Groote Paardenmarkt
Poolsch Bloed,
ii
No. 44.
Zeven en Negentigste Jaargang.
1895.
VRIJDAG
Voorj aars veemarkt.
te ALKHAAE,
op Woensdag- 17 April 1895.
Onbestelbare Urieven,
FEUILLETON.
12 APRIL.
PARIJSCHE BRIEVEN.
«roots:
NATALY YON ESCHSTRUTH.
ALKIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dia»sd»g-, Donderdag- en
Saterdagavond uitgegeven. Abonnemontsprjjs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rjjk 1,
De 3 nummers ƒ0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat bij gelegenheid der
groote voorjaars veemarkt op Dinsdag 16 April a.s. het
vee, dat niet per vaartuig naar de markt wordt ge
bracht alleen aangevoerd mag worden langs den
Rennemerstraatweg langs den Heldersciien
weg en over de DraalDrug over het Groot
Noordhollandsch Kanaalbij welke plaatsen het
vee door een veearts moet worden onderzocht.
Invoer van vee langs het Keglls bij den Berger-
weg over de Vlotbrug over het Noord-Hollandsch
Kanaal en bij den Wieuwlanderslngel is ver
boden.
Het vee, dat per vaartuig aangevoerd wordt mag
niet gelost wordendan onder toezicht van
den daarmede belasten veearts
die lossing mag uitgezonderd de gewone marktschuiten,
alleen geschieden aan de Kanaalkade, op de door
den havenmeester aan te wijzen plaats.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
8 April 1895. De Secretaris,
NUHOUT vak der VEEN.
GASMOTOR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat zij bij hun besluit van
9 April j.l., No. 2, aan den heer WILLEM HENDRIK JAN
HELLING sigarenfabrikant alhier en zijne rechtver
krijgenden, vergunning verleend hebben tot het oprichten
vaneen gasmotor (horizontaal) van vier paardenkracht,
tot het drijven eener kerfmaehine in een te bouwen per
ceeltje achter het perceel aan de Spanjaardstraatwijk
C No. 33. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
AlkmaarDe Secretaris,
10 April 1895. NUHOUT VAN DER VEEN.
verzonden gedurende de 2e helft van Maart 1895
A. Peetoom. Amsterdam; A. Kamp Schagen K. Mei
ten SchagerbrugA. Klomp, Mej. Dil-de Vries,?.
Van Oudkarspel:
Wed. Verwer, Puruierend T. Bakker,
Van Rustenburg:
N. J. Boon Amsterdam.
Briefkaarten:
C. Pereboom Ede Mej. J. Visser, Helder; Kerseboom,
Kuttingen U. AppelenboomPoepershoek.
Fr\Js der gewone Advertentie»
Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
VII.
Parijs 5 April 1895.
Het is al vele jaren geleden, dat hier de schouwburg,
genaamd Théatre National de 1' Opéra Comique, afbrandde,
en nog steeds is deze niet herbouwd. Toch bestaat dit
théatre nog altijd, maar voorloopig, voorloopig al sedert
jarenverhuisde deze muziektempel naar de Place du
Chatelet. De buurt is voor zulk eene gelegenheid vrij
slecht gekozen doch wanneer men er een kunstgenot
smaakt, zooals voor eenige dagen, dan denkt men er
niet meer aan dat men niet in de echte mnziekbnnrt
is. Benjamin Godard is dooden wij betreuren het voor
dezen talentvollen, jongen componist, dat hij den triomf
niet mocht bijwonen welke zijne opera-comique in drie
bedrijven„La Vivandière", ten deel viel. Godard had
juist de laatste hand gelegd aan deze compositietoen
hij den 10 Januari van dit jaar te Cannes overleed. De
heer Paul Vidaleen talentvol muzikus belastte zich
toen met de orchestratie van dit werk en leidde de studiën
en repetitiën zoodat ook dezen heer een woord van lof
toekomt. De handeling verplaatst ons een honderdtal
jaren geledenin de laatste oogenblikken van den opstand
in de Vendéetoen de bewoners van die buitengewoon
godsdienstige streken voor hun geloof en hnn koning
streden tegen de soldaten der eerste republiek in welken
krijg van beide zijden met evenveel moed en overtuiging
voor de goede zaak werd gevochten. Evenals in zoovele
burgeroorlogen staan ook hier leden van ééne familie
vijandig tegenover elkander de oude markies de Rheuil
een der laatste hoofden van den opstand is een man
die aan al de vooroordeelen van zijn adelijken stand
vasthoudt, en den degen voert voor het koningshuis
zijn zoon Georges daarentegen is geheel bezield door de
nieuwe denkbeelden van vrijheid, gelijkheid en broeder
schap en bovendien verliefd op een eenvoudig meisje
Jeanne geheetendie hij tot vrouw wil kiezen. De
oude markies vervloekt de beide jongelieden en Georges
neemt dienst in het leger van generaal Hoche, hij wordt
daar sergeanten Jeanne wordt opgenomen en verzorgd
als eene dochter door Marion, de marketentster. Intnsschen
is de strijd weldra ten einde, de republiek is overal over
winnende, de laatste soldaten van de Vendée, onder aanvoe
ring van den markies Rheuil, verdedigen hunne laatste stel
ling in een dorp, hetwelk door de soldaten van Hoche wordt
vermeesterd. Mariondie bevreesd isdat Georges
tegenover zijn vader zal staan, heeft weten te bewerken,
dat de jonge man niet aan de bestorming van het dorp
deelneemtdoch wanneer de oude markies wordt krijgs
gevangen gemaaktkomt de zoon terug en wil zijnen
vader redden. Deze toch is gevat met de wapens in de
hand en de krijgswetten zijn gestrengde markies is
vooruit ter dood veroordeeldGeorges en Jeanne zijn
wanhopig en Mariondit ziendeen de beide verliefden
beschouwende als hare eigene kinderen wil ze gelukkig
maken, en doet daarom den vader vluchten. Doch ook
deze daad is strafbaaren de marketentster zal hare
edelmoedige'daad zelve boeten wanneer juist ter rechter
tijd een besluit van de Nationale Conventie wordt bekend
gemaaktwaarbij aan alle opstandelingen volkomen ver
giffenis verleend wordt. Marion is gered zij zingt een
lied ter verheerlijking der vrijheid en het scherm valt.
Het sncces is buitengewoon in het eerste bedrijf wijzen
wij op het lied der soldaten van Hoche „C' est 1' adjudant
Tue-Monch's", op de coupletten van Marion ter eere van
haren ezelden goeden Grisonneten verder op het lied
van de marketentster, waarin Benjamin Godard telkens
de wijs der Marseillais doet vloeienin het tweede
bedrijf hebben wij den briefgeschreven aan den soldaat
La Pleur door zijne oude moederde coupletten van den
sergeant Balafre„En avant, enavant, serrez les r^,ngs
en eindelijk wijzen wij vooral op de finale „Liberté
rayonnante anx cieux." Deze opera is fraai gemonteerd,
het orkest, de koren en de deeoratiën zijn allen volmaakt,
en de soli zijn in uitstekende handen. Vooral komt alle
lof toe aan mejuffrouw Delna in de rol van Marion en
aan den heer Fngère in die van den sergeant La Balafre.
Het is een sncces voor allen en vooral voor den te
vroeg gestorven componist.
Wij hebben bij deze voorstelling opzettelijk iets lang
stilgestaan, want wat wij overigens op dit_ oogenblik
over het parijscho leven hebben te vertellen is eigenlqk
eene serie van akeligheden. Primo hadden wij de in ons
voric schrijven reeds besprokene qnaestie tnsschen de
heeren M. en B., wier namen wij verzwijgenomdat
deze zaak gelukkig hier niet ruchtbaar werd en haar
besluit vond voor de tiende strafkamer van de Police
correctionelle. Wij moesten daar op Zaterdag om precies
12 uren verschijnen doch werden pas opgeroepen tegen
3 uren zoodat wij een holle maag hadden stellig even
hol als de steenen trappen en gangen van het paleis van
justitie. Ook mochten wij, in afwachting, niet eens een
cigaret rooken hoewel toch waarlijk al die steenen
niet veel brandgevaar opleveren. Wij verdreven dns den
tijd met enkele malen een kijkje te nemen in de rechts-
kamer waar treurige en koddige gevallen elkander
opvolgden. Treurig was de zaak van dien ouden man
die zijn gehoelo leven gewerkt had doch geen orde in
zijne zaken waarnam en daarom vervolgd werd als
bankroetier deze werd door den president zeer toegevend
behandeld en zal hij zeker met eene lichte straf zijn
vrijgekomen. Grappig was het geval van den man wiens
inboedel door den deurwaarder was opgeschrevenen
die toch alles verkocht en verhuisde zoodat de „officier
ministériel", zooals hier zulk eeu „huissier" genoemd
wordtniets meer vond dan vier naakte maren en was
het grappige van het gevaldat de getuigen het maar
niet eens werden daar de een zwoer dat alles weg was,
en de ander met evenveel vnur volhield dat alles nog
stondzoodat de geheele zaal het uitschaterdeen de
president zelf moeite had zijn lachlust te bedwingenen
de deurwaarder roijaal weg schudde van pleizier. Daarop
hoorden wij afroepen de zaak M. tegen v. d. B. twee
Hollanders. Groote beweging van nieuwsgierigheid bij
al de aanwezige FranschenDe president begon met
in wanhoop de handen ten hemel te heffentoen de
17)
In 't midden der groote zaal vlamden op hooge luch
ters de kaarslichten op de tafelwaaraan de mannen
der wet hadden plaats genomen om over te gaan tot
de plechtige opening van het testament des rijken graaf
van Dynar waardoor den mondig geworden zoon op de
zen dag alle rechten en bezittingen zijns vaders zonden
worden toegekend.
Ernstig en zwijgend stond bij zijn stoel geleund de
jonge graaf, den blik onafgewend gericht op de schitte
rende gestalte van gravin Xeniadie als een schaduw
beeld scheen naar voren te treden uit de donkere omlijs
ting der schilderijwaarop eenmaal de hand des schilders
haar vereeuwigde. Zooals zij daar voor hem hing de
beeltenis van gravin Xeniamet het goudblonde haar en
den vastberaden eigenzinnigen trek om den mond zon
hij gezworen hebben dat 't het portret was van zijn
zuster die onverschillig met half afgewend hoofd on de
handen in den schoot gevouwenin den fauteuil lag
gevlijd.
Zooals ze daar in halfliggende houding met gefronsde
wenkbrauwen en bewolkt gelaat in den breeden armstoel
leunde, had men haar kunnen houden voor een gebeeld
houwde gelijkenis van het portret harer voorzate, ter
eeuwige gedachtenis geplaatst in deze alonde zaal. Doch
juist op dezen stond bruiste haar het bloed driftiger dan
ooit door de aderen en zwoegde haar boezem minder kalm
dan anders haar zelfbeheerschende kalmte die deed op
en neer bewegen.
Voor den opmerkzamen beschouwer was om haar kleinen
mond de trilling te bespeuren van een koortsachtig beven,
en toen de notaris er toe overging Janek den bewusten
verzegelden brief over te reiken, hief zij onwillekeurig de
hand op, als om den arm van den ambtenaar in die be
weging te storen.
»Het is de wensch nws overleden vaders, graaf Dynar,"
dns sprak hij, »dat n deze brief vóór de opening van het
testament zal worden ter hand gesteld, opdat gij onmid
dellijk moogt kennis nemen van den inhoud.''
Het was Xenia als hield haar hart op te kloppen bij
het heldere kaarslicht scheen 't als glinsterde er iets in
haar oogen gelijk in die eener slang, die sissend den kop
verheft. Werktuiglijk stond zij uit haar schijnbaar behaag
lijke houding op. Met moeite op den rng van den fauteuil
leunendestond zij daaren beschouwdeopnieuw een
marmeren beeld gelijk de uitwerking van den inhoud
des briefs op den jongen zonnegodwiens wangen zij
reeds zag verbleeken.
Thans was het oogenblik gekomen waarop de oude
stamboom der Dynars, door hevigen storm bewogen, sid
derde op de plek waar hij op Proczna's bodem sinds
meuschenheugenis zoo vast stond geworteld. Ja, het was
of die bodem zelf in onstuimige beweging kwam ge
troffen door een bliksemstraal uit helderen hemel die
't aloude wapenschild verpletterd deed in stukken vallen.
De erfgenaam van Proczna stond aan de tafel geleund,
en hield het blad papier bij het kaarslicht. Een oogenblik
had hij het schrijven nog ongeopend gelaten en terwijl
zijn blikken nn over het welbekende schrift van het
couvert gleden, was op zijn wezen duidelijk de innerlijke
ontroering van zijn gemoed zichtbaar. Eerbiedig bracht
hij den brief aan de lippen en zich thans vastbesloten
opheffende, staarde hij een enkele seconde lang in Xenia's
oogen als wilde hij lezen in hare ziel. Daarop verbrak
hij met vaste hand het zegel en ging vlak naast den
luchter staan.
Terwijl hij daar stond en van den inhoud keunis nam,
bewoog zich geen enkele trek op zjjn gelaat. Plotseling
echter begon het papier tnsschen zijne vingers te beven,
en als trof hem een zware slag, boog zich zijn hoofd tot
diep over het schrijven terwijl zijne oogen als aan de
regels geketend waren.
Langzaam bracht hij de hand naar het voorhoofd als
tot verwijdering van een droombeeld.
»Mijn vader het is niet mogelijk ik de zoon
o mijn God ik ik klonk het fluisterend
en bevend van zijne lippen en met zenuwachtige haast
hield hij den brief nog dichter bij zijn gelaathij las en
herlas den inhoud van het schrijvenwaarvan hij den
zin nauwelijks bevatten of begrjjpen kon.
Zwaar en zwoegend haalde hij adem, maar een oogen
blik later wierp hij het hoofd in den nek en stond met
trotsche houding en zegevierenden blik, dien hij schitte
rend van ongewoon vnnr bijna onmiddellijk op Xenia
richtte. Hot scheen een oogenblik als wilde hij de lippen
openen, om den hoogmoed, waarmede zij hem bleef aan
staren te doen buigen voor de macht van zijn woord.
Eene trilling zweefde er langs zijne lippen, sprekend bewijs
van den koortsachtigen strijd, dien hij in zijn binnenste
te voeren had. Doch eensklaps was 't als ging er een
koele adem over het driftig schuimend Poolsche bloed.
Do hand, waarin hij den brief hield, liet hij kalm dalen,
zijn gelaat werd door een glimlach verhelderd, die echter
als dikwijls te voren door zijn koelen spot Xenia diep
door de ziel ging.
»Ik acht mij verplicht de hier aanwezige heeren met
den inhoud van dit schrijven bekend te maken," zeide
Janek welgemoedterwijl hij weer plaats nam en den
brief tnsschen de vingers vouwde als wilde hij er een
fidibns van maken. Tot mijn groote verwondering zie ik,
dat ik niet de zoon ben van graaf Dynar, maar een aan
genomen kind vau hem waaraan hij in voorbeeldelooze
goedheid het volle recht heeft geschonken van een echten
stamhouder. De trief is geheel van persoonlijken aard
en slechts voor mij geschreven. Het spijt mij daarom
meneer do notaris mijne heeren n het schrjjven
niet ter kennismaking te kunnen overreiken. Mag ik u
verzoeken het testament te openen
Op aller aangezicht was de indruk dezer woorden dui
delijk merkbaar; als op een menschelijk wonder richtten