil nemen. De Raad is ten vorigen
jare niet de schuld van de vertraging geweest: burg. en
weth. stelden het kohier eerst vast op 17 Mei, het werd
gedrukt rondgezonden op 29 Mei en toen maakte de Raad
bezwaar het op den 30 Mei te behandelen. De Raad had
echter wel vroeger voor de behandeling opgeroepen kun
nen worden dan tegen 27 Juni De termijn van 3 4
weken voor het drukken komt hem vrij lang voor en de
volgende raadszitting zou niet zoo lang uitgesteld behoeven
te worden. De heer deGroot, die het gevoelen van den
heer Boelmans ter Spill kan deelenzou met het oog op
de heden reeds genomen besluiten tot het doen van uit
gaven, het te heffen bedrag niet met '/zo pet. willen
verminderenmaar behouden op het in 1894 geheven
bedrag. De Voorzitter antwoordtdat dit laatste
denkbeeld op het oogenblik onuitvoerbaar is. De van
kracht zijnde verordening bepaalt, dat ten hoogste 35000
mag worden geheven. Het kohier moet dus daar beneden
blijven en dit zou niet het geval zijn bij heffing van 24/.20 pet.
Wil de Raad de beslissing aanhouden, dan is daar zeker
niets tegen maar hij wil alleen opmerken, dat hot gevolg
isdat door de latere betaling voortdurend geld moet
worden opgenomen, om in de uitgaven te voorzien dat
het uitschrijven eener raadsvergadering meermalen af han-
kelijk is van verschillende omstandigheden. Het drukken
van het kohier vordert nog al tijddaar het hoofdzakelijk
cijfers zijn. De heer Bruinvis herinnert, dat het
kohier reeds ter lezing heeft gelegen zoodat voor de
leden gelegenheid heeft bestaan daarvan ten stadshuize
kennis ie nemen. Men zon de behandelingwilde de
Raad dit, bijv. acht dagen kunnen aanhouden. De heer
Goede zou het ze r betreuren, wanneer de behandeling
uitgesteld werd. Het kohier werd te laat vastgesteld
nu zijn wij op den goeden weg om daarin verbetering
to brengen. Laat de Raad het kohier nu vaststellen
dan komt de zaak langzamerhand geheel in orde. Hij
kan bovendien mededeelen, dat den 15 bij de vaste com
missie van financiën het kohier in behandeling is geweest
en geene bedenkingen heeft uitgelokt.
Daarna wordt met 10 tegen 6 stemmen van de heeren
de Groot, Conijn, Janssen, Boelmans ter Spill, Canters
en Kraakman, tot de dadelijke behandeling besloten.
Vervolgens wordt het kohier vastgesteld.
Toegang Rechtsgebouw.
29. Brief waarbij burg. en weth. naar aanleiding van
de bespreking, aan het slot der laatste vergadering ge
houden over den toestand van den weg van den Ber-
gerweg naar het rechtsgebouw machtiging gevraagd wordt
zoowel dien weg, als den weg van het rechtsgebouw naar
de brug over de Hoevervaart, in verband met den aldaar
plaats gehad hebbende aanbouw van huizen, te verbeteren
op de wijze als omschreven is in het overgelegde rapport
van den gemeente-architect.
Deze stelt voor, een voetpad in den weg van den Ber-
gerweg tot het rechtsgebouw te maken van nieuwen
steen, met een riool naar den Singel en een ijzeren kolk
te hoogte van dat gebouw en een voetpad van ouden
steen langs de huizen van het rechtsgebouw tot aan de
brug.
Na eenige bespreking, waarbjj de heer C o n ij n ver
klaarde de voorkeur te geven aau een zijpad, in plaats
van een paardenpad in het midden en de heeren Stoel
en de Groot aandrongen om een bestraat vo9tpad in
het midden te maken van den Bergerweg naar den Ken-
nemerstraatweg, waarvoor onde steen zeer goed te ge
bruiken zou zijn, ten einde eene afdoende verbetering
in een slechten toestand te verkrijgenen de heer
Kraakman aangevoerd had, dat, daar waar de Raad
tot het doen dier uitgaaf besloten had voor den Hoever-
weg, buiten de gemeenteer toch geen bezwaar kon
bestaan, om den verbindingsweg van den Kennemerstraat-
weg met den Bergerweg te voorzien van een bestraat