Buitenlan d. deurwaarder der rechtbank eene lijst van tien getuigen afkondigdeen eerstgenoemde verklaarde den tijd van de rechtbank te kostbaar om zooveel Hollanders aan te hoorenwaarop de advocaat van den aanklager protes teerde en de zaal in een goed humeur kwam. Gelukkig bleekdat enkele getuigen door beide partijen waren opgeroepen en terwijl dus daardoor het getal verminderde, werd n°. 1 voor de barre" geroepen en moesten wij anderen allen buiten de deur gaan staan. Toen J. M. T. als derde getuige werd geroepen zag hij hoe de heeren M. en v. d. B. elkander al buitengewoon leelijk aankeken, toen vroeg de presidentVos nomsprénoms &ge maar dat schrijver T. heette scheen voldoende te zijn ten minste men liet hem niet den tijd er bij te ver tellen dat zijn peetoom Jan heette en den leeftijd kon de president zeker wel raden. Het formulier van den eed is nog lakonischer men zegt niets doch steekt de hand op de volle hand en niet zooals een der getuigen deeddie slechts één vinger opstak. De getuigen van M. hadden niet veel te zeggenin weinige woorden zeiden zij de volle waarheid doch die van B. brachten het komische element in de zaak want op de vraag wat zij dan wistenbleek dat drie van de vier getuigen totaal niet op de hoogte waren van de quaestie. Toen begonnen de advocaten te praten die van M., den aan klager wees op de lichtvaardige wijze van beschuldigen door v. d. B., hij hemelde M. bijzonder op, doch gaf aan alle Hollanders iu het algemeen zulk een steek onder waterdat alle Franscben ons kleine groepje aankeken, alsof wij „oh ces Hollandaisvan een bijzonder maak sel waren; v. d. B. kwam er nog al goed af: 50 francs boete en 100 francs schadevergoedingM had hem zwaarder willen straffen doch toch is M. in zijne eer hersteld en daarmede de zaak afgeloopen en konden wij eindelijk wat gaan eten. Die vreeselijke zaak is dus al vrij kalmpjes geëindigd. J. M. T. Deze verklaring bracht eene ongehoorde opschudding teweeg. Dadelijk daarop deed de jury uitspraak, waarbij aan Oscar Wilde de eisch ontzegd werd, met toe voeging van het volgende»De beschuldigingen door den markies van Qoeensberry tegen Oscar Wilde inge bracht zijn gegrond en gedaan in het belang van de openbare zedelijkheid." Den 6 is vervolgens door den politie-rechter van Bow- street een bevel tot inhechtenisneming tegen Oscar Wilde uitgevaardigd; in den avond van dien dag werd hij aangehouden. Hij zal vervolgd worden wegens onzedelijke handelingen en het afleggen van valsche ge tuigenissen, daar hij onder eede den markies van Queens- berry van laster had beschuldigd. Enkele schouwburgen hebben onmiddellijk besloten de opvoering van stukken van dien schrijver te staken. Het Hoogerhuis is tot den 22 uiteen gegaan. E V 15LAIV DOscar Wilde, een zeer geliefd dichter en schrijver, vooral van tooneelstukken die honderd en meermalen opgevoerd werden gehuwd en iu het bezit van 2 kinderen, had tegen den markies van Queensberry (wiens zoon met hem omging) eene vervolging wegens laster ingesteld. Deze markies had in een der clubs een open kaartje voor Oscar Wilde aan den bediende ter hand gesteld, waarop min vleiende beschuldigingen voor kwamen. Oscar Wilde had zich dit wel moeten aan trekken, want had hij zulks niet gedaan, dan waren alle kringen waar hij tot heden zeer gezien was geweest voor hem gesloten geworden. Zulks brengt de gewoonte in Engeland mede. Dit proces voor het centraal crimi neel gerechtshof te Londen trok reeds dadelijk in hooge mate do aandacht en dio belangstelling werd den 4 niet minder, toen bevestigd werd het reeds den 3 geblekene, dat deze dichter omgang had met verschillende jonge lieden uit den minderen stand, zooals knechts, oppassers enz. Het bleek zelfs, dat hij wel met hen gegeteu en hun geschenken aangeboden had. Oscar Wilde had als ver ontschuldiging geantwoord, dat hij bij het kiezen zijner vrienden niets gaf om standsverschillen en beweerde zelfs, dat een hunner, op het oogenblik wegens diefstal in dé gevangenis vertoevende, toch van zijne vriendschap kon verzekerd blijven. Hij bleef ontkennen, dat hij zich ooit met een dezer misdragen had. De heer Carsonlord Queensberry verdedigende, zeide, dat zijn cliënt niets terug trok van hetgeen hij gezegd of geschreven had Alles, wat hij had gedaan, was geschied met overleg en met het doel om zjjn zoon te redden. Voorts weidde hij uit over des schrijvers omgang met heerenknechts en lieden van soortgelijken stand. Den 5 volgde een plot selinge ontknooping. De gewezen advocaat- generaal de heer Edward Clarke, Oscar Wilde's verde diger, brak eensklaps de beraadslagingen af en vorklaarde, dat hijop grond dat de aangehaalde brieven en ge schriften van Wilde den markies van Queeensberry recht gaven tot de door hem geuite bewering, zich zou vor eenigen met een vonnis, waarbij de markies van laster werd vrij gesproken. Lagerhuis. Den 9 stelde minister Harcourt eene motie voor, waarbij aan den afgetreden voorzitter A. Peel dank wordt betuigd voor de bewezen diensten en een andere, waarbij aan de Koningin verzocht wordt, hem een bijzonder bewijs harer gunst te verleenen. De kan- seliei der schatkist hield eene welsprekende redevoering en de motiën werdon met warmte verdedigd door de heeren Balfour, M'Carthy, Chamberlain en John Radmond. Met algemeene stemmen werden de motiën daarop aan genomen. De kanselier der schatkist zal 2 Mei de be grooting voor 1896 indienen. Het wetsontwerp tot aanbouw van nieuwe oorlogs schepen is voor de tweede maal gelezen. Den 10 werd do candidaat der regeeringspartij de heer Gully tot voorzitter gekozen met 285 tegen 274 stemmen. Do zitting werd daarna verdaagd tot den 22. BELftlE. De commissie uit den Senaatbelast met het onderzoek van het gemeente-kieswet-ontwerp heeft dat ontwerp aangenomen met 7 stemmen te»en 1 en 2 blanco. - Den 9 vierde de Koning zijn 60 verjaardag de bij die gelegenheid gebruikelijke parade werd afgezegd^ zonder dat enen wist waarom. Een der Senaatsleden vroeg in de zitting hieromtrent inlichtingen aan den minister van oorlog, die in zijn antwoord te bennen gaf, dat hij daar over^ evenzeer verbaasd was, maar dat hij beloofde in- lichtingen te zullen inwinnen. De Senaat heeft den 10 met 56 tegen 18 stemmen en 13 onthoudingen de gemeente-kieswet aangenomen in den door de Kamer vastgestelden vorm. FBMKRIJH. Tot lid der Kamer is gekozen in het departement der Ardennen de heer Isaac Klain republikein, met_ 7024 stemmen tegen 6917 op den socia list Lassalle en in het departement Oise de heer Lesage, radicaal, met 8364 van de 15.880 stemmen. In den stand dor partijen brengen deze verkiezingen geene verandering De Senaat heeft den 10 met 443 tegen 135 stemmen de fiuanciëele wetten aangenomen. OOSTEHSBIJK-HOSTGAKIJE!. De minister van landbouw heeft aan de commissie voor de suikerenqnéte, welker werkzaamheden thans zijn geëindigd, verklaard, dat een internationale overeenkomst onnoodig is. De toestand was volstrekt niet wanhopig en door een Ge meenschappelijk overleg tusschen landbouwers en fabri- kanten kon de crisis worden opgelost. Het hongaarsche Volkshuis zal tegen het einde van April de wetsontwerpen in behandeling nemen betreffende de erkenning van den israëlietischen godsdienst en de vrije uitoefening van alle godsdiensten. Nadat deze twee ontwerpen waarschijnlijk onveranderd zullen zijn aange nomen, zal de regeering zo ten derden male bij do Mag- natentafel indienen. SPANJE. De ministerraad heeft besloten het verlies van den kruiser Reina Regente officiëel bekend te maken. IWBDES. De Rijksdag heett alle ontwerpen ver worpen die betrekking hadden op de uitbreiding van het kiesrecht. ^(LBEEAIfcJOE STATE1V. Bij een mijngasont- ploffing in de Blue-Canonmijn zijn 21 mijnwerkers om gekomen. de aanwezigen de oogen op den jongen man die een onthulling als deze met zooveel kalmte vernam en me dedeelde die den brief, met welks inhoud zijn plaats in de maatschappij zijn naam ja geheel zijn bestaan ge moeid scheen zoo koelbloedig in den borstzak deed glij den als gold het een pas betaalde quitantie. Inmiddels werd begonnen met de opening en voorle zing van het testament. Zwijgend en bleek als een doode leunde Xenia achterover in den fauteuil en droogde het angstzweet dat het doorleven der laatste oogenblikken haar gekost had met haar kanten zakdoek van 't voor hoofd zoowel haar bleekheid als de gemoedsstemming die op haar gelaat duidelijk zichtbaar was wist zii met behulp van het stukje kant behendig te verbergen." Eindelijk was het dan geschied eindelijk kende deze Pool het geheim zijner afkomst en lag de afgrond, die tusschen gravin Xenia en hem een onoverkomelijke schei ding maakte, in al haar diepte voor hem open. Als van een centenaarslast bevrijd, ademde zij ruimer, terwijl de paarlen om haar blanken hals zachtkens daal den als mild neerdruppelende regen. Met een bijna minachtende uitdrukking zocht haar blik den erfgenaam van Proczna. Dwaasheid, ook maar een oogenblik te hebben kunnen vreezen, dat Poolsch bloed zou kunnen opschuimen boven de bedding van mensche- lijke ijdelheid, dat fierheid en wraakzucht machtiger kon den zijn dan eigenbelang en het hechten aan de openbare meening. Neen, graaf Janek Dynar gunde geen enkel oog dan het zijne een blik op den inhoud van 't schrijven, da,t hem zoo jammerlijk van zijn verheven voetstuk rukte.' Als een stuk van «persoonlijk belang" stak bjj den brief in den zak en sprong over de lastige narigheid heen als over een keisteen, die toevallig op ons pad ligt. Ja, graaf Janek Dynar boog zich nederig en gedwee voor den kleinen duivel met de negenhoekige kroon, die zijn voet bevelend zet op den nek des zonnegods, en zou zich liever de tong uit den mond zien rukken, dan de wereld bekentenis te doen van zijn lage afkomst. Hoe gaarne zou Xenia hartelijk gelachen hebben, hoe zou zjj haar spot hebben lucht gegeven aan de elastieke pop, onder één enkelen slag van 't noodlot zoo erbarme lijk ineenzinkende, om door den uit het testament ge- gaarden trots straks weer langzaam te worden opgebla zen. Het was haar niet ontgaan, welk een geduchte uit werking de inhoud van den brief had gehad op den erf genaam van Proczna, hoe bij 't vernemen van den naam zijns vaders zijn fiere houding zich had gekromd. Ja, het zou haar een wellost zijn geweest met een luiden, langen lach den val van den gehaten Pool te vieren. En toch drukte zij den kanten doek tegen 't brandend voorhoofd en gevoelde hoe schaamte en bitterheid haar de keel dichtsnoerden. Hoe treurig zonk do adelaar met geknakte vleugels neer van Janek's kruin; de adelaar, dien hij zoo fleren koninklijk had gedragen, toen hij enkele uren geleden voor t eerst den voet zette op zijn erfelijk goed Eentonig kletterde de regen tegen de hooge boogven sters. In de voormalige studeerzaal van Gustaaf Adolf vertoonden zich allengs schaduwen, terwijl de wind luid gierend om de tinnen en door den schoorsteen huilde, als eens in den nacht, toen de Poolsche opstandelingen hot «koekoeksei" in dit nest hadden gebracht. Toen ech ter waren 't sneeuw en winterkoude geweest, die hun nijpende macht deden gelden, toen had eefP ontluikend knopje weeklagend geworsteld om het leven te behou den thans was t een overdrijvende onweersbui, die zijn valen sluier over het bloeiend aaidrijk had gespreid, ter wijl het teedere knopje van voorheen als ontloken roos zich wiegde op haar doornigen steel. Gravin Xenia zat aan de schrijftafel haars vaders, diep gebogen over een bundel oude perkament-bladen. In de nevenzaal dempte het dikke tapijt 't geluid van naderende voetstappen behoedzaam werden de gordijnen der breede deur op zijde geschoven en Janek bleef on opgemerkt een poos in roerlooze aanschouwing verdiept. Eindeljjk dan kon hp zich ongehinderd verzadigen nit den kelk der schoonheid en werd hjj door niets verhin derd om een geruime poos te genieten van den aanblik der goudgelokte Loreley. Wordt vervolgd.) BEAOEMEYEEN. Lombok. Een buitengewoon nummer van de Staatscourant be helst kon. besluiten van 9 April, waarbij ter zake van de krijgsverrichtingen tegen Lombok in 1894, de volgende onderscheidingen zijn toegekend bevorderd tot ridder 3e klasse der Militaire Willems- orde de kapitein ter zee H. Quispel benoemda. tot ridder 4e klasse der M. Willemsorde e 1 trits, ter zee le kl. J. C. van Wessem (sedert be- vorderd tot kapit.-luitenant ter zee) en J. C. Cramer b. tot officier der orde van Oranje-Nassau de kapt.-luit. ter zee M. P. Tijdeman en c. tot ridder dier orde de ofne. van gez. le kl. der K. N. Marine J. A. Rademaker en de luit. ter zee 2e kl. A. C. W. baron van Haersolte van den Doorn bepaald dat de namen der volgende (sedert overleden) militairen zullen worden ingeschreven in de registers van de kanselarij der Nederl. orden te wetenals ridder 4e klasse der Militaire Willems orde: de luit.-kol. der inf. E. M. A. A. K. Frackers de le luits. der inf. W. P. Broekman en E. de Graaf; do 2e luits. der inf. J. W. Schiff en H. Valkenburg; de sergeant der inf. J. J. J. van Lithde sergeant der art. J. C. Heijser, en de fuseliers E. G. Dettmeijer en B. Ak kerman en als eervol vermeldde serg. der inf. J. M. Gulde- mont de cavalerist le kl. P. Schungelde kanonnier le kl. J. Hesselen de kanonnier 2e kl. A. Zuidam. Voorts zijn 1°. bevorderd: a. tot command, der Milit. Willemsorde de gen.-maj. der inf. M. Segov b. tot ridder 3e klasse der M. Willemsordede kol. der inf.. (sedert benoemd tot gen.-majoor) L. Swart; de luit.-kol. der inf. A. H. W. Scheuer, en de kapt. der inf. W. G. A. C. Christan en J. C. Lindgreen 2°. benoemd a. tot ridder 4e kl. der M. Willemsorde de kolonel van den gen. staf (sedert ben. tot gen.-majoor) J. J. K. de Moulin de luit.-kol. der art. W. Boetjede majoor van den gen. staf G. J. van Kooten de kapt. van den gen. staf H. P. Willemstijn de kapt. der inf. (sedert bevorderd tot majoor) J. F. H. Janssen de kapts. der inf. P. G. Smidhamer, W. J. C. Creutz-Lechleitner, C. F. van den Ende, P. Wiersma, W. C. Schreijner, A. Jonker, K. J. D. Scott, F. W. H.Tuinenburg, J. Koch en J. H. Hartmann de officieren van gezondheid le klasse dr. J. W. Portengen en 8. Ujlakide lste-luits. der inf. W. H. B. van der Zwaan, J. Hildering, R. B. M, de Wijs, I. T. Ter Bruggen Hngenholtz, J. H. C. van Dompseler en E. C. van der Heijden de lste-luits der art. G. C. A. Dijk, J. J. Hemmes, H. U. S. Boerma, H. vau Witzen- burg en A. Beckingde lste-luits. der genie W. R. de Greve, N. Plantenga en E. J. de Rochemont; de offic. van gez. 2de kl. W. J. H. Timmermans en dr. J. E. Janzende 2de-luits. der inf. A. Franssen, H. Colijn, L. H. van Teijn, J. M. W. Grootenboer en F. Franssen de adj.-onderoffiic. der inf. D. Scholten de adj.-onderoffic. opnemer F. H. Plas de sergeant-majoors der inf. P. J. H. de Bock en S. Schmitz de inl. sergeants der inf. Sadi- man en Wisam de wachtmeesters der cavalerie L. H. Heijer en A. J. Beek; de sergeants der art. A. B. Fickel en F. W. C Klörende fourier der genie J. de Boer; de korper. der inf. (sedert bevorderd tot sergeant) H. Robijn de korp. der inf. J. G. Bierlinger de korp. der art. M. Elenbaas en B. van Faassen de korps der genie J. P. Houben en P. M. Nieuwland; de hospitaalbediende H. T. Klawer de infanteristen 1ste kl. P. v. d. Klamp en C. Westbroek de hoornblazer H. Meijboomde fusel. J. Wassington, H. C Dircks, F. A. Raes, J. Terpstra (sedert gegag.) C. Verstraaten en J. Mulderde amboi- neesche fuseliers H Pattipeiluhu, T. Tamboewoeng en Hainiside cavalaristen 2e kl. G. H. Doorschodt en C. Bos de inl. cavalerist 2de kl. Soerodongso de kanonniers lste kl. A. Mandemaker. W. Dekker en A. van de Ven de kanonnier 2de kl. F. Stanneveld de inl. stukrijder lste kl. Soerawitjanade geniesoldaat lste kl. J. A. Schrader de inl. geniesoldaat lste kl. Karsosemito, en de ziekenoppasser H. Loverink b- tot ridder der orde vau den Nederl. Leeuw: de resident van Bali en Lombok M. C. Dannenbargh de pred. bij de Prot. .gemeente in N.-Indië dr. H. J. Offer- hans de Roomsch-Katholieke geestelq'ke van den tweeden rang F. J. A. Voogel; de majoor-intend. L. C. van Berg de dirig. offic. van gez. 2e klasse C. J. de Freijtag en de kapt.-intend. N. J. van den Bent; c. tot comman deur der orde van Oranje-Nassaude algemeene secre taris van het Gouv. van Ned.-Indie, E- O baron Sweerts de Landas Wyborgh, en de directeur van binnenl. bestuur G. A. Scherer; d. tot officier der orde van Oranje-Nassau: de inspecteur van cultures F. A. Liefrinck en de luit.- kolonel, commandant van de barisan van Bangkalan Raden Majang Koro e. tot ridder der orde van Oranje-Nassau: de kapit. van de barisan van Bangkalan Raden Doerach- man Raden Kahar en Raden Ario Mangkoe Adi Koe- soemode control, lste kl. J. H. Liefrinck, de control. 2e kl. bij het binnenl. bestuur A. J. N. Engelenberg de zendeling leeraar J. J. Wijnveldt en de hoofdagent in Ned.-Indie der K. Paketvaartmaatschappij E. G. Taylor; 3". is de eeresabel met het gebruikelijke opschrift toe gekend aan den majoor der artillerie M. B. Rost van Tonniugen en is eindelijk bepaald, dat bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indiö als in Nederlandeervol zullen worden vermeld de majoor bjj den gen. staf (sedert bevorderd tot luit.-kolonel bij de inf.) A. J. Hamerster; de kapts. der inf. I. C. R. Schenck, A. E. N. B. Otken en A. E. Kamerman de kapts. der art. J. L. Swart en C. W. van Hoogstraten; de kapt-kwartierm. C. F. Jnlins; de le luits. der inf. E. A. van Kappen C. A. Meulemans, F. P. M. P. Berkeljon H. B. J. Tersteege en A. C. C. Musch; de le luit. der cavalerie J. T. van Maren de le^ luits. der art. J. P. Kreischer en P. M. Visde 2e luits. der inf. W. C. Gerlach en W. R. Winter; de ma- gazijnm. 4e kl. der art. W. L. van Rijn de adj.-onder offic. der inf. W. Wunnink; de adj.-onderoffio.-kwartierm. H. N. T.^ Piejeers en jhr. A. L. G. Meijer; de serg.-ma joor der inf. A. de Rooy de serg. der inf. J. Wieling de serg. der art. O. C. J. L. Eichhorn de serg.-telegr. C. G. H. Barow; de serg. der genie G. Wiersma; de korp. der inf. S. Broere, J. G. Gunz en F. T. van Berokelaer; de korp. der artillerie A. J. Kooreman W. Verheyde en T. O. P. A. Bernaards de infanterist le kl. H. W. Knote de fuseliers W. K. Nelk A. H. van WjjkJ. A.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 2