Nederland schillende departementen te doen en daarop zoo veel mogelijk te bezuinigen. De oud-minister Cochery is tot verslaggever gekozen. ENGEIAND. Het Hoogerhuis heeft den 28 de Staatsbegrooting in alle lezingen aangenomen. Het Huis gaat van 30 Mei tot 9 Juni aiteen. In Chancery Lane te Londen heeft den 28 des morgens een ernstige brand gewoed. Toen deze ontdekt werd, stond de trap reeds in lichte laaie, zoodat de bewoners der verdiepingen zich niet daarlangs konden redden. Er blééf hun niet anders over dan uit de ramen te springen en dit was gevaarlijker dau gowooniijk, daar het huis omgeven was door een ijzeren hek met punten. Eenige toeschouwers hielden een laken uitgespreid. Uit een venster der tweede verdieping werd eerst een meisje geworpen, dat echter het laken miste en op het hoofd neerkwam. Hierop sprong een vrouwdie mede op straat viel. Een andere vrouw werd opgevangen, doeh viel uit het laken. Daarop klom een man uit het raam. Krampachtig bleef hij aan zijne handen hangen, totdat hij zich niet meer houden kon. Hij liet zich vallen en kwam met den rug op de punten van het hek terecht. Een kind, uit de eerste verdieping geworpen, viel even eens op straat. Bij deze pogingen om zich te redden bekwamen vijf menschen zware verwondingen. De man die met den rug op het hek viel, zal waarschijnlijk aan de bekomen wonden bezwijken. Tweede Kamer. Don 28 zijn na het trekken der afdeelingen tot woor-i zitters gekozen de heeren M. Mackayvan Delden Veegens, Tak en Mees en tot onder-voorzitters de heere n Mutsaers GuyotKerdijk Rutgers en Goekoop. De Costa-Klca Packet. De regeering heeft een wetsontwerp ingediendin houdende goedkeuring der overeenkomst op 16 Mei 1895 te 's-Gravenhage tusschen Nederland en Groot-Brittannië gesloten strekkende om het aanhangig geschil in zake de gevangenneming en voorloopige gevangenhouding van den gezagvoerder der sCosta-Rica Packet" aan eene scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen. In de memorie van toelichting herinnert de minister van buitenl. zaken aan de toedracht dezer zaak. De Raad van Justitie te Macassar had op 26 Januari 1891 rechtsingang, met bevel van gevangenneming verleend tegen zekeren John B. Carpenter, britsch onderdaan en gezagvoerder van het onder engelsche vlag varende barkschip »Costa-Rica Packet" uit Sydney ter zake dat hij zich in het begin van 1888 kou hebben meester ge maakt van eene op een afstand van hoogstens 3 mijlen van het eiland Boeroe (residentie Amboina) in zee rond drijvende prauw en van de zich daarin bevindende goe deren. Op 6 Nov. 1891 naar Macassar overgebracht werd hij aldaar tot den 28 Nov. in verzekerde bewaring gehouden. Door den Raad van Justitie te Macassar werd bij vonuis verklaarddat door de gehouden instructie wel voldoende aanwijzingen waren verkregen omtrent het feitmaar dat er geen voldoende termen tot verdere vervolging en terechtstelling van Carpenter aanwezig waren omdat het bewijs niet geleverd was, dat het ge beurde had plaats gehad binnen den afstand van 3 mijlen van de kustweshalve werd bevolen dat hij op vrije voeten zou worden gesteld hetgeen ook onmiddellijk is geschied. Het op verzoek van de britsche regeering in Indië nader ingesteld nauwkeurig onderzoek deed voldoende blijken dat nóch de omstandigheden waaronder de aan houding van kapitein Carpenter had plaats gehad nóch de door hem ondergane behandeling aanleiding konden geven tot eenige rechtmatige klacht. De britsche regee ring was daardoor evenwel niet overtuigd maar vor derde den 20 Mei 1893 ten behoeve van kapitein Car penter bij wijze van schadeloosstelling, wegens beweerde onrechtmatige persoonlijke benadeeling, eene som van f 30000. Eensklaps flonkerde er iets en viel kletterend op den grond, een bracelet was losgegaan en rolde van den arm Harer Excellentie vlak voor de voeten van Proczna neer. Haastig bukte de Pool en overhandigde het gevallen voorwerp aan de gemalin van den presidenteen wijle rustte oog in oog. Als een vuurstroom doortintelde hem de blik, die hem trof sedert hij de laatste maal in de Variétés de Paris gezeten en toegejuicht had, was hem zulk een groet uit vrouwenoogen niet weer ten deel gevalleu. Hare Excellentie Gartner was een gevaarlijke schoon heid. Gravin Xenia was zeker de eenige geweestdie het voorbijgaande voorval had opgemerkt. Een bediende kwam de hofdame der prinses melden dat de vorstelijke koets zoo even het ploin was opge reden gravin Kany begaf zich naar de voorkamer, en het gezelschap schaarde zich met eenige haast en drukte in een halven cirkel, op welke wijze men gewoon was het vorstelijk paar in de zaal te ontvangen. Aan den arm van haar rijzigen gemaal trad Anna Regina over den drempel. Luchtig en lieftallig als een boschnimf zweefde zij naast de reusachtigeridderlijke gestalte van den prins, op wiens borst de ster van het Koninklijke Huis prijkte, en wiens hoofd met de forscbe gelaatstrekken en den kortgeknipten baard, vasten met veel aangeboren waardigheid op de breede schouders troonde. Het hooge paar werd gevolgd door gravin Kany en luitenant Gower, den persoonlijken adjudant van den prins, benevens diens jonge vrouw een innemende, bleeke ver schijning in bepaald Engelsche kleederdracht. August Ferdinand's blik deed met blijkbaar welgeval len de ronde over al de bekende gezichten en bleef ten slotte rusten op Janeck Proczna, wiens oog hem vol vrijmoedige kalmte aanstaarde. »Gij verschaft ons heaenavond een verrassend genot, gravin 1" zoo wendde hij zich hoffelijk tot Xenia, terwijl hjj haar hartelijk de hand drukte, »wij trillen van ver langen, evenals kinderen, die door het sleutelgat iets trachten op te vangen van don veelbelovenden glans van den kerstboom Hierover werd tusschen de beide regeeringen eene briefwisseling gevoerdwelke ten slotte er toe leidde dat de nederlandsche regeering ten stelligste bleef be twisten dat ten deze van eenige onrechtmatige, veel min nog onwaardige behandeling (zooals de britsche regeering het noemde) van kapitein Carpenter sprake zou kunnen zijn. Het Nederlandsche Gouvernement ver klaarde zich evenwel bereidter beëindiging van dit geschil tusschen bevriende mogendheden de zaak aan de beslissing van een scheidsgerecht te onderwerpen. Den 2 October 1894 nam de regaering van Groot-Brittannië dit voorstel aan, met dien verstande evenweldat dan ook de geheele aangelegenheid der »Costa-Rica" aan eene arbitrage zou worden onderworpen en mitsdien evenzeer de aanspraak, door de officieren, de leden der bemanning en de eigenaren der »Costa-Rica Packet" ge maakt op vergoeding der schade, die, naar hun beweren, door hen zou geleden zijn als gevolg van de gevangen neming, en daarop gevolgde verwijdering van zijn schip, van den gezagvoerder. De nederl. regeering, ofschoon deze uitbreiding der voorgestelde arbitrage ongemotiveerd achtende, aanvaarddo haar, onder de nadrukkelijke voorwaarde nochtans, dat- ten dezen eventueel en uitsluitend die schade in aan merking zou mogen worden genomen, die voldingend bewezen zou zijn voor scheepsofficieren, bemanning en ei- genaais het noodzakelijk gevolg te zijn geweest der aanhouding en verwijdering van zijn schip van kapitein Carpenter. Op dien grondslag is de aangeboden arbitrage-over eenkomst getroffen. "Verkiezing leden Prov. Staten. 's-Gravenhage. Gekozen de heeren mr. Th. L. M. H. Borret met 1691 en mr. L. P. M. H. Michiels van Verduynen met 1639 st. (beiden kath.) Het aftredende lid de heer mr. D. Polak Daniëls had 1499 de oud minister J. C. Jansen 1384 st. Heerenveen. Herkozen de heeren mr. Sickenga (lib.) met 1419 en Oosterbaan (lib.) met 1328 st. De heer van der Zwaag (volksp.) had 1038 st. Leiderdorp. Herkozen de heer S. baron van Heem stra met 1189 st.; de heer T. A. O. de Ridder had 559 st. Maastricht. Gekozen de heeren Louis Regout met 740 H. Seydlitz met 659 en Eug. Hustinx met 625 van de 1304 stemmen. Vorder bekwameD de heeren Edm. Hollman 461 en Eug. Regout 413. Meppel, Gekozen de heer K. E. Borger, aftr., lib., met 1336 st.: de heer A. ten Klooster, a.r., kreeg 1062 stemmen. Middelburg. Gekozen de heer van Woelderen lib., met 1874 stemmen de heer Bos a.r., had 1679 st. Oldebroek. Gekozen de heer jhr. F. J. van Asch van Wijck, a.r., met 896 stemmen in plaats van den heer van Menrslib., die bedankt had. De hoer F. baron d'Aulnis de Bourouil had 781 stemmen. Schiedam. Gekozen de heer Maas (lib.) met 783 en van der Laan (lib.) met 752 st.; de heer Hoogendam had 701, de heer Nolet 694 st. Zwolle. Gekozen de heer J. Hoven (rad.) met 743 en herkozen de heer J. de Goeijen (ged. lib.) met 713 van de 1416 st. De heer van Löben Seis (anti-rev.) bekwam 693, de heer Thiebout (aftr. lid) 609 st. Hieuwer-Amstel. Uitgebracht 1994 geldige stem men. Gekozen de heer P. Ledeboer (lib.) met 1166 st,; de heer P. Raaymakers (kath.) 832 st. Schagen. Gekozen de heer W. Schermerhorn bur gemeester van St. Maarten met 1356 en herkozen het aftredend lidde heer Kaan te Wieringerwaardmet 1201 st. De heer Backxnotaris te Wieringerwaard, had 1078 en de heer Waller (aftr. lid) had 1024 st. Pogingen, om het op Wight gestrande nederlandsche stoomschip Salak weder vlot te krijgen, zijn niet geslaagd. Den 27, des avonds te ongeveer 8 uur, kregen twee verversknechts te Velp, op den Velperweg, twist over het feit dat de kinderen van den een op het land van den ander liepen welke twist zoo hoog liep, dat de een met zijn verversstopmes den ander een steek in den hals Gravin Dynar zag hem strak in de oogen. s> Ja, Konink lijke Hoogheid 1" antwoordde zij met verheffing van stem, „ik heb me inderdaad een verrassing voorbehouden en ik geloof dat het menigeen zal gaan als het kind bij den kerstboom, dat veel verlangde en nog meer kreeg Dik wijls liggen er geschenken klaar, die men volstrekt niet verwacht had en die den gever bijna nog meer genot schenken dan den ontvanger Hare Excellentie Gftrtner hoorde vreemd op, de prins echter wiegelde het hoofd heen en weer en zei schertsend »Gij wilt toch geen toespeling maken op een gard, gravin Men heeft er, die, met goudpapier en bonte lintjes ver sierd er erg onschuldig uitzien tot men ze voelt Leonie's oog begon te glinsteren»En dan is 't te laatHoogheid om zich voor den aandrang er van te hoeden bracht zij met een onschuldig lachje in het midden »zoo'n ding laat striemen achter Xenia haalde glimlachend de schouders op. »Slechts op de ruggen van henExcellentiedie langs slinksche wegen op hun doel afsluipen", antwoordde zij vol scherpe spotternij. »Nooit heb ik het onheilspellende berkenrijs gevreesd ofschoon ik stellig geloof aan de wrekende Ne mesis die over groote kinderen haar tuchtroede zwaait." »Mijn hemel, lieve gravin, gij begint wijsgeerige be- spiegelingen te houdenriep de presidente met een gemaakt lachje en bracht haar waaier sterk in beweging. Tegelijkertijd deed ze een schrede achteruit, om Anna Reginadie zich na hare begroeting van mevrouw von Drach en prinses Reusseck juist weer tot Xenia wendde, vrij baan te geven. Met een vragendenbijna schuwen blik op het peinzend gelaat van August Ferdinand lei de vorstin de hand zaeht- kens op den arm der gravin. Krijgen we zoo aanstonds wat muziek te hooren lieve gravin 't Zal me een ge noegen zijn kennis te maken met Janeck Proczna." »Uwe Koninklijke Hoogheid veroorlove mij, hem per soonlijk aan u voor te stellen en met fier opgeheven hoofd trad Xenia midden door de zaal op den zanger toedie afgezonderd in een hoek met Bicby stond te keuvelen. toebrachtmet het gevolg, dat deze 37 jaar oud, kort daarop na hevig bloedverlies overleed. Hij laat eene vrouw met 7 kinderen na. De dader gaf zich uit eigen beweging bij den burgemeester aan. Beide personen stonden als oppassend bekend. In de vergadering van de Vereeniging „Het Ne derlandsen Paardenstamboek", afdeeling Noord holland, op donderdag 13 Juni a.s., 's middags 12 uren, bij den heer J. PBlauw te Schagen, zal het volgende in behandeling komen rekening en verantwoording over 1894; rekening provinciale subsidie; benoeming van drie leden van het bestuur in plaats van de aftredende leden, de heeren J. Breebaart Kz., jhr. mr. P. v. Föreest en F. W- baron van Tuijl van Serooskerke, die allen herkiesbaar zijnop te geven voorstellen ter opname onder de punten van beschrijving voor de algemeene ver gadering der Vereeniging. Het bestuur maakt bekend, dat de keuringen voor het toekennen van de provinciale aanhoudingspremiën" aan hengsten geboren in 1894 en aan merriën, geboren in 1889, 1890 1891 en 1892 zullen plaats hebben te Kolhorn op dinsdag 25 Juni e.k. bij D. Kist, des voormiddags 10 urete Beverwijk op woensdag 26 Juni e.k., bij het Stationskoffiehuis, des voorm. 11 ure te Hoofddorp op donderdag 27 Juni e.k., op de Markt, des vooim. 10 ure. Er zal-tevens eene keuring worden gehouden van merriën geboren in 1888 of vroeger, met hare veulens, geboren in 1895 waarvoor 14 premiën van f 40 uit de Rijksbijdrage beschikbaar zijn. Deze merriën moeten in het Stamboek zijn of worden ingeschreven en in 1895 weder gedekt worden willen zij voor eene premie in aanmerking komen voorts moe ten zij tot 1 Juni 1896 het eigendom blijven van een inwoner der provincie. Te Kolhorn en te Beverwijk zal vóór de premie-keu ringen gelegenheid worden gegeven tot inschrijving van merriën in het Stamboek te Hoofddorp zal op donder dag 20 Juni e.k,, des voormiddags 11 ure, eene Stamboek keuring plaats hebbenop 27 Juni bestaat daarvoor geene gelegenheid. Evenals het vorig jaar zullen de aanhoudingspremiën voor merriën, geboren in 1891 en 1892, uit de Rijksbij drage worden verhoogd met f 50; alle premiën voor merriën zullen dus f 100 bedragen. Voor hengsten geboren in 1894, zijn negen premiën beschikbaar, waarvan drie uit de Rijksbijdrage. Hengsten, die naar deze laatste drie premiën mededingen moeten zijn geboren uit Stamboek-onders. Vervolgens zullen uit de Rijksbijdrage nog worden beschikbaar gesteld 12 premiën van f 50 voor merriën, geboren in 1893 welke in 1896 moeten worden gedekt. Deze premiën worden na overlegging van het sprongbe- wijs uitbetaald. De aangifte ter mededinging is verplichtend en moet geschieden bij den secretaris W. Teengs, te Wieringer waard acht dagen vóór de keuringen. Men wordt be leefd verzocht vooral den leeftijd der merriën bij de aangifte te willen vermelden. De volgorde der premie keuringen is merriën met veulens hengsten geb. in 1894 merriën, geb. in 1893; idem, geb. in 1889 en 1890; idem, geb. in 1891 en 1892. Bij kon. besluit van den 24 is benoemd tot heem raad van het Ambacht van West-Friesland, genaamd de Vier Noorder Koggen, van wege de Medemblikker Kogge, de heer D. Kay te Hanwert. De bevolking der provincie Limburgwelke op 1 Januari 1894 bedroeg 134.332 mannen en 130.714 vrouwen was op 1 Januari 1895 geklommen tot 136.095 m. en 132.497 vr. Op laatstgenoemd tijdstip bedroeg de bevolking vau Maastricht 33261, Venloo 13021 en Roermond 12020. Het landverhuizersvervoer in 1894 is veel minder geweest dan in de laatste jaren. Uit Dordrecht werd niemand vervoerd uit Amsterdam 1651 tegen 3518 in 1893 en 7036 in 1892uit Rotterdam 13033 tegen 35460 in 1893. Ds. A. Brummelkamp te Purmerend heeft het beroep naar de ned. herv. gemeente te Deventer aange nomen en ds. J. Kntsch Lojenga te Enkhuizen naar Sand poort. Mevrouw Leonie's hand omklemde krampachtig den arm van gravin Kany volgde de vorstelijke gestalte met hare blikken zag dat Xenia zich naast den Pool plaatste dat zij zacht een paar woorden met hem wis selde Daarop glimlachte Proczna knikte toestemmend en stak de gravin de hand toe 1 Koud en trotsch geleidde Xenia hem het gezelschap tegemoetals een vermetele uitdaging zweefde haar blik over de aanwezigen die aan weerskanten terugweken om den doorgang voor hen vrij te laten. >Uwe Koninklijke Hoogheid veroorlove mij in den zan ger Janeck Proczna tevens den aangenomen zoon mijns overleden vaders, den rijksgraaf Hans Stefan von Dynar, erfheer van Procznaaan Uwe Koninklijke Hoogheid voor te stellen Luid en duidelijk had Xenia gesproken haar blik trof Leonie minachtend en spottend tevens. Een plotselinge opschudding ontstond onder de gasten, terwijl mevrouw von Hofstraten een uitroep van verbazing niet wist te onderdrukken. August Ferdinand was niet minder verrast dan de meeste aanwezigenhij staarde de spreekster een poos ongeloovig aan en herhaalde haastig»Uw broeder, gravin Janeck Proczna uw broeder?" en zonder het antwoord af te wachten reikte hij den jongen man allerhartelijkst de hand en heette hem met de meeste vriendelijkheid welkom. Janeck boog zich diep over de hand van den vorst, ver dedigde op geestige wijze zijn pseudoniem en wendde zich met de zekerheid van een volmaakt ridder tot Anna Regina tot wie hij door den vorst geleid werd. Een gevoel van innige sympathie doortrilde hem toen hij die bruine oogen zoo hulpeloos en kinderlijk naar zich opgeslagen zag't was hem alsof hjj een vogeltje in de hand hield welks hartje men angstig voelt kloppen. Janeck Proczna had op zijn zwerftochten door de wereld de menschen leeren kennenzijn blik was verscherpt en zag door het masker en het blanketsel heen tot op den bodem der ziel. Als een opengeslagen boek lag het gelaat van Anna Regina voor zijD geestesoog en de titel van den roman die hem uit eiken trek der verheven vrouw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 2