De Wedstrijd.
Gesteld in handen van burgemeester en wethouders
om bericht en raad.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de
leden ter lezing gelegen hebbende stukken.
Van de vaste commissie van financiën.
15. Eapport op de rekening van het bestuur der alge-
neene bewaarschool over 1894, sluitende in ontvang
f 2096.83, in uitgaaf op f 1541.54, alzoo met een batig op
slot van f 555.29 tegen f 603.37 over 1893. Zij vermeldt
verder als ontvangsten f 504.25 aan bijdragen van leden
en begunstigers, f 34.50 minder dan het vorige jaar1
jaar subsidie van do gemeente f 500 aan schoolgelden
f 448.26 en overblijfgelden (vergoeding voor kinderen die
van 12—2 uren in de inrichting blijven en niet huiswaarts
keeren) f 5.95, respectievelijk f 22.62 en f 2.11 meer dan
in 1893. De uitgaven waren f 438.95 hooger dan in 1893,
bestonden uitsalarissen f 853 onderhoud van gebouwen
en meubelen f 351,50; belastingen en assurantie f 35.65;
schoolbehoeften en verschotten f 146,29 diverse uitgaven
f 113.05 en brandstoffen f 72,05.
Aan het ten vorigen jare aangekondigde voornemen
om eene geëxamineerde hoofdonderwijzeres te benoemen,
is gevolg gegeven met ingang van 1 Augustus 1894. In
deze rekening komt hare jaarwedde over 5 maanden dus
slechts voor tot een bedrag van f 208.75; de post salarissen
zal voortaan met het volle bedrag dier wedde verhoogd
worden.
Met genoegen zag de commissie, dat de post personeele
belasting van f 37.10 tot f 27.40 teruggebracht is niet
tegenstaande de gemeente nog 10 opcenten op de hoofd
som dier belasting meer geheven heeft. Ten slotte wordt
voorgesteld de rekening goed te keuren.
Zonder beraadslaging het voorstel der commissie aan
genomende heer Rentmeester bleef als bestuurslid
buiten stemming.
16. Rapport op de suppletoire begrooting van het
mannen- en vrouwengasthuis voor 1894, sluitende in
ontvang en uitgaaf op 1136,26, waarbij een nader subsi
die uit de gemeentekas aangevraagd wordt van 617,35
en op het verzoek van Regenten van dat gesticht om
machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen in
hunne °begrooting voor 1894. De hoogere subsidie uit de
gemeentekas is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de
kosten, gevallen op de verpleging van lijders aan besmet
telijke ziekten voornamelijk van lijders aan pokken
vooral de posten waak- en haalloonen en van voeding
voor de verplegers droegen tot de hoogere uitgaaf veel
bij. De commissie stelt voor, de suppletoire begrooting
goed te keuren en de gevraagde machtiging te verleen en,
behoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij
het nazien der rekening.
Aangenomen de heeren Janssen en de Wit als regen
ten buiten stemming.
17. Rapport omtrent de door burg. en weth. ver
strekte inlichtingen betrekkelijk het verzekeren van
het bij de brandweer werkzame personeel en van de po-
litie-agenten tegen ongelukken enz.
De commissie deelt mede, dat zij na dien tijd ook nog
eene aanbieding heeft gekregen van den vertegenwoordi
ger der Zwitsersche Maatschappij tot verzekering tegen
ongelukken gevestigd te Wintorthur, zijnde de heer
dr. M. O. Tideman te Haarlem Leeghwaterstraat 6,
welke aanbieding zij met de daarbij behoorende regle
menten overlegt. Na kennisneming van de aanbieding
der verschillende maatschappijen is de commissie een
parig van oordeel, dat wanneer werd overgegaan tot
het aannemen van ééne dier aanbiedingen de gemeente-
begrooting jaarlijks met eene vrjj belangrijke uitgaaf
zou worden bezwaardterwijl hier en daar door de
Maatschappijen nog een voorbehoud wordt gemaakt, waar
uit bij voorkomende ongelukken allicht moeielijkheden
kunnen voortvlooien. Hiermede rekening houdende, acht
de commissie die overigens verzekering dezer personen
tegen ongelukken wel aanbevelenswaardig achthet voor
de gemeente veel doelmatiger en voordeeliger, dat de
Raad zijn besluit van 23 Maartf 1892 No. 29 genomen
op voorstel der daarvoor benoemde speciale commissie
ten aanzien van werklieden werkzaam aan gemeente
werken, hetzij in gewonen dienst, hetzij in dienst van
aannemers, ook in deze handhaaft.
Zij stelt daarom voor, in beginsel aan te nemen, dat
aan de mannen in dienst bij de brandweer en aan de
politie-agenten voor het geval zij in en door haren dienst
een ongeluk bekomen eene uitkeering te doen plaats
hebben in ieder bijzonder geval door den gemeenteraad
te bepalen naar den maatstafaangenomen bij raadsbe
sluit van 23 Maart 1892 No. 29.
Door het nemen van dit besluit behoudt de Raad zich
alle vrijheid van handelen in ieder geval voor.
Met algemeene stemmen zonder beraadslaging aange
nomen.
18. Brief, waarbij wordt medegedeeld, dat de com
missie van toezicht op het middelbaar onderwijs den 9
Januari kennis gaf, dat de heer J. W. Willemsen, leeraar
aan de burgeravondschool, door ziekte verhinderd was
zijne lessen waar te nemen, onder overlegging van een
afschrift eener door prof van Haren Noman te Amster
dam afgegeven verklaring dat hij nog gedurende drie
weken onder zijne geneeskundige behandeling was wegens
eene niet besmettelijke huid-aandoening en dat hij daar
door nog ongeschikt was zijne bezigheden te hervatteu.
De commissie was, in overeenstemming met den directeur
der burgeravondschool, van gevoelen, dat het noodzakelijk
was te trachten tijdelijk in de waarneming zijner betrek
king te voorzien. Zij gaf daarom in overweging, ge
noemden directeur te machtigen in overleg met haar
tijdelijk een leeraar in dienst te stellen, zoo hij er in
mocht slagen op billijke voorwaarden een geschikt per
soon daarvoor te vinden. Bij brief van 10 Januari werd
geantwoord, dat geen bezwaar bestond, die machtiging
te verleenen, onder voorwaarde dat de tijdelijke voor
ziening voor de gemeente geene geldelijke offers zou eischen.
Deze voorwaarde was in overeenstemming met hetgeen in de
laatste jaren herhaaldelijk geschiedde met het personeel, bij
het lager onderwijs werkzaam. Bij verlof wegens ziekte voor
korten tijd neemt het overige aan de school werkzame perso
neel do werkzaamheden van den titularis zonder eenig gel
delijk bezwaar waar, een zeer billijke maatregel, daar heden
de een morgen de ander ziek is en op die wijze ieder
op zijne beurt geholpen wordt. Bij verlof wegens ziekte
voor langer tijd, bijvoorbeeld bij mej. Stoel, toen onder
wijzeres aan de openbare school voor meisjes, wordt aan
het verlof de voorwaarde verbonden dat in de plaats
vervanging ten genoegen van burg. en weth. moet worden
voorzien door hem of haar, die in het genot van verlof
gesteld wordt.
Thans vraagt de heer Willemsen de kosten terug, welke
van zijne tijdelijke vervanging het gevolg zijn geweest
ten bedrage van f 19,20 en wordt dit verzoek gesteund
door de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs.
Burg. en Weth. verklaren na de uiteenzetting van de
plaats gehad hebbende feiten, dat zij van oordeel zijn,
dat de tot heden gevolgde wijze van handelen bij tijde
lijke vervangingen ten gevolge van ziekte gevolgd moet
blijven, als in het belang van alle partijen de beste op
lossing. Om die reden kunnen zij, ter wille van het
daarbij betrokken beginsel, het verzoek van dezen leeraar,
om hem de uitgegeven som van 19,20 geheel terug te
geven, niet ondersteunen alleen de omstandigheid, dat
werkelijk het overige aan de burgeravondschool werkzame
personeel door de overgroote klassen niet bij machte was,
voor hem tijdelijk de werkzaamheden waar te nemen,
geeft hun aanleiding om voor te stellen, hem de helft
of f 9,60 terug te geven, onder de uitdrukkelijke bepa
ling, dat uit dit besluit voor de toekomst geene gevolg
trekkingen kunnen worden gemaakt.
De heer Karseb oo m stelt voor het geheele bedrag
terug te geven juist om de door burg. en weth. voor
de teruggave van de helft aangevoerde reden. Dit door
de heeren Conijn en Bosman ondersteunde en door
den Voorzitter ter wille van het beginsel bestreden
voorstel wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen van
de heeren Janssen Bruinvis Preijer Rentmeester de
Sonnaville en Goede.
19. Reglement voor de gemeentelijke normaal
lessen en verordening tot heffing van schoolgeld op die
lessen ingediend naar aanleiding van de in de laatste
raadsvergadering daartoe gedane uitnoodiging. Het
schoolgeld wordt bepaald op 6 per jaar.
Zoowel het reglement als de verordening op de heffing
en de invordering van het schoolgeld wordt onveranderd
vastgesteld. Vervolgens wordt naar aanleiding van ar
tikel 3 van het reglementluidende
De leeraren aan deze lessen worden benoemd door den
gemeenteraad Burgemeester en wethouders zenden eene
aanbeveling van één oj meer benoembaren aan den Raad in.
Een der leeraren wordt door den gemeenteraad aange
steld als directeur.
Met algemeene stemmen op aanbeveling van burg.
en weth., tot directeur benoemd de heer H. van den Berg
alhier. Vervolgens worden met algemeene stemmen op
aanbeveling van burg. en weth., tot leeraren benoemd
de heeren W. S. P. HoffC. J. Reiziger A. Wijn A.
H. Bijleveld, P. J. Aukes, T. Tuinstra, J. Cock, H. Tus
senbroek en mej. J. Kijlstra.
20. Verordening op de heffing van schoolgeld op de
openbare burgerschool als gevolg van de onlangs in be
ginsel aangenomen verhooging.
Met algemeene stemmen de verordening onveranderd
vastgesteld met ingang van 1 November a s.
21. Voorstel in overeenstemming rret het rechts
geleerd advies van den heer mr. A. P. de Lange om
zich te verdedigen tegen de rechtsvordering, bij exploit
van dagvaarding van 9 April 1895 tegen de gemeente
Alkmaar ingesteld door de te Amsterdam gevestigde
Naamlooze vonnootschap Nederlandsche Maatschappij van
Zekerheidstelling, strekkende dat de gemeente zal wor
den veroordeeld om op te heffen zeker verband op
eene inschrijving Nationale Schuld welk verband is ge
vestigd ter verzekering van het beheer van den gemeente
ontvanger den heer Dirk Pollzulks nadat door de
Maatschappij zal zijn verleend en gevestigd eerste hy
potheek op vast goed, gelegen te Amsterdam, ter verze
kering van datzelfde beheer.
Met algemeene stemmen besloten deze procedure te
voeren.
22. Rapport der vaste commissie voor de verorde
ningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, op
het adres van de Bfederl. Vereeniglng tegen de
prostitutie, waarbij het gemeentebestuur van Alkmaar
uitgenoodigd wordt te ondersteunen haar adres aan
H. M. de Koningin-Weduwe Regentes, om een wetsont
werp in te dienen tot wijziging in haren geest of weg
lating der wetsbepalingen opgenomen in de artikelen
250, 251 en 252 van het Wetboek van Strafrecht.
Van dat adres is een afdruk opgenomen in het over
gelegde Maandblad Getuigen en Redden No. 10.
De commissie is eenparig Van oordeel, dat het niet op
den weg der gemeentebesturen ligt, zich in te laten met
zaken, welke geheel op bet gebied van den Rijkswetgever
liggen.
Zij stelt daarom voor geen gevolg te geven aan de
tot den Raad gerichte uitnoodiging, van dat besluit ken
nis te geven aan de Vereeniging en de stukken overigens
voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder beraadslaging het voorstel der commissie aan
genomen.
23. Is overgegaan tot hot benoemen van
a. een onderwijzer aan de 2 openbare school voor onver-
mogenden.
Benoemd met 13 stemmen J. Ott te Groetgemeente
Schoorl.
twee leden van het stembureau bij de aanstaande verkiezing
van twee leden der Prov. Staten op 14 Mei a.s.
Benoemd de heeren van den Bosch en de Groot met
13 en 11 stemmen de heer Janssen bek wam 2 stemmen.
Alle overige leden werden als plaatsvervangers aange
wezen.
c. twee leden en twee plaatsvervangende leden der commissie,
bedoeld bij art. 11 en art. 15 der wet op de schutterijen.
Benoemd tot leden de heeren Goede en de Sonna
ville met 12 en 11 stemmen de heer Janssen bekwam
2 stemmen.
Tot plaatsvervangende leden de heeren Boel mans ter
Spill en de Wit met 13 en 12 stemmende heer
Rentmeester bekwam 1 stem.
24. Gaat de vergadering op voorstel van deD Voorzit
ter over iu eene zitting met gesloten deuren, na herope
ning waarvan de vergadering gesloten wordt, daar geen
der leden bij de gewone rondvraag iets in het midden
had te brengen.
Voordat wij het eerste lokaal van den »vrijen" wed
strijd verlaten en ons naar het derde lokaal begeven
bespreken wij nog het werk der kuipers.
J. C. Levert, die met zijn badkuip, vischvaatje enz.
de eer van zijn beroep handhaaftverdiende o. i. de
hoogste onderscheiding, die hem ook in den vorm van
een zilveren medalje ten deel viel. De badkuip met
uitgewerkten rand is prachtig uitgevoerdde Centrale
commissie van wedstrijden heeft eveneens met genoegen
het knipwerk bezichtigd, hetgeen ons van welingelichte
zijde werd medegedeeld. Het tobbetje van J. Sanders
nog een jong kuiper wat trouwens uit zijn werk wel
te bespeuren valt verwierf het diploma.
Wij betreuren het voor onze bekwame kuipers, dat
het ijzeren vaatwerk hun zoo'n machtige concurrentie
aandoet, en juichen het daarom toe, dat J. C. Levert door
vorm en afwerking iets aantrekkelijks leverde, zeker een
der middelen om aan het meer plompe ijzeren vaatwerk
het hoofd te kunnen bieden.
En thans gaan wij een bezoek brengen aan het derde
lokaal. Wij vinden daarin in de eerste plaats het werk
der dames, het is niet om eens hoffelijk tegenover deze
te zijn, dat wij straks het eerst haar werk bespreken,
maar meer omdat zij er recht op hebben.
Vervolgeus zijn in het bovengenoemde lokaal de hout
en kerfsnijders, de boekbinders, de lederwerkers en za
delmakers, de mandenmakers, de petten-, mutsen- en
hoedenmakers, de schoen- en laarzenmakers, de borstel
makers, de kappers en de kleedermakers enz. door hunne
inzendingen vertegenwoordigd.
De dames Aghina en niet minder mej Schouten en
mej. Govers hebben met eere de textiele kunst beoefend.
Wij zullen nu niet spreken over platte of kruissteken
niet over stramien en niet over de technische vaardig
heid die de Egyptenaren en Assyriërs bij het borduur-
en stikwerk reeds hadden bereikt. Het schijnt dat mej.
Schouten veel voorliefde heeft voor het bewerken van
kussenseen voorliefde waarin men het in de middel
eeuwen ver gebracht heeft. De zit-, reis- en boekenkussens
uit dien tijd zijn talrijk men maakte gebruik van den
kruissteek ook wel kussensteek genoemd. Wij bewon
deren de dames zoowel in het borduren op stramien als
op laken enz. Het is natuurlijk dat men op stramien
den meetkunstigen vorm moet volgen terwijl op laken
en andere stoffen meer de natuur als voorbeeld dienen kan.
Wij bevelen den dames Aghina eene trouwe natuur
studie aan. Laat men zich toch niet altijd bepalen tot
conventioneele vormen. Wanneer het natuurlijk blad
ontdaan wordt van zijne toevalligheden en men heelt de
gave om te ontwerpen, om een teekening te maken, dan
zal men zeer zeker meer oorspronkelijk werk bekomen.
Wat aangaat het tegen elkander zetten der kleuron of
wat het gevoel voor deze betreft staan de borduur
werken van de dames Aghina hooger dan die der anderen.
Zooals wij reeds zeiden zijn er enkele dingen bij, waar
van het patroon ons minder uit een oogpunt van teeke
ning bevredigt. Wij raden den dames aan zich aan
te schaffen: »De kunstnijverheid van dr. Bruno Bücher",
verkrijgbaar bij alle boekhandelaars. In dat werkje zal
men een schat van keunis opdoen die zeer zeker ook
onze dames in staat zal stellen, nog meer kunst en meer
smaak in haar werk te leggen. Het werkje kost slechts
f 1. De bloemen overigens van mej. J. Aghina zijn zóó
natuurlijk zóó trouw weêrgegevendat zij ontegen
zeggelijk ver boven de andere inzendingen staanwrj
hebben slechts te wijzen op de seringen en lelie'sdoch
ook het kantwerk zoowel uit de hand genaaid of op
het »kloskussen" vervaardigd, en wel op saksiscbe of
boheemsche wijze ziet er netjes en fraai uit. Wij slni-
ten ons gaarne aan bij don voorzitter der hoofdcommissie,
toen deze in overweging gaf, de voorwerpen der textiele
kunst, waaraan de zilveren medalje, geschonken door
Hare Majesteit de Koningin is toegekend, om die ver
zameling, na bekomen verlof aan Hare Majesteit
ter beoordeeling op te zenden.
Eéne zaak betreuren wij, n.l. dat mej. Schouten met hare
verdienstelijke inzending geen hoogere bekroning kon
verkrijgen dan de bronzen medalje. Hadden de dames
die het werk der inzendsters beoordeelden, nog over een
zilveren medalje kunnen beschikken dan gelooven wij
zeker, dat die aan mej. Schouten was ten deel gevallen.
En dat er »zooveel medaljes aan de Aghina's zijn toe
gekend'' om met een bezoekster te spreken ligt
o. i. vooral aan de verscheidenheid van vakken waar
in die dames inzonden zelfs het schilderen op marmer
en glas bleef niet achterwege, doch daarin zullen zij zich
eerst nog meer moeten oefenen vóór en aleer die kunst
met zilver bekroond wordt, (f)
Voordat wij verder gaan brengen wij hulde aan de
damesdie de tentoonstelling in dit vak zóó aan
trekkelijk maakten, dat wij ook een ieder, die belang stelt
in textiele kunstaanraden een bezoek aan do tentoon
stelling te brengen vooral nu de toegangsprijs slechts
op 10 cents gebracht is.
De hout- en kerfsnijders zonden prachtige voorwerpen
inhet kistje van C. Bogtman uit Bergen munt nit
door zuiverheid van bewerkingevenals de niet bekroonde
schaatsenrijdersstok. De inzending van S. Vriesman is
evenzeer verdienstelijk doch of deze inzender met zijn
figuurtjes boven op het kastje wel veel bewonderaars zal
trekken durven wij niet voorspellen.
De boekbinders gaven eveneens blijk zich te willen
wapenen tegen de concurrentiedie hun vooral van
duitsche zijde wordt aangedaan. Wij hebben er meer dan
één beoordeelaar bij zien staaneen ongunstigen indruk
hebben wij niet vernomenmeestal werden de boeken
opengedaan en wanneer het dan goed vlak bleef liggen,
gaf men zijne goedkeuring te kennen. Eén opmerking
werd er gemaakt over het weinige overstek van het bord,
waardoor later het papier bij het vooruitschieten spoe
diger beschadigd zou worden het is slechts een opmer
king waarover wij geen oordeel uitspreken.
Veel liever weuschen wij den bekroonden G. van Dijk,
C. Alfrink en C. J. M. van Schaick gelnk met hunne
ouderscheidinggaarne hadden wij gezien dat ook den
(jj »Het schilderen op hout, terra-cotta, steen, zijde,
satijn en fluweel" door M. Nooijen zij tot studie aan
bevolen het kost slechts 0,60 en is bij iederen boek
handelaar verkrijgbaar.