Poolsch Bloed, No. 38. Zeven en Negentigste «laargang. 1895. V RIJ D A G 29 MAART. Groote Yoorjaarskoemarkt te ALKMAAR op IMnsdag 16 April 1895. IJK KANTOOR^ Buitenland. F E IJ IL L E T O IV. Nederland. NATALY VON ESCHSTRÜÏH. ALMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt UiaMdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele rjjk J 1, Do 3 nummers fO,O0. Afzonderlijke nummers 3 ets. Fr|]s der gewone A <1 verteritten Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat het ijkkantoor al hier, gedurende de zittingen voor den herijk in de buitengemeenten, van af 30 Maart tot 18 Augustus e.k. geopend zal ziju op de volgende dagenvan des voor- middags 9 tot des namiddags 3 uur 16, 17, 19 en 20 April. 10, 11, 13, 14, 30 en 31 Mei. 1,4, 24, 25, 26, 28 en 29 Juni. 1, 18, 19 en 20 Juli. 6 en 7 Augustus. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 27 Maart 1895, De Secretaris NUHOÜT van eer VEEN. BELGIE. Den 26 is in de Kamer bij stampvolle tribunes de beraadslaging begonnen over het wetsontwerp der regeering betreffende het gemeentelijk kiesrecht. De minister-president de Burlet hield eene lange rede ten betooge van de noodzakelijkheid der aanneming van dat ontwerp, waardoor het aantal kiezers voor de gemeente raden verdubbeld zou worden. Er waren 52 sprekers ingeschreven. Eene algemeene werkstaking der glasblazers is vermeden, dank zij een iasschen patroons en werklieden getroffen vergelijk. De minister van financiën heeft een wetsontwerp in gediend waarbij het invoerrecht op sigaren en sigaretten van 300 tot 500 francs per 100 P. verhoogd en daaren tegen de belasting op de inlandsehe tabak verlaagd wordt. De regeering heeft den 27 besloten, onmiddellijk de 7000 man van de lichting van 1892 onder de wapenen te roepen. Deze maatregel is genomen om op alle moge lijke gebeurtenissen voorbereid te zijn met het oog op de spanningdie in de fabrieksmiddenpenten heerscht. DUITSCHJLAIK». Den 25 zijn ongeveer 400 leden van het pruisisehe Huis van Afgevaardigden, van het Heerenbuis en den Rijksdag op Frisdrichsruh geweest om prins Bismarck geluk te wensehen. In zijn antwoord op de toespi'aken van de voorzitters der beide Huizen van den Pruisischen Landflïg en van den heer von Le- vetzow zeide de prins, dat het eerbetoon niet zijn persoon DOOR 10) Bleek van drift poogde zij zich eerst los te rukken maar dadelijk daaropals bedacht zij zichbleef zij plotseling onbeweeglijk staanwierp haar hoofdje in den neb en begon lnid en spottend te lachen. Diepe verach ting vlammende hoogmoed straalden uit haar donkere oogen., nu sprekeud in uitdrukking overeenkomende met die van haar schoone peet,. «Vergeving vragen aan jou! 1" riep ze fier, terwijl haar jeugdige gestalte hooger scheen te rijzen en .zij haar best deed om met den toon dier woorden zoo di^p mo gelijk te kwetsen. «Wanneer je nog aanspraak wilt maken op eenig fat soen zul je .zeker wel het verkeerde van je handelwijze inzien en je tegenover mij verontschuldigen." Janek hield zich bedaardmaar zijn lippen beefden en ondanks ham zeiven klonk de toon zijner woorden als een bevel. «Neen", klonk het bijna sissend tussehen de saam ge klemde tandenterwijl haar blik hem van 't hoofd tot de voeten een poos lang bleef meten. «Waag het nie.t meer mij aan te raken laat mij met rust, jijjij Plotseling bleef zij zwijgen den nooddwang verwenschen- dedie haar tegenover de wereld verboodhet woord dat haar op de tong brandde uit te spreken. Janek had haar scherp gadegeslagen terwijl een bijna triumfeerende gloed nit zijn oogen blonk. «Ik vraag het nu voor de laatste maal, Xeniawil je je nog beden ken?" vroeg hij, haar arm nog steviger vasthoudende. »Neen jneen en nog eens neen.!" gold maar wel de staatkundige uitkomsten waarvoor men echter in de eerste plaats dank verschuldigd was aan Keizer Wilhelm I. Prins Bismarck sprak de hoop uitdat de nationale gedachte zooals die in de dynas tieën was gegrondvest ook in de Landdagen der ver schillende Staten vasten steun mocht vinden. «Houdt u daarom zoo was het slot zijner rede «aan de een heid des Rijks. Leve de Keizer Deze toespraak werd gehouden van een balkon van het kasteel, waar prins Bismarck stond met zijne twee zoons, zijn schoonzoonprof. Schweninger en dr. Chrysander, zijn secretaris. De drie woordvoerders der gasten hadden ook op het balkon gesproken. De leden der drie Huizen stonden in de open lucht voor het balkon geschaard en konden duidelijk elk woord van prins Bismarck verstaan; alleen bij de herinnering aan den ouden Keizer dreigde hem de aandoening te overmannen en werd zijne stem een oogenblik minder helder. Nadat hij zijne rede had uitgesproken kwam ook gra vin von Rant;',auzijne dochter, op het balkon om de gasten te begroeten. Prins Bismarck betuigde zijn leed wezen dat zijne woning niet groot genoeg was hen allen onder dak te onthalen. De drie sprekers en eenige nadere bekenden der familie nit de gasten werden door prins Bismarck aan zijnen disek genoodigd. De heer von Levetzow zat toen tegenover hem. Men vertrok echter niet laatwant prof. Schweninger verlangde dat prins Bismarck zich zou ontzien opdat hij den 26 bij de ontvangst des Keizers «iet vermoeid zon wezen. Den 26 des middags te 12 uren kwam de Keizer te Anmühle aan. Daar steeg hij te paard en stelde zich aan de spits der troepen. In het park aangekomen liet hij de manschappen zich in orde van parade opstellen. Prins Bismarck was inmiddels in knrassiersuniform in een open rijtuig aangekomenwaarop de troepen de wa penen presenteerden, onder het spelen der muziek. Be Keizer wenschte den oud-kanselier in naam van het leger gelnk en overhandigde Rem een gouden eerepallas (ku- rassierssabel). Bij die overhandiging zeide de Keizer, dat hij gekomen was met de kurassiers wier chef prins Bis marck wason dat hij hem, naar aanleiding zijner dadenhiermede een geschenk tsr hand stelde. Hij had geen beter kunnen vinden dan een zwaard, dan een wapen der Germanendan een symbooldan het nooit iemand begevende middel van verweer, waarin de ver- eenigde wapens van Elzas-Lotkaringen gegrift waren Daarin moest Zijne Doorluchtigheid eene dankbetuiging zien voor de in de geschiedenis opgeteekende daden welke 25 jaar geleden verricht waren. Maar wij, kame raads roepen vervolgde de Keizer, voor Zijne Door luchtigheid prins Bismarck, hertog van Lauenburg, hoezee Vervolgens reden da Keizer en prins Bismarck langs het front der troepen. Daarop defileerden de kurassiers nogmaals langs het kasteel. Hier werd vervolgens een tweede ontbjjt gebruikt. Bij het uitbrengen van een dronk op prins Bismarck werden door de artillerie saluutscho ten gelost. Verder overhandigde de Keizer prins Bis- Thans geen antwoord meermaar het zwiepen door de lucht van de karwatsdie striemend neerkwam op het handje der kleine gravindat onmiddellijk door ■een hloedroode streep .geteekend werd. Eerst na liet Janek haar arm los en trad met fealmen blik een paar schreden terng. Een kreet van wilde woede ontsnapte aan haar ge prangde borsthalf wezenloos staarde zij haren tucbtiger eenige oogenblikken aan en bleef toen bleek als een doode roerloos staan. Zij wilde spreken maar kon niet meer dan hare lip pen werktuigelijk bewegen. Van stomme woede en smart balde zij krampachtig de gestriemde vnistterwijl een traan van gekrenkten trots haar in de oogen blonk. Daarna haalde zij diep ademzag hem met opgeheven hoofd aan en keerde hem den rag toe. Het was de eerste gevoelige, lichamelijke tuchtiging, die de rijksgravin van Dynar getroffen ha<L Wat Janek betrefthij had in 't geheel geen acht meer op haar ge slagen maar was met 't kalmste gezicht ter wereld naai den appelboom gegaan om de geknakte twijg met zorg op te heffen. Omtrent de uitwerking zijner strafoefening scheen hij geheel onverschillig onverschilliger zelfs dan wanneer hij haar had toegepast op een weerspannig ros of een nog niet gedresseerden jachthondwant bij deze dieren bleef het gevolg der verbetering niet uit. Het blonde kopje echter boog zich nietmaar kwam des te heftiger in opstand. Zoodra hij evenwel Xenia's schreden op het zonnige kiezelpad niet meer hoordewendde hij het hoofd om en blikte haar na. Een diepe zucht ontsnapte zijn borsthet was hem als had de striem zijn eigen hart aan 't bloeden geslagen, zóózeer werd hij door een gevoel van innigen weemoed overmeesterd. Met troosteloos gebogen hoofd zag hij neer op de zoo wreed afgerukte bloesems die hem thans eonsklaps het beeld schenen van hem zeiven. Een vreemde tak geënt op alonden stam en thans in vollen bloei geknakt en onbarmhartig geworpen in den maalstroom van het leven. marek aan tafel nog een cachet van de schrijftafel van Keizer Wilhelm I als geschenk. Rijksdag. Den 27 is de onder-voorzitter baron Bnol, centrum met 291 tegen 180 stemmen tot voorzitter ge kozen 150 stembriefjes waren oningevuld ingeleverd. De heer Bnol aanvaardde het voorzitterschap met eene rede waarin hij de veeljarige verdiensten en de algemeene bemindheid van den vorigen voorzitter herdacht. EHGELAAiB. Den 23 is door zwaren mist in het Kanaal een steenkolen schip aangevaren en zeer bescha digd door het koninklijk jacht Victoria ond Albert. Bij het vergaan van een schip bij Abbotsbnry zijn twee man verdronken. Acht andere schepen zijn vergaan waarvan de opvarenden gered werden. SEBVIE. De Koning is aangekomen hij wenschte de ministers geluk met het handhaven van de orde en gaf hun de verzekering van zijn vertrouwen en welwillend heid. Tweede Manier. Deo 27 werd het wetsontwerp, houdende bepalingen, omtrent de verveningen, na verwerping van een amende ment Gerritsen op art. 10, met 47 tegen 12 stemmen aangenomen. Daarna kwam het wetsontwerp ter uitvoering van art. 191 der grondwet, regelende het verordeningsrecht van de besturen van waterschappen, veenschappen en veen- polders in behandeling. Na verwerping van de ingediende amendementen is het ontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Vervolgens werd de motie van den heer Farncombe Sanders, luidende De Kamer, van oordeel, dat regeling der fondsen voor weduwen- en weezenpensioenen voor burgerlijke ambte naren en militairen in Nederl. Indië behoort to geschieden bij de wet gaat over tot de orde van den dag na bespreking verworpen met 39 tegen 26 stemmen. Ten slotte hield de heer Staalman zijne interpel latie over de opgelegde straf aan den korporaal der infanterie te Naarden. Hij stelde de volgende drie vragen 1°. Is het waar, dat de korporaal van den Berg te Naarden door zijn Comp. Commdt. is gestraft met 1 maand verstoken van avondpermissie, omdat hij zonder- handschoenen de kazerne verliet 2°. Is het waar, dat die stral door den Bataljonscom mandant is veranderd in 8 dagen provoost, en 3°. Is het waar, dat die straf van hooger hand is ver anderd in 4 dagen provoost, nadat de korporaal reeds 6 dagen provooststraf had ondergaan, terwijl de korporaal nog nimmer straf had ondergaan De minister van oorlog antwoordde dat be doelde korporaal, ondanks herhaalde waarschuwing van Krampachtig drukte Janek de hand tegen den boezem, waarin allerlei gewaarwordingen wild dooreenstormden overheerscht echter door de diep rampzalige gedachte, dat ook zijne vreugde, de hoop van zijn hart, was verdord en in het stof getreden Doch toen dit oogenblik van zwakheid voorbij was, richtte zich zijn jeugdige gestalte fier opgelijk de mast van een dobberend schip, dat zich door de oustuimige golven een weg baant. Zóo stond hij daar, terwijl een half spottende, half minachtende trek hem om den mond speelde. Sedert dien dag greep er in het verkeer van broeder en zuster een algeheele verandering plaats. De teederheid, die zij tot nog toe elkaar wederkeerig hadden betoond scheen als door een toover3lag verdwenen en vergeten. Gedurende verscheidene weken werd tnsschen Janek en Xenia geen woord gewisseldjade laatste zag hem nau welijks aan dan met een blik die hem scheen te willen vernietigen En Janek, de zachtaardige, goedwillige knaap, wiens hoogste geluk het tot hiertoe was geweest, iederen wensen van zijn znsje te voorkomen en die geen grooter zalig heid kende dan zich met engelengeduld naar al haar luimen en grillen te schikkenwas plotseling veranderd in haar kwelgeest. Met opzet deed hij alles wat haar kon mishagen en betaalde haar minachtende hooghartigheid met woekerdoor te kwader nre te doen gevoelen dat hij en hij alleen de erfgenaam was van Proczna. Een zonderling vaar glinsterde er in zijn oogen zoo dikwijls hij haar tandenknarsend zag zwoegen onder den dwang, dien zij zich zelve had opgelegd. Liever toch verdroeg zij de dagelijks wederkeerende beleedigingen en hatelijkheden van hem dien zij zoozeer verachttedan door hare weclerspannigheid de aanleiding er toe te worden dat hij de eer van haar geslacht met voeten zou treden. Want immers achtte zij hem, den zoon van een landloopermet zijn lage driften en gevoelens vol komen in staatom de door haar zoo gehate schandvlek openlijk aan de wereld te toonen en bekend te maken.... hij was en bleef wat hij tot haar bittere ergernis rechtens geworden wasgraaf van Dynar en Proczna's meester.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1