Poolsch Bloed,
No. 37.
Zeven en UTegentigste «laargang
1895.
WOENSDAG
27 MAART.
Groote Yoorjaarskoemarkt
te ALKMAAR
op Dinsdag 16 April 1895.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
üen Eeuwgetijde.
NATALY YON ESCHSTRUTH.
ALKHAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar ©,80; franco door het
geheele rjjk 1,
De 3 nummers f O,O©. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prffs der gewone Advertentiën i
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
V.
Er is blijdschap, uitgelaten blijdschap in de wereld der
forensen
Laten wij 't maar eerlijk zeggen zij hadden er zich
reeds op voorbereid, dat betalen de boodschap zou wezen.
De amsterdamsche gemeente-financiën staan zoo slecht
en de forensen durfden nauwelijks hopen, dat Gedeputeerde
Staten bereid zonden zijn een spaak in het wiel te steken,
nu mr. Treub een middeltje had gevonden om de inkom
sten te vermeerderen.
De rechtsgeleerde raadslieden der forensen hebben in-
tusschen geen oogenblik den moed laten varen. Voor de
reclames bij de Staten kozen zij juist een zevental uit
wonenden, die in de hoogste mate de eigenschappen van
forensen bezaten, d.w z. buiten Amsterdam woonden en
daar eiken werkdag een groot aantal uren vertoefden tot
het verdienen van het levensonderhoud voor zich en hunne
gezinnen. Het vertrouwen op het rechtsgevoel van Gede
puteerden is niet ijdel gebleken, want, zooals men reeds
weet, zijn al die zeven reclames door hen deugdelijk be
vonden en alle zeven aanslagen vernietigd.
Uit het onderzoek der Staten naar het bezwaarschrift
van een der reclamanten bleek 1°. dat hij in de gemeente
Nieuwer-Amstel voor zich en zijn gezin een huis tot
woning had ingericht en aldaar ook werkelijk met zijn
gezin woonde 2°. dat hij, behalve de dagen, waarop hij
voor zaken op reis was, eiken werkdag gedurende eenige
uren ten behoeve van zijn bedrijf, zich naar Amsterdam
begaf, doch dat hij dan ook iederen dag naar zijne wo
ning terugkeerde, daar den maaltijd gebruikte en verder
den nacht doorbracht3°. dat hij in Amsterdam geenerlei
tot woning ingericht huis of vertrek te zijner beschikking
had, doch slechts een kantoor in gebruik had, uitsluitend
dienende tot uitoefening van zijn bedrijf4°. dat hij
nimmer een nacht in Amsterdam doorbracht en eindelijk,
dat door hem geene openbare of bijzondere betrekkingen
bekleed werden noch in de gemeente Amsterdam, nóch
in de gemeente Nieuwer-Amstel. Al deze feiten kennende
en overwegende 1°. dat ieder persoon slechts één hoofd
verblijf kan hebben en dat de plaats, waar dit is geves
tigd, naar de omstandigheden moet worden beoordeeld en
2°. dat die omstandigheden in dit geval van dien aard
waren, dat reclamant geacht moest worden zijn hoofd
verblijf te Nieuwer Amstel te bezitten, hebben de Staten
besloten tot vernietiging van den aanslag.
Wij hebben die uitspraak eenigszins uitvoerig meege
deeld om te doen uitkomen, dat Gedeputeerden zich niet
DOOR
9)
«Je zultje moet mij de waarheid zeggen Gustine
ik beveel het 1"
Geen twijfelhet was de koudetrotsche stem zijner
zusteren naast haar het zwarte kleedje dat even
langs de heesters komt uitsteken verraadt het hem
naast haar zit de hem zoo hatelijke Gustine.
«Ik durf niet, gravin, de graaf heeft 't mij verboden.
En och wat helpt 't ook Het koekoeksei ligt goed en
wel in het nestgedane zaken nemen geen keer. Er valt
niets anders te doen dan er in te berusten."
«Wien meent ge met het koekoeksei Toch Janek
niet
«Wien anders
»Hoe durft ge het wagen, mijn broeder een indringer
te noemen vroeg Xenia eensklaps met groote heftigheid,
terwijl hare lippen beefden van verontwaardiging.
»Uw broeder?" lachte Gustine spottend. Bij God in
den hemelgravin uw broeder zou ik nooit zoo noemen f
't Was Janekals had hij eensklaps een vuistslag vlak
in zijn aangezicht ontvangen. Werktuigelijk zonk hij op
de knieënondersteunde het hoofd met de beide armen
en bleef in die houding luisterenterwijl een hoog rood
zijne wangen kleurde.
»Wat wilt ge eigenlijk zeggen, Gustine", sprak Xenia
geheel onthutstterwijl zij haar boek van de knieën op
den groen bemosten steen liet glijden. «Gij spreekt in
raadselen."
Gustine boog nu het hoofd dicht aan Xenia's oor
hernam
aan een principiëele beslissing hebben willen wagen doch
alles van de omstandigheden willen laten afhangen. Waar
echter de omstandigheden van de zeven type-forensen van
dien aard bevonden zijn, dat zij niet in de gemeentelijke
inkomstenbelasting van Amsterdam hebben bij te dragen,
daar kunnen de andere forensen gerust zijn.
Vrijdagmiddag werd deze uitslag te Amsterdam bekend,
nog vroeg genoeg om ook door te dringen tot de uitwo
nenden, die zich met de middagtreinen naar de plaats
hunner inwoning begeven. Schrijver dezes bevond zich in
een coupé, waar juist de blijmare was ontvangen. Men
kon zijn ooren nauwelijks gelcoven. Trouwens, er was
reden om wantrouwend te zijn nog geen drie weken te
voren had een Haarlemsche grappenmaker zich do aardig
heid veroorloofd tot hot hoofdcomité een schrijven te
richten waarin op bedriegelijk nagebootste officiëele wijze
werd meegedeeld, dat de uitwon enden in het gelijk waren
gesteld. De leden van het hoofdcomité liepen argeloos
in den val en staken het behaalde succes ook niet onder
stoelen en banken eenige dagen later moesten zij
met de pijnlijke bekentenis komen, dat zij op schandelijke
wijze om den tuin waren geleid. Geen wonder alzoo
dat de reizigers vrijdagmiddag in het eerst twijfelden
of zóó groot geluk voor hen was weggelegd.
De post-edities der groote bladen werden gekocht en
ja, daarin stond 't met vette letters de forensen hadden
het pleit gewonnenOprechtelijk uitte zich de blijd
schap en over en weer werd gefeliciteerd met dit resultaat.
Die Gedeputeerden dat waren nu eerst nog eens inen-
schengelukkig dat die er nog waren om te waken
tegen de wetsverkrachting waartoe de amsterdamsche
gemeenteraad zich had geleend 1 En ook de advokaten
der forensen de heeren de Vries en Philips, kregen een
pluimpje mee van de loftuitingen, waarmee men zoo mild
is.
Wie deze brieven geregeld heeft gevolgd, zal begrijpen,
dat wij in deze algemeene blijdschap deelden. Inderdaad,
de forensen wareu al te forsch aangepakt. Ooi hen te
treffen was een wetsinterpretatie bedacht in flagranten-
strijd mot de bedoeling van den oorspronkelijken gever.
Men was uitgegaan van de door an door verkeerde ver
onderstelling, dat allen, die hun gezin naar Haarlem of
het Gooi overbrachten menschen van geld waren met
wie men 't niet zoo nauw behoefde te nemen om ze tot
belasting-betalen te noodzaken. Vergeten werd, dat menig
huisvader eiken dag de vermoeiende spoorreis onderneemt,
wijl de gezondheid van vrouw of kinderen een ruimere
woning eischt dan in Amsterdam betaald kon worden.
De gemeentewet geweld aan te doen om dergelijke men
schen te noodzaken èn de volle amsterdamsche inkom
stenbelasting èn den geheelen hoofdelijken omslag in de
hoofdplaats hunner inwoning te betalen wij en hon
derden met ons hebben op het bedenkelijke daarvan
gewezen. De groote meerderheid der juristen heeft
daartegen geprotesteerd, de groote meerderheid der pers
organen heeft betoogddat het middel om door de fo
rensenbelasting in de financiëele nooden te voorzien
Amsterdam onwaardig was.
Voor ons is evenwel de quaestie na de beslissing van
»Hebt ge er nooit over nagedacht, gravin, hoe het komt
dat Janek zwart haar heeft. Sedert menschenhengenis is
er nog nooit zulk een nikker als hij in de familie geweest
En is het u nog niet in 't oog gevallen, hoezeer de knaap
in alles met u verschilt Gij beiden zijt te zamen als
dag en nacht. Maar het zij zoo geloof er van wat
gij wiltik weetwat ik weet."
Een donkere wolk trekt over Janek's voorhoofd zijn
oogen schieten vuur. Hij wil opspringen om de giftige
slangdie hem dus arglistig de kroon van het hoofd wil
rukken met éen enkelen vuistslag te verpletteren maar
hij bedwingt zichterwijl zijne tanden hoorbaar knarsen.
Hij wil alles hooren alles weten.
Het aangezicht op het koele mos gedruktblijft hij
luisteren terwijl hem het hart woest en onstuimig
klopt.
Gustine gaat inmiddels voort en vertelt van den storm-
achtigen nachtnu twaalf jaren geleden van de Poolsche
vluchtelingen die voor de slotpoort kwamen bedelen om
een onderkomenvan den sluimerenden in lompen ge-
hulden knaapdien graaf Dynar in zijne armen naar
boven droegvan den vaderdie straks weer verder
moest vluchtenomdat hij een rebeleen landlooper
een nietswaardige was
»Neen neen dat kan, dat mag ik niet langer dulden 1"
roept Xenia, bleek van schaamte en woede, uit. «O, vader
hoe hebt gij uw aloud eerwaardig geslacht zóo kunnen
vernederenMijn broeder de zoon van een Poolschen
opstandeling van een ellendigen bedelaarDe erfge
name van Proczna gelijkgesteld met iemand uit de laag
ste heffe des volks En dat moet mij, juist mij gebeuren
O, Gustine, welk een innigen haat gevoel ik
voor het koekoeksei in ons nest!"
Dit zeggende is zij opgesprongen en drukt in opgewon
den heftigheid de gebalde vuisten tegen het voorhoofd.
»Als de wereld het wistGustine als de wereld het
wist en met de vingers durfde wijzen op de schandvlek
die ons wapen ontsiert, het zou mij te veel, o, zeker
te veel zijn om te dragen Ik zou zulk een schande niet
overleven
Gedeputeerden nog geenszins opgelost. Waar wij 't
opnamen voor de forensen, toen men hun tweemaal een
drukkende belasting wilde opleggen daar erkennen wij
tegelijkertijd ook de billijkheid dat de amsterdamsche
fiscus eenigermate gebaat wordt door bendie in de
hoofdstad hun bron van bestaan vinden en elders ver
teren wat zij daar verdienen. Hoe men dat regelen
wilis niet onze zaak. Of men den forens alleen am
sterdamsche inkomstenbelasting wil laten betalen van
betgeen hij in Amsterdam verdient en niet van al zijn
revenuen dan wel dat men hem voor zijn geheele inko
men aanslaat en daarvan aftrekt de som die hij in de
andere gemeente in de inkomstenbelasting betaalt wij
willen daarin geen stem hebben. Maar waarop wij aan
gedrongen hebben en ook in het vervolg krachtig zullen
blijven aandringen isde herziening der gemeentewet,
die in zoo menig opzicht niet meer past in onze huidige
toestanden die gemaakt werd in een tijd toen de
krachtige stroom van het platteland naar de groote
centra des verkeers nog niet tot de karakterestieke ver
schijnselen behoorde en anderzijds het forensenbestaan
nog zoo goed als onbekend was. Waar het getij ver
loopt moeten de bakens verzet worden en waar de toe
standen veranderen moeten de wetten daarmede in over
eenstemming worden gebracht. Amsterdam zucht onder
die verouderde rechtsbedeeling en wanneer daaraan een
einde wordt gemaaktzal de hoofdstad des lands niet
langer haar toevlucht hebben te nemen tot kunstgrepen
als de aanslag der nitwoneuden.
Inmiddels is de mannendaad van Gedeputeerden een
leelijke streep door de rekening van mr. Treub en de
stedelijk financiën. Belastingverhooging staat nu, binnen
korter of langer tijd, opnieuw voor de deur en dit maakt
't begrijpelijk, dat de Amsterdammers in de laatste dagen
erg prikkelbaar zijn, als de naam «forens" wordt genoemd.
(Vervolg.)
De beide sociëteiten besloten den 10 Maart om, ter
gelegenheid van de aanstelling der nieuwe regeering, een
„aanzienlijken" vrijheidsboom te planten en feestelijk in
te wijden. Eene commissie uit beide vereenigingen ver
kreeg toelating bij het stadsbestuur, en op haar verzoek
vergunning om, in een daartoe aangewezen vertrek van
het stadshuis, alle resolutiën en papieren sedert 1787
te mogen nazien.
De door de 40 buurten verkozene en de door de re
geering benoemde com missiën kwamen den 10 te zamen,
tot het opstellen van een plan tot regeling van de ver
kiezing en samenstelling der regeering, lieten het den
12 bij de buurten rondgeven en stelden het den 13 nader
vast, na kennis genomen te hebben van de ingekomen
aanmerkingen. Den volgenden dag door J. Grisee en
Purmer bij burgemeesteren ingeleverd, werd het sedert
publiek gemaakt, opdat ieder vóór den 1 Juli zijne be
denkingen kon inleveren, en het, gearresteerd zijnde, van
kracht kou blijven tot de invoering van eenen regeerings-
vorm voor het geheele bataafsche volk. Het bepaalde
«Schande Als een rauwe kreet klonk het ver over
de vlakteen als een gillende vloek verscheurde de
klank van dat vreeselijk woord Janek's sidderend hart
tot bloedens toe.
«Wees daarvoor niet bang, gravin; ik zwijg als het
grafen evenzoo Ewalddie ook alles weetmaar
niets zal zeggen. Hoe zon de wereld het dus te weten
komen? Door Janek zelf misschien? Maar gij begrijpt
toch dat hijuit de nagelaten papieren van den graaf
het geheim vernemendewel zoo wijs zal zijn dat voor
altijd te bewaren."
Met vlammende blikken hief Janek zich half op en
schudde de krampachtig gebalde vuist heftig in de rich
ting der spreekster.
Rondom baadde de dorre heide in den purperen avond
gloed aan den horizon spreidden zioh de wegstervende
zonneglanzen als een bloedroode banier uiteen en te midden
dezer omgeving zat Xeniaals een tweede Loreley, bleek
en zonder zich te bewegen.
«SchandeSchande!" ritselde het verraderlijke koel
tje door de buigzame dennetakken.
En allengs verbreedden zich de schaduwen van den
neigenden avond en behalve het druppen van den nach
telijken dauw op blad en groen was alles doodstil.
«Xenia is mijn zuster niet!" sprak de erfgenaam van
Proczna langzaam en plechtig doch met een innerlijke
ontroeringdie zich scherp afteekende op zijn gelaat en
zijn borst in zwoegende beweging bracht.
«Zij is dus niet mijn zusterherhaalde hij met een
zonderlingen blik op de torens van Proczna. Lang bleef
hij in die houding terwijl zijne gedachten het heden ver
vooruit zweefden. Langzamerhand veranderde het kasteel
en zijn omtrek voor zijne verbeelding geheel van gedaante.
Vlaggen waaiden van spitsen en tinnen en geheel een
schaar van volk en dienaars stond gereed om het welkom
toe te roepen aan den nieuwen heer van Proczna aan
't koekoeksei in het nest
«Als die dag komtzullen wij afrekenen gij betoove-
rende Loreley sprak Janek met een schrillen lach, die
weergalmde door het eenzaam duister.