Poolsch Bloed, ALKMAARSCHE COURANT Buitenland. FEUILLETON. Nederland. NATALY VON ESCHSTRUTH. No. 35. Zeven en negentigste Jaargang. 1895. van VK1JUAU 22 MAART 1898. Tweede blad. BELRIE. De Kamer zal den 20 het wetsontwerp op de verkiezingen voor de gemeenteraden in behandeling nemen. DUITSCHUARTD. De gemeenteraad van Bonn heeft prins Bismarck met algemeene stemmen tot eerebnrger benoemd. Vorst Waldemar van Lippe-Detwold is den 20 des morgens in den ouderdom van bijna 71 jaren overleden. Den 19 was men bij Spyck in het prnisische dorp Salmorth, op 20 minuten afstand van Lobit, bezig met het weder inladen van een transport dynamiet van onge veer 9000 kisten, of van 225.000 P. en verdeeld over 6 schepen, bestemd voor Maassluis, dat voor ongeveer vier weken, toen de rivier dicht lag opgeslagen was in een loods aan de overzijde der rivier. Om half zes, toen men begonnen was met de lading van het derde schip, werd een hevige knal gehoord, spoedig gevolgd door een nog heviger knal. Nadat de binnen de ligplaats der dynamietschepen opgestegen rookkolom opgetrokken was, bleek, dat één ijzeren schip, beladen met ongeveer 1190 kisten, in de lucht, gevlogen was: een houten schip zonder ladingdat daarbij op stroom lag, was in brand geraakt en verbrandde zeer spoedig. Eenige in de nabij heid gelegen vaartuigen hadden ernstige schade bekomen. Verder bleek, dat dertien personen omgekomen en 5 ge wond waren. Zeven lijken zijn teruggevonden. In den ge- heelen achterhoek van Gelderland veroorzaakte de dreu nende slag groote ontsteltenis en op verscheidene plaatsen in den omtrek der ontploffing word ernstige schade ge leden. Te Emmerik, op ruim l1/^ uur afstands waren door de geheele stad ruiten gesprongen. Het gerecht te Kleef stelt een onderzoek in. Het dynamiet zou ver zonden worden naar Port-Elisabeth en te Antwerpen overgeladen worden in het stoomschip Chemnitz. EWGEUAWD. Het officieel blad behelst een order van het departement van landbouw, waarbij de ontsche ping van vee uit bijna alle europeesche landen, Neder land daaronder begrepen, wordt verboden. Den 16 des avonds, zijn op zes mijlen van Londen in den Theemsmond bij een dikken mist twee stoom- booten van dezelfde maatschappij op elkaar ingevaren. Een boot werd bijna in tweeën geschoiden, maar kon toch nog door de ander op sleeptouw worden genomen naar Londen. De bemanning had zich in sloepen gered en werd aan de andere boot opgenomen. In Londen wordt eene kattententoonstelling gehouden, waar 700 stuks bijeengebracht zijn. De hoogste prijs bedraagt 1200. Het herstel van den minister-president Rosebery wordt aanmerkelijk vertraagd door slapeloosheid Zelfs de ver andering van lachtwaarvoor hij van Londen naar bui ten is gegaan heeft weinig gevolg gehad. Hij kan zich alleen met de allerdringendste zaken bemoeien. FRANKRIJK. Uit de gevangenis te Nlmes ont snapten achttien gevangenen. OOSTETSRIJIi-HOltfGARIJE. Aartshertog Fre- derik heeft onmiddellijk na de ramp in de Hohenegger- mijn bij Troppau in Silezië de som van 10C fl. beschik baar gesteld voor iedere vrouw, die bij deze ramp haren man verloor, en verder bepaald dat aan iedere weduwe en iederen wees jaarlijks even groote som uitgekeerd zou worden, als zy uit het onderling ondersteuningsfonds der mijnwerkers ontvingen. SPAMTJE. De te Cadix binnen geloopen kruiser Alfonso XII heeft den vermisten kruiser Reina Regente gezonken gevonden te Aceintunas Bajos bij Conilkust- DOOR 7) - Eindelijk was de dag aangebroken waarop zich de deur der studeerkamer van Gustaat Adolf ontsloot, om het hnppelende wichtje den weg te openen naar vaders zitplaats, waar zij haar teere armpjes hem liefkozend om den hals sloeg. Met een glans van genoegen in de oogen stond Jadwiga op den drempel en volgde met van genot stralende blikken de eerste wankele schreden der kleine Xenia. Doch nu achtte zij ook haar taak op Proczna volbracht, en verzocht haren vreemden gebieder om ontslag uit den dienst. Noch schoone beloften noch klinkende bewijzen van des graven ingenomenheid met hare diensten vermochten haar in Proczna te houden deemoedig drukte zij een kus op de hand van haren gebieder, doch bleef bij haar ant woord »Ik kan niet langer blijven, heer graafik bid u, laat mij gaan." Na haar goed te hebben bijeengepakt, drukte zij het door haar gezoogde kind nog eenmaal aan de borst, en overdekte het lieve gezichtje met teedere kussenterwijl zij vriendelijk weemoedig zeide»Mijn hart hecht aan u, lief kind, ondanks alles heb ik u lief. Naar het uiterlijk zult ge een Duitsche worden maar door uwe aderen stroomt Poolsch bloed, dat zich niet zal verloochenen. Eenmaal zult gijzelf den drang er van ge voelen, wanneer Polen zal terugkeeren tot zijn oude kracht en heerlijkheid Niech'zyje Polska Janek had deze woorden, hoe zacht ze ook waren ge fluisterd, vernomen. Den zin der woorden kon hij niet plaats nabij Cadix. Dit bericht heeft eene onbeschrijfe lijke treurigheid gewekt. De strijd op het eiland Mindanoa tusschen de inboor lingen en Spanjaarden is ten voordeele der Spanjaarden beslist. De Sultan is met 107 inboorlingen gesneuveld ZWEDBlf. De Rijksdag heeft met 194 tegen 171 st. besloten tot verhooging van het invoerrecht op onge- malen graan van 315 tot 370 öre per 100 P. en met 205 tegen 160 st. tot handhaving van het invoerrecht van 650 öre per 100 P. op gemalen graan. ZUID-AFRIHA. Do transvaalsche regeering heeft aan de bankbesturen medegedeeld, dat zij besloten heeft het verbod tegen het in omloop brengen van vreemd zilvergeld sterk te handhaven. Wel zal zij vergunnen dat zoodanige munt, die reeds in het land is, in omloop blijft, maar allen nieuwen invoer verhinderen. De bijeenkomst tusschen de transvaalsche commissie en de vertegenwoordigers der Swazies beeft tot een ge lukkigen uitslag geleid. De Koning is uitgeroepen als de vertegenwoordiger van het hoogste gezag. Tweede Ramer. Aan de beraadslagingen op den 19 gehouden over de motie van den heer Dobbelmann tot herzie ning en uitbreiding van het tarief van invoer rechten (graanrechten) namen de twee noordhol- landsche afgevaardigden, de heeren Zijp en de Lange, deel. De heer Z ij p achtte zich verplicht zijn stem tegen de motie te moeten motiveeren. Deze motie beoogt niet alleen de invoering van graanrechten, maar het teweeg brengen van een volslagen omkeer op handelsgebied, waarover wij ons wel eens tweemalen mogen bedenken. Doch al be oogde zij alleen de heffing van graanrechten, ook dan zou hij er tegen stemmen. Door den heer van Kerkwijk was een middenweg aangegeven maar hij meentdat men de kwestie duidelijk en zuiver moet stellen. Ook al ware hij voor graanrechten, dan nog zou hij tegen de motie stemmen, omdat zij ook de industrie omvat, bij wier bescherming de toestand van den landbouw nog onhoudbaarder zou worden. Met de voorlezing van een artikel uit het Landbouwweekblad tracht hij aan te toonen, dat graanrechten voor streken van hooibouw en veeteelt nadeelig zullen zijn. Hij vertrouwt, dat de regeering op andere wijze den landbouw zal willen helpen, n 1. door afschaffing van tollen, aanleg van stoomtrammen wijzi ging der tarieven van den Staatsspoor in het belang van den landbouw door betere regeling van het pachtwezen; door wijziging en aanvulling van sommige bepalingen van het Burg. Wetb. ten aanzien van do verhuring van landerijen door gelegenheid te stellen voor landbouwkre diet door afschaffing van den vleeschaccijns en door bevordering van den invoer van vee naar het buitenland; dan zal de landbouw geholpen worden, beter dan door graanrechten. Dat zal geld kosten, zal men zeggen, maar hij vertrouwt, dat de regeering, die de millioenen vond voor de nieuwe geweren, ook het geld zal vinden voor de zoo even aangegeven verbeteringen. De heer de Lange meent, dat men in de zucht om tegemoet te komen aan den min gunstigen toestand vau den landbouw slechts verschillen kan in het geoorloofde. De protectionisten nu achten het geoorloofd in den be- droevenden toestand van den landbouw te voorzien door graanrechten. Hoe is de treurige toestand van den landbouw ont staan? Is dit geheel te wijten aan den landbouwer Geens zins, zij hebben er niet meer of minder schuld aan dan hunne voorouders, die vroeger slapende rijk zijn geworden. Het is eenvoudig een gevolg van de tijdsomstandighe den na 1870 waarin de landbouwer slapende rijk werd. Men heeft landreute en pacht ontzettend doen stijgen en zelfs gedisconteerd. En wie heeft nu alleen voordeel gehad bij die stijging Alleen de grondeigenaar, maar niet de schatkist. En thans, nu grondrente en grond waarde gedaald zijn, is het nu billijk om hen, die niet in de winst gedeeld hebben, wel in het verlies te laten deelen De landbouw kwijnt niet, maar de landbouwer vatten, maar hij zag, dat Jadwiga geheel anders was dan gewoonlijk en bleef haar verwonderd aanstaren. En toen zij ook hem liefkozend in hare armen nam, beantwoordde hij die omhelzing met kinderlijke teeder- heid. Aan hare hand ging hij mede de trap af tot aan de poort, waar zij plaats nam in het rijtuig, dat haar vervoeren zou. Met volle stralen scheen de zon op haar donker gelaat, dat zij vriendelijk ophief om haren aan 't venster staan- den meester een laatst eerbiedig vaarwel toe te wuiven. Langzaam kwam nu het voertuig in beweging, tot in de verte nagestaard door Janek, die er zoo lang op tuurde, dat 't hem schemerig werd voor de oogen en hij eindelijk ongeduldig zich omwendde, om in volle vaart met zijn twee groote houden over de grasvlakte heen te snellen. Janek, die aanvankelijk teer van gestel scheen, begon zich nu bijzonder snel en voordeelig te ontwikkelen. Het vrije, zorgelooze leven, het vroolijk spel in het slotpark sterkte de jonge leden eu wekte den blos der gezondheid op de frissche konen der kinderen. Tevens begon nu echter het onderscheid tusschen broe der en zuster steeds duidelijker aan den dag te treden. Janek was een wilde, bijna bandelooze knaap, wiens hoogste lust klimmen en klauteren en wiens geliefkoosd element het water was. Nimmer bedacht hij zich voor hij iets deed, en haalde hij zich door zijn overijld han delen een berisping of kleine straf op den hals, dan boette hij lachend en opgeruimd voor wat hij had misdreven. Wat bij hem niet buigen wilde moest barsten, en vroeg hij tevergeefs hulp bij anderen, dan verschafte hij zichzelf recht. Altijd hield hij het hoofd fier omhoog en liet de donkere lokkeu vrij over de schouders golvengeen vrees of weifeling kende hij en hij leefde slechts voor het oogen- blik. Tegelijk echter was hij uiterst gevoelig en medelij dend van aard. Wanneer hij iemand door zijne schuld zag lijden, kostte hem dit bittere tranen en deed hij al zijn best om het weer goed te maken. Daarom kon ook iedereen met een vriendelijk woord alles van hem gedaan krijgen. Xenia was veel preutscher en trotscher van aard dan haar stief broeder. Ook zij toonde zich bijwijlen onstuimig hij kan de hooge renten en pachten niet meer betalen. En nu vraagt men van ons, den landbouw in staat te stellen aan den grondeigenaar uit te keeren dezelfde hooge renten en pachten van vroeger. Hij kan dus niet voor deze motie stemmen, omdat het niet billijk is de gevraagde bescherming te verleenen, omdat er geen enkele reden bestaat om af te wijken van het billijkheidsmotief. Thans de industrie behandelende, betoogt hij, dat voor haar beschermende rechten nooit eenig voordeel kunnen aanbieden. Zij toch legt zich tegenwoordig niet zoo zeer toe op concurrentie, maar meer om door de eene of andere nieuwigheid voor een oogenblik zich een monopolie te verzekeren. Allerminst zal hij aan de industrie het recht willen ontzeggen da handen in elkaar te slaan om zich een toonenden prijs te verzekeren, mits dit niet worde gedaan met hulp van den Staat. Ten slotte wijst hij op de bedenkelijke gevolgen van eene, zij het ook indirecte, bescherming van het kapitaal in de tegenwoordige tijdsomstandigheden. Eindelijk betoogt hij, dat de arbeiders, die zich hebben aangesloton bij de protectionisten, zich onbewust hebben geworpen in de armen van het kapitaal, en hij raadt hen aan zich te spiegelen aan hunne vakgenooten in Amerika en dan zullen zij zien, dat het protectionisme leidt tot ellende en ontbering. Den 20 was de minister van buitenl. zaken het eerst aan het woord. De slotsom van zijn betoog was, dat de legeering zich moeielijk met de motie kon vereenigen, al waardeerde zij ten volle de goede bedoeling. Zij is ten volle overtuigd dat de belangen niet van ééne enkele klasse, zelfs niet van één standmaar van de maat schappij in haar geheel en in alle hare verbindingen, op dit oogenblik haar ten ernstigste moeten doen ontraden, den weg op te gaan, in deze motie aangegeven en de regeering hoopt en vertrouwt, dat do Kamer na de argu menten der bestrijders in de Kamer en van de regee- ringstafel te hebben vernomen, zich met de motie niet zal vereenigen. Daarna werd de motie verdedigd door de heeren Lucasse van den Borch van Heemstede, Heemskerk, Tydens en Truyen, terwijl de heer van Karuebeek den heer Heemskerk bestreed. Den 21 voortzetting. Uitvoerrecht van Suiker. Aan do Tweede Kamor is ingezonden oen wetsontwerp, om gedurende één jaar, te rekenen van 1 Juni 1895, (met het oog op den tijd van verscheping), het bij de wet van 16 April 1886 (Stbl. no. 72) vastgestelde recht bij den uitvoer van suiker te schorsen. Terwijl sedert 1 Januari 1894 het vroeger geschorste uitvoerrecht weer geheven wordt en het wetsontwerp tot definitieve afschaf fing van het uitvoerrecht is vervallen door de ontbinding der Tweede Kamer, is inmiddels voor de suikerindustrie in Ned.-Indië weder een moeielijke tijd ingetreden. De gemiddelde prijs van een pikol suiker op Java was in 1894 f 7,78® met een minimam van f 6,50 in December. Nog nooit zijn de suikerprijzen zoo gedaald als in de laatste tijden, door de overvoerde markt in Europa en den ge ringen afzet in Oost-Azië, tengevolge van den japansch- ckineeschen oorlog. In weerwil van de bezuinigingen en verbeteringen in de suikerfabricage op Java, zou de suiker industrie, tenzij de zeer lage prjjzeu van einde 1894 weer mochten stijgen, wellicht op den duur niet kunnen blij ven bestaan. De marktwaarde toch is den productieprijs vrij nabij gekomen reeds vijf fabrieken zijn gesloten, terwijl dit wellicht met nog vier anderen het geval zal zijn. Ware geen verbetering, te wachten, dan zou overwogen moeten worden, of ten behoeve van de suikerindustrie niet eenige maatregel van blijvenden aard ware te nemen, ook in verband met de door uitvoerpremiën en andere middelen beschermde beetwortelsuikerindnstrie. Doch er is geen voldoende grond om aantenemen, dat de thans genoteerde prijzen niet weer tot een meer loonend bedrag zullen stijgen. Daarom wordt slechts tijdelijke hulp voorgedragen, doch is dringend noodig, daar stilstand toch van de suikerindustrie op Java duizenden inlanders van een be staan berooven en tot verarming en ontevredenheid van de bevolking leiden zou. en onbedwingbaar, maar 't was de zelfbewuste trots, die bij haar sprak. Wel sprong ook zij vaak op een vurig paard, maar niet, als Janek, uit lust om in 't wilde te rennen en te jagenslechts met het doel het forsche dier te leeren buigen voor haren dwang. En als zij de karwats liet zwiepen door de lucht, was 't niet om te tachtigen maar enkel om zich heerscheresse te toonen over de meerdere krachten van het paard. Zij hield niet van klim men en klauteren, maar toch poogde zij ook daarin Janek de loef af te steken, daar zij niet kon dulden, dat hij 't in een enkel opzicht van haar zou winnen. Met volkomen besef van haar rang en standmaakte Xenia een scherp onderscheid tusschen zich en do haar dienenden zelfs Janek gebood zij, hoewel hij ouder was, in alles eu duldde niet, dat hij ooit zijn wil tegenover den hare zou doordrijven. Van zijne zijde verafgoodde en bedierf' Janek het boosachtig zusjedat hem daarvoor met tamelijk getrouwe aanhankelijkheid beloonde. Op zekeren dag gebeurde het, dat een troep Zigeuners voor het kasteel hunne kunsten kwamen vertoonen. Bij hen bevonden zich een paar donkerkleurige in lompen gehulde knapen die heel aardig op de fluit speelden terwijl de overigen op verschillende wijze maar vooral door lichaamsoefeningen, van groote vaardigheid blijk gaven. Janek was met den troop dadelijk zeer ingenomen en gevoelde zoo weinig het maatschappelijk onderscheid tus schen hem en de bedelknapeu, dat hij al aanstonds vriend schap met hen sloot en hen uitnoodigde met hem te gaan spelen. Xenia daarentegen trok haar neusje op voor de vreemde snoeshanen en vroeg den knapen terwijl zij ze op be hoorlijken afstand hield, of hun vader een rijksgraaf was als de hare en of zij ook op een kasteel woonden. Daar dit niet het geval bleek, keerde zij zich schielijk van hen af en ontzeide zich liever het zeldzaam genot een paar speelkameraadjes te hebbendan met kinderen beneden haar stand om te gaan. Janek vond dat gedrag al heel vreemd. Hjj van zijn kant haalde zijn hart aan het gezelschap van de have-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 5