Poolsch Bloed, Zeven en Itfegentigste Jaargang. 1895. ZONDAd 31 MAART. Onbestelbare Brieven, FEUILLETON. Buitenland. KAMER vanYoÖPÏÏANDËL en FABRIEKEN, BfiVOLKIld. I NATALY VON ESCHSTRUTH. NO. 39. iersle blad. ALOIAARSCBE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-., Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8©; franco door het geheele rjjk f 1, De 3 nummers /"©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prjjg der gewone Advertentlën: Per regel j 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. verzonden gedurende de le helft van Maart 1895 C. Bak, Broek op Langedijk Mej. Dirkse 's Graven- hage Mej. A. Zee Obdam; Visser, Oterleek. Van Hoogwoud: A. Doorn Noordscharwoude. Van Oterleek: G. Spruit, Amsterdam. te AlilinHlt. VERGARERISTG op Woensdag, den 3 April 1895des avonds ten half acht uur, ton Stadshuize. De Secretaris Mr. W. C. BOSMAN. BAKKERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kermis, dat zij in hunne vergade ring van 26 dezer, aan FRANS HENDRIK VAN DEN BRINK, warmoezier alhier, vergunning verleend hebben tot oprichting eener bakkerij in het te bouwen perceel op den hoek van de Lindelaan, tegenover den speeltuin. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. AlkmaarDe Secretaris, 29 Maart 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. De onderstaande personen worden in hun belang drin gend uitgenoodigdzich ten spoedigste aan te melden ter gemeente-secretarie te Alkmaar, t. w. vReindert Floris, laatste woonplaats Limmen Adrianus Kaandorp, 1. w. Heiloo Cornelis Stam 1. w. Schoorl .^Wilhelmina Liekeles Oebles, 1. w. SneekPh. Konings 1. w. Leiden; Hendrik Cornelis Claterbos van Weijdom Ï.W.Amersfoort; Johannes Pels, 1. w. Schagen Jacob Muelink, 1. w. Schoorl en Pieter Batten, 1. w. Loenen. Plaatselijke directe belasting. BURGEMEESTER en WETHOTinERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kenuisdat het kohier der plaat selijke directe belasting, dienst 1895, op 20 Maart 1895 onder No. 28 door den gemeenteraad vastgesteld en bij besluit van 27 Maart d.a.v. No. 12 door Gedeputeerde Staten van Noordholland goedgekeurd, op heden aan den gemeente-ontvanger tor invordering ia uitgereikt, zullende dit kohier in afschrift, gedurende vijf maanden, aanvang nemende 1 April a.s., ter gemeente-secretarie, overeen komstig art. 264 der gemeentewetvoor een ieder ter lezing liggen. Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen op onge zegeld papier bij den gemeenteraad ingediend worden binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbiljetten, welke uitreiking op 4 April a.s. bepaald is Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. Alkmaar, De Secretaris 30 Maart 1895. NUHOUT VAN DER VEEN. DOOR ii) VIERDE HOOFDSTUK. Verscheidene jaren waren sedert het in het vorige hoofdstuk verhaalde voorbijgegaan. Met onveranderde eentonigheid strekte zich heinde en verre de doodsche vlakte uitterwijl de onbewolkte hemel zich als een blauwe koepel welfde over Proczna's gebied. Grauw en somber teekenden zich de hooge muren van het slot tegen het blauwe hemelgewelf af en zelfs toen de zon haar heldere stralen over den somberen steen klomp deed lichten scheen 't slechts alsof een ond en gerimpeld gelaat werd overstroomd door een reinen, verblindenden glans. Het doodsche gebouw scheen den grommigen oude gelijkwien de felle gloed van den haard zeer doet aan de oogen maar die toch zich ver kneutert in de warmtedie er van uitstraalt. En nog eigenaardiger wordt die aanblik, wanneer de oude grompot plotseling zijne zakken leegt en allerlei versierselen en opschik voor den dag haalt, om er zijn verschrompelde leden mede te tooien. Als verwonderd blikten de van hunne blinden ontdane vensters in de hooge muren van Procsna's slot over de vlaktetoen de jarenlange stilte eensklaps door levendig rumoer verbroken werd, de banieren der Dynars lustig wapperden van de tinnen en verveling en eenzaamheid overal plaats maakten voor vrolijke bedrijvigheid. Het ter ras vóór het kasteel was herschapen in eene liefelijke bloemen gaarde. Tal van oranjeboomen de laatste over EiNGELAVD. Door den storm van den 23 en 24 zijn in het park van het kasteel Sandringham, het bui tenverblijf van den prins van Wales meer dan 2000 boomen omgewaaidwaaronder verscheidene zeer oude. liagerhuis. Den 28 verklaarde de onder-minister van bnitenlandsche zaken, dat de uitkomst der verpachting van een zeker gebied aan den Kongo-staat was dat de Kongo-staat daarmede stilzwijgend erkend had dat dit gebied binnen de britsche sfeer van invloed ligt. Wat de stelling van Engeland aan den Boven-Nijl betreft, in de overeenkomsten met Duitschland en Italië is erkend, dat het Nijl-dal tot de britscbe sfeer behoortdeze overeenkomsten zijn algemeen bekend en worden door geen enkele mogendheid betwist. Bovendiende aan spraken die Engeland in Egypte heeftstrekken zich over het geheele Nijldal uit. De fransche regeering kent Engeland's wenschen ten opzichte van dat gebied eu weet, dat een inval in dit gebied als een weinig vriend schappelijke daad beschouwd zou worden. Daarom ge loofde hij nietdat Frankrijk het voornemen heeft er een expeditie heen te zenden. De regeering heeft opheldering gevraagd omtrent de beide fransche expedities, die in het britsche gebied aan den Niger zijn doorgedrongen. Sedert twee jaren had de regeering zich beijferd, as tegenstrijdige belangen van Engeland en Frankrijk te verzoenen en de goede be trekkingen tusschen de beide landen te handhaven. De regeering zal zulks ook in de toekomst doen en rekent daarbij op de medewerking van Frankrijk. FRANKRIJK. In eene vergadering van 700 werklieden der Staats-lucifers-fabrieken te Pantin en Aubervilliers werd den 28 mot 100 stommen meerderheid tot algemeene werkstaking besloten. De president der Republiek werd den 28 te Sathonay met grooto plechtigheid en veel geestdrift ontvangen. In het kamp reikte hij de vaandels nit aan de troepen, die naar Madagascar zullen jkken. De heer Faure hield daarbij eene toespraakhij zeide met trillende stem »In naam van het fransche vaderland, waarvan het de eenheid en de grootheid symboliseertoverhandig ik u dit vaandel. sZijne kleuren zijn bekend op het groote afrikaansche eiland, waar gij onze landgenooten gaat beschermen, de belangen des lands verdedigen en den eerbied voor onze rechten inboezemen. »Gij zult u de beschavende opdracht, welke de Repu bliek u geeft, waardig betoonen. In den loop van dezen veldtocht zult gij ernstige moeilijkheden hebben te trot- seeren en bewijzen hebben te geven van moed, tucht en geestdrift. »Op marsch, in het gevecht, in de ure des gevaars en in de ure der overwinning zal een blik op nw ontplooide vanen u doen gevoelen dat Frankrijk met u is. Wij volgen u met trots en wachten met vertrouwen het oogenblik, waarop gij op deze nu nog maagdelijke stan daards een eerston roemrijken naam Madagascarzult schrijven." Aan het daarop gevolgde dejeuner hield de minister van oorlog een toost, waarop de president der Republiek het volgende antwoordde »Hot leger is het plechtanker en de hoop des vaderlands. Het is een voorwerp van de aanhoudende zorg der legeering, en sedert 25 jaar heeft het land alle offers toegestaan. Het leger zal zijne groote overleveringen van tucht bewarenhet zal de noodige kracht verkrijgen om den vrede te verzekeren door de grootheid des vaderlands. Ik drink op de eer van het leger, op het groote fransche gezin." Deze rede bracht een diepen indruk teweeg. De president vertrok om 2 uur ondanks den regen was een groote menigte op do been die hem levendig toejuichte. JAl'AN. De japansche gezant te Washington ontving den 29 eene dépêche zijner regeering inhoudendedat de Mikado dien dag den wapenstilstand met China had afge kondigd. Tweede Kamer. Den 28 wijzigde de heer H e 1 d t zijne motie, die aan vankelijk luidde »De Kamer, van oordeel »dat eene algemeene voorziening van den ouden dag der werklieden wenschelijk is »dat de gelegenheid tot het verzekeren van lijfrenten, die de Regeering zich voorstelt te openen, in die be hoefte niet kan voorzien snoodigt de Regeering uit eene Staatscommissie te benoemen, om te onderzoeken, op welke grondslagen en naar welke regelen eene algemeene voorziening behoort te worden ingericht »en gaat over tot de orde van den dag' in »De Kamer, van oordeel dat de verzekering van het lot van oude werklieden door een pensioenstelsel wen schelijk is, verzoekt der regeering te doen onderzoeken op welke grondslagen en op welke wijze die verzekering zal behooren te worden geregeld", gaat over tot do orde van den dag. De heer Schaepman wenschte haar als volgt te lezen De Kamer van oordeeldat de vraag ofen zoo jaop welke wijze en in welke mate van Staatswege in bet lot van bedaagde werklieden moet worden voorzien eene bevre digende oplossing vereischt noodigt de Regeering nit, te overwegen de benoeming eener Staatscommissie, die ten taak zou hebben deze vraag te onderzoeken vau haar onderzoek verslag uit te bren gen en in verband met dat verslag voorstellen te doen. Den 29 heeft de heer Schaepman zijne motie ingetrokken en is die van den heer Heldtnadat de tweede alinea gewijzigd was in op welke wijze die ver zekering zal kunnen en behooren te worden geregeld, aange nomen met 62 tegen 5 stemmen van de heeren Hintzen, Rutgers Bahlmann van den Berch en van Dedem. blijfselen van het vroeger met zorg behandelde, doch lang verwaarloosde kasteeldeden hun prachtige witte bloe men langs de breede trappen prijken aan welks zijden twee uit reusachtige steenklompen gebeitelde leeuwen de wacht hielden tusschen de groen bemoste klauwen het wapen hondend der rijksgraven van Dynar, als van ouds kenbaar aan de ommantelde veste en de bisschops muts. Frisch dennengroen en bloeiende sierplanten die de vindingrijke hand des tuinmans in groote bakken uit den tuin daarheen had overgebracht, vereenigden zich langs de zijkanten der trappen tot. een bonte pyramide terwijl daarboven zich de hooge met groen en vlaggen versierde guirlandes slingerdenvoortloopende tot het einde der lange lindenlaan die het slot met een rechte lijn met het park verbond. Rondom het kasteel weergalmden gezang en vreugde kreten afgewisseld door de muziek van trommen en trompetten. De dorpsmuzikanten waren in hun beste plunje aanwezig en lieten zich door de nieuwsgierige menigte met stil genot bewonderen. Overal vernam men het geklikklak der bierkannenterwijl nit de keuken een heerlijke geur opsteeg van het fijnste gebraad. »Hoerah klonk het luid van alle kanten door de frissehe morgenlucht»hoera voor onzen jeugdigen ge bieder Aan de denr op het terras trad op dat oogenblik een fiere vrouwengestalte, blijkbaar met het doel om lang de breede trappen af te dalen. Xenia's sneeuwwitte hand sidderde zichtbaar, terwijl zij de leaning omklemde en het oor leende aan den weer galm der jubelkreten Hoera, hoera, voor onzen jongen meester 1" Met hoe helderen glans de zon ook het blonde hoofdje der gravin omlijstte, die glans was niet bij machte de schaduw te verdrijven die haar somber over het voor hoofd trok. De lippen geplooid tot een bijna minachtenden glim lach, bleef zij met opgeheven hoofd staan. De jonge gra vin was thans haar achttiende levensjaar ingetreden doch naar het uiterlijk scheen zij den vollen wasdom reeds bereikt te hebben. Een kind was zij eigenlijk nooit geweest, geen wonder dns, dat thans het liefelijk zachte van den jonkvronwelijken leeftijd geheel ontbrak. Gravin Xenia geleek zoo min de lelie als de roos, haar aanblik was gelijk aan die der trotsche keizerskroon fier het hoofd verheffende in het bewustzijn harer waarde. Een wonderschoone Juno gelijk, prijkte het blonde kopje van de laatste der Dynars op de trotsche schouders. Sprekend was het contrast tusschen de zwarte door lange donkere wimpors overschaduwde oogen en de licht blonde lokkenpracht; geen enkele trek van haar fijn ge vormd gelaat, waarop uit een aesthetisch oogpunt iets viel aan te merken, en toch was 't als ontbrak er iets aan deze majestueuze verschijningals ware een ver kwikkende straal noodig om de koude die er sprak uit het geheele wezen, te doen smelten als moest eerst een zachte hand dat marmeren gelaat streelen om er leven en gloed in te brengen. Zooals ze daar stondscheen gravin Xenia de ideale schepping van Pygmalion waaraaa slechts één ding ont brak om volmaakt schoon te zijnde ziel. Langzaam wendde de dochter van Gustaaf Adolf het hoofd om toen zich achter haar het gekraak van voetstappen deed hooren. Gekromd van rug schraal van gestalte en de reeds grijzende haren glad langs het voorhoofd gestreken, schreed de vrijheer Von Brach het hoofd vol herinneringen uit vervlogen tijdenover den steenen vloer en haastte zich een zoo ridderlijke buiging te maken voor de schoone Xenia dat de breede reeks van orden, die hem de borst sierden rinkelend tegen elkander bengelden. »Gij hebt mij hier ontboden ma cheref begon de kamer heer terwijl hij den sterk geparfnmeerden zakdoek aan de lippen bracht en kuchte. »Ik was juist bezig in het archief' de oude oorkonden na te slaan zeer interes sant fameus gewichtige stukken zijn er onder maar verbazend veel stof ontzettend veel stof, een stik lucht die ik met mijn asthma onmogelijk lang verduren kan, bovendien is het monnikenwerk ik heb het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 1